De rooilijn moet goed uitkomen, terwijl dit het en.ge pondje is dat in de oorspronkelijke rooilijn staat. Het nu aan ons voorliggende voorstel betekent sloop. Een deel van mijn fractie is het hier niet mee eens en zal daarom tegen dit voorstel stemmen. Dat betekent niet dat het pand, wanneer een eventuele aankoop niet door zou gaan, daarmee gespaard is, maar het voorstel dat het colle ge doet houdt in dat er geen enkel uitzicht op behoud van het pand is. Daarom zegt dat deel van de fractie dat de woning niet moet worden aangekocht, in de hoop dat er nog anderen zijn die oog hebben voor dit karakteristieke pand en kans zien om het te bewaren. De heer Van der Wal: Als het hier in de raad om monumenten gaat, ook al staan ze niet op de monumentenlijst, dan is er voor een ander raadslid dan de heer Ten Hoeve weinig lol meer aan om er nog iets van te zeggen, want hij heeft het allemaal al weer prima verteld. (De heer Ten Hoeve: Er is deze keer weinig lol aan, hoor.) Aan het begin van het betoog van de heer Ten Hoeve denk je: aha, dit gaat de goede kant uit. Aan het eind komt echter het venijn, namelijk dat maar een deel van de fractie hem steunt. Wij weten dan over het algemeen wel weer hoe laat het is. Ik zal de beschouwing van de heer Ten Hoeve over de monumentale waarde van het pand niet herhalen. Ik sluit mij daar volledig bij aan. Ik wil nog wel even benadrukken dat ook dit pandje een onder deel is van de gevelwand van de Verlengde Schrans, die valt onder het bestemmingsplan Huizum- Bornia. Wat dat betreft ligt er een raadsvoorstel van een paar jaar terug, dat de gevelwand van de Verlengde Schrans niet zal worden aangetast oftewel zal worden gehandhaafd. Daar valt deze wo ning ook onder. Het gaat hier zelfs om het oudste stukje van de gevelwand. Via de Commissie voor het Grondbedrijf weten wij dat er lang is onderhandeld over dit pandje en dat het eigenlijk geen goede zaak zou zijn om de aankoop niet door te laten gaan. Dit zou de huidige eigenares van het pand voor grote moeilijkheden plaatsen. Wij zijn dus wel voor aankoop van het pand maar willen het dan doorverkopen onder voorwaarde dat het gerestaureerd wordt. Dat is al eens eerder gebeurd en met succes. Ik vind dit voorstel in ieder geval het overwegen waard. Ik heb dan ook een motie gemaakt, die luidt: De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 12 maart 1979, behandelende de aankoop van het perceel met opstal Verlengde Schrans 41, bijlage no. 112, overwegende het historische karakter van dit huisje en het feit dat het deel uitmaakt van de te handhaven gevel wand van de Verlengde Schrans, besluit dat bovengenoemd perceel met opstal na aankoop door de gemeente doorverkocht zal worden onder de voorwaarde dat het huisje door de nieuwe eigenaar zal worden gerestaureerd." Ik interpreteer deze motie dan wel zodanig dat ook de bomen, waarover de heer Ten Hoeve sprak, behouden moeten worden. De motie is mede-ondertekend door mijn fractiegenote, Jopie van der Werf. Mevrouw De Jong: Ik kan mij volledig vinden in de woorden van de heer Van der Wal en de heer Ten Hoeve. Ik ben het eens met de heer Van der Wal als hij het pand wil laten aankopen door de gemeente om het dan weer door te laten verkopen met de voorwaarde om tot restauratie over te gaan. Ik zal de motie steunen. De heer Rijpma (weth.): Zodra ik begreep dat dit pandje niet zomaar een gewoon pandje was, ben ik wat dieper in deze kwestie gedoken. Ik heb de volgende conclusie moeten trekken. Wij heb ben voor het bestemmingsplan in wording Huizum-Bornia-west de Eysingastraat als toegangsweg aan gewezen. Dit is namelijk de enige straat van Huizum-Bornia-west die een verbinding krijgt met de Schrans. Alle andere wegen gaan niet verder dan de ventweg. De Eysingastraat is ongeveer zes me ter breed en heeft geen trottoirs. Dit betekent dat wij, wanneer straks achter deze straat een woon- werkgebied ligt met 9.000 m2 kantoren en 40 woningen, toch wel zullen moeten zorgen dat deze straat tenminste de voetgangers een veilige route biedt. Deze route zal aan weerskanten van de zes meter brede straat moeten worden aangelegd. Het huisje ligt niet in het tracé, als er tenminste niet een wegverlegging ten behoeve van trottoirs moet plaatsvinden. De tuin aan de zuidzijde van het huisje ligt echter wel in het tracé. Het is naar mijn gevoel derhalve noodzakelijk om de eigendom te verwerven. Mochten wij straks, als het plan is uitgewerkt, beslissen dat het huisje met inbreng van alle goede wil kan blijven staan - ik weet overigens niet hoe het pand er bouwtechnisch en woon- technisch uitziet -, dan kunnen wij in ieder geval de toegangsweg realiseren, zoals die naar een wijk van deze omvang behoort te worden gerealiseerd. Ik stel u dus voor om, wat er verder ook met het huisje gebeurt, in ieder geval de aankoop van deze woning te bekrachtigen. 5 De heer Ten Hoeve: Ik heb het een beetje moeilijk met het verhaal van de wethouder. Uit de stukken die ons zijn toegezonden, blijkt duidelijk dat aankoop van deze woning afbraak betekent. Dat is de reden geweest waarom ik mijn verhaal van zonet heb gehouden. Wanneer de wethouder zegt dat alleen maar een gedeelte van de tuin nodig is en dat het al of niet voortbestaan van het huisje opnieuw kan worden bekeken en ter discussie kan worden gesteld, dan verandert de zaak. Er komt een toezegging van het college en daar ben ik alleen maar blij om. Ik zou graag van het col lege vernemen of ik dit goed heb begrepen. De heer Van der Wal: Ik ben het met de heer Ten Hoeve eens dat de indruk die uit de raadsbrief kon worden verkregen anders was dan wat de wethouder nu vertelt. Ik ben daar overigens wel blij om. Deze uitspraak van de wethouder ligt in de lijn van het voorstel dat ik heb ingediend. De wethouder zegt dat de Eysingastraat de enige straat is die een aansluiting op de hoofdrijbaan van de Verlengde Schrans krijgt. Het gaat dus om een "auto-toegang". Verder zegt de wethouder dat er naast de zes meter brede straat trottoirs moeten worden aangelegd. De trottoirs lopen uitgerekend door de tuin van het huisje. Er zijn echter wel meer toegangen die niet op de rijbaan van de Verlengde Schrans zijn aangesloten, maar aan dat laatste hebben de voetgangers toch geen boodschap. Via de Aylva- straat zou dus wel een heel breed trottoir kunnen worden aangelegd. Deze straat ligt pakweg zo'n 20 25 meter verderop. Het trottoir langs de Eysingastraat dat door de tuin van het huisje zou moe ten lopen, zou men kunnen laten vervallen. Het trottoir aan de andere kant van de Eysingastraat zou dan wel aangelegd moeten worden. Bij deze oplossing zijn alle partijen tevreden. Als ik het goed heb begrepen, zegt de wethouder dat het huisje eerst zal worden aangekocht waarna het bestemmingsplan in wording uitgewerkt zal worden en dat daarna met alle goede wil be keken zal worden of het huisje kan blijven staan. Het is dan natuurlijk wel de vraag of het huisje er tegen de tijd dat het plan is uitgewerkt nog staat. Dit huisje verkeert sowieso al in een slechte conditie. De huidige eigenares wil er ook zo snel mogelijk uit. De woning komt dus leeg te staan. Op het ogenblik staat in dit gebied onder meer een kapitaal pand leeg, ook om dezelfde reden. Nie mand weet wat er met dat pand moet gebeuren, het staat gewoon te verkrotten totdat de jeugd het straks eens in brand steekt. Ik doel hier op het pand Huizumerlaan 32. Dit zijn heel vervelende ont wikkelingen. Wij weten allemaal dat dergelijke panden naar de knoppen gaan, als ze eventjes leeg staan. Dit is ook keer op keer van de zijde van het college gezegd. Het Woningbedrijf kan daar ken nelijk niets aan doen. Des te meer haast is er dus om dit huisje zo snel mogelijk door te verkopen aan een gegadigde. Ook bij de huidige eigenares zijn gegadigden geweest, die het pandje wel recht streeks wilden kopen voor restauratie. Een veiliger manier lijkt mij echter om het pandje door de gemeente te laten aankopen. De gemeente kan dan de voorwaarden stellen. Ik heb al aangegeven dat er wel andere oplossingen zijn aan te geven voor het trottoir dat door de tuin van deze woning zou moeten lopen. Ik handhaaf dus de motie. De heer Knol: Volgens punt II van het besluit wordt het perceel ingebracht in het Woningbedrijf. Kan de wethouder nu al zeggen wanneer de beslissing over de toekomst van het huisje wordt verwacht? Bij de Commissie voor het Woningbedrijf zijn wij dan tijdig op de hoogte en weten wij of wij al of niet actie moeten ondernemen. De Voorzitter: Ik stel voor dat het college na de pauze in tweede instantie zal reageren. Wij gaan dan nu eerst door met de volgende punten van de agenda. Punten 4 en 5 (bijlagen nos. 100 en 92). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 6 (bijlage no. 94). De heer Schaafsma: Mijn fractie wenst te worden geacht tegen te hebben gestemd. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat mevrouw M.A.D. Waalkens en de heren J. de Beer en J. Schaafsma wensen te worden geacht tegen te heb ben gestemd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 3