28 weer uit te stellen. Men merkt het in commissies en wij kunnen het er dan ook niet mee eens zijn dat afgeweken wordt van het aangenomen plan, waarin duidelijke faseringen en bedragen worden genoemd. De trein moet gewoon doorgaan, wij moeten de moed hebben om onze eigen beslissingen eens een keer uit te voeren De heer Eijgelaar (weth.): Ik ben het uiteraard met de heer Miedema eens dat wij de verkeerspro blematiek niet groter moeten maken dan die nu al is. Het aanleggen van deze verkeerslus gaat ons een 25- tot 30-tal parkeerplaatsen kosten. Ik meen dat wij ons dat op dit moment beslist niet kunnen permitteren. Ik ben derhalve van mening dat deze maatregel moet worden uitgesteld tot na de realisering van de parkeerkelder. De motie van de heren Miedema en Heere wordt bij handopsteken verworpen met 21 tegen 15 stem- men Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 23 (bijlage no. 217). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 29 (bijlage no. 221). De heer Ten Hoeve: Wij gaan graag akkoord met dit voorstel. Het is niet een goedkoop maar wel een mooi plan. Het gaat hier om een bijzonder kwetsbaar gebied van onze binnenstad en het is goed dat daar snel wat gaat gebeuren. In dat kader heb ik nog een paar vragen. Op de top van de terp heb ben twee particulieren panden gekocht, die zij op het ogenblik aan het restaureren zijn. Wij nemen nu eigenlijk het besluit tot restauratie van de panden van de Handelsdrukkerij. Deze panden bevinden zich tussen de particuliere huizen in. Verder is er nog een gemeentepand. Hoe snel kan dit pand wor den aangepakt? Wat staat het college daarbij precies voor ogen? Wanneer het hele gebied wordt aan gepakt, dan zou een en anders immers mee moeten lopen in de procedure. Dat geldt ook voor het pond waar vroeger Extase in zat en voor het pand waar de voormalige boekhandel van Zondervan in geves tigd was. Deze panden bevinden z>ich tegenover de drukkerij. Door het Woningbedrijf zijn rehabilita tieplannen voor de panden gemaakt. Hoe ver staat het met die plannen? Kan die zaak ook los? Mijn laatste vraag is deze. Het college zegt voor het op de hoek van het Schoenmakersperk en de Pijlsteeg op te richten gebouw graag het recht van voet- en kruipad over het binnenterrein te willen hebben. Is het ook mogelijk om de panden die ik zonet heb genoemd - het pand dat in het bezit van de gemeente is en de panden die daar gerestaureerd weden (het Wapen van Jeruzalem en het daar naast gelegen pand) - ook het recht van voet- en kruipad op dat binnenterrein te geven? De heer Rijpma (weth.): B. en w. hebben mede op advies van de Commissie voor het Woningbe drijf de procedure in gang gezet om te komen tot publieke verkoop van het pand Grote Kerkstraat 67. Deze procedure is nog niet helemaal afgerond, omdat eerst vast moest staan hoe de erfbegrenzingen eruit zouden zien. Verder moest bekeken worden welke andere voorwaarden er eventueel aan de pu blieke verkoop moesten worden gesteld. Ik neem aan dat, nu het plan voor de Handelsdrukkerij voor u ligt, dit ook afgewikkeld kan worden. Vervolgens iets over de panden die tegenover de Handelsdrukkerij liggen. Morgen zal aan de Commissie voor Openbare Werken worden voorgesteld een aannemer te zoeken die deze bestekklare plannen zal kunnen uitvoeren. Over drie weken zult u een voorstel krijgen over de verdere voortgang en procedure van de werkzaamheden aan de Keimpemastins en de huizen aan weerszijden daarvan. Het begin van de werkzaamheden in dit gedeelte van de Grote Kerkstraat is er dus duidelijk. Dan het recht van voet- en kruipad. Ik kan mij voorstellen dat nog bekeken moet worden in hoe verre de eigenaars van de andere panden er belang bij kunnen hebben dat hun panden eventueel op de open ruimte worden aangesloten. Ik denk ook dat dit ten aanzien van pand no. 67 in de verkoopvoor waarden zal moeten worden opgenomen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. 29 Punt 30 (bijlage no. 219) De Voorzitter: In de tweede alinea van deze raadsbrief staat het woord "gevaarlijk". Dit moet zijn: "ongevaarlijk". Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 31 t.e.m. 34 (bijlagen nos. 204, 203, 223 en 206). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b, en w. De Voorzitter schorst, om 22.55 uur, de vergadering voor de tweede pauze. De Voorzitter heropent, om 23.30 uur, de vergadering. De Voorzitter: Ik stel voor de behandeling van de punten 17 en 17a voort te zetten. Helaas is de heer Buising, voor dit punt de woordvoerder van de Partij van de Arbeid, nog niet aanwezig. Dit geeft mij de gelegenheid om in verband met de tijd voor te stellen punt 18 op de agenda van de vol gende raadsvergadering te zetten. Het punt zal dan vooraan op de agenda worden gezet, opdat wij op tijd met de behandeling ervan kunnen beginnen. Kunt u daarmee instemmen? De heer Ten Hoeve: Ik wil hier bezwaar tegen maken. In de diverse commissies heb ik bezwaar gemaakt tegen de procedure die bii dit voorstel is gevolgd. Er is toen steeds benadrukt dat in verband met de tervisielegging (De Voorzitter: Om geen tijd te verliezen, interrumpeer ik u maar even. Als wij nog voor twaalf uur aan de behandeling van punt 18 toekomen, dan gaan wij daarmee door. Lukt dat niet, dan moeten wij stemmen over de vraag of wij wel of niet na twaalf uur doorgaan met de be handeling van de agenda. De heer Buising is inmiddels weer verschenen en dus kunnen wij doorgaan met de behandeling van de punten 17 en 17a.) Punten 17 en 17a. (vervolg) De heer Buising: Wij hebben in de pauze als fractie beraad over dit punt gevoerd. Ik begin met een reactie op hetgeen de voorzitter in antwoord op de opmerkingen en vragen van de raadsleden heeft gezegd. Ik zal niet meer ingaan op de procedure tot aankoop van de kazerne, omdat dit in wezen al lemaal achteraf praten is. Waar wij nu voor staan is een zinvolle bestemming voor de kazerne proberen te vinden. Dit kan pas gebeuren als wij besluiten de kazerne aan te kopen. Zoals ik in eerste instantie al heb gezegd, wij zijn dat inderdaad van plan. Wij tillen wel zwaar aan de opmerkingen die wethouder Rijpma heeft gemaakt in antwoord op onder andere mijn vraag over de mogelijkheden die er zijn ten aanzien van het voorzien in de woningbehoefte van de categorie een- en tweepersoonshuishoudens. De wethouder noemde min of meer "uit het losse handje" een aantal mogelijkheden die op kortere of langere termijn de raad zul len bereiken. Wij hebben op dit'moment echter de indruk dat ten aanzien van veel dingen die hij opsomde de nodige onzekerheden en vaagheden bestaan. Ik bedoel dit helemaal niet als een verwijt aan het college, maar wij veronderstellen dat een en ander niet allemaal even vlot zal verlopen als iedereen in deze raad hoopt. Daarom blijf ik in grote trekken bij wat ik in eerste instantie heb gezegd. Ik heb het college een aantal vragen voorgelegd. Een gedeelte daarvan is beantwoord, een an der gedeelte is niet op een bevredigende manier beantwoord en derhalve doe ik het college namens een meerderheid van onze fractie een motie toekomen, die als volgt luidt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 14 mei 1979, overwegende dat voor het nemen van een verantwoorde beslissing inzake de bestemming van de Prins Frederikkazerne - nadat deze eigendom van de gemeente zal zijn geworden - op dit moment de nodige argumentatie ontbreekt; dat het daardoor niet mogelijk is om de zo noodzakelijke afweging te betrachten tussen een bestemming tot kantoorruimte en een woonbestemming dan wel een combinatie daarvan, draagt het college op 1. een algemeen onderzoek te doen instellen, dat zowel de financiële als de sociaal-maatschappelijke aspecten omvat van de bestemmingen die aan de kazerne kunnen worden gegeven, te weten 1. wo nen; 2. wonen/kantoren; 3. kantoren. 2. in afwachting van het bovenstaande (aan de raad voor te stellen) punt V van het ontwerp-besluit bij bijlage no. 225 te schrappen. De motie is mede-ondertekend door de heer Meijerhof.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 15