24
De heer Van der Wal: Mijn fractie is verheugd dat een van de meest ingewikkelde gedeelten van
Blok Rood nu in de raad kan worden behandeld. In grote lijnen gaan wij ook akkoord met het plan
zoals dat nu aan b. en w. wordt voorgesteld. Met name bij de punten 1 en 2 heeft het college de sugges
ties van de Commissie Ruimtelijke Ordening overgenomen; wij gaan daarmee akkoord. Met betrekking
tot punt 2 het volgende. De parkeerterreinen die op de HoekstersingeI tegen de gevelwand - zeg maar
voor het huis van Hollander - gepland zijn, komen toch op de tocht te staan nu er een nieuwe ver-
keersoplossing zal worden gemaakt. Ik neem aan dat dan ook nader bekeken zal worden waar elders
in de wijk deze parkeerterreinen kunnen worden geplaatst. Mijn voorkeur gaat in ieder geval niet
uit naar een plaats die ongeveer dezelfde is als waar de parkeerplaatsen nu gepland zijn. Voorkomen
moet inderdaad worden dat er een sluiproute door Oldegalileën ontstaat. Ik heb zelf in de vergade
ring van de commissie daarvoor éénrichtingsverkeer voorgesteld, maar misschien zijn er wel andere
mogelijkheden om sluipverkeer te voorkomen.
Onder punt 5 ben ik het met het college eens dat een groeiend aantal huishoudens gerekend moet
worden tot de categorie een- en tweepersoonshuishoudens. Ik ben het ook met het standpunt van het
college eens dat voor deze woonvorm in Blok Rood ruimte zou kunnen worden geschapen.
Ik sluit mij aan bij de opmerking van mevrouw Brandenburg over het al of niet afsluiten van de
Willem Sprengerstraat. Wij zijn voor een afsluiting van de Willem Sprengerstraat. Het is altijd de be
doeling geweest om de wijk verkeersluw te maken. Als men dit niet doet, zoals de vertegenwoordiger
van de middenstand heeft voorgesteld, dan komt van het verkeersluw maken niets terecht. Dan wordt
een van de belangrijkste doelstellingen van de nota over Oldegalileën, die wij destijds in de raad
hebben behandeld, ontkracht. Ik sluit mij ook aan bij de opmerking van mevrouw Brandenburg over
de cijfers en zogenaamde bewijzen die de vertegenwoordiger van de middenstandsorganisatie in de
Commissie Ruimtelijke Ordening heeft gegeven. Dit in verband met de stelling dat de klantenkring
voor 70% uit alleen automobilisten zou bestaan, wat natuurlijk helemaal niet het geval is.
Dan de financiering van de stadsvernieuwing. Als het tekort structureel blijkt te zijn, dan kun
je eigenlijk drie dingen doen: of het tempo aanpassen door de stadsvernieuwing niet in 15 jaar maar
in 20 jaar te laten plaatsvinden, of er meer geld tegenaan gooien en wel het tempo handhaven, of
beide mogelijkheden niet toepassen door de stadsvernieuwing niet meer als prioriteit te zien. Dat
laatste heeft natuurlijk onze instemming niet. Ik sluit mij in dit verband aan bij de vragen die me
vrouw Brandenburg namens haar fractie heeft gesteld. Zij vroeg of er op korte termijn meer informatie
over de overschrijdingen van de aanvankelijke begrotingen beschikbaar komt. Dit zou dan inderdaad
liefst voor de begrotingsbehandeling beschikbaar moeten zijn. Dan immers stellen wij het beleid voor
de middellange termijn vast.
Mevrouw De Jong: Ik ga ook akkoord met het voorstel. Ik ben erg blij dat de drie panden aan de
Groningerstraatweg niet behoeven te worden afgebroken en dat de HoekstersingeI open kan blijven
voor zowel inkomend als uitgaand verkeer. De projectgroep heeft de sympathieke mogelijkheid naar
voren geschoven om in een deel van Blok Rood voor een- en tweepersoonshuishoudens te bouwen. Ik
ben er verheugd over dat het college dit ondersteunt. Verder wil ik mij aansluiten bij de vragen van
de heer De Beer, namelijk hoe het college de moeilijkheden straks denkt op te lossen voor de bewo
ners die door afbraak hun huizen moeten verlaten.
De heer Rijpma (weth.): De financiële perikelen vormen een zeer belangrijk punt. Ik weet niet
of het ons lukt om een goed inzicht te geven in de financiële problematiek van de volgende vernieu-
wingsgebieden. Ik dacht wel dat wij in staat zullen zijn om bij een aantal gebieden waarvoor de struc
turen al vrijwel vastliggen wat analytisch in het cijfermateriaal te duiken. Wij hebben de plannen voor
Oldegalileën op een bepaalde manier doorgerekend. Het gedeelte van Huizum-Bornia, dat buiten
het nieuwbouwgebied valt, moet ook kunnen worden doorgerekend. Evenzo de Vegelinwijk, het Mo
lenpad en het Cambuursterpad. Wij zijn met deze gebieden zo ver dat men op basis van hetgeen nu
op papier staat wel dieper in de problematiek kan duiken. Als voor een aantal plannen blijkt dat dat
gene wat in eerste instantie is geschat bij lange na niet juist is, dan hebben wij in ieder geval een
aanwijzing voor de vraag of dit incidenteel of structureel is. Ik zal proberen om met deskundigen na
te gaan welke plannen zich hiervoor lenen. Na het vaststellen van de gewenste structuur moeten wij
aan de projectgroepen meer richtlijnen meegeven dan wij tot dusver hebben gedaan en ook op basis
van onze ervaring konden doen. In het plan Hollanderwijk staat in de instructie voor de projectgroep
dat de verbeteringsplannen niet meer mogen bedragen dan 2.250,per te rehabiliteren woning. Dat
is de maatstaf die het rijk gebruikt. Ik zou nog weieens wat andere normen willen hebben, want het
betekent natuurlijk dat je wat al te grof bezig bent: de ene straat is breed, de andere straat is smal,
om het maar heel eenvoudig te houden. Misschien kan men de normen beter uitdrukken in andere groot
25
heden, in vierkante meters of in het materiaalgebruik. Dat kan ook gebeuren door een duidelijk voor
schrift te geven dat particuliere terreinen slechts na toestemming van de raad in het plan betrokken
kunnen worden. Daar moeten dan wel duidelijke argumenten voor aangedragen worden. Zo dacht ik dat
het mogelijk moet zijn om de groffe aanduiding van 2.250,per te rehabiliteren woning, die wij er
nu in hebben gestopt, nader te detailleren. Misschien zijn er nog wel een aantal andere grootheden die
wij kunnen hanteren. In ieder geval staat bij elk voorstel dat in de raad wordt gebracht een globale
kostenbegroting. Het zou gewenst kunnen zijn om deze kostenbegroting niet zo globaal te houden maar
veel meer te detailleren, zodat wij bij de uitgangspunten die wij aan de projectgroep meegeven ook het
financiële kader veel beter kunnen aangeven dan wij tot nu toe hebben gedaan. Daarbij blijven echter
wel enige vraagtekens bestaan. Bij een dergelijke berekening gaan wij uit van de volgende redenering:
als wij dit verwerven, krijgen wij 80% en als wij dat verwerven, zoveel procent. Dat zijn dan echter
risico's die je niet op de projectgroep af kunt schuiven, want in de loop der onderhandelingen met het
ministerie blijkt in hoeverre die redenering reëel is of niet. Dat moeten wij dus als een risico voor de
gemeente accepteren, want anders blijven er tijdens de behandeling van het plan zoveel onzekerheden
bestaan, dat ik mij afvraag of dan de discussie tussen projectgroep en contactgroep niet nog moeilijker
wordt dan zij soms al is. Dit moet dus op korte termijn boven water komen. Ik hoop dat wij in ieder ge
val een paar modellen hebben voordat de begrotingsbehandeling aan de orde is. Ik denk niet dat het
zonder meer lukt om dit al bij de afdelingsvergaderingen te doen. De dienst zit onder het werk. Er zal
dus wat verschuiving in de werkzaamheden op moeten treden. Er moet eerst afgewogen worden welke
dingen men moet laten liggen en welke dingen men toch door moet laten gaan.
Er is een opmerking gemaakt over de verkeersafwikkeling. Bij de dienst is al eens indicatief aan
gegeven dat men vanuit Lekkum, Lekkumerend-oost en misschien zelfs wel vanuit Bilgaard een goede
fietsroute zou kunnen maken die Oldegalileën als ader gebruikt. Dit speelt dan ook nog in op de men
sen die daar hun brood verdienen. Zij willen namelijk graag veel publiek in hun winkels krijgen en ik
denk niet dat het hun uitmaakt of dat nu automobilisten zijn of fietsers. Het moet hen echter duidelijk
zijn dat de aansluiting via Oldegalileën naar de binnenstad zich goed leent voor een fietsroute. Hoe
het verkeer vanaf de HoekstersingeI naar dit gebied nog verder moet worden belemmerd, moeten wij in
eerste instantie aan de projectgroep delegeren. De projectgroep zal daarvoor wel de adviezen van de
verkeerstechnische commissie nodig hebben en eventueel via de Verkeerscommissie de beslissing van
b. en w. en, als het misschien al te ingrijpend is, misschien van een nog hogere instantie. Ik verwacht
daaromtrent niet al te veel moeilijkheden, want op elk moment kun je in de Lindebuurt een bord neer
zetten waardoor doorgaand verkeer verboden wordt. Ik dacht niet dat dit het grootste probleem zal op
leveren. Er zal misschien wat geschoven moeten worden met de parkeerplaatsen die verloren gaan, om
dat wij de ontsluiting van de HoekstersingeI wat royaler maken dan in de tekeningen wordt aangegeven.
Dit zijn echter problemen waarvoor men in gezamenlijk overleg met de mensen daar een oplossing zou
moeten kunnen vinden.
Dan de verplaatsing van het Woningbedrijf. Het Woningbedrijf is op het moment bezig om zijn plan
nen hard te maken in een goedgekeurd bestemmingsplan, namelijk het bestemmingsplan Tichelbuurt. In
dit plan is bouw van woningen en van kantoren mogelijk. In dit geval is het dus een geïntegreerd object
waarin het Woningbedrijf meedoet om op zijn behoefte in te spelen. De woningbouwvereniging Beter
Wonen is aansluitend bezig. Het project is op gang gebracht en het Woningbedrijf heeft er alleen maar
belang bij om dat proces zo snel mogelijk te laten verlopen. Men moet zich echter wel realiseren dat
het in ieder geval ver in 1979 wordt alvorens de plannen bestekklaar zijn; daar ga ik althans van uit.
Er moet dan nog gebouwd worden en hoe men het ook wendt of keert, het wordt 1980 voordat er een
adequate oplossing is. Met een klein beetje tegenslag is het ook zomaar 1981 Niet dat ik dat hoop,
maar een en ander loopt over velerlei kanalen en de woningen zullen in een bepaalde prijsklasse moe
ten vallen.
Wat de nieuwbouwwoningen betreft zal men in moeten spelen op de wensen en op de mogelijkhe
den die er zijn. De mensen die in Blok Zwart zijn verhuisd, zijn ook zo goed mogelijk begeleid. Ik ge
loof niet dat wij moeten kijken naar een paar moeilijke gevallen, wij moeten ook eens met enige trots
wijzen op het feit dat het door de medewerking van het Woningbedrijf en van de woningbouwcorpora
ties gelukt is om velen van de mensen die uit hun woning moesten op een gelukkige wijze herhuisves
ting te geven. Ik heb het volste vertrouwen dat dit ook wat Blok Rood betreft kans van slagen heeft.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 9 (bijlage no. 444).
De heer Janssen: In de raadsbrief wordt gesproken over een reconstructieplan voor een aantal stra
ten in Oldegalileën. De riolering wordt vernieuwd, er wordt sierbestrating aangelegd. Toch heeft mijn