8 Sub O. Het beroepschrift wordt in handen van de Commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge de Bouwverordening gesteld om advies. De Voorzitter: Alvorens het volgende punt in behandeling te geven, wil ik de heer Van der Veen, als voorzitter van de Commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge de Bouwverordening, hartelijk welkom heten. De heer Van der Veen is hier vanavond aanwezig in verband met de behan deling van de punten 3 en 4. Punt 3 (bijlage no. 171). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het advies van de Commissie van advies inzake beroep schriften ingevolge de Bouwverordening. Punt 4 (bijlage no. 170) De heer Janssen: Uit de raadsbrief blijkt dat één lid van de beroepscommissie ingevolge de Bouw verordening ertegen was om dit advies uit te brengen. Uit het feit dat ik het woord heb gevraagd zult u kunnen begrijpen dat ik dat betreffende lid ben. (De Voorzitter: Mag ik u even interrumperen? U gaat, naar ik aanneem, een stemverklaring afleggen.) Inderdaad. (De Voorzitter: Ik zou er anders wat moeite mee hebben dat u als lid van de commissie hier in de raadIn de vergadering van de commissie heb ik mij tegen her uit te brengen advies verklaard en ik wil de raad graag op een ander spoor hebben. Ik weet niet of ik het recht daartoe heb. Mocht ik dat niet hebben, dan zal ik de vol gende keer het nog sterker uitspreken. (De Voorzitter: Ik neem aan dat de voorzitter van de commis sie straks duidelijk het meerderheidsstandpunt zal gaan verdedigen. Daar vertrouw ik nu op.) Hoewel het aanbrengen van een luifel boven de deur van de woning Prinsessenweg 81 een kleine ingreep lijkt, heeft het aanzien van de gevelwand volgens mij ernstig te lijden. Deze luifel bestaat uit hardgroen plastic op een aluminium frame. De luifel zou beter passen boven de kassa van een ker misattractie dan aan een gevel in het Nijlan. Als de raad het advies van de meerderheid van de com missie overneemt, dan bestaat er alle kans dat meerdere mensen in het Nijlan op het onzalige idee komen om ook zo'n ding aan te brengen. Dat zou de wijk grondig gaan bederven. Ik zou dit jammer vinden en daarom wil ik mijn mede-raadsleden vragen tegen dit advies van de commissie te stemmen. De heer Van der Veen: De raad heeft naar ik aanneem de stukken gezien en dus ook dat de heer Janssen een andere opvatting heeft dan alle andere leden van de commissie. Het standpunt van de meerderheid van de commissie was dat het aanbrengen van de luifel op zichzelf een zinvolle bezig heid was in de situatie waarin de persoon die de luifel heeft aangebracht verkeerde. De meerderheid vond dat het esthetisch aspect in de gegeven omstandigheden niet zo zwaarwegend was dat het parti culier belang daarvoor zou moeten wijken. Uit de aard der zaak is dat een subjectief oordeel. Smaken verschillen nu eenmaal. De heer Janssen denkt er anders over dan de andere leden, maar ik hoop dat de gemeenteraad het advies van de commissie wil volgen. De heer Rijpma (weth.): Ik ben het van harte eens met wat de heer Janssen heeft gezegd. Ik meen dat het hier om een onaanvaardbare aantasting gaat en dat voor analoge gevallen de gevolgen duide lijk zullen zijn. Ik zal dan ook tegen dit voorstel stemmen. Het advies van de Commissie van advies inzake beroepschriften ingevolge de Bouwverordening wordt bij handopsteken verworpen met 20 tegen 14 stemmen. De Voorzitter: Wij bedanken de voorzitter van de adviescommissie voor zijn toelichting. De heer Van der Veen verlaat hierna de vergadering. Punten 5 en 6 (bijlagen nos. 181 en 182). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. 9 Punt 7 (bijlage no. 143) De heer Van den Eist: Ik zal de discussies die in de beide commissies zijn gevoerd niet nog eens naar voren halen. Er zijn een paar zaken die ik u toch nog even onder de aandacht wil brengen. Mijn fractie gaat weliswaar akkoord met dit voorstel, zij het met pijn in het hart. Wat is namelijk het ge val? De grote haast die in 1970 volgens het college geboden was om toe te treden tot het CE VAN - het Centrum voor Automatisering Noord-Nederland - noopt nu tot een andere opstelling dan des tijds. Indertijd waren de argumenten van het college om snel toe te treden de volgende. Het college vond dat wij snel moesten toetreden, want dan hadden wij via een zetel in het dagelijks bestuur een kans om onze invloed zodanig aan te wenden dat wij vanaf het eerste moment in de kennis konden participeren en dat een en ander zich ontwikkelde in een richting die ons aanstond. Sinds 1970 is er het een en ander veranderd. Ik hoef dit niet uitgebreid te memoreren. Mijn fractie en, gehoord de discussies in de beide commissies, eigenlijk de hele raad staan op het standpunt dat wij eigenlijk toe zouden moeten naar een Centrum voor Automatisering Noord-Nederland, dat je zou kunnen betitelen als een soft-warehouse. Het zou een bureau moeten zijn waarin de deskundigheid op het gebied van de automatisering ten behoeve van de gemeenten is gebundeld. Indien van een zekere gemeente het verzoek binnenkomt om bepaalde dingen te automatiseren, dan zou die deskundigheid naar die gemeen te moeten worden geleid. De apparatuur biedt tegenwoordig deze mogelijkheid en zal het binnen niet al te lange tijd nog beter mogelijk maken om tot een decentrale opstelling van de apparatuur over te gaan. Wanneer wij de stand van zaken op technisch gebied in ogenschouw nemen, dan betekent dit naar mijn gevoel dat wij wat de apparatuur betreft de tweede keus doen. Bij het lezen van het colle geprogramma heb ik mij de gedachte verstout dat op termijn het CEVAN, zoals het nu werkt met ons aller goedvinden, in strijd komt met ons eigen collegeprogramma. In dit programma staat immers dat geen arbeidsplaatsen verloren mogen gaan ten gevolge van automatiseringsactiviteiten. Dit is een uit leg die misschien niet door een ieder wordt gedeeld, maar ik zal een en ander toelichten. Het feit dat wij als raad deze keuze doen, betekent dat door ons zelf geen apparatuur wordt aan geschaft tegen hoogstwaarschijnlijk een veel lagere prijs dan wat nu op grond van een wettelijke re geling verplicht is, namelijk het gebruikmaken van het systeem dat het CEVAN biedt plus aanhangen de apparatuur. Het betekent ook dat door de gemeente geen extra operators en andere personeelsleden in dienst zullen worden genomen, omdat die al in Groningen zitten. Het lijkt mij dat de raad de aan drang, die in 1970 vanuit het college bij toetreding tot het CEVAN op de raad is uitgeoefend om snel ja te zeggen en een zetel in het dagelijks bestuur te accepteren, terug moet "ketsen". De raad moet tegen het college zeggen dat wij zeer snel weer een zetel in het dagelijks bestuur van het CEVAN moeten krijgen, dat ervoor gezorgd moet worden dat de zo gewenste ombouw van centrum voor auto matisering plaatsvindt in de richting van een soft-warehouse en dat de decentralisatie wat de appa ratuur betreft ook hier kan plaatsvinden. en ander punt is dat in het beleidsplan wordt aangekondigd dat nog dit jaar een automatiserings plan zal worden uitgebracht door het college. Ik denk dat het des te meer nodig is om hier spoed bij te betrachten, nu het CEVAN ook bezig is een beleidsplan voor de korte en de lange termijn te ont wikkelen. Het lijkt mij een goede zaak dat wij eerst op gemeentelijk niveau met gemeenten van de zelfde of nagenoeg dezelfde grootte - dat zijn er niet zoveel in het Noorden - overleg plegen over de vraag wat wij de meest gewenste ontwikkeling op dat gebied vinden, opdat de koerswijziging zo snel mogelijk kan plaatsvinden. Verder heb ik nog een detai I-opmerking bij dit voorstel. In de vakliteratuur wordt gezegd dat bij mensen die langdurig met het beeldscherm werken soms vermoeidheidsverschijnselen optreden. Dit uit zich door klachten over hoofdpijn maar ook door verder ondefinieerbare klachten. De ervaring bij diverse bedrijven waar met dit soort schermen wordt gewerkt, leert dit. Deze klachten vinden waarschijnlijk hun oorsprong in het opflikkeren van het beeld en in een bepaalde intensiteit van wer ken. Er zijn filters en schermen in de handel die bedoeld zijn om deze klachten te voorkomen. Ik wil bet college vragen om zorgvuldig aandacht aan dit facet te schenken, opdat de mensen, die ermee moeten werken en voor wie een en ander toch al een omschakeling betekent, er niet ook nog eens ziek van worden. Overigens gaan wij akkoord met het voorstel *.en punt in meer algemene zin is dat ten opzichte van het eerste voorstel de tarieven al weer be hoorlijk zijn gestegen. Dat vervult mijn fractie toch wel met zorg. Kan niet een meerjarig contract worden gesloten tegen een geïndexeerde prijs? De prijsstijgingen aan het automatiseringsfront zijn wat de contributie betreft niet onaanzienlijk. De algemene contributie per inwoner is volgens mij laatstelijk verhoogd van 3,5 cent naar 31 cent. De gewone tarieven voor gebruik van verschillende deelsystemen laten allemaal prijsstijgingen zien van tussen de 10% en 30%. Naar mijn mening moe ten wij dit meer dan nauwlettend volgen, om als raad niet voor onaangename consequenties te wor den geplaatst.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 5