23/
Pijp werd gelegd, wat later in een andere raadsvergadering anders is beslist. Het zou n.l. een ver
binding worden via de Nieuwestad naar de Wirdumerdijk, maar niet een doortrekking naar de Peper
straat. Tegen de verbinding Nieuwestad-Voorstreek hebben wij grote bezwaren, want dan bestaat er
grote kans dat dit een doorgaande route voor sluipverkeer wordt. Ik heb gisteren al duidelijk begrepen
dat ook de wethouder een tegenstander van sluipverkeer is. Daarom kom ik met een motie die waar
schijnlijk niet op zoveel tegenstand zal stuiten; de motie luidt:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, besluit de Peperstraat
af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer, dit om doorgaand verkeer van Nieuwestad naar Voorstreek
te verhinderen."
Bij dit punt kan nog opgemerkt worden dat wij op het moment akkoord gaan met de verbinding
Schavernek-Nieuwestad-Wirdumerdijk of anderszins met de verbinding Ossekop-Voorstreek, maar
dat wij uitdrukkelijk in een latere fase willen bekijken of deze routes er toch niet uitgelicht moe
ten worden om in de binnenstad een groter voetgangersgebied te krijgen. Wij willen dit echter even
afwachten, want het plan is zodanig opgezet dat deze routes er ook gemakkelijk uit zijn te nemen.
Nu er op Wirdumerdijk en Nieuwestad éénrichtingsverkeer komt, achten wij het noodzakelijk om de
trottoirs van beide straten te verbreden. Ook daar heb ik een voorstel over, dat luidt:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, draagt het college
van b. en w. op de Nieuwestad-zuidzijde en de Wirdumerdijk te voorzien van bredere trottoirs."
Een andere belangrijke afwijking met het Structuurplan voor de Binnenstad vinden wij het feit
dat in de Grote Kerkstraat een ontsluitingsroute wordt gelegd. Er is uitdrukkelijk bij het Structuur
plan voor de Binnenstad bepaald dat vanaf de Bollemanssteeg de Grote Kerkstraat alleen voor het
fietsverkeer gebruikt zou kunnen worden. Wij vinden dat dit uitgangspunt gehandhaafd moet worden.
De Groeneweg loopt vrijwel parallel met de Grote Kerkstraat en kan als route voor het verkeer ge
bruikt worden. Deze ontsluitingsweg is misschien nodig voor een aantal aanliggende bedrijven, maar
ik dacht dat dan beter de benaming bedieningsverkeer gebruikt kan worden. Overigens wil ik hierbij
opmerken dat op veel meer plaatsen in het plan bedieningsverkeer en verkeer voor bewoners mogelijk
moet blijven. Het zal ook nodig zijn dat alle straten bij deze herinrichting voor het ambulancever
voer, de brandweer en het taxivervoer bereikbaar zijn. Wat dit betreft dacht ik dat op meer punten
bedieningsverkeer toegestaan zou moeten worden dan nu het geval is; ik zal er echter geen motie
over indienen. Wij zijn uitdrukkelijk tegen die ontsluitingsroute via de Grote Kerkstraat en vandaar
de volgende motie:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, besluit de Grote
Kerkstraat vanaf de Bol lemanssteeghet Jacobi jnerkerkhof en de Bredeplaats te verbieden voor in
tern verkeer."
(De Voorzitter: U zei: intern verkeer?) Inderdaad, in het plan worden verschillende benamingen
gebruikt, zo wordt o.a. de term bedieningsverkeer gebruikt. Daarom heb ik nu de term intern verkeer
gebruikt, maar ik wil nog wel even bekijken of dit niet veranderd kan worden in bedieningsverkeer.
(Stemmen: Dat klopt ook niet.) Ik wacht even met het indienen van de motie, dan bekijk ik die zo
meteen nog even.
Een ander punt waarover wij in het verleden al uitvoerig hebben gediscussieerd, is de functie die
het pleintje Bij de Put moet hebben. Op het ogenblik is het daar een chaos, er staan veel auto's ge
parkeerd en de bewoners en de bedrijven die daar zitten hebben grote moeilijkheden om goederen
afgeleverd te krijgen. In het structuurplan is ook weer bepaald dat er een verbinding zou komen, maar
dan voor verkeer dat daar werkelijk zou moeten zijn, dus verkeer voor de bedrijven en voor de bewo
ners, zonder een echte verkeersroute te zijn. Vandaar dat wij tegen deze functie bezwaren hebben,
evenals dit het geval is bij de Sacramentsstraat die een functie krijgt toegedacht die deze straat nooit
heeft gehad. Het is altijd zo geweest dat zelfs het laatste stukje van deze straat voor de fietser af
gesloten werd, terwijl deze nu zelfs als ontsluitingsroute staat aangegeven. Ook daar kunnen wij niet
mee akkoord gaan. Ik heb daarover een motie, die luidt:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, besluit dat de Mon-
nikemuurstraat, Bij de Put, de Breedstraat en de Sacramentsstraat alleen gebruikt mogen worden voor
bedieningsverkeer."
Vervolgens kom ik op het volgende punt. Wij hebben op verschillende plaatsen in de stad goede
mogelijkheden voor lang parkeren. Deze mogelijkheden zijn o.a. bij de Oude Veemarkt en bij Tul
penburg. Met name aan de noordkant van de stad zijn er echter weinig mogelijkheden voor het echte
lang parkeren. Ons staat voor ogen dat het Hoeksterend in de toekomst een functie voor het kort par
keren moet krijgen en dat daarom duidelijk in het noordelijk gedeelte van de stad gezocht moet wor
den naar een gebied dat gebruikt kan worden voor het lang parkeren. Hiermee kan eveneens bereikt
worden dat de auto's van de langparkeerders niet in de wijken terecht komen. Vandaar dat ons voor
stel luidt:
32
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, geeft aan het terrein
achter Frigas de bestemming lang parkeren."
Dan een laatste opmerking. Bij het bestuderen van deze zaak, heb ik uitdrukkelijk het Structuur
plan voor de Binnenstad van 1974 en dit plan naast elkaar gelegd. Waar je dan heel duidelijk op
stuit, is het feit dat nu, vier jaar na de vaststelling van dit structuurplan, ontzettend weinig is uit
gevoerd. Heel weinig zaken zijn werkelijk effectief geworden. Vaak is aangevoerd dat bepaalde gro
te werken uitgevoerd zouden moeten zijn voordat zekere lussen gerealiseerd zouden kunnen worden.
Mijn fractie is het daar niet mee eens. Wij vinden dat een aantal voorstellen die al neergelegd zijn
in het structuurplan en nu in dit Uitwerkingsplan veel eerder gerealiseerd kunnen worden, b.v. door
het plaatsen van borden of door het uitvoeren van eenvoudige civiel-technische werken; ik vind ook
dat dit moet gebeuren. Wij moeten niet blijven praten, niet steeds plannen aannemen waarvan niets
gerealiseerd wordt. Er moeten maatregelen genomen worden. Op de lange duur zullen ingrijpende
maatregelen genomen moeten worden, maar wij kunnen een groot deel van de voorstellen die voor
ons liggen nu reeds realiseren door eenvoudige werken uit te voeren. Nogmaals, soms kunnen wij
zelfs volstaan met het plaatsen van borden. Vandaar mijn laatste motie:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, draagt het college
van b. en w. op om in dit kalenderjaar de raad voorstellen te doen tot realisering van voorstellen
neergelegd in het Uitwerkingsplan, dit b.v. door middel van het plaatsen van verkeersborden of het
uitvoeren van eenvoudige civiel-technische werken."
De heer Sterk: Ik zal mij niet laten verleiden om een verhaal te houden over de functie van de
binnenstad; dit zou wellicht te ver voeren in het kader van deze behandeling. Wel wil ik een alge
mene opmerking plaatsen. Ik moet vaststellen dat de detail- en groothandel in onze binnenstad ei
genlijk de kurk is waar een groot deel van het binnenstadsgebeuren op drijft. Wat betreft de ont
sluiting van de binnenstad, concludeert mijn fractie dat de Groeneweg een uitstekende ontsluitings
weg is die thans ook van gemarkeerde fietspaden aan beide zijden is voorzien. Reeds eerder is het
besluit genomen om te komen tot een parkeerkelder onder het Wilhelminaplein. Tevens is bij de Ol-
dehove gelegenheid tot parkeren. Hierdoor zijn er zowel voor het noordelijk gedeelte als voor het
midden van de binnenstad parkeermogelijkheden in de directe nabijheid. Verder wil ik nog een op
merking maken over de detaillering. Wij spreken de wens uit dat steeds met betrokkenen een goed
overleg zal worden gevoerd, opdat ook de laad- en losmogelijkheden voor de handel goed kunnen
functioneren.
Een ander punt is het parkeren. Nu wij gisteravond hebben besloten een parkeergarage in de Ame
landsstraat aan te leggen, lijkt het onze fractie zinvol om ook nog aandacht te schenken aan de om
geving Oosterbuurt. Als men n.l. door de Wijbrand de Geeststraat rijdt, dan rijdt men in feite in een
fuik, want men kan de stad niet binnen komen. Men kan hooguit de Oosterbrug nemen en vervolgens
rechtsaf slaan maar dan is het ook gebeurd. Mijn fractie is de mening toegedaan dat wij hier iets aan
zouden kunnen doen door op de Oosterbuurt te komen tot een parkeergarage, of in ieder geval een
onderzoek daartoe. Ik heb hierover dan ook een motie, die luidt:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, draagt het college
op om op korte termijn een onderzoek in te stellen om te komen tot realisering van een parkeerga
rage in de Oosterbuurt."
Deze motie is ondertekend door de heer De Jong en door mijzelf.
De heer Miedema zal straks nog op de moties van de heer Ten Hoeve reageren.
De heer De Beer: Bij de ontsluiting van de binnenstad komen in het plan de wensstructuren voor
voetganger, fietser, bromfietser en openbaar vervoer duidelijk naar voren, terwijl de gekozen op
lossing in de meeste gevallen, terecht, in het voordeel uitvalt van het langzaam verkeer en het
openbaar vervoer. Met de makers van de plannen zijn wij van mening dat de ontsluitingen in de eer
ste plaats op de parkeerlokaties moeten worden gericht, die er dan natuurlijk wel moeten zijn; ik
kom daar zo meteen op terug. Ook de overige delen van de stad zullen echter goed bereikbaar moe
ten blijven. Met de voorgestelde ontsluitingen zoals die in het plan zijn opgenomen, kunnen wij in
stemmen. Dit geldt dus ook voor het bereikbaar maken van de Nieuwestad via het Groot Schavernek.
Het verkeer moet bewust een keuze maken: of doorgaan naar de parkeergelegenheid op het Zaai
land of kiezen voor de Nieuwestad.
Wij zijn het ook eens met de doorgaande route via de Peperstraat naar de Voorstreek. Het is
duidelijk dat met eenvoudige middelen ingegrepen kan worden, wanneer mocht blijken dat deze
routes op drukke dagen te veel verkeer moeten verwerken met de daaraan verbonden overlast. Het
verkeer kan n.l. zo geleid worden dat het vanaf de Nieuwestad de Voorstreek niet meer via de Peper-