18 motie berust op een verschil in taxatie van de toekomstige behoefte aan met name kleinschalige kan toorbebouwing. Alle drie realiseren wij ons heel sterk dat bij het aannemen van deze motie het pro bleem dat vanavond speelt onherroepelijk bij andere wijken terug zal komen, wanneer in de nabije toekomst blijkt dat de behoefte aan kantoren groot is. Wij zitten dan weer in de moeilijkheden, in dien het zo zal lopen. Toch zullen wij drieën voor de motie stemmen. Ik hecht er echter wel aan om te zeggen dat wij dit doen vooral op grond van de argumentatie zoals die door de heer Geerts is ge leverd. Om duidelijk te zijn, ik wil daarmee zeggen dat wij verschillende elementen in het betoog van de heer Van der Wal niet voor onze rekening nemen. De heer Eijgelaar (weth.): Zou de heer De Pree dan ook een alternatief aan kunnen geven waar eventueel de volgende locatie voor kantorenbouw zou moeten zijn? Dan kan de betreffende wijk daar nu alvast rekening mee gaan houden. De motie van de heren Geerts en Van der Wal wordt bij handopsteken aangenomen met 20 tegen 16 stemmen. De Voorzitter: Bij de beantwoording van de brief zal met de aangenomen motie rekening worden gehouden. Wij springen wel wat raar met de volgorde van de agenda om, maar ik stel voor om eerst punt 10 verder af te werken. Punt 10 (vervolg). De heer Van der Wal: De zuidtangent, zoals die nu wordt voorgesteld, is een uitvloeisel van het verkeers- en vervoersplan dat destijds in de raad is vastgesteld. Wij hebben ons toen sterk gemaakt voor een andere oplossing, namelijk die naar WerpsterhoekIn de raadsbrief wordt hier nog even op ingegaan. Helaas is deze oplossing niet door de meerderheid van de raad overgenomen. Een en ander maakt wel dat wij niet zo erg enthousiast kunnen zijn over het tracé van deze weg. Wij zijn het ove rigens wel eens met de suggestie vanuit de Commissie Openbare Werken om de weg 40 meter naar het zuiden te verplaatsen om de geluidshinder te beperken; deze suggestie is in het voorstel overgenomen. Dan de brug ter ontsluiting van het industrieterrein. Wij vinden het nog steeds jammer dat er nu gekozen wordt voor de zogenaamde westelijke aansluiting. Daarvoor kunnen wij een gedeelte van de argumenten die de heer Ten Hoeve naar voren heeft gebracht overnemen. Naar mijn mening was het handiger geweest in verband met de mogelijkheden voor de toekomst om de brug in het verlengde van de Zwettestraat te leggen. Men zou dan later via het tunneltje waarvan de doorrijhoogte toch al wordt verhoogd een aansluiting kunnen krijgen op het nieuwe tracé van de weg vanaf Harlingen die uitkomt bij de Hermesbrug. Men zou dan later tegelijk een ontsluiting en een ontlasting van een ge deelte van de rondweg kunnen creëren. Dit wordt met deze oplossing nogal bemoeilijkt. Bovendien bestaat hierbij het grote gevaar dat men via de westelijke aansluiting linea recta op het Stations plein terechtkomt; de heer Ten Hoeve heeft dit ook al genoemd. Aan de westelijke ontsluiting is bo vendien het nadeel verbonden dat er weer een grote weg dwars door het landschap moet. Bij de brug in het verlengde van de Zwettestraat en trouwens ook bij de oostelijke aansluiting wordt het landschap ongemoeid gelaten. Wij pleiten dus voor een oplossing in het verlengde van de Zwettestraat. Dan het punt van het sluipverkeer via Goutum, dat vrijwel onvermijdelijk zal optreden. In de Commissie Ruimtelijke Ordening heb ik al de volgende suggestie gedaan. Als men in die buurt de aan sluiting van die weg wil realiseren en een tweede brug over het Van Harinxmakanaal moet maken, waarom gaat men dan niet al in de eerste fase met de zuidtangent onder de oprit van de Van Harinxma- brug door om met een draai precies aan de andere kant van de kruising uit te komen. Daarmee kan men het verkeerstechnisch onmogelijk maken dat het verkeer 180 graden draait in de richting van Gou tum. Dat kan men zelfs met verkeersmaatregelen ongedaan maken. Dit is echter heel moeilijk of zelfs onmogelijk te realiseren bij de nu voorgestelde gelijkvloerse kruising. Een ander voordeel is dan nog dat men de twee bruggen over het Van Harinxmakanaal maar hoeft op te graven wanneer men de tweede fase van de zuidtangent wil aanleggen. Bovendien heeft dit nog het voordeel dat men ook de fietsrou tes ongelijkvloers kan meenemen. Men krijgt dan kruisingsvrije fietsroutes richting binnenstad. Het gaat hier om een voorbereidingskrediet van een miljoen. Ik wil daarom voorstellen om deze oplossing in ieder geval nog eens bij dit voorbereidingskrediet te bekijken. Er zitten nogal wat voordelen aan, lijkt mij. Nogmaals, het is wel een weg waarover wij nauwelijks enthousiast kunnen zijn, maar het is een uitvloeisel van het reeds vastgestelde verkeers- en vervoersplan. 19 De heer Pruiksma heeft inmiddels de vergadering verlaten. Mevrouw De Jong: Ik geloof zeker dat de zuidtangent een zekere hoeveelheid verkeer weg zal nemen en ik kan dus volledig met dit voorstel instemmen. Ik onderken ook de moeilijkheden met be trekking tot Goutum. Ik voel ook wel iets voor de aansluiting die de heer Bijkersma heeft genoemd, namelijk om de tangent nog wat zuidelijker te leggen. Wellicht kan men hierdoor het sluipverkeer ondervangen. Ik heb geen moeite met de westelijke aansluiting. De heer Rijpma (weth.): Er zijn vrij veel concrete vragen gesteld en ik zal proberen om die zo concreet mogelijk te beantwoorden. Het eerste punt is de westelijke ontsluiting. Men stemt daar mee in, zij het dat de heer Ten Hoeve daar nog een opmerking over heeft gemaakt. Ik dacht niet dat de suggestie van de heer Ten Hoeve zo aanbevelenswaardig was, omdat daarmee weliswaar de weg iets minder ver door het land loopt maar als de weg langs het kanaal loopt zullen èn de helling èn de bocht een bezwaar vormen voor het zware vrachtverkeer. Wanneer dit weer niet het geval is, dan wordt de straal van de bocht zo groot dat die toch weer midden in het landschap terecht komt. De minst kwetsbare oplossing is die welke op de te kening is aangegeven. De heer Van der Wal wil de ontsluiting het liefst in het verlengde van de Zwettestraat hebben liggen. Dat zou ik ook wel willen evenals onze dienst, maar Provinciale Waterstaat heeft keihard gezegd: En dat gebeurt niet. Men zegt dat het leggen van nog een brug tussen de twee spoorbruggen het scheepvaartverkeer bemoeilijkt en zelfs gevaarlijk maakt. Men heeft keihard gezegd dat wij daar geen toestemming voor krijgen. Dan moet je van twee kwaden de minste kiezen en naar ons oordeel is de westelijke aansluiting dan de beste oplossing. Het verkeer krijgt daardoor de mogelijkheid om rechtdoor te gaan, de Marshallweg af. In het raadsvoorstel is dit aangeduid. Ik moet daar wel bij zeg gen dat Leeuwarden daardoor niet meer verkeer krijgt te verwerken. De totale hoeveelheid verkeer blijft gelijk, alleen, het verdeelt zich waarschijnlijk iets anders over de toegangswegen. Verder wordt op het ogenblik conform de motie, die naar ik meen door de heer Ten Hoeve is ingediend, gewerkt aan een oplossing voor het Zuiderplein en voor het Stationskwartier. Wanneer die oplossing aan de raad wordt voorgelegd, zal het duidelijk zijn dat er geen enkele aantrekkingskracht in zit om deze weg als doorgaande route te gebruiken. Ik dacht niet dat wij er bezwaar tegen hadden dat men van het westen uit direct naar zijn kantoorbestemmïng aan de Tesselschadestraat of naar andere bestem mingen die aan de rondweg liggen zal gaan. Het gevaar van deze weg, namelijk dat het verkeer recht op de binnenstad af rijdt, hangt af van de oplossingen die wij kiezen voor het Zuiderplein en voor het Stationskwartier. Die zien er duidelijk niet appetijtelijk uit. Er zullen straks wel bezwaren vanuit de raad komen waaruit blijkt dat de ingreep te rigoureus wordt gevonden. Dan is er een vraag gesteld over de Oostergoweg en het Oostergoplein. Ik ben van mening dat de Oostergoweg, de brug over het Van Harinxmakanaal en het Oostergoplein gelijktijdig moeten wor den bekeken. Men kan immers het verkeer niet, zoals nu wel het geval is, tegen het Oostergoplein aan laten lopen. Dat zou een zeer ongewenste toestand worden. Het gaat er nu even om wie een en ander uitwerkt. Onze dienst is bezig met het uitwerken van het plan voor de Oostergoweg, ik durf dat echter niet helemaal zeker te zeggen. In ieder geval is het zo dat het kruispunt Oostergoweg on der volle verantwoordelijkheid van de Dienst Stadsontwikkeling zal moeten worden ontwikkeld en dat de oplossing op de Van Harinxmabrug onder heel sterke invloed van provincie en rijk zal geschieden. Vandaar dat wij dit niet hebben gekoppeld aan de opdracht voor DHV voor dit gedeelte, maar er mag geen tijdsverschuiving komen op een zodanige wijze dat door de planvoorbereiding het Oostergoplein verder weggeschoven wordt dan noodzakelijk is. Men moet zich echter goed realiseren dat in feite de hele zuidtangent in één keer zou moeten worden aangelegd. In feite zou daar de Van Harinxmabrug op moeten aansluiten. Het Oostergoplein en de Oostergoweg zouden in feite in één oplossing moeten worden gevat. Welk stukje men ook laat liggen, het wordt het volgende knelpunt. Ik geloof niet dat de 40 miljoen die wij hier gaan uitgeven zonder meer gevolgd kunnen worden door de volgende 40 miljoen. Er zal wel enige spanning tussen de diverse onderdelen van de wegtracé's blijven bestaan. Maar goed, zonder spanning zou deze raad ook niet kunnen bestaan. De heer Ten Hoeve heeft voor de beplanting gewaarschuwd. In ander verband heb ik met land schapsdeskundigen aan de tafel gezeten. Zij hebben precies het tegenovergestelde beweerd van het geen de heer Ten Hoeve heeft gezegd. Ik weet het nu niet meer. Zij hebben in hoge mate gepleit voor een forse boombeplanting aan de zuidkant van Leeuwarden. (De heer Ten Hoeve: Zeker populie ren.) Het open karakter van het Zwettegebied onderkenden zij wel, maar zij vonden dat dit gebied een duidelijke afzetting moest hebben; niet met flats, maar met een goede en hoge beplanting. Ik heb hen dit uit het hoofd proberen te praten. Dat is gedeeltelijk ook gelukt. Misschien komen wij

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 10