4
leg met de commissie kunnen plaatsvinden. Wij willen daarom aan het college vragen of het niet van
mening is dat het zinvol zou zijn deze hele procedure die nu aan de gang is en de kritiek die daarop
is binnengekomen - niet alleen in deze brief maar ook in andere brieven - te bespreken in de eerst
volgende vergadering van de Raadsadviescommissie voor Welzijnsaangelegenheden. Eventuele bijstel
lingen zouden daar nog kunnen plaatsvinden.
De heer Heere: De brief van het Koördinaiorenbeiaad en cok andere hier niet genoemde brieven,
zoals die van het C.O.L., stellen een naar mijn mening fundamentele kwestie aan de orde. Ik bedoel
de kwestie van de werkwijze met behulp waarvan de discussienota procedure voor welzijnsplanning
en de ontwerp-procedureverordening tot stcnd zijn gekomen dan wel tot stand zullen komen. Genoem
de reacties stellen een principieel andere aanpak voor dan het college tot nu toe heeft gevolgd. Ik
heb de indruk dat de wijze waarop het college de raad nu voorstelt verder te gaan in wezen voorbij
gaat aan de duidelijke kritiek die uit het welzijnsveld naar voren wordt gebracht. Ik acht dit onjuist,
als mijn mening in deze zaak juist is. Ik wil het college in eerste instantie vragen om een nadere toe
lichting.
De heer De Pree (weth.): Uit de opmerkingen van de raad en uit de brief die een paar dagen ge
leden van het C.O.L. is ontvangen naar aanleiding van hetgeen in de mededelingen van de kant van
het college wordt gezegd, maak ik op dat men enigszins het gevoel heeft van een onlogische en ook
onjuists gang van zaken van de zijde van het college. Men heeft dit gevoel in die zin dat het, nu er
een concept-nota procedure voor welzijnsplanning het veld is ingestuurd en daarop kritische reacties
zijn ontvangen, lijkt alsof het college zich niet heeft gestoord aan deze kritiek en net doet alsof er
niets aan de hand is. Als volgende stap zou het college een ontwerp-verordening over deze materie
het veld in sturen. Zo is het echter niet Wat is namelijk het geval? Al in de brief die gevoegd was
bij de nota welzijnsprocedure werd gezegd dat een dergelijke concept-verordening ook toegezonden
zou worden. Deze concept-verordening zou dan in de discussie die zou volgen kunnen worden betrok
ken. Met andere woorden, wat nu gebeurt, is dat een toezegging van een paar maanden geleden bij
het verzenden van de procedurenota gestand wordt gedaan. De toezegging was namelijk dat een con
cept-verordening zou volgen. In de brief die aan deze toezending vooraf is gegaan en waarin de ver
ordening werd aangekondigd vindt u dit ook. Een verordening is altijd wat minder abstract dan alleen
maar een procedure, het is een soort vertaling. Nogmaals, zowel de nota als de daarmee samenhan
gende verordening staan ter discussie. Dit kan ook niet anders, want als de nota ter discussie staat,
dan staat uiteraard ook de verordening ter discussie die immers een vertaling is van die nota. Het is
dus niet een kwestie van doordrommen, maar eenvoudig het gestand doen van een eerdere toezegging
in de hoop dat dan ook de verordening in de discussie kan worden betrokken.
Zowel de heer De Beer als mevrouw Van der Werf heeft gezegd dat eerst principe-uitspraken
door de raad moeten worden gedaan. Ik zie niet helemaal in wat voor uitspraken dat dan zouden moe
ten zijn. Een principe-uitspraak zou hooguit kunnen zijn dat er een procedure tot stand komt ten aan
zien van de wijze waarop wij hier in Leeuwarden moeten komen tot een sociaal-cultureel plan enz,
enz. Er is in feite niets anders gebeurd dan dat van de kant van het college gezegd is: Wij denken
erover na en beginnen alvast. Dit heeft het college niet zomaar gezegd. U moet niet vergeten dat er,
welke principe-uitspraken hier ook worden gedaan, een aantal principiële uitgangspunten vastliggen.
Dit vanwege de simpele reden dat die door de rijksoverheid zijn voorgeschreven in de rijksbijdrage
regeling sociaal-cultureel werk. In deze regeling staat het een en ander waaraan de gemeenten moe
ten voldoen bij het tot stand brengen van een plan. Het gaat niet alleen om inhoudelijke zaken - hoe
moet het plan eruit zien - maar ook om de manier waarop het tot stand moet zijn gekomen en om het
feit dat er samenhang en inspraak enz. moet zijn. Wat is er nu gebeurd? Van de kant van de gemeente
is een nota gemaakt waarin aangegeven wordt hoe een en ander zou kunnen, rekening houdend
met o.a. de eisen van rijksov'erheidswege. Eén moet er beginnen. Welnu, wij zijn begonnen en wij
wachten nu de reacties en eventuele alternatieven af. Het zal best beter of anders kunnen, maar dat
komt nog wel. Dat blijkt ook want er zijn reacties gekomen, waaronder een aantal heel belangrijke.
Hetgeen nu zal gebeuren, is dat er overleg met de betrokkenen en zeker met de betrokkenen die ge
reageerd hebben komt. Wij zullen zowel "in het groot" als "in het klein" met hen om de tafel gaan
zitten. Met honderd man tegelijk praat men immers niet altijd even zinvol. Wij kunnen dan bekijken
hoe wij tot een procedure en tot een verordening als vertaling daarvan kunnen komen die juist en
goed en zo democratisch mogelijk is.
Er is ook gezegd dat de raadsadviescommissie pas helemaal aan het eind van de rit erbij wordt
betrokken. Dit staat ook in de brief van het C.O.L. Ik dacht niet dat deze veronderstelling juist was.
Op de convocatie voor de bijeenkomst van de Raadsadviescommissie voor Welzijnsaangelegenheden,
5
die deze week zal plaatsvinden, wordt als een van de punten nu juist deze procedurenota genoemd.
De reacties die nu reeds bij ons zijn binnengekomen horen daar natuurlijk bij als zijnde een eerste
reactie van wat men ervan vindt. Het is dus niet zo dat pas maanden nadat de hele zaak al in kannen
en kruiken is de raadsadviescommissie nog eens even haar licht erover zou mogen laten schijnen. In
tegendeel, deze commissie wordt er deze week al bij betrokken en ik meen dat de commissieleden de
betreffende stukken en de agenda al in huis hebben.
De heer Heere: Ik ben het eens met de wethouder dat het op de agenda van de commissie staat.
Bij mij leeft echter enige zorg ten aanzien van de mogelijkheid dat de betrokkenen die vergade
ring kunnen bijwonen. In de eerste plaats is dit een besloten vergadering en in de tweede plaats heeft
een en ander niet in de publicatie gestaan die onlangs in Aan de Grote Klok is verschenen; ik acht
dit belangrijk in verband met de andere onderwerpen die op de agenda staan. Ik weet niet of hier
nog iets aan gedaan kan worden, maar ik vond het niet publiceren van de agenda een misser. Behalve
dit punt is het een openbare vergadering, waarin wel belangrijke punten aan de orde komen. Die ver
gadering is niet in het door mij bedoelce overzicht opgenomen.
De Voorzitter: Dan is of de vergadering zo laat aangekondigd dat het laatste nummer van Aan
de Grote Klok van hieruit al verstuurd is geweest of er is een fout gemaakt. Ik zeg u toe dat wij er
op toe zullen zien dat niet weer zo'n fout wordt gemaakt.
De heer Heere: In ieder geval heeft iedereen nu kennis kunnen nemen van het feit dat de verga
dering aanstaande donderdag zal plaatsvinden. (De Voorzitter: En ook van het feit dat het een beslo
ten vergadering is, dat moet er wel even bij worden gezegd.) Het is een besloten vergadering wat
dit punt betreft.
Mevrouw Van der Werf: Alvorens ik ermee in kan stemmen om dit punt in de commissievergadering
verder aan de orde te stellen, zou ik nog wel iets willen weten. Indertijd is de bespreking van de
discussienota in de commissievergadering aangekondigd als een soort brainstorming, zonder dat een
dergelijke bespreking enigerlei consequenties zou hebben. Ik zou dan toch wel graag willen weten
wat de waarde van de bespreking hiervan in de commissievergadering is.
De Voorzitter: De consequentie van elke brainstorming is dat men hoopt dat er iets uitkomt.
De heer De Pree (weth.): Het hangt onder meer af van de leden van de commissie - mevrouw
Van der Werf is ook lid van deze commissie - wat de consequenties zullen zijn. Het brainstormen is
bedoeld in de zin van dat de raadsadviescommissie er snel bij moet zijn om ook de eigen gedachten
eens over deze zaak te kunnen laten gaan. Er is toen ook gezegd dat de reacties die op dat moment
al bekend zouden zijn ook bij deze bespreking zouden worden betrokken. Het is een zaak van de
commissie, maar het zou wat prematuur zijn om zich al te gaan vastleggen. Dit te rrieer, omdat een
aantal overlegsituaties met hef veld nog moet plaatsvinden. Aanstaande donderdag zijn de resultaten
hiervan ook nog niet bekend. Het is net zo weinig vrijblijvend als alle vergaderingen van commissies
die het goed doen.
De Voorzitter: Is mevrouw Van der Werf tevreden met dit antwoord van de wethouder?(Mevrouw
Van der Werf: Ja.) Dan wachten wij de verdere gang van zaken af.
Besloten wordt overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Sub J.
De Voorzitter: De laatste zin van het door b. en w. met betrekking tot dit punt voorgestelde onder
gaat een wijziging. De zin moet luiden: "Wij stellen u voor adressant in bovenstaande zin te ant
woorden." De woorden "de brief voor kennisgeving aan te nemen" moet dan worden geschrapt.
Besloten wordt overeenkomstig het gewijzigde voorstel van b. en w.
Sub K.
De brief wordt voor kennisgeving aangenomen.