14 "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 29 mei 1978, ter behandeling van het Verkeersstructuur- en Uitwerkingsplan, besluit het punt lc onder II van het ontwerp-raadsbesluit behorende bij bijlage 189 als volgt te wijzigen: "Het deel van de zuidtangent, gelegen tussen de Overijsselsestraatweg en het Drachtsterplein dient te worden aangelegd in directe aansluiting op de aanleg van het westelijk deel van de zuidtangent"." De motie is mede-ondertekend door de heer De Pree. Dan de Oostergoweg waarover ik in principe kort kan zijn. Deze weg is voor onze fractie n.l. een uitgemaakte zaak. Dat is tijdens de behandeling van het plan Huizum-Bornia ook zo namens onze fractie gesteld. Er valt evenwel nog een aantal opmerkingen te maken. De eerste betreft de nieuwe lokatie van de stadsuitbreiding na Camminghaburen. Het enige dat donrover bekend is, is dat die ten zuiden van de stad gevonden zou moeten worden, maar waar precies is niet bekend. Bovendien is de raad tot dusverre nog niet in de gelegenheid gesteld om zich uit te spreken over de meest wen selijke lokatie voor de nieuwe stadsuitbreiding. Onze fractie betreurt dit, te meer daar het over de vormgeving van de Oostergoweg zo moeilijk spreken is, als niet bekend is hoeveel verkeer uit die nieuwe lokatie op deze weg verwacht kan worden. Toch vinden wij dat hier in wezen wel van een andere situatie sprake is dan bijvoorbeeld bij de aansluiting Camminghaburen-stadscentrumomdat deze nieuwe zuidelijke lokatie in elk geval over drie aansluitmogelijkheden met het centrum komt te beschikken. Vandaar dat wij ook nu nog staan voor hetgeen collega Geerts tijdens de behandeling van het plan Huizum-Bornia heeft gezegd, n.l. dat de Oostergoweg een tweestrooks weg dient te zijn. Wanneer de aansluiting van de Oostergoweg op de basisweg een gelijkvloerse constructie zou zijn, dan zou er een min of meer natuurlijke drempel in de basisweg vervallen. Deze basisweg zou dan een duidelijke doorstroomfunctie krijgen met alle nadelen, ik mag wel zeggen met alle ellende, van dien; onze fractie heeft zich daar altijd tegen verklaard. Ook zou een ahob op deze plaats lei den tot capaciteitsverlies en daardoor tot verplaatsing van de verkeersdruk naar de Willem Lode- wijkstraat. Onze fractie is dus voor de bouw van een tunnel aan het eind van de Oostergoweg, om dat dan de drempel in de basisweg het best tot zijn recht kan komen. Wij zijn bovendien voorstanders van gelijkvloerse kruisingen in de Schrans en bij Achter de Hoven. Voor wat Achter de Hoven betreft is dan de ontsluiting van de wijk d.m.v. het openbaar vervoer ver zekerd, hetgeen bij tunnelaanleg niet meer mogelijk zou zijn. Bij de Schrans verschaft een gelijk vloerse kruising de mogelijkheid om deze straat voor het openbaar vervoer beschikbaar te houden; cck dit zou b'j tunnelbouw vervallen, waardoor het openbaar vervoer gedwongen zou worden van de Oostergoweg gebruik te maken. Deze weg zou ^o weer zwaarder worden belast, te meer omdat in het geval van een funnel in de Schrans het autoverkeer uit Huizum-west van de Borniastraat ge bruik zou moeten maken. Het maken van tunnels in de Schrans en bij Achter de Hoven zal naar de mening van onze fractie èn technisch èn stedebouwkundig gezien op grotere bezwaren stuiten dan bij de Oostergoweg in verband met de beschikbare ruimte voor de te maken oproten. Voor de Schrans wordt immers doortrekking tot aan de Gymnasiumstraat noodzakelijk geacht. Ook kan worden opge- merki dat een tunnel in de Oostergoweg die naar de mening van onze fractie dus ook tweestrooks zul moeten zijn gemakkelijker kan worden gerealiseerd, omdat daar de verhoging van de spoorlijn het eenvoudigst is. Daarom zou ik nu een motie willen indienen van de volgende inhoud: "De raad der gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 29 mei 1978, besluit: 1 het punt b onder IV van het ontwerp-raadsbesluit behorende bij bijlage 189, betreffende de vast stelling van hut Verkeersstructuur- en Uitwerkingsplan, te schrappen; 2. het punt V in het ontwerp-besluit zoals bovengenoemd aan te vullen als volgt: "Met dien verstande dat zowel de Oostergoweg als de tunnel tweestrooks dienen te worden uitgevoerd"." De motie is mede-ondertekend door de heer De Pree. Ik zou niet willen eindigen zonder de erkenning dat aan deze opzet wel enkele bezwaren kle ven. Bij tunnelbouw in de Schrans en bij Achter de Hoven zou het langzaam verkeer meer prioriteit krijgen dan in de opzet waar onze fractie nu voor pleit. Er zou vermoedelijk ook minder ruimte mee zijn gemoeid. Wij zijn bereid om deze bezwaren min of meer als principieel te erkennen, maar ook hier staan wij weer voor de keus: waf is mogelijk en wat is wenselijk. De heer Heere: Met betrekking tot de zuidtangent hebben op de hoorzittingen en bij de bezwaar schriften twee aspecten een belangrijke rol gespeeld. Ten eerste de vrees voor het ontstaan van een sluiproute door Goutum en in de tweede plaats een grote toename van zwaar vrachtverkeer o.a. op de Aldlansdyk, indien de zuidtangent niet zou worden doorgetrokken tot aan het Drachtsterplein. De reactienota en de raadsbrief voegen er nog de volgende twee punten aan toe: Ten derde, de keu ze van een nieuwe bouwlokatie ten zuiden van het Van Harinxmakanaal en ten vierde, de samenhang van de zuidtangent met de besluitvorming rond de noordtangent. Als viifde punt wil ik er zelf nog 15 aan toevoegen dat t.a.v. het vrachtverkeer nog gewezen kan worden op het probleem dat het vervoer van gevaarlijke stoffen door die stadsbebouwing op zal kunnen leveren. Over de genoemde punten wil ik dan het volgende opmerken. De raadsbrief zegt dat sluipverkeer door Goutum van geringe omvang blijkt te zijn. Naar mijn mening gaan vraag en antwoord hier langs elkaar heen. Enerzijds is er vrees voor toenemend sluipverkeer later en anderzijds wordt vanuit de be staande situatie gereageerd. De reactienota komt met argumenten van de verdubbeling van de Van Harinxmabrug in aansluiting op het Oostergoplein en noemt ook het wegvak Werpsterhoek-Hemriks- ein. Wat betreft de verkeersdruk op de Aldlansdyk geeft fig. 4.3., variant 1 een inderdaad niet overdreven grote verkeersstroom te zien, zodat dit wel goed lijkt te zitten. Dan is er echter nog geen oplossing voor het door mij genoemde aspect van de gevaarlijke stoffen. Een speciale rouwring zou hier wellicht verbetering in kunnen brengen, maar dan moeten er wel wegen buiten de stad om kun nen worden aangewezen. Op kaart 4.3. valt overigens een niet geringe verkeersstroom te bespeuren via Goutum. Hoe zit dit nu, vraag je je dan af. Het antwoord is van veel belang voor onze afweging op dit punt. Tenslotte de samenhang met de noordtargent. Ik moet aannemen dat hier gedoeld wordt op de mogelijkheid van een toenemende noodzaak van realisering van de gehele zuidtangent, indien zou worden besloten dat de noordtangent er niet of later moet komen. Nu de raad inmiddels heeft beslo ten om de noordtangent te zijner tijd wel aan te leggen, maar pas in een latere fase dan aanvanke lijk bedoeld, rijst de vraag of er toch niet meer reden is dan voorheen om die gehele zuidtangent toch maar aan te leggen. De conclusie die mijn fractie had getrokken voor het besluit van zoeven gevallen was tendeerde in de richting van het raadsvoorstel. Inmiddels hebben wij, gelet op de be sluiten die zopas zijn genomen, die mening in deze zin herzien dat ook wij de mening zijn toege daan dat het oostelijk deel van de zuidtangent er wel moet komen. Ik had er zelfs al een voorstel voor klaar liggen, maar dat voorstel luidde vrijwel gelijk als dat van de heer Buising en ik volsta dus nu maar met een adhesiebetuiging aan zijn voorstel. Het tweede onderdeel van dit agendapunt heeft betrekking op de Oostergoweg. Ik ga er, even als het college, van uit dat die weg er moet komen, alle in het geding zijnde belangen afwegende. Mijn fractie kan zich er mee verenigen dat de oplossing van tekening 34.66.25 voor een ongelijk vloerse kruising in de vorm van een tunnel onder de spoorweg wordt gebruikt bij de nadere uitwer king. Wij nemen daarbij aan dat de kruisingen in de Schrans en bij Achter de Hoven weer op niveau zullen zijn, m.a.w. dat een geringe verhoging van de spoorlijn ter plekke van de tunnel op beide eerdergenoemde punte" geheel is weggewerkt. Met de breedte van de rijweg in de tunnel, twee rijstro ken, kunnen wij ons ook verenigen. Het voorstel ter zake van het profiel van de Oostergoweg heeft eveneens onze instemming met dien verstande dat wij met nut en wenselijkheid van een eventuele verbreding van de gehele weg in de toekomst niet akkoord kunnen gaan. Vandaar dat ik voorstel om het punt IV onder d aan te vullen met de zinsnede: "vanaf de aansluiting met her Oostergoplein tot aan de kruising met de Borniastraat." Een daartoe strekkend voorstel dat mede-ondertekend is door mijn fractiegenoot, de heer Miedema, dien ik hierbij in. Mievrouw Van Dijk—van Terwisga: Betreffende de doortrekking van de zuidtangent ten oosten van rijksweg 32 waren wij eerst van mening dat deze doortrekking voorlopig niet in het plcn zou moeten worden opgenomen. Wij verwachtten n.l. dat het thans geringe sluipverkeer door Goutum zou afnemen door de aanleg van de weg Werpsterhoek-HemrikseinWel hadden wij gedacht dat na een mogelijke realisering van een nieuwe Irouwlokatie dit stuk weg misschien nodig zou blijken te zijn, wij waren daar echter nog niet zo zeker van. Niettemin zouden wij kunnen instemmen met reservering van de ruimte die voor dit stuk weg benodigd zou zijn. Wij moeten ons verhaal echter aanpassen, nu door de lagere plaatsing van de noordtangent op de lijst van prioriteiten een andere situatie is ontstaan. Mijn fractie meent dan ook zich wel te kunnen aansluiten bij de ideeën die de P.v.d.A. en het C.D.A. naar voren hebben gebracht. Daarnaast vinden wij het wel urgent dat de ontsluiting van het we-telijk industrieterrein vanaf de zuidtangent vrij spoedig wordt verwezenlijkt en wel zodra dit maar moge lijk is. Dit ter voorkoming van het sterke verkeer van vrachtauto's vla de Nijlansdyk. Betreffende de Oostergoweg kunnen wij akkoord gaan met de gekozen oplossing zoals die in te kening 34.66.25 is aangegeven. Wij zijn tot deze mening gekomen na het bekijken van de door de werkgroep aangegeven mogelijkheden van kruising van ae Oostergoweg met de spoorlijn naar Gro ningen en de aansluiting op de doorgetrokken Willem Lodewijkstraaï. Hierdoor blijft n.l. de moge lijkheid van spoorwegovergangen voor langzaam verkeer en voor wijkverkecr bij Schrans en Achter de Hoven gehandhaafd; wij vinden dit zeer belangrijk. Ook wij menen dat men, als men daar tun nels zou moeten aanleggen omdat men de Oostergoweg op een andere wijze zou aansluiten, beperkt zou zijn tot fietsverkeer en dat achten wij niet gewenst. Wij vinden het een goede zaak dat er een

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 8