De heer Meijerhof: De gemakkelijkste vraag is niet beantwoord. Die vraag ging over het bedrag
van 147.335, Als de wethouder van Financiën dat even op wil zoeken, dan wil ik nog even
een ander punt aansnijden. De wethouder heeft het over het schoolwerkplan gehad. Ik beluister uit
zijn opmerkingen dat de werkgroep helemaal niet heeft stilgestaan en dat ook de kunstzinnige vor
ming in het schoolwerkplan kan worden opgenomen. Vandaar dat het de nodige tijd heeft gekost.
Deze werkgroep is samengesteld uit mensen van het onderwijs. Kan er misschien wat meer inbreng
uit bij voorbeeld deze raad - ik denk dan aan met name de Commissie Onderwijs - komen? Het ge
zichtsveld lijkt mij wat eng. Verder zegt de wethouder dat de scholen geprikkeld moeten worden om
deel te nemen aan dit project. Wij weten dat op tamelijk veel scholen de meisjes traditioneel nog
altijd bezig zijn met de "broddellapjes" terwijl de jongens iets anders gaan doen. Dit gaat zo door
tot de zesde klas, terwijl er heel andere vormen van creativiteit mogelijk zijn.
De heer Ten Brug (weth.): Het juiste bedrag moet zijn: 147.235,
Nog even een opmerking over de commissie voor het leerplan. Het is niet zo dat men bij de scho
len helemaal geen visie had en ook geen gedachten had over de creativiteitsontwikkeling. Men had
aanvankelijk echter voor een andere invalshoek gekozen. Als u de stukken van de diverse adviserende
organen leest, dan luidde de eerste vraag of dit nu de eerste prioriteit was. Ik denk hierbij onder meer
aan het advies van de Schoolraad voor het openbaar onderwijs. Aanvankelijk is de vraag of het hier om
een eerste prioriteit ging ook bij de Bestuurscommissie voor de Schooladviesdienst aan de orde ge
weest. Er lagen immers al voorstellen met betrekking tot het taalonderwijs en het rekenonderwijs enz.
Daarbij rees de vraag of dit project er niet wat ongelegen tussen kwam. Voorts moet ik opmerken dat
duidelijk in de wet wordt omschreven wie zitting moeten hebben in een commissie voor de herziening
van het leerplan. Mensen van buiten het onderwijs hebben geen zitting in deze commissie. Op zich
zelf hoeft dat niet bezwaarlijk te zijn, want het onderwijs aanvaardt dit en ik ben ervan overtuigd
dat het project een goede zaak kan worJenDit kan echter alleen als het een integrerend onderdeel
wordt. De invoering van dit project zal door die werkgroep niet worden aangevat als een verande
ring in het leerplan in het kader van de oude wet, maar als een voorbereiding ten opzichte van het
schoolwerkplan zoals dat in de nieuwe wet wordt geregeld. De Schooladviesdienst zal zich daar om
andere redenen ook meer op inrichten. Met enig voorbijzien aan bepalingen is het echt wel moge
lijk om van het oude leerplan af te stappen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door wethouder Ten Brug gecorrigeerde
voorstel van b. en w.
Punten 29 t.e.m. 33 (bijlagen nos. 82, 73, 80, 72 en 79).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 34 (bijlage no. 88).
Gemeentebegroti ng
De heer Visser: Het betreft de gemeentebegroting, punt 20. De kop boven dit punt vind ik nog
al treffend. Ik zou de volgende vraag willen stellen. Luidt de omheining van de mavo Nijlan een
nieuw tijdperk in voor onze scholen? Wat hier aan vernielzucht gebeurt, gebeurt natuurlijk ook el
ders.
De heer Ten Brug (weth.): Het is niet de bedoeling dat omheining van deze school een nieuw tijd
perk inluidt voor onze scholen. De ligging van deze school en, zoals u in de kranf hebt kunnen le
zen, de problemen die er zijn wanneer er sneeuw ligt maken het noodzakelijk dat deze school wordt
afgeschermd. De situatie rond deze school is een heel andere dan elders. Het is zeker niet de be
doeling dat wij de kant opgaan van afgesloten schoolpleinen. Wij hebben een aantal jaren geleden
gezegd dat wij de schoolpleinen in het totaal van de wijk moeten zien te gebruiken.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punt 35 (bijlage no. 62).
Aanbeveling van het bestuur van de Woningstichting Leeuwarden-Leeuwarderadeel:
1 de heer A.P.P. Schw'eigmann;
2. de heer T.W. Langhout.
'Benoemd wordt de heer Schweigmann met 32 stemmen (de heer Langhout 1 stem).
De heren J. de Beer en H. Meijerhof vormden met de voorzitter het stembureau.
De Voorzitter sluit, om 21 .55 uur, de vergadering.