Ij10 door de heer Miedema ingebrachte argument beluister, dan zal dat laatste ook nog met een extra factor moeten worden vermenigvuldigd. Wij komen zo ieder op eigen wijze ongeveer tot dezelfde aantallen. Laten wij tussen nu en 1985 wat de woningbouw betreft eerst metterdaad tonen dat wij een 700-tal woningen kunnen bouwen en met dat gegeven aan het provinciaal bestuur vragen om bijstelling van het Streekplan, hoe het er ook uit komt te zien. Dat lijkt ons wat nuchterder dan de notitie van 10 januari die in de bunker van Grouw.ter discussie is geweest. Deze notitie staat op de eerste bladzijde al bol van de "gezonde ontwikkeling" en de "gezonde onderbouw van de samen leving". Misschien dat dit soort platitudes erin is geslopen door het gebrek aan zicht vanuit de bun ker, maar het lijkt ons gezond om eerst maar eens aan eigen pels te krabben. Will en wij met vaart werken aan een uitbreidingsplan na Camminghaburen? U hebt het zelf ge noemd in uw nieuwjaarsrede, mijnheer de voorzitter. Willen wij, om een aantal huizen van meer dan 700 per jaar te realiseren, de verhoudingen in Camminghaburen eventueel verschuiven ten gun ste van premiekoop- en vrije sector? De aantallen die gisteravond in de raad zijn genoemd, spreken voor zich. Ook dat kan bouwers meer animeren om genegen te zijn woningwetwoningen te bouwen. Is dit namelijk op korte termijn niet het geval, dan blijft het met Leeuwarden sukkelen en halen wij een eventuele doelstelling van alternatief 2 nog niet eens. Het college geeft zelf al aan waar de schoen wringt: de "trek naar buiten" bestaat voor een be langrijk deel uit een groep van 25- tot 40-jarigen uit de middel en hogere inkomensgroepen, die zich door een gevarieerd aanbod van premiekoop- en koopwoningen in de buitengemeenten hebben gevestigd. Een aanbod dat men in Leeuwarden niet vond. Wij hopen in ieder geval dat in de nabije toekomst het uitbreidingsplan Camminghaburen en hopelijk ook het uitbreidingsplan na Cammingha buren door een deel van de raad - het was gelukkig maar een klein deel - niet worden begroet in de zin dat wij daar dan maar boompjes zouden moeten planten. Ik dacht dat wij ons reëel moesten afvragen of wij inderdaad niet heel vlot na Camminghaburen een nieuwe wijk van de grond kunnen krijgen om te realiseren wat wij in feite toch allemaal willen: bevolkingsdoelstelling van alterna tief 1 Als u dan stelt dat de buitengemeenten meer moeten doen aan de kwalitatieve verschuiving in de richting van de sociale woningbouw, bejaardenhuisvesting en huisvesting van een- en tweeper soonshuishoudens, dan vraag ik mij af of het, afgezien van de laatste categorie, zo is dat deze ca tegorieën zich in de laatste jaren als een soort landverhuizers uit die buitengemeenten hebben aan gemeld. Dat is niet zo. Wij moeten het naar mijn mening anders stellen: Wij zullen zelf eerst anders moeten gaan bouwen en proberen door die druk de andere gemeenten zo ver te krijgen dat men ook eens de aandacht richt op de groepen die hier genoemd worden. Nu heeft men altijd het oog gehad op die categorieën waarvoor het zeer aantrekkelijk was te bouwen. Daardoor kreeg men een kader binnenshuis, waarmee het zeer aanlokkelijk was om in een kleine gemeenschap een welzijn op te bouwen. Daar hebben wij, jammer genoeg, niet van mee geprofiteerd. Ik heb globaal de woningbouw genoemd, de werkgelegenheid, de wegverbindingen. Ik zou mijn betoog willen afronden, anders zitten wij hier vanavond toch nog een hele tijd. Ik heb in grote lij nen aangegeven wat wij bedoelen. Wij pleiten met u voor een evenredige groei van Leeuwarden, met dien verstande dat wij uw meer dan evenredige groei kunnen volgen. Wij zien het vanuit de ach terstand die wij hebben ten opzichte van het bevolkingsrichtgetal van alternatief 2. Daarbij willen wij bij G.S. bepleiten dat wij in 1985, als wij die richting te pakken hebben, door mogen gaan naar een alternatief 1 op grond van de dan bekend zijnde feiten waaruit kan blijken of de migratie stroom, die men in alternatief 1 verwacht, ook inderdaad realiteit is. Ik dacht dat wij dan aan twee kanten ingedekt waren: in de eerste plaats bewijzen wij ons zelf, in de tweede plaats heeft men zo het bewijs of de migratiestroom van 30.000 inwoners tot 1995 inderdaad een realiteit is in alternatief 1Wij zien dit zaakje voorlopig nog niet boven de horizon komen. Wij zijn het met het college eens dat, wat wij ook doen - wegen, wervend karakter -, één ding zal ontbreken, namelijk de onevenredigheid van de Bijzondere Regionale Toeslag die niet geldt voor Leeuwarden maar wel voor het Oosten van de provincie. Je kunt dan Streekplannen maken zoveel als je wilt, je kunt wat mij betreft alternatief 3 - anderhalf keer groei in het Westen en één keer groei in het Oosten - creëren, maar dat blijft dan gewoon een stel woorden op een rij, want door zo'n toeslag wordt de zaak toch anders dan men wil. Zo'n toeslag moet er voor Leeuwarden komen, want dan zal het, als wij een eigen wervend karakter en een eigen woningbouwbeleid van de grond krijgen, voor de nabije toekomst mogelijk zijn dat wij los van alternatief 1 of alternatief 2 van Leeu warden een stad maken die zodanig groeit dat wij in ieder geval aan ons welzijnspeil kunnen blijven voldoen Mevrouw Van der Werf: Ik bevind mij vanavond in een nogal lastige positie. Mijn fractiegenoot, Piet van der Wal, zou de behandeling van de beide nota's voor zijn rekening nemen. Hij kon hier J*//Z vanavond échter niet aanwezig zijn, in verband met verplichtingen ten aanzien van zijn werksitua tie. Dit heeft tot gevolg dat ik mij te elfder ure nog heb moeten inwerken. Mijn bijdrage zal derhal ve niet al te lang zijn. In grote lijnen kunnen wij ons aansluiten bij de strekking van de beide raadsbrievenOnze op vattingen hebben wij grotendeels al naar voren gebracht in de informatieve raadsvergadering. Ik wil deze punten niet allemaal herhalen, maar mij beperken tot enige opmerkingen. Mijn eerste opmerking betreft de kwalitatieve woningverdeling. In de Informatieve raadszitting heeft mijn fractiegenoot naar aanleiding van de problematiek van de suburbanisatie rond Leeuwarden de suggestie gedaan maatregelen te ontwerpen om de sociale woningbouw van de Regio Leeuwarden beter te verdelen. Dit zou moeten gebeuren door erop aan te sturen van het beperkte aantal te bou wen woningen een groter aandeel in de woningwetbouw te laten plaatsvinden. Verder zouden er meer woningen voor de een- en tweepersoonshuishoudens en de bejaarden gebouwd moeten worden in de dorpen rond Leeuwarden. Wij zijn blij dat deze suggestie in de raadsbrief is overgenomen en dat de ze zo'n belangrijk deel uitmaakt van de reactie op de Nota Alternatieven en de Nota Uitgangspunten. Een en ander ontslaat Leeuwarden nog niet van haar plicht te voorzien in woningbouw ten behoeve van mensen met lagere inkomens, een- en tweepersoonshuishoudens en bejaarden. Ik meen gister even in de reactie van mevrouw Brandenburg op onze motie over de productie van woningen voor een- en tweepersoonshuishoudens in Camminghaburen te hebben bespeurd dat zij een andere mening heeft. Mijn tweede opmerking betreft de inspraak. Onder punt 8 van de raadsbrief (bijlage no. 58) wordt beweerd dat de reacties van de gemeenteraden minder in de Nota Alternatieven zijn terug te vinden dan die van belangengroepen of andere inspraakgroepenOf deze bewering juist is, kunnen wij niet uit de Nota Alternatieven halen. Immers, een verantwoording van de wijze waarop de inspraakresul taten zijn verwerkt in de nota, is nergens te vinden. Wij ervaren dit als een groot gemis. Een opmer king van een dergelijke strekking zouden wij dan ook graag in de raadsbrief hebben zien vermeld. Mijn derde opmerking betreft het voorzieningenniveau. Bovenaan bladzijde 6 van de raadsbrief wordt de suggestie gewekt alsof het handhaven van voorzieningen in kleine dorpen door middel van bevolkingsgroei ten koste zou gaan van kleinschalige voorzieningen in oude wijken. Dit, terwijl de ze wijken veel meer hebben te lijden van het verrijzen van grootschalige voorzieningen als supermark ten. De maatregelen waarop het college doelt, zullen dan ook moeten bestaan uit het tegengaan van vestigingen van supermarkten en dergelijke. Vervolgens het hoger onderwijs. In de raadsbrief staat dat uitbouw van het hoger onderwijs bij uitstek bijdraagt tot het versterken van de Friese identiteit. Op zichzelf kan dit wel waar zijn, maar wij vinden dat dit gepaard moet gaan met uitbouw van andere voorzieningen voor die groep mensen die men hier naar toe haalt, zoals huisvesting en sociaal-culturele voorzieningen. Ten aanzien van deze zaak zou de provincie de gemeente ook een handje kunnen helpen. Aandacht voor deze zaken missen wij dan ook in de Nota Alternatieven. Een andere opmerking is nog het gemis van de gemeente Tietjerksteradeel in de regio. Als het erom gaat de suburbanisatie af te remmen, dan zal er een samenhangend beleid in de regio moeten worden gevoerd. Als Tietjerksteradeel hier niet bij hoort, wordt dit overleg wel bemoeilijkt. Als je jkt naar de groeicijfers van de gemeente Tietjerksteradeel, dan blijkt dat de helft van de groei ver oorzaakt wordt door mensen die Leeuwarden de rug toekeren. Mijn volgende opmerking betreft de passage bovenaan bladzijde 2, waarin wordt gezegd dat de twee alternatieven niet consistent zijn. Op zich delen wij deze mening. Het voorbeeld dat hierbij wordt aangehaald, vinden wij echter minder treffend. Er wordt gesuggereerd dat kleinschaligheid in de landbouw gevaren inhoudt voor Friesland. Dit wordt niet aangetoond en hoeft op zich helemaal niet zo te zijn. Het niet consistent zijn van de alternatieven blijkt veeleer uit de ontwikkeling die door de Friese Milieuraad naar voren werd gebracht. Deze raad vindt namelijk dat kleinschaligheid in de landbouw het best kan worden gekoppeld aan de bevolkingsspreiding van alternatief 1 Vervolgens een opmerking over Leeuwarden-groeistad. Een week geleden stemden wij voor de motie, waarin bepleit werd dat Leeuwarden groeistad moet worden. Ook wij vinden dat Leeuwarden natuurlijk best belang heeft bij de extra faciliteiten die zij als groeistad krijgt. Ook denken wij dat een hoge taakstelling op het gebied van nieuw te bouwen woningen met name de eerste jaren noodza kelijk zal zijn om de opgelopen achterstand in te halen. Wij zitten niet voor niets met bijna 3.300 woningzoekenden. Wel zijn wij bang dat er op langere termijn problemen kunnen ontstaan als Leeu warden groeistad blijft. Zoals ook in het beleidsplan staat vermeld, vinden ook wij dat de stadsver nieuwing de hoogste prioriteit heeft. Deze twee zaken zouden weieens strijdig met elkaar kunnen zijn. Een laatste opmerking betreft het langzaam verkeer. Tijdens de informatieve raadsvergadering heb ben wij al naar voren gebracht dat wij in de Nota Alternatieven de aandacht voor het langzaam ver keer erg summier vinden. Wij hadden in de raadsbrief dan ook wel kritiek op dit punt verwacht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 22