10
over regelingen en wat dies meer zij. Ik kan daar geen zinnig antwoord op geven, want binnen de
projectgroep en binnen de contactgroep is men met elkaar in discussie. Ik wacht graag de resultaten
van die discussie af. Wanneer er knopen moeten worden doorgehakt, dan herinnert u zich wellicht
de college-afspraak dat er dan teruggekoppeld zal worden naar b. en w. en eventueel naar de raad
met mogelijk advies van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. Van tegenstellingen in de pro
jectgroep heb ik nog niet gehoord. Er zijn discussies. Die discussies moeten hun zin vinden. De
notulen van de betreffende raadsvergadering staan uiteraard ter beschikking van de leden van de pro
jectgroep. Men kan die raadplegen, wanneer men te weten wil komen hoe de benadering van een be
paald probleem zou moeten zijn. Op dit moment is de vraag aan de orde of de opdracht aan de pro
jectgroep verwoordt wat de bedoeling is geweest en daarover hebben wij de mening van de buurtgroe-
pen gevraagd. Daarover hebben-wij de mening gevraagd van het bureau Vegter en Vijn, dat ermee
bezig is. Voorts hebben wij nog anderen gevraagd wat zij ervan vonden. Dit heeft tot zekere wijzi
gingen geleid. De wijzigingen die wij zinvol vonden, hebben wij aangebracht. In de raadsbrief staat
wat de raad bedoeld heeft en waar de projectgroepen c.q. de buurtverenigingen zich ook in kunnen
vinden. Aan de hand van deze zaken zullen zij tot advisering aan b. en w. c.q. aan de raad moe
ten komen.
Eén vraag is wel relevant, namelijk de vraag hoe de projectgroep zo snel mogelijk komt te weten
hoe de verbinding is van dit gebied naar het Stationskwartier. Ik zeg u toe dat ik zal proberen daar
over een zinnige opmerking uit te lokken. Deze maand is er opnieuw een vergadering van de vertegen
woordigers van de Nederlandse Spoorwegen en aanverwante bedrijven. Ik zal proberen zo snel moge
lijk helderheid te verkrijgen over de kwestie van de verbinding van dit gebied met het Stationskwar
tier. Zekerheid over deze vraag is er pas, wanneer er een duidelijk voorstel aan b. en w. wordt ge
geven en de raad er eventueel een duidelijke beslissing over heeft genomen. Dan kan zo goed moge
lijk worden ingespeeld op de mogelijkheid die de raad duidelijk gewild heeft.
Hiermee heb ik voldoende commentaar gegeven op de raadsbrief, terwijl ik mij ervan bewust ben
dat ik onvoldoende heb gereageerd op alle vragen die gesteld zijn naar aanleiding van de agendering
van dit stuk.
De heer Van der Wal: Ik heb gevraagd of de parkeernorm van één parkeerplaats per woning ge
nuanceerd kan worden gehanteerd. De Hollanderwijk heeft hier om gevraagd. Naar mijn mening is
deze vraag zeer ter zake doend in dit verband.
Bij het herhuisvestingsplan spelen de financiën natuurlijk een belangrijke rol. In het verslag van
de vergadering van b. en w. heb ik gelezen dat er een bepaalde financiële regeling is getroffen. Dit
is kennelijk gebeurd nog voor de projectgroep bezig is gegaan. Ik wil graag weten hoe ik dit dan met
het plan voor herhuisvesting in verband moet brengen. Met name wil ik weten waarom 2.000,het
maximum is. Als dit nog ter discussie kan komen bij de behandeling van het plan tot herhuisvesting,
dan vind ik dat ook best.
In de raadsbrief staat dat voor het onderzoeken van de mogelijkheden voor het gebied van de
Spoorwegen, gelegen ten noorden en ten zuiden van het emplacement, een afzonderlijke stuurgroep
is ingesteld. Ik vraag alleen maar naar het kader waarin de stuurgroep werkt en naar de status van de
stuurgroep. Als ik hiermee volgens de wethouder ook niet op de raadsbrief inga, dan weet ik het ook
niet meer.
Verder heb ik gevraagd hoe de koppeling naar de project- en contactgroepen in de betreffende
wijken is. Als dat niet ter zake doende vragen zijn, dan weet ik het ook niet meer.
De heer Janssen: Het lijkt alsof ik dingen heb gezegd die te detaillistisch zijn. In de wijken be
staan echter misverstanden, zowel binnen de projectgroep als binnen de contactgroep. Wanneer de
mensen daar in een verkeerde richting doorwerken, dan zie ik daardoor tijdverlies ontstaan. Dat moe
ten wij niet hebben. De architect is al druk aan het tekenen. Morgenavond is er een bijeenkomst van
de wijk met die architect. Daar komen tekeningen op tafel. De Simon de Vliegerstraat is daarop al
voor een deel ingevuld. Naar ik bij geruchte heb vernomen is er daarbij sprake van verspringende ge
deelten in de Simon de Vliegerstraat, waardoor een doorstroming van het verkeer niet goed meer mo
gelijk is. Dergelijke zaken wilde ik bij voorbaat onder uw aandacht brengen. Ik heb daar helemaal
niet mee bedoeld om gedetailleerde antwoorden van u te vernemen. Ik heb deze opmerkingen alleen
maar gemaakt om het college er beter bij te betrekken dan op het ogenblik waarschijnlijk het geval
is. De project- en de contactgroep werken helemaal zelfstandig. Bij sommige dingen zijn zij naar
mijn mening helemaal op de verkeerde toer. Vandaar mijn opmerkingen.
De heer Knol: Ik wil de plaatsvervangend wethouder van Volkshuisvesting dan maar vragen hoe
de stand van zaken is ten aanzien van de 3.000,met betrekking tot de Simon de Vliegerstraat.
11
Het is een punt dat voor de mensen zwaar weègt. Men kan zich dan wel van deze vraag afmaken
door te zeggen dat het niet in de raadsbrief staat, maar deze vraag leeft zeer bij de mensen. Ik
krijg daar ettelijke telefoontjes over. Ik vind het dan een beetje "ambtelijk" om je achter de in
houd van de raadsbrief te verschuilen. Als het goed is, moet dit punt nog geen week geleden zijn
behandeld.
De Voorzitter: Wij hebben ondertussen even overlegd. Er bestaat enige aarzeling ten aanzien
van de vraag wat er exact is afgesproken. Daarom vind ik het niet zinvol om een antwoord op de
vraag van de heer Knol te geven, omdat wij dan het risico lopen dat wij geen juist antwoord geven.
Ik zeg u toe dat dit zo snel mogelijk zal worden meegedeeld. (De heer Knol: Dan had ik dat graag
gehoord.) U hoort het dan bij deze van het college.
De heer Rijpma (weth.): Ten aanzien van de vragen van de heer Janssen wil ik zeggen dat de
normale gang van zaken is dat de projectgroep aan de chef, de hoofddirecteur, rapporteert wanneer
er knelpunten zijn. Uiteindelijk komt een en ander dan bij mij op tafel. Dan is er een instelling die
contactcommissie heet, waarbij de wethouder vergadert met de directeuren. Wanneer je het daar kunt
oplossen, dan wordt er gestreefd naar een oplossing. Het is dus niet zo dat de wethouder van dag tot
dag volgt welke discussies er binnen de project- en contactgroepen zijn. Het is de plicht van de voor
zitter van de projectgroep om te rapporteren aan zijn chef, de hoofddirecteur. De hoofddirecteur
rapporteert naar ondergetekende en die bespreekt een en ander in de relevante organen, of de con
tact ommissie of b. en w. of eventueel de raad via de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. Ik
heb van uw opmerkingen kennis genomen, ik zal dus "ter zake diligent zijn".
De opmerkingen van de heer Van der Wal over de parkeernorm geven een aanwijzing in welke
richting moet worden gezocht. Als van die norm afgeweken moet worden, dan moet gemotiveerd aan
het college worden voorgesteld waarom die afwijking plaatsvindt. Het is een norm die in eerste in
stantie als norm gehanteerd moet worden. Wanneer men beneden die norm gaat, dan zal men moeten
motiveren waarom men beneden de norm gaat zitten en een beslissing moeten vragen over het feit of
hef een goede oplossing is of niet. In de afdelingsvergadering is uitvoerig over de stuurgroep van ge
dachten gewisseld. Ik heb toen een en ander volledig uiteengezet. Ik dacht niet dat ik nog eens die
u eenzetting zou moeten geven. Zodra er relevante informatie, die van belang is voor de Hollander-
wijk, van die stuurgroep komt, zal ik deze informatie zo snel mogelijk overbrengen. Dat is namelijk
van belang voor het goed functioneren.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.
Punten 11, 12 en 13 (bijlagen nos. 77, 87 en 70).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 14 (bijlage no. 69).
De heer Van der Wal: Namens mijn fractie wil ik meedelen dat wij wensen te worden geacht te
gen dit voorstel te hebben gestemd. Wij waren destijds tegen de verkoop van een stukje van dit plein
aan de OTOS. Naar onze mening is het pleintje toen totaal verknald. De inrichting van het pleintje
was ook nauwelijks in overeenstemming met het Structuurplan voor de Binnenstad, maar ja, dat telt
nauwelijks. Wij voelen er niets voor om ten behoeve van deze twee verzekeringsmaatschappijen
18.000,voor in feite verfraaiing van de voordeur van deze maatschappijen beschikbaar te stel
len. Het kost zo'n 12.000,per jaar plus het nodige onderhoud. Dan zou ik nog liever zeggen
dat ook de rest van het pleintje maar verkocht moet worden. Het pleintje komt bovendien van de
weg af te liggen, omdat de stoep wordt doorgetrokken. Er komt dus geen verkeer meer op het plein
tje, het wordt hoogstens nog gebruikt als parkeerterrein voor de verzekeringsmaatschappijen. Wij
voelen er niets voor om hen een douceurtje van 118.000,-- meé te geven.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de heer
Van der Wal en mevrouw Van der Werf wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd.
Punt 15 (bijlage no. 66).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.