dit nammers by de ütwurking wol. Op dit momint sille wy tsjin in brêge by de Westersingel stimme, hwant dy brêge soe altiten iepen en ticht moatte om't it hjir om in great farwetter giet. De kosten fan de bitsjinning fan dizze brêge wurde sa tige heech. Stêddeboukundich is it slimmer om dêr in brê ge oan *o lizzen as by de finzenis. Dan it trochluken fan de Jansoniusstrjitte en de funksje dêrfan. Ik haw der bigryp foar dat de wet- halder seit dat hy him net ótsprekke wol. Ik fyn dat wol spitich mar ik haw der ek bigryp foar. Ik leau net dat der biswier tsjin is dat wy us wol ütsprekke en wy binne der net foar dat de Jansoniusstrjitte op sa'n manier trochlutsen wurdt dat yn de Vegelinwyk autoforkear fanof de Jansoniusstrjitte komt. Hwat dat oanbilanget stypje wy de moasje. De heer Rijpma (weth.): Mevrouw Visser-van den Bos heeft nog een vraag gesteld, waarop ik dan nu een antwoord zal geven. De moderne verkeerslichtenapparatuur zal een regeling als die waarom mevrouw Visser vraagt wel mogelijk maken; deze moderne apparatuur zal van nu af aan aangeschaft worden. Dit zijn verkeersafhankelijke zaken, je moet de installatie op een bepaalde manier afstellen en dit alles kan niet met de ouderwetse apparatuur. De Voorzitter: Ik stel voor om nu over te gaan tot de stemming over de moties. De eerste motie van de heren Geerts en Ten Hoeve luidt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, draagt het col lege van b. en w. op om op zo kort mogelijke termijn, te denken is aan een half jaar, te komen met een uitgewerkt fiets-voetpadenplan. U hebt van de toelichting van wethouder Rijpma wel begrepen dat het college, mede gelet op de opmerkingen van de fracties, bereid is deze motie met daarbij tevens hetgeen de heer Miedema zojuist heeft gesteld over te nemen. De tweede motie van de heren Geerts en Ten Hoeve luidt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, besluit aan de voorkeurroutes voor fietsers toe te voegen: a. een fietspad langs de Potmarge vanaf de Drachtsterweg naar de Schrans; b. het z.g. Kerkepad vanaf Huizumerlaan tot Achter de Hoven. De motie van de heren Geerts en Ten Hoeve wordt aangenomen met algemene stemmen. De Voorzitter: De derde motie van de heren Geerts en Ten Hoeve wordt gesplitst in stemming ge bracht. Het eerste deel van deze motie betreft een brug over de Zuidergracht ter hoogte van het Blok huisplein De heer De Beer: Als ik even mag interrumperen. Vraagt de motie exact dat de brug moet worden aangelegd? De Voorzitter: Nee, er staat: "besluit tot de aanleg van". (De hear Jansma: Hwannear?) Dat staat niet in de motie, dus daar hoeven wij niet over te discussiëren. Deel a van de motie van de heren Geerts en Ten Hoeve wordt bij handopsteken aangenomen met 28 tegen 5 stemmen. De Voorzitter: Het tweede gedeelte van deze motie betreft de brug over de gracht bij de Wester singel ter hoogte van de Fonteinstraat. Deel b van de motie van de heren Geerts en Ten Hoeve wordt bij handopsteken verworpen met 24 tegen 9 stemmen. De Voorzitter: De laatste motie van de heren Geerts en Ten Hoeve luidt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, besluit dat de doortrekking van de Jansoniusstraat over de Potmarge alleen zal dienen als verbinding voor het lang^ zaam verkeer." De motie van de heren Geerts en Ten Hoeve wordt met algemene stemmen aangenomen. Ij b De Voorzitter: Dan ligt er nog een motie van de heer Sijbesma en mevrouw Willemsma-de Jong. De motie van de heer Sijbesma en mevrouw Willemsma-de Jong wordt met algemene stemmen aan genomen. De heer De Pree heeft inmiddels de vergadering verlaten. Agendapunt g (onderdeel 8 van bijlage no. 189). De Voorzitter: Dit agendapunt betreft het openbaar vervoer. De héér Geerts: De opmerkingen die ik ter inleiding van het punt over het langzaam verkeer heb gemaakt zou ik bij dit punt eigenlijk wel kunnen herhalen. Als men het autoverkeer wil afremmen, dan zal men het langzaam verkeer en het openbaar vervoer moeten stimuleren. Een goedkoop en snel openbaar vervoer kan als alternatief dienen. Dit houdt tevens in dat de routes kort moeten zijn en, een belangrijk punt, de binnenstad zo dicht mogelijk moeten bereiken. Wij kunnen het daarom ook eens zijn met het voorstel van het college wat betreft de lijnvoering, te meer daar dit al een compromis is. Er is immers reeds tegemoet gekomen aan eerdere bezwaren van de zijde van winkeliersverenigin gen tegen een busroute Voorstreek-Eewal-St. Jacobsstraat. Daarom zijn wij ook tegen het bezwaar dat tegen deze routes is ingebracht. Ik wil verder twee opmerkingen maken. Het verdient o.i. aanbeveling dat het college de van meerdere zijden gesuggereerde oplossing van een gebruik van kleinere bussen op de lokale lijnen positief benadert en probeert te effectueren. Ondanks het feit dat de routes geasfalteerd zijn, ver oorzaken de grote bussen veel overlast, terwijl de bus daarbij soms ook nog voor de helft leeg is. Men vraagt zich dan wel af wat wij aan het doen zijn. Is het nu echt niet mogelijk om met kleinere bussen te gaan rijden? Ik heb nog nooit goed gesnapt waarom dat niet zou kunnen. Ik wilde het col lege vragen deze suggestie zo veel mogelijk uit te werken en voorstellen aan de Fram te doen opdat deze kleinere bussen gebruikt zullen worden. Een andere opmerking is nog dat uit de ervaring blijkt dat het moeilijk is om op interlokale rou tes in de stad gebruik van deze bussen te maken. Als je in de stad in zo'n bus wilt stappen, dan krijg je daar vaak niet de gelegenheid toe. Passagiers worden vaak door de chauffeurs geweigerd. Vaak is het punt gesteld dat deze interlokale bussen een functie bij het vervullen van het lokale vervoer kunnen hebben, maar dat is gewoon niet juist. Feit is dat de mensen gewoon geweigerd wordt om in te stappen. Wij zouden het dan ook op prijs stellen indien het college hierover in contact wil treden met de Fram. Mevrouw Willemsma—de Jong: Er bestaat bezwaar tegen de busroute Voorstreek-Tweebaksmarkt. Over deze kwestie wil ik graag een opmerking maken. Mijn fractie onderkent de problemen van de bewoners langs deze route die ettelijke malen per dag vrij zwaar autobusverkeer langs zich heen voe len denderen. Aan de andere kant is onze fractie het eens met de raadsbrief waarin wordt geconsta teerd dat in het vorige plan de bereikbaarheid van het winkelgebied werd verslechterd. Onze frac tie wil de raad dan ook voorstellen om deze route te handhaven maar dan met kleihere bussen. De bewoners van dit gebied zullen dan waarschijnlijk geen overlast ondervinden van het busverkeer, terwijl tevens de mogelijkheid blijft bestaan om de Voorstreek via het openbaar vervoer te bereiken. Met een motie hoop ik een uitspraak van de raad te krijgen die een en ander mogelijk maakt. Overi gens is onze fractie gelukkig met het feit dat de St. Jacobsstraat als route voor het openbaar vervoer is komen te vervallen. Met de volgende motie wil ik de raad instemming vragen voor een betere op lossing voor de bewoners van het gebied aan de Voorstreek en omgeving. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 30 mei 1978, gelet op het in de raadsbrief vervatte voorstel om het openbaar busvervoer langs de route Voorstreek-Tweebaksmarkt te leiden ten behoeve van een betere bereikbaarheid van het winkelgebied, gelezen de bezwaren van de burgers die door dit vrij zware busverkeer in wonen en werken worden gestoord, besluit het college van b. en w. uit te nodigen met de busonderneming Fram met spoed in onderhandeling te tre den teneinde te komen tot een proefneming met kleine bussen en wel in eerste instantie toe te passen op genoemde route." Deze motie is mede-ondertekend door de heer De Jong. Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Ook wij kunnen instemmen met het voorstel van b. en w. Wij menen dat de omlegging van de interlokale lijnen via de Groeneweg gunstig ligt t.o.v. het woonge-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 24