,8-3?
verkeer vanaf de Nieuwestad is al enorm belemmerd. Om op de Nieuwestad te komen, moet men straks
langs de Harmonie en over het Schavernek rijden. Het verkeer dat dan via het Schavernek de Nieuwe-
stad op wil rijden is dus al doelbewust verkeer. De doorstroomfunctie van de Nieuwestad is daardoor ver
dwenen, het gaat om bedieningsverkeer. Wil het noordelijk deel van de binnenstad in ontwikkeling
gebracht worden, dan moet de Peperstraat open blijven. Vandaar dat ik de motie sterk wil ontraden.
Ik zou mij graag willen aansluiten bij wat in de stukken staat en bij wat de heer De Beer nog eens
heeft gememoreerd. Indien de omstandigheden dit vereisen, dan is deze afsluiting met een simpele
beweging te realiseren. De mensen uit het zuidelijk deel van de stad moeten al via de Nieuweweg
en de Tweebaksmarkt het noordelijk deel van de stad bereiken. De handicap is dan dat zij bij de Tui
nen nog eens rechtsaf moeten naar de Oosterkade en via het Hoeksterpad moeten zien het Hoeksterend
te bereiken om op de Voorstreek te kunnen komen. De Korfmakersstraat mist immers een aansluiting
op het parkeerterrein van de Minnemastraat. Voor het westen van de stad doet zich een zelfde situa
tie voor. Als men naar de Voorstreek wil rijden om op de lus van de Eewal te komen, dan moet men
de "mijl op zeven" afleggen om op de Voorstreek te komen. Om het noordelijk deel van de stad en
om ook de parkeergelegenheid in de Minnemastraat - die immers bijna niet anders te bereiken is dan
via de Voorstreek - bereikbaar te houden, dien ik de volgende motie in. Deze motie wordt ondersteund
en is mede-ondertekend door de heer Klomp.
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, besluit de Korfmakers
straat een doorgaande verbinding te geven met het parkeerterrein Minnemastraat."
Als ik b.v. voor het postkantoor mijn auto wil neerzetten, dan kan ik straks via de Korfmakers
straat niet het parkeerterrein van de Minnemastraat bereiken, tenzij over de Tuinen, de Oosterkade,
het Hoeksterend, de Voorstreek. Dit lijkt mij duidelijk de "mijl op zeven". Willen wij autobewegin
gen in de binnenstad voorkomen, dan lijkt mij dit een heel simpele oplossing, zoals wij ook van Mün-
chen en Keulen zulke autobewegingen kennen. De auto, als bestemmingsverkeer, kan zo via de Korf
makersstraat de Minnemastraat bereiken.
Wat betreft de motie die de heer Ten Hoeve heeft ingediend t.a.v. de Grote Kerkstraat en het auto
vrij maken van Bij de Put zou ik willen vragen deze maatregelen niet eerder in te voeren dan nadat in
deze omgeving een plaats voor langparkeerders is vrijgekomen. Dit terrein is dan duidelijk een ander
dan het voorgestelde terrein op het Hoeksterend, daar dit die functie zeker niet dient te krijgen. Wil
len wij het verkeer uit deze straten weren, dan zal er gelegenheid moeten zijn om de auto in die om
geving kwijt te kunnen. Dit veronderstelt noodzakelijkerwijs een terrein voor langparkeerders.
De heer Ten Hoeve: Ik wil nog graag een reactie op de laatste motie geven. Ik heb al eerder ge
zegd, maar de heer De Jong heeft het kennelijk niet begrepen, dat op het moment op de Voorstreek
een parkeerverbod van kracht is; in de toekomst zal dit wel niet veranderen. Op de Voorstreek mogen
geen auto's staan. De mensen die daar met hun auto komen-, kunnen niet naar de winkels. Waar het
om gaat is het feit dat de auto's naar een parkeergelegenheid aan de rand van het winkelcentrum
gevoerd worden. De mensen aan de Voorstreek hebben er behoefte aan dat het openbaar vervoer zo
dicht mogelijk bij hun winkels komt en dat er halteplaatsen zijn waar de klanten uit kunnen stappen.
De mensen die daar met hun auto langs rijden, kunnen niet naar de winkels. Zij moeten doorrijden,
want staan blijven mag niet; doen zij dat wel, dan zijn zij in overtreding. Hiermee kan dus niets be
reikt worden. Het verhaal van de heer De Jong gaat niet op. En dan komt die motie. Alles heeft te
maken met een bewuste richtingkeus van waar je naar toe wilt; dat geldt ook voor de Peperstraat. Wij
willen niet dat mensen van de ene kant van de binnenstad naar de andere crossen. Wij willen dat
doorgaande verkeer niet. Er moet aan de rand van de binnenstad een bewuste keuze gedaan worden.
Die bewuste keuze beïnvloed je niet door de Peperstraat zo nu en dan af te sluiten, je beïnvloedt
die keuze wel door deze straat altijd af te sluiten. Het is vanzelfsprekend - iedereen begrijpt dat -
dat er bij de punten waar gekozen moet worden duidelijke borden komen waarop staat hoe het moet.
Er moet voorlichting gegeven worden over de manier waarop een en ander functioneert. De voorlich
ting kan echter nooit effectief zijn, wanneer wij de ene dag het een doen en de andere dag het an
der. Daarmee voer je geen verkeersbeleid en je brengt zo de verkeersdeelnemers geen duidelijkheid bij.
Wanneer het mag, zou ik nog graag een opmerking willen maken als antwoord op hetgeen de wet
houder heeft gevraagd over de termijn van nog in dit kalenderjaar zoals die in de motie is genoemd.
De motie bedoelt niet om nog in dit kalenderjaar uitvoering aan de plannen te geven, maar om in
dit kalenderjaar plannen voor te leggen. Overigens zijn wij het er helemaal mee eens dat deze plan
nen, samen met hetgeen voortvloeit uit de parkeernota en de aanleg van de parkeergarage, in zijn
totaliteit bekeken en uitgevoerd moeten worden. Ik kan dus akkoord gaan met de uitleg die de wet
houder aan de motie heeft gegeven.
De heer De Jong: De woorden van de heer Ten Hoeve berusten kennelijk op een misverstand. Als
u de verbinding via de Peperstraat onmogelijk maakt, dan geeft u de consument die met de auto komt
niet de kans om de auto op de parkeergelegenheden van de Wortelhaven, de Eewal en de Voorstreek
neer te zetten; dit wordt dan alleen mogelijk via een heel grote omweg. Het gaat niet om een door
gaande route, maar het gaat om de consument die met de auto komt en die zo weinig mogelijk auto
bewegingen dient te maken.
De heer De Beer: Ik heb niet gesproken over incidentele afsluitingen. Ik heb gewoon gezegd: Laat
de Peperstraat open om deze straat pas v/anneer het noodzakelijk is totaal af te sluiten. Dit om mis
verstanden te voorkomen.
De Voorzitter: Dan kunnen wij deze tweede instantie afsluiten. Ik stel voor dat wij de vergadering
even onderbreken. Het is niet de bedoeling om de zaal te verlaten, maar zo kunnen wij even over de
moties praten.
De Voorzitter schorst, om 20.25 uur, de vergadering.
De Voorzitter heropent, om 20.35 uur, de vergadering.
De Voorzitter: Ik stel voor om de discussies te vervolgen. In de moties zijn hier en daar enige
technische wijzigingen aangebracht, maar die noem ik wel wanneer wij er straks over moeten stemmen.
Ik geef eerst wethouder Rijpma het woord om reacties te geven op opmerkingen die in de tweede in
stantie vanuit de raad zijn gemaakt.
De heer Rijpma (weth.): Er is o.a. over fasering van parkeergarages gesproken. Wat betreft een
parkeergarage in de Oosterbuurt heb ik opgemerkt, dat wij eigenaar van dat terrein zijn met als ge
volg dat de belemmeringen daar het geringst zijn. Er is mij zelfs ingefluisterd dat in het bestemmings
plan dat voor dit gebiedje geldt een bebouwing met een parkeergarage mogelijk is. Bij de Amelands
straat, waar wij veel liever het eerst een parkeergarage zouden willen bouwen, is de eigendomssitua
tie bepaald ongunstig. Het realiseren van een bestemmingsplan op die plek op basis waarvan eigen
dommen verworven kunnen worden die niet vrijwillig te verkrijgen zijn, kan een langdurige proce
dure worden. Wij hebben al van gedachten gewisseld met een belangrijke eigenaar in dat gebied
maar om het heel voorzichtig te zeggen zitten wij wat de prijs voor overname betreft niet helemaal
op dezelfde golflengte; u mag dit echter ook anders vertalen. Tegen elke prijs is alles te koop, maar
als je als gemeente bescheiden prijzen betaalt dan valt dat tegen. De fasering zou hier weieens kun
nen inhouden dat het niet gebeurt vanuit een visie van dit moet eerst en vervolgens dat, maar vanuit
een afhankelijkheid van ad hoc-situaties in de zin van daar kan het wel en daar kan het niet. De
zaak wordt zo op een bepaald punt versterkt, terwijl die versterking beter op een ander punt gebruikt
kan worden. De situatie is echter niet anders en wij zullen ons daarbij moeten neerleggen.
Er is even gediscussieerd over de termen intern verkeer en bereikbaarheidsroute. Wat de verkeers-
wetgeving betreft zitten wij wat moeilijk. Wij kennen wel borden die aangeven dat een straat voor alle
verkeer of voor een bepaalde verkeerssoort - autoverkeer, vrachtverkeer - afgesloten is. Wij kennen
echter geen borden die alleen verkeer toelaten dat daar ter plaatse moet zijn. In de moties zijn de
termen intern verkeer en bedieningsverkeer eenvoudigheidshaIve vervangen door de term bestemmings
verkeer; dit met toestemming van de indieners van de moties. Misschien worden er nog op tijd borden
ontworpen die bestemmingsverkeer toelaten, maar anders moeten wij het misschien realiseren via een
vergunningensysteem of via het inrichten van straten. Op dit moment durf ik niet te zeggen hoe dit
gerealiseerd kan worden, want het verkeersreglement is niet op deze situaties berekend. Wij zullen
ons dus tijdelijk moeten redden met zaken die de bedoeling benaderen.
De Voorzitter: Dan kunnen wij nu de discussies besluiten en overgaan tot de stemming over de ver
schillende moties. Allereerst is hier de motie die de heren Ten Hoeve en Geerts hebben ingediend.
Deze motie luidt:
"De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, besluit de Peperstraat
af te sluiten voor gemotoriseerd verkeer, dit om doorgaand verkeer van Nieuwestad naar Voorstreek
te verhinderen."
De motie van de heren Ten Hoeve en Geerts wordt bij handopsteken aangenomen met 17 tegen
16 stemmen.