18 gen op een forse verhoging van de woningbouwproductie in Leeuwarden. Wij hebben daarom ook een motie gemaakt, die ik u nu om de discussie kort te houden zal voorlezen. Ik dacht dat de motie wel duidelijk genoeg was. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 23 april 1979, overwegende dat de gemeente Leeuwarden voor 19/9 medewerking heeft gevraagd voor 1.019 woningen in de sub sidiesfeer; dat in afwijking daarvan in eerste instantie aan Leeuwarden een contingent van 600 te subsidiëren wo ningen werd toegezegd; dat dit aantal op jaarbasis voor de komende jaren - gelet op de opgetreden stagnatie in de woningbouw en de noodzaak een grote achterstand in té halen - reeds onvoldoende zal blijken te zijn; dat de staatssecretaris thans heeft besloten het toegewezen contingent te subsidiëren woningen voor 1979 verder terug te brengen naar 450 woningen, waarvan slechts 150 in de woningwetsector; dat dit besluit primair de laagstbetaalde bevolkingsgroepen in Leeuwarden treft en voor de gemeente Leeuwarden uit volkshuisvestingsoogpunt en sociaal volstrekt onaanvaardbaar is; dat dit besluit voorts in strijd is met de aandrang die de staatssecretaris in een onderhoud met het ge meentebestuur op 28 september 1978 heeft uitgeoefend om de woningproductie in Leeuwarden fors te verhogen en met de op dat punt door hem gedane toezeggingen inzake financiële medewerking en bo vendien in strijd met de regeringsbeslissing (Verstedelijkingsnota) om Leeuwarden als groeipool aan te wi jzen spreekt zijn grote verontrusting en ernstige afkeuring over dit besluit uit, dringt er met de grootste klem bij de staatssecretaris en de regering op aan deze voor Leeuwarden uit zonderlijk nadelige beslissing te herroepen, verzoekt ten slotte de Tweede Kamer te bewerkstelligen dat de beslissing van de bewindsman wordt herzien De motie is getekend door de heer Miedema (CDA), mevrouw De Jong (D'66), mevrouw Van der Werf (PAL), de heer Schaafsma (VVD) en door mijzelf. Nog even een paar kanttekeningen ter zijde. Het is niet alleen Leeuwarden die deze brief van de Centrale Directie heeft gekregen. In het kader van wat zo mooi de evenredige verdeling heet hebben ook andere Friese en niet-Friese gemeenten - maar dan niet evenredig - een dergelijke brief gekregen. Alleen de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht hebben niet een dergelijke brief ontvangen. Wat duidelijk is, is dat het beleid zodanig ongebruikelijk wordt gewijzigd - terwijl het reeds geruime tijd vorm heeft gekregen - dat van een bijzonder ongebruikelijke aanpak kan wor den gesproken. Een opmerking die mijn fractie hier nog aan zou willen toevoegen, is deze. In de lan delijke pers lazen wij vorige week dat Leeuwarden 110 woningen voor een- en tweepersoonshuishou dingen toegewezen heeft gekregen. Als dit contingent voor een- en tweepersoonshuishoudingen nu ook nog van het reeds sterk ingekorte contingent zal worden afgehaald, dan kunnen wij de verdere bouw van gesubsidieerde woningen dit jaar wel vrijwel helemaal vergeten. Dit geldt in ieder geval voor de woningwetsfeer. Is dit juist gedacht? Ik meen dat de motie duidelijk genoeg is en ik volsta hier dan ook mee in eerste termijn. De hear Miedema: Ik haw nei de wurden fan de hear Van den Eist net folie mear to sizzen. In in- kele opmerking noch. Wy wurde nou konfrontearre mei in sterke wiziging fan it lannelik bilied. Wy hawwe it net maklik mei de bihanneling fan dit brief, om't wy in brief fan de Sintrale Direksje krigen wylst it brief fan de steatssiktaris seis net op bisjen lei. Miskien is dit brief net iens op it gemeente- hus, ik wit dat net. Wy hawwe de yndruk dat der yn de Twadde Keamer wol diskussiearre wurdt oer it totale oantal subsidiearre wenten, mar dat de fordieling dêrfan oer de regio's in saek fan it minis- tearje is. It liket us dan goed ta dat wy op dit stuit in birop op de Twadde Keamer dogge. Yn wezen wurde de regio's ofhinklik makke fan it wenningboubiIied fan Noard-Hollan, Süd-Hollan en Utert. Dy provinsjes krije it greate oantal subsydzjebiskikkingenAs dy provinsjes yn july sizze dat men it net réalisearje kin, dan kinne wy hwat der oerbliuwt opmeitsje. Wy wenje meiinoar yn Nederlan en dan liket it üs ridlik dat der nei bihoefte fordield wurdt. It is us net bikend dat de bihoefte per 10.000 ynwenners yn Fryslan lytser is as yn oare regio's. Om ofhinklik to wurden fan de provinsjes Noard-Hol- lan, Sud-Hollan en Utert hwat de aktiviteiten dy't der untwikkele wurde oanbilanget, der kin Ljou- wert net in bilied op fiere. De untwikkelingen yn de wenningbousektor en mei namme yn de subsi diearre sektor binne wol sa slim dat de tarieding ta in projekt moannen duorret. Men kin fan 6s net forwachtsje dat wy in Ontwikkeling yn gong sette, sunder dat wy witte oft de subsydzjebiskikkingen ofkomme. Komt der yn july it nijs dat wy noch hwat krije kinne, dan is it net réeel om oan to nimmen dat Ljouwert dat noch réalisearje kin. Wy fine dit bislist in forkeard stanpunt. Wy hawwe dudlik de yndruk, nei alle forhalen oer groeipoalen ensfh., dat it Noarden op dit momint de dupe wurdt fan in 19 bislissing fan it regear. Wy soenen der mei klam tsjin protestearje wol Ie. Dêrom hawwe wy fan herte dizze moasje mei untwikkele en mei stipe. De heer Van der Wal: Uit het feit dat wij de motie mede ondenekend hebben, blijkt dat wij het eens zijn met de inhoud van de motie. Ik heb weinig toe te voegen aan de woorden die de voorgaande sprekers op dit punt hebben gezegd. Ik wil wel een klein lichtpuntje aangeven bij dit staaltje van incon sequent beleid van de staatssecretaris. Voor zover onze inlichtingen strekken omvat deze conHngentering niet de zogenaamde verruimde subsidieregeling voor een- en tweepersoonshuishoudingen. Is dit juist? Zo ja, mocht deze beslissing onverhoopt gehandhaafd worden, denkt het college dan in te spelen op deze mogelijkheid om buiten deze contingentering om toch gesubsidieerde bouw in de sector voor een- en tweepersoonshuishoudens te stimuleren? Het beleid in Leeuwarden kan dan vooruitstrevend worden genoemd De heer Rijpma (weth.): Ik hoef hier niet zo lang over te spreker.. Het heefi het college op zijn minst verbaasd dat er op zo'n onverwacht moment een zodanige aanwijzing komt als er gekomen is, na de onderhandelingen die met een van de hoogste ambtenaren van het ministerie zijn gevoerd over het bestemmingsplan Camminghaburen, de woningbouwproductie, het percentage woningen in de ge subsidieerde sfeer, het groeipoolargument, nee zelfs de mogelijkheid om groeistadfaciliteiten te krij gen. Het lijkt ons geen goede vorm van bestuur om op zulk een abrupte wijze in te grijpen in het be stuur van een gemeente. Ik denk dan ook niet dat het college moeite zal hebben met de ingediende motie, integendeel, het college zou de motie zelfs toejuichen. Ondergetekende doet dit althans zon der meer. Er is een brief, gedateerd 18 april 1979, over de bouw van woningen voor een- en tweepersoons huishoudens. In deze brief staat: "U kunt er derhalve voorshands van uitgaan dat uw programma is goedgekeurd. Ik merk hierbij echter op dat het ook mede gezien de beperkte middelen die mij ter be schikking staan de bedoeling is om per 1 juli te komen tot een nadere besluitvorming op basis van de voortgang. Voorts merk ik op dat voor ten hoogste 5.400 eenheden en kleine woningen op grond van bedoelde beschikking leningen op voet van de Woningwet beschikbaar zijn. Ik ben echter van mening dat dit voorshands nog geen reden behoeft te vormen tot het aangeven van beperkingen ten aanzien van uw initiatieven. Het is dus wel weer een brief met voorbehouden omkleed. Ten minste twee keer komt het woord "voorshands" erin voor. Wij zijn bezig een aantal plannetjes in de molen te brengen. Het ene plan is wat verder gevorderd dan het andere. Wij hopen dat wij in ieder geval niet op de vin gers getikt behoeven te worden wat de datum betreft. De Voorzitter: Ik constateer dat er geen behoefte aan een tweede instantie is. In de motie zitten een paar punten die formeel gezien wat dubieus zijn. Nu zijn er twee mogelijkheden: de raad mach tigt het college om de redactie op enkele dubieuze punten te verbeteren of de raad verlangt te ver nemen om welke punten het gaat en dan moet ik ze noemen. Machtigt de raad het college om datgene wat niet al te juist is bij te schaven? Het gaat niet om principiële punten. (De heer Van den Eist: Ik ga ermee akkoord dat het college wordt gemachtigd tot het aanbrengen van enkele wijziginger in de redactie van de motie.) De motie van de heer Van den Eist, mevrouw De Jong, de heer Miedema, de heer Schaafsma en mevrouw Van der Werf wordt met algemene stemmen aangenomen met inachtneming van de door de raad aan het college verleende machtiging om enkele redactionele wijzigingen aan te brengen. Punt 19 (bijlage no. 156). De heer Ten Hoeve: Mijn fractie gaat graag akkoord met dit voorstel tot verbetering van de woon omgeving Achter de Grote Kerk. ik heb toch nog wat vragen. Op de ter inzage gelegde tekening is te zien dat de werken, die het college nu voorstelt uit te voeren, alleen betrekking hebber: op de nieuwe panden die op het ogenblik worden afgebouwd. In dit gebied, omsloten door Bredeplaats, Nieu- weburen, Monnikemuurstraat en Achter de Grote Kerk, ligt nog een veel groter terrein. Op dit terrein is het momenteel "een grote bende". Er lopen ratten rond, kinderen spelen met ratten en bovendien wor den in huizen, die gemeente-eigendom zijn, activiteiten ontplooid die het hoofd van de politie nooit goed kan keuren. Ik zou daarom willen vragen of wij niet wat verder kunnen gaan en of er zeer snel een raadsbrief kan komen. Wat ik nu ga zeggen baseer ik op uitlatingen van wethouder Rijpma. Hij heeft gezegd dat wij één pand achter de Grote Kerk toch niet krijgen. De rest zal dan wel afgebroken moeten worden. Ik zou erop willen aandringen dat dit dan snel gebeurt en dat dit gebied, waar op het ogenblik echt vervelende dingen aan de hand zijn, helemaal wordt opgeschoond.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 10