«£"•7" 7- werden geattendeerd op de aanwezigheid van de kunstijshal in Leiden en de directeur van de Dienst voor Sport en Recreatie en ondergetekende een en ander daar verkenden, bleek dat de.i jsclubbestu- ren in Leeuwarden - in ieder geval de koninklijke vereniging - al ter plekke waren geweest om zich ook te oriënteren. Wat wij in Leiden zagen was een project waarvan wij zeiden dat het op zichzelf een aardig project was. Wij hadden iemand bij ons die nog even de schaatsen heeft ondergebonden en een paar rondjes heeft geschaatst» Van Leiden zijn wij meteen doorgegaan naar Dordrecht om ook de kunstijshal daar te gaan bekijken. Wij vonden dat deze baan toch weer beter was; de baan was ook wat anders van opzet. In Dordrecht zagen wij tientallen jonge mensen op de vrije woensdagmiddag rondcirkelen over de baan. Er was een muziekje bij, kortom, het was knus en gezellig. Ik kom dan meteen bij de mensen die vragen hoe het staat met het lawaai van zo'n baan. Welnu, in Dordrecht was een prettige achtergrondmuziek te horen en van lawaai was op dat moment in ieder geval geen sprake. Wij zijn teruggegaan naar Leeuwarden en wij hebben daar initiatieven ontwikkeld om de Sportraad en de Commissie voor de Dienst voor Sport en Recreatie ook bij dit project te betrekken. De heer Jansma heeft al verteld dat wij op 27 april IIvoor de tweede keer richting Dordrecht zijn gegaan om daar opnieuw de zaak te bekijken. Naderhand zijn er vanuit Leeuwarden ook nog weer deskundigen naar Enschede geweest. Men vond de kunstijsbaan in Enschede nog weer beter dan die in Dordrecht. Wij hebben toen gezegd dat de conceptie zoals Enschede die heeft ons het duidelijkst voor ogen stond. De heer Van der Wal vraagt zich af hoe hij de mededeling omtrent de bereidheid van de heer Menken om dit project hier over te nemen moet uitleggen. De heer Menken had weliswaar belangstel ling voor dit project, maar dan had hij wel degelijk ook het oog op de evenementenhal gericht. Hij heeft duidelijk gesteld dat de exploitatie van de ijsbaan sec voor hem minder interessant was. Met andere woorden, hij zag duidelijk dat dit voor hem geen haalbare kaart zou zijn. Wel heeft de heer Menken toegezegd dat hij bereid was om zijn technische know how hier te leveren. Natuurlijk, hij heeft er ook belang bij dat er in Leeuwarden een "Ton Menken-baan" komt, als ik de species mag noemen, om het daardoor mogelijk te maken dat bij eventuele nationale toernees van gezelschappen en dergelijke een extra plaats kan worden ingepast. Ik denk dan aan ijsrevues en dergelijke. Tegen ons heeft hij gezegd dat hij bereid is om dit in te brengen en met nadruk heeft hij twee keer achter een gezegd dat Leeuwarden alleen in 1979 voor hem "in" is en niet meer in 1980 en niet meer in 1 981 omdat hij dan plannen heeft voor Zwolle en Amstelveen. Wannëer wij dus met de heer Ton Men ken zaken wilden doen en wij zouden deze zaak niet binnen een redelijke termijn gereed hebben, dan betekende dit dat wij, wilden wij de huidige conceprie vasthouden, twee jaar in de tijd zouden moe ten bijrekenen. Ik vrees dat dan van dat uitstel best eens afstel zou kunnen komen. Bovendien is het zo dat wij de realisatie van dit project duidelijk zien in relatie met de evene mentenhal. De heer Bijkersma heeft dit als voorwaarde gesteld. Wij zien een goede combinatiemoge lijkheid van deze beide projecten. Onze bedoeling is niet anders dan dat wij, wanneer uw raad van avond besluit tot de bouw van deze ijshal, met spoed stappen zullen doen om de verdere studie af te maken hoe deze beide projecten met elkaar kunnen worden verbonden, zodat zij functioneel zo mo gelijk een eenheid kunnen gaan vormen. Ik wil graag ingaan op de opmerkingen die de heer Meijerhof heeft gemaakt over de exploitatie- opzet. Het vraagt waarom het college de machines enz. in vijftien jaar afschrijft, terwijl de heer Menken in zijn prognoses is uitgegaan van tien jaar. Wij hebben ons hierover laten voorlichten door een deskundige. Deze heeft gezegd dat de machines die gebruikt worden voor het ijsmaken inderdaad ongeveer tien jaar mee kunnen. In de praktijk is het echter zo dat in zo'n ijshal altijd maar één ma chine functioneert, zodat het erop neer komt dat bij een afschrijving van vijftien jaar iedere machi ne gemiddeld zeveneneenhalf jaar dienst gedaan moet kunnen hebben. De heer Menken schrijft het bouwkundige gedeelte af in 25 jaar, wij zijn in onze exploitatieopzet uitgegaan van 40 jaar. Wij heb ben dit gedaan nadat de commissie, aangevuld met enkele deskundigen, een bezoek had gebracht aan Enschede en op de terugweg deze zaak onder ogen heeft gezien. In de commissie zit behalve een ge meentearchitect ook een particuliere architect en deze beide heren waren het er volledig over eens dat een afschrijvingsperiode van 40 jaar van dit project alleszins gerechtvaardigd was. Zij hadden wat betreft de kwaliteit van de bouw dienaangaande volledig vertrouwen in datgene wat zij die dag met elkaar hadden bezichtigd. De heer Meijerhof komt tot een exploitatieopzet waarbij hij ervan uitgaat dat er niet afgeschreven wordt. Hij zegt dat zijn fractie bereid is om, zo er al - beperkte - tekorten mochten zijn, eventueel de nodige consequenties daaruit te trekken. Wij gaan er voorshands vanuit dat het bezoekersaantal van 1 85.000 dat wij hebben opgegeven geen sluitpost is waar wij naar toe hebben gerekend maar dat dit een vrij reëel uitgangspunt is. Wij hebben ons daarbij in de eerste plaats gebaseerd op ervaringen elders. Leiden en Dordrecht zitten ver boven de normstelling waarvan de heer Menken uitgaat. Enschede heeft in een week of zes al een 100.000 schaatsers binnen zijn deuren ge il had. Een andere zaak is dat twee bestuursleden van Tjallinga nog eens in de cijfers zijn gedoken. Zij zijn uitgegaan van de opbouw van de schatting van het aantal bezoekers zoals de heer Menken die heeft gedaan. Zij hebben deze schatting getransponeerd op Heerenveen en daarbij hebben zij bere kend dat Leeuwarden, wanneer de uitgangspunten van de heer Menken juist zouden zijn en ook zou den gelden voor Heerenveen, op meer dan 300.000 bezoekers per jaar zou kunnen rekenen. Ik ben voorshands van mening dat deze prognose weieens te gunstig gesteld kan zijn. Tussen 300.000 en 1 85.000 zit echter nog wel een heel brede marge. De heer Jansma heeft gevraagd of wij niet een baan moeten hebben met een breedte van minstens acht meter en wat de meerkosten daarvan zouden zijn. Het gaat hierbij om bespiegelingen die wij van daag niet hebben kunnen onderbouwen. Wij hebben wel contact gehad met Leiden en omgeving, maar wij zijn er niet uitgekomen. Vanmorgen is een mededeling gedaan dat bij een wijziging van de breedte van de baan er een ander soort machine zou moeten worden gebruikt, hetgeen een extra investering zou vragen van 650.000,De heer Jansma heeft zopas gezegd dat er voor de aanleg van een bre dere baan wellicht rekening gehouden moest worden met een extra investering van 300.000,Als wij besluiten om de baan in plaats van zeven meter acht meter breed te maken, dan zouden de bouw technische kosten tussen de tweeëneenhalve en drie ton meer gaan bedragen. De mededeling van de heer Beers, een medewerker van de heer Menken, luidt dat voor de machines wellicht zeseneenhalve ton meer zal moeten worden betaald. De heer Meijerhof heeft gezegd dat zijn fractie akkoord gaat met het uitgangspunt dat een zeven meter brede baan op zichzelf een stuk recreatieve genoegdoening kan geven die voor grote groepen uit onze bevolking voldoende is. tk dacht dat het verstandig is dat wij op dit moment niet verder pro beren om in de plannen zoals die ons zijn aangeboden nog wijzigingen aan te brengen. Wij hebben met betrekking tot de brief van het Sportcentrum, waarin wordt gevraagd om een brede baan van twaalf meter, berekend dat wij in dat geval tweeëneenhalf miljoen meerkosten hebben wat betreft de bouw. Van de Friese Sportraad hebben wij een adhesiebetuiging gekregen en wij hebben van de Raad voor Sportaangelegenheden, die vanavond vergaderde, ook het advies gekregen dat men akkoord gaat met het concept Menken - realisatie van een overdekte ijshal met een baan van zeven meter breed -, maar dat men desondanks van mening is dat alsnog alles in het werk gesteld zal moeten worden om een baan van minstens zeven en optimaal twaalf meter te realiseren. Wanneer dit laatste zou betekenen dat de zaak niet doorgaat, dan neemt men toch genoegen met een baan van zeven meter breed. De verschillende sprekers van vanavond komen unaniem tot een positieve opstelling, ofschoon zij genuanceerd zijn in hun opstelling en de een meer bereid is tot het aangaan van extra financiële lasten wanneer dit nodig mocht zijn dan de ander. De heer Bijkersma heeft zijn twijfels geuit over de personele kant van de zaak. Ik moet hem zeggen dat wij helemaal zijn uitgegaan van de werkwijze die de heer Menken in Leiden en in Dordrecht heeft toegepast, waar met een minimum aan personeel de zaak in gang wordt gehouden. Er wordt bijzonder efficiënt gewerkt en er wordt bijzonder efficiënt orde op zaken gesteld. Het komt mij voor dat wat daar kan ook hier moet kunnen. Wij kunnen er daar bij van uitgaan dat wij een koppeling maken met het personeel van de Markt- en Havendienst, zodat wij op deze manier tot een gemakkelijke uitwisseling kunnen komen van personeel. Ik heb al aan het adres van de heer Bijkersma bevestigd dat ook het college deze zaak in duidelijke relatie met het stichten van een evenementenhal ziet. Wij proberen zo gauw mogelijk verder te komen met de tech nische uitwerking van de plannen. De heer Van der Wal heeft geattendeerd op de betekenis voor de recreatieve sportbeoefening en hij sluit zich aan bij de opvattingen van de heer Meijerhof. Volgens hem mag er, wanneer er even tuele tekorten optreden, best iets uit de algemene middelen bijgepast worden. Mevrouw De Jong heeft gezegd dat zij het combinatie-project als zodanig toejuicht en erg in genomen is met een toegangsprijs van 3,Ik moet er wel op wijzen dat bij deze prijs nog de B.T.W. komt, zodat de toegangsprijs gemiddeld 3,50 zal worden. Bovendien is dit een gemiddeld bedrag. De ouderen betalen natuurlijk wat meer dan de niet verdienende jongeren. Tenslotte wilde ik mij maar aansluiten bij Ynskje op'e baen. Het is inderdaad zo dat dit project aan jeugd en jongeren mogelijkheden biedt voor een bijzonder plezierige vrijetijdsbesteding. Dit geldt uiteraard ook voor oudere mensen en ik stel mij voor dat wij, wanneer wij de prognoses van 185.000 bezoekers mogen geloven, vanavond met elkaar een besluit kunnen nemen waaraan sportief Leeuwar den veel genoegen kan beleven. De heer Eijgelaar (weth.): Zoals u van mij gewend bent nog een heel korte opmerking. Van het bezoekersaantal van 185.000 zou ik alleen willen zeggen dat wij in eerste instantie zijn uitgegaan van 115.000. Wij vonden dat reëel. Toen wij met een andere exploitatieopzet kwamen, zijn wij uit gegaan van 185.000. Dat vonden wij niet irreëel.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1978 | | pagina 6