10 [aar na het gereedkomen van de parkeergarage het best zou kunnen functioneren. Ook t.a.v. dit punt wordt weer een doelstelling waar gemaakt. Degene die kort in de stad moet zijn, krijgt meer facili teiten dan degene die er de gehele dag moet zijn: bij een kort bezoek in de stad kan men dichter bij zijn bestemming komen dan bij een lang bezoek. Op deze wijze spelen wij naar mijn mening heel duidelijk in op datgene wat als doelstelling in het DHV-rapport is aangegeven. Vervolgens noordtangent en westtangent. De noordtangent kan mijns inziens een duidelijke functie vervullen. Er moeten prioriteiten gesteld worden in de aanleg van de verschillende voorzieningen. De bedragen die er voor nodig zijn liegen er niet om, maar de noordtangent kan een heel duidelijke ont lasting betekenen voor een aantal woonwijken; ik denk dan aan Lekkumerend, aan Bilgaard en aan de Valeriusbuurt. Het aanleggen van de noordtangent kan voor de woonwijken aan weerskanten v'an de rondweg een duidelijke ontlasting betekenen. Een weg ten noorden van Bilgaard ligt op een grotere afstand tot de woonwijken. Zoals velen bekend is, is er een mogelijkheid om tussen die weg en Bil gaard voorzieningen aan te leggen in de recreatieve sfeer, die uitgaan van dichte beplantingsschema's. Het doortrekken van de noordtangent tot aan rijksweg 9 betekent een heel duidelijke ontlasting voor het sluipverkeer door het Westeinde. De wijk heeft zich al bij herhaling over dit sluipverkeer beklaagd. Het zou naar mijn gevoel mogelijk moeten zijn om de noordtangent in prioriteit eerder naar boven te halen dan naar beneden. Je moet echter op een gegeven moment een keuze maken en dat betekent dat in de keuze van het dagelijks bestuur de noordtangent niet op de bovenste plaats is gezet, maar aan het eind van het lijstje van de grote voorzieningen. Wanneer er een keuze gemaakt zou moeten worden in de fasering, dan zou ik graag een combinatie willen zien tussen het stukje westtangent tussen rijksweg 9 en de Frieslandhal en het stuk om Westeinde heen tot aan de Troelstra- weg. Deze route geeft n.l. voor Westeinde en voor andere wijken de mogelijkheid om de Harlinger- straatweg een veel rustiger karakter te geven. Deze weg kan dan alleen gebruikt worden voor het verkeer dat uit de woonwijken aan weerskanten van deze weg komt. De Harlingerstraatweg krijgt zo eerder het karakter van een rustige weg voor het fietsverkeer dan wanneer alleen het gedeelte van rijksweg 9 naar de Frieslandhal wordt aangelegd. In het laatste geval kunnen wij n.l. deze aan sluiting op het Europaplein nog niet missen en wordt een deel van de doelstelling, n.l. het afleiden van het verkeer uit de suburbane gebieden, nog niet volledig bereikt. Ik zou in ieder geval een po ging willen wagen om de westtangent en het stuk noordtangent tot aan de Troelstraweg in een geza menlijk project te ontwikkelen. De noordtangent heeft naast voordelen natuurlijk ook een aantal bezwaren. Ik weet niet of de brug over de Dokkumer Ee wel 10 meter boven het maaiveld uitgetild moet worden, ik dacht dat een hoogte van 6 a 7 meter meer gangbaar was. Het feit dat de brug opgetild moet worden, betekent even eens dat er aan weerskanten van de Dokkumer Ee ruimte overblijft om de verbinding tussen de gebie den aan weerskanten niet te verbreken. Er is dan een route gecreëerd voor voetgangers, fietsers en waarschijnlijk ook voor beperkt autoverkeer, hoewel je bij dit laatste zeer voorzichtig moet zijn. Dit betekent naar mijn gevoel dat de gevreesde isolering van Snakkerburen en Lekkum ten opzichte van elkaar voor een belangrijk deel voorkomen kan worden door de ruimte die er toch blijft te be nutten. De Lekkumerweg blijft de aansluiting op Leeuwarden vormen en de ruimte bij de brug blijft duidelijk de mogelijkheid geven om de beide dorpen als een dubbeldooier bij elkaar te laten horen. De Voorzitter: Ik stel voor om nu eerst te gaan pauzeren. De Voorzitter schorst, om 21.00 uur, de vergadering voor de eerste pauze. De Voorzitter heropent, om 21 .25 uur, de vergadering. De heer Buising: Ik wil beginnen met een reactie op de eerste motie die door Axies is ingediend. Onze fractie is tegen deze motie, omdat wij het niet eens zijn met hetgeen door Axies is gesteld. Axies zegt n.l. dat het Verkeersstructuurplan van DHV in zijn algemeenheid geen goed stuk zou zijn. Wij vinden het wel een goed plan, hoewel ik er weieens kritiek op heb uitgeoefend. Een aantal za ken is inderdaad niet voldoende uitgewerkt, zoals b.v. het parkeren en de oplossingen voor fietsers en voetgangers; deze dingen heb ik in mijn eerste instantie ook al genoemd. Omdat wij echter van mening zijn dat deze punten in de loop van de behandeling van het plan weer afzonderlijk terugko men, hebben wij niet zoveel behoefte aan de motie van Axies. Wij hebben eveneens geen behoefte aan de tweede motie van Axies over de aanleg van de noord tangent. In onze eerste instantie hebben wij duidelijk ons standpunt in deze uiteengezet en daarom hoef ik die argumenten nu niet te herhalen. Ik ga nu nog even in op hetgeen de wethouder er over heeft gezegd. Ik heb hem horen zeggen 11 dat hij de fasering van de noord- en westtangent het liefst op een gelijk niveau in het schema zou willen hebben. (De heer Rijpma (weth.): Alleen het gedeelte tussen de Troelstraweg met de bedoeling om het Europaplein te ontlasten en te zorgen dat het Westeinde een rustige verbinding met de stad krijgt.) In dit verband herinner ik nog even aan hetgeen ik in eerste instantie heb gezegd, n.l. dat wij de hoop koesteren dat de westtangent en de zuidtangent samen zo veel van het te verwachten verkeer kunnen opvangen dat daardoor de aanleg van de noordtangent een geringere urgentie kan krijgen. Dit is ook de strekking geweest van de motie die ik zonet heb ingediend en vormt ook de reden dat ik de motie wil handhaven. De hear Jansma: It wie üs fraksje ek net alhiel düdlik hwat de P.v.d.A. mei har moasje bidoelde, mar ik moat nou bigripe dat it diel fan de noardtangint to'n easten fan de Troelstrawei yn prinsipe wol barre moat. Dat hat natuerlik konsekwinsjes foar de rest en der woe ik noch wol graech hwat mear fan hearre. (De heer Buising: Ik wil nog wel herhalen wat ik er in mijn eerste instantie over heb gezegd. Wij zijn b.v. van mening dat het faseringsschema in fig. 4.12. in zoverre dient te wor den gewijzigd dat de aanleg van de westtangent voor die van de noordtangenf komt; de nummers 15 en 16 moeten dus worden omgewisseld. Met de argumenten uit de stukken om de volledige aanleg van de noordtangent planologisch open te houden, zijn wij het dus als zodanig eens.) De heer De Beer: Wat betreft de motie van de P.v.d.A. vinden wij het een beetje onlogisch om eerst de verbinding van rijksweg 9 naar de ringweg ten zuiden van de Frieslandhal aan te leggen Wat gebeurt er dan immers? Het verkeer, komend uit de richting Marssum en gaande in de richting Stiens en Groningen, heeft dan de keus deze verbinding te nemen en zit dientengevolge op de ring weg. De druk op de Valeriusstraat wordt o.i. zo veel te groot. Wij blijven dus bij de aanleg van de noordtangent plus de verbinding van rijksweg 9 naar de ringweg ten zuiden van de Frieslandhal. Dan nog iets over de moties van Axies. Wij z'jn tegen de eerste motie want wij vinden dat wij het palternatieve plan niet als basis kunnen gebruiken voor het Verkeersstructuurplan. Wij vinden de deskundigheid van de medewerkers van het bureau Dwars, Heederik en Verhey voldoende en wij gaan dus varen op de koers die wij de afgelopen tijd hebben genomen. Wat de tweede motie van Axies betreft wil ik opmerken dat wij onoverkomelijke moeilijkheden zien bij de afwikkeling van het verkeer op de Prof. Gerbrandyweg. Ik hoef alleen maar te denken aan ge luids- en stankoverlast en bovendien aan de afstand tot de flats. Wij handhaven dus ons reeds eerder genoemde standpunt. De heer P.D. van der Wal: Ik had gedacht om een heel groot deel van mijn verhaal in een rapport te kunnen zetten en dit vervolgens kort weer te kunnen geven, maar dan blijkt dat m.n. de heer Mie- dema helemaal niet kan lezen of luisteren. Ten eerste zegt hij dat wij gesteld zouden hebben dat Leeuwarden een befietsbare stad is. Dat hebben onze deskundigen in de tweede zin van hun rapport gezegd: Leeuwarden is bij uitstek voor het lokaal verkeer een te befietsen stad. Hel lokale particu liere autoveikeer dient beperkt te worden. Welnu, met die stelling van DHV zijn wij het alleen maar eens. Het is natuurlijk duidelijk dat niet alle mensen uit de omstreken van Leeuwarden met het open baar vervoer of per fiets naar de stad komen. Als u kaart 3 en kaart 4 van het palternatief plan ziet, merkt u dat er ook bereikbaarheidsroutes tot de binnenstad zijn aangewezen die allemaal consequent eindigen in ruime parkeergelegenheid buiten de binnenstad. Helaas heeft de gemeenteraad reeds be slist om op het Wilhelminaplein, het Oldehoofsterkerkhof en het Hoeksterend parkeergelegenheden aan te leggen. Om het realiteitsgehalte te verhogen, hebben wij die besluiten van de raad meege nomen, ook om hiermee aan te geven dat dit nog niet eens het principe van onze keuzes aantast De binnenstad blijft ook voor het autoverkeer bereikbaar, alleen, in mindere mate; het is n.l. minder aantrekkelijk. Een automobilist die van het zuiden komt en naar een bestemming in het noorden van de binnenstad moet, is in ons plan gedwongen - dit in tegenstelling tot het plan van Dwars, Heede rik en Verhey - om die bestemming via de ringweg te bereiken. In het plan van DHV rijdt de auto mobilist vanuit het zuiden via de Oostergoweg, de basisweg - zo heet het dan wel niet, maar het blijft een basisweg - en de Prins Hendrikstraat naar het Wilhelminaplein of via de Prins Hendrikstraat naar de Vrouwenpocrtsbrug of de Westersingel. Deze routes zijn dan namelijk de kortste, maar in ons plan zijn die routes zo onaantrekkelijk geworden en aan de andere kant zo aantrekkelijk gemaakt voor kruisend fietsverkeer dat wij daar, gelet op de doelstelling, een veel grotere beperxing van het autoverkeer verwachten. Hoe dichter het autoverkeer bij de binnenstad zit, hoe minder voorrang hei krijgt en hoe meer voorrang het langzaam verkeer krijgt. Dit is een aangepast radiaalsysteem met daarin opgenomen de keuzemogelijkheden, de bajonetten; in het plan van zes jaar geleden waren die bajonetaansluitingen overigens ook al opgenomen. Het bureau Dwars, Heederik en Verhey heeft die later overgenomen en dat is natuurlijk leuk. Ik kan mij nog wel herinneren dat ik eens een bojo-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 6