De Voorzitter: De volgende motie van de heren Ten Hoeve en Geerts luidt: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, draagt het college van b. en w. op de Nieuwestad-zuidzijde en de Wirdumerdijk te voorzien van bredere trottoirs." Het college is bereid deze motie over te nemen. Dan komt de motie die luidt: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, besluit de Grote Kerkstraat vanaf de Bollemanssteeg, het Jacobijner Kerkhof en de Bredeplaats alleen open te stellen voor bestemmingsverkeer." De motie van de heren Ten Hoeve en Geerts wordt bij handopsteken aangenomen met 20 tegen 13 stemmen. De Voorzitter: De volgende motie van de heren Ten Hoeve en Geerts luidt: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, besluit dat de Mon- nikemuurstraat, Bij de Put, de Breedstraat en de Sacramentsstraat alleen gebruikt mogen worden voor bestemmingsverkeer." De motie van de heren Ten Hoeve en Geerts wordt bij handopsteken aangenomen met 22 tegen 11 stemmen. De Voorzitter: Dan de motie die luidt: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, geeft het terrein van de N.V. Frigas aan de Bleeklaan de bestemming lang parkeren." De motie van de heren Ten Hoeve en Geerts wordt bij handopsteken aangenomen met 17 tegen 16 stemmen. De Voorzitter: In de volgende motie staat: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, draagt het college van b. en w. op om in dit kalenderjaar de raad voorstellen te doen tot realisering van voorstellen neergelegd in het Uitwerkingsplan, dit b.v. d.m.v. het plaatsen van verkeersborden of het uitvoe ren van eenvoudige civiel-technische werken." Ook deze motie wordt door het college overgenomen. Dan ligt er nog een motie van de heren Sterk en De Jong, deze luidt: "De gemeenteraad, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, in behandeling de vaststelling van het Verkeersstructuur- en Uitwerkingsplan, draagt het college van b. en w. op om op redelijke termijn een onderzoek in te stellen om te komen tot realisering van twee parkeergarages, n.l. één in de Ooster- buurt en één aan de Amelandsstraat of omgeving." Het college is bereid deze motie over te nemen. Vervolgens de laatste motie van de heren De Jong en Klomp: "De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, besluit de Korfmakers- straat een doorgaande verbinding te geven met het parkeerterrein Minnemastraat." De motie van de heren De Jong en Klomp wordt bij handopsteken verworpen met 29 tegen 4 stemmen. Agendapunt f (onderdeel 7 van bijlage no. 189). De Voorzitter: Dit punt betreft het langzaam verkeer. De heer Geerts: Zonder over te gaan op een algemene beschouwing en daarbij de discussie van gisteren te herhalen, wil ik heel in het kort een kader aangeven binnen welke het langzaam verkeer moet worden gezien. Wij hebben gisteren uitgesproken dat wij het autoverkeer willen terugdringen. De heer Buising heeft in zijn al of niet toegestane algemene beschouwing uitgelegd wat wij daar onder verstaan. Axies stelt duidelijk iets anders voor. Deze fractie zegt n.l. dat een terugdringing van het autoverkeer gerealiseerd moet worden door de ruimte voor de auto zo beperkt mogelijk te maken, waardoor congestieverschijnselen optreden met als gevolg dat de automobilist zijn auto thuis zal laten. Gezien de toestanden in het westen van het land lijkt ons dit een illusie, nog afgezien van de milieuhinder in de vorm van stank en geluidsoverlast die dit ten gevolge heeft. Anderzijds hebben wij gezegd dat wij geen ruim baan aan het autoverkeer willen geven, maar beperkt tegemoet willen komen aan de vraag van het autoverkeer. Met name daar waar wij op andere plaatsen door een ingreep voor ontlasting kunnen zorgen. In die context moet u ons standpunt m.b.t. de Oostergoweg zien als drukafleider voor het verkeer op de Schrans, Het terugdringen van het autoverkeer willen wij vooral proberen te bereiken door het langzaam verkeer te stimuleren. Het moet de mensen aantrekkelijk worden gemaakt de fiets te pakken, de rou tes moeten kort, veilig en beschut zijn Daarom vinden wij het teleurstellend dat-in dit plan relatief gezien weinig aandacht aan het langzaam verkeer is besteed. Als wij in het verleden aandrongen op faciliteiten voor het langzaam verkeer, werden wij verwezen naar het Verkeersstructuurplan. Nu blijkt echter dat wij in feite in dit plan nog geen basis kunnen vinden voor concrete voorstellen om het langzaam verkeer te stimuleren. Een voorbeeld is het feit dat wij onlangs één miljoen gulden ter be schikking hebben gesteld voor de bouw van drie fietstunnels zonder te weten waar die moeten komen, want daarvoor is een afweging van belcngen nodig. De noodzakelijkheid moet blijken uit de vergelij king van het aantal mensen dat van deze tunnels gebruik moet maken, de scholensituatie en de woon- werk-situatie, om maar eens een aantal factoren te noemen. Zo'n afweging hebben wij gemist en ik kan u zeggen dat wij die node hebben gemist. Daarom zal ik straks een motie indienen waarin aange drongen wordt om op zo kort mogelijke termijn, te denken valt dan aan een termijn van een half jaar om de urgentie aan te geven die wij noodzakelijk achten, te komen met een uitgewerkt fiets- en voetpadenplan. Zoals gezegd, wij willen een snelle concretisering van plannen voor het stimuleren van het fiets- en voetgangersverkeer. Wij willen dit echter baseren op een totaal uitgewerkt plan. Om een kader te geven waarin dit plan zou moeten worden uitgewerkt, zal ik u een aantal randvoor waarden noemen die deels, waar nodig, in een motie zijn vastgelegd. Aan deze randvoorwaarden zal het plan zeker moeten voldoen. Ik noem die puntsgewijs op. Wij stemmen in met de plannen om onder het stationsemplacement een fiets- en voetgangersver binding te maken voor Huizum-west met de binnenstad. De fiets- en voetgangersbrug bij het Cambuursterpad waarderen wij positief. De wensstructuren dienen te worden aangevuld met het Kerkepad vanaf de Huizumerlaan tot Achter de Hoven en met een fietspad langs de Potmarge vanaf de Drachtsterweg naar de Schrans. Dit pad hebben wij reeds aangenomen in het plan Huizum-Sixma, maar het is op de een of andere vreemde wijze vervallen, vandaar dat ik het nog even noem. Wij vinden dat er een fiets- en voetgangersbrug moet komen over de Zuidergracht ter hoogte van het Blokhuisplein voor een verbinding van de Vegelinbuurt via Achter de Hoven naar de binnenstad. Een meerderheid van mijn fractie is er voor om een brug over de gracht bij de Westersingel in het verlengde van de Fonteinstraat te bouwen. Een ander deel aarzelt hierover in verband met het stedeschoon en wegens het feit dat dit een groot vaarwater betreft, waardoor deze brug beweegbaar moet blijven en daardoor nogal kostbaar wordt. De doortrekking over de Potmarge van de Jansoniusstraat zal alleen dienen als verbinding voor het langzaam verkeer. Over de Noorderweg, ter hoogte van de Leeuwarder Courant, en over de Groeneweg, ter hoogte van de D.S.O., dienen zo veilig mogelijke oversteekplaatsen te komen op plaatsen die door de mensen als logisch worden ervaren. Wij hebben het idee dat dit nu niet het geval is. Tot zover onze concrete voorstellen. U vindt daarbij niet een voorstel voor een fiets- en voet gangersbrug ter hoogte van het Diaconessenhuis, omdat wij vinden dat daarmee het stedeschoon op onaanvaardbare wijze wordt aangetast. U vindt daarbij eveneens nog geen concrete voorstellen over tunnels onder de rondweg, omdat wij deze afhankelijk willen stellen van afwegingen in het kader van het zojuist genoemde fiets- en voetpadenplan, waarin een totale afweging kan plaats vinden op basis van de door mij genoemde factoren. Ook in verband met het feit dat het o.i. waarschijnlijk lijkt dat wij van rijkswege niet op een grote financiële bijstand mogen rekenen - ik kom hier bij agendapunt h nog op terug -, willen wij een verlegging van de financiële prioriteiten van het auto verkeer naar het langzaam verkeer. Wij willen dat op het gebied van het langzaam verkeer snel con crete plannen worden uitgevoerd. Dit kan naar onze mening ook, omdat relatief gezien dit soort za ken minder financiën behoeven dan voorzieningen voor het autoverkeer. Bij het fiets- en voetpaden plan willen wij in ieder geval dat er aandacht geschonken zal worden aan het afstellen van verkeers lichten en wel zodanig dat de voetganger in een meer bevoorrechte positie komt dan nu het geval is. Eveneens moet aandacht geschonken worden aan het, waar mogelijk, scheiden van de verkeerssoorten Ik heb de door mij gedane voorstellen gestalte gegeven in de volgende moties: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, draagt het colle ge van b. en w. op om op zo kort mogelijke termijn, te denken is aan een half jaar, te komen met een uitgewerkt fiets-voetpadenplan

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 21