30 De hear Miedema: It si I jo net frjemd foarkomme dat wy, nei't itjinge wy yn earste ynstansje sein hawwe, gjin bihoefte oan dizze moasje hawwe. De heer De Beer: Na de beantwoording van de voorzitter en wethouder Eijgelaar is mijn fractie van mening dat de kazerne de bestemming kantoren moet krijgen. Dat wil voor ons echter nog niet zeggen dat nu ook al beslist moet worden dat de Dienst Stadsontwikkeling en de Gemeentelijke Sociale Dienst in de kazerne moeten worden gehuisvest. Ik vermoed dat wij hierover later nog geïnformeerd zullen worden. Dit impliceert dus dat wij de motie van de Partij van de Arbeid niet zullen steunen. Mevrouw Van der Werf: Door de voorzitter en door de wethouder zijn enkele argumenten tegen een woonbestemming van de kazerne genoemd. Met name de voorzitter heeft als argument genoemd dat er op lange termijn een ongewenste situatie zal ontstaan met betrekking tot het wonen in de ka zerne. Dit argument is al eerder genoemd. Wij mochten zelf invullen waarom dit argument gebruikt werd. Ik had daarentegen juist gevraagd om een argumentatie van het college voor het innemen van een dergelijk standpunt. Wethouder Eijgelaar zei dat de kazerne een ghetto zou worden en dat de differentiatie daaraan niets zou veranderen. Hij veronderstelde dat de wooneenheden in de kazerne leeg zouden lopen en noemde daarbij als voorbeeld de split-levels en de maisonnettes in de buitenwijken. Volgens de wet houder zijn er een aantal redenen te noemen waardoor ghettovorming zich zou voordoen. Een eerste reden is het gebouw zelf. Wij zijn van mening dat men door middel van doorbraken in het gebouw een oplossing kan vinden. Ondanks het feit dat het gebouw een monument is, behoren dergelijke door braken beslist niet tot de onmogelijkheden. Volgens het rapport van de Stichting Sociale Woningbouw Prins Frederikkazerne is de mogelijkheid tot het realiseren van doorbraken uit overleg met de Rijks dienst Monumentenzorg gebleken. Verder is er nog een mogelijkheid om door het treffen van voorzie- ningon in de omgeving van de kazerne een aansluiting van de kazerne met bij voorbeeld de woningen die in het gebied rond de Bonifatiuskerk zullen worden gebouwd te verkrijgen. In het rapport is ge wezen op de mogelijkheid om wandelpaden en groenvoorzieningen aan te leggen, waarvan een ge meenschappelijk gebruik kan worden gemaakt. Bovendien kan een gedeelte van de kazerne bestemd worden voor culturele doeleinden. Ook andere mensen dan de bewoners van de kazerne kunnen in dat geval van deze voorzieningen gebruik maken, waardoor een integratie kan ontstaan. In dit verband heb ik in mijn eerste instantie onder meer het argument van een goed toewijzingsbeleid genoemd. Erg be- langrijk is nog dat begrippen als "ghettovorming" of "ongewenste woonsituaties" erg subjectieve be grippen zijn. Misschien zal de kazerne bewoond worden door mensen die een bepaalde stijl van leven hebben en die niet in een eengezinswoning in een buitenwijk willen wonen. So what? Dat hoeft he lemaal niet te betekenen dat daardoor een ongewenste situatie zou ontstaan. Een dergelijke levens stijl beantwoordt hoogstens niet aan het doorsnee patroon. Het college vreest dat de kazerne over tien jaar leeg zal staan. Ik vraag mij af of dit wel zal ge beuren, want uit het onderzoek van de stuurgroep een- en tweepersoonshuishoudens is gebleken dat er nogal veel animo om in de binnenstad te wonen bestaat bij de groep waar het hier om gaat. Mocht de kazerne over tien ,aar toch leeg komen te staan, dan moeten wij op dat moment een andere bestem ming voor het gebouw gaan zoeken. Wethouder Rijpma heeft enkele projecten genoemd die op korte termijn verwezenlijkt zullen wor den. De meeste daarvan worden gerealiseerd in de nieuwbouwwijken. Ik heb zojuist al gezegd dat bij de groep waar het hier om gaat veel belangstelling bestaat voor wonen in de binnenstad. Misschien is dat ook een reden voor het niet erg in trek zijn van de maisonnettes en de split-levels. Deze wonin gen liggen nu niet direct op de meest ideale plaatsen. Bovendien zullen de woningen van de door de wethouder genoemde projecten in de sociale sfeer terechtkomen. Ik denk dat dit zal betekenen dat er toch nog vrij hoge huren betaald moeten worden. Wij hebben daar wel voorbeelden van. Voor deze woningen zal dan de individuele huursubsidieregeling worden toegepast. Deze regeling is juist voor alleenstaanden - de categorie die in deze woningen gehuisvest moet worden - nu niet direct de meest ideale subsidieregeling. In de Nota Woningbouwbeleid wordt gesteld dat 50% van de nieuw te bouwen woningen in de Schil bestemd zal zijn voor deze categorie. In de vorige raadsvergadering is al gebleken dat de wijken daartegen bezwaren aanvoeren. Het zal dus niet allemaal zo gemakkelijk gaan. Bovendien zal het bouwen voor deze categorie ook in andere delen van de binnenstad niet ge makkelijk gaan. Als men voor de verruimde subsidieregeling in aanmerking wil komen, dan zullen de stichtingskosten beneden een bepaald bedrag moeten blijven. In de binnenstad zijn de verwervingskos ten en ook de bouwkosten relatief erg hoog en dus wordt het erg moeilijk om beneden dat bepaalde be drag te blijven - Naar aanleiding van onze motie heeft de voorzitter opgemerkt dat aan de kazerne een woonbe 31 stemming moet worden gegeven, als men besluit tot een haalbaarheidsonderzoek naar wonen in de ka zerne en als blijkt dat deze bestemming mogelijk is. Wij hebben onze motie zo opgesteld dat wij de prioriteit bij wonen in de kazerne hebben gelegd, wat dan onderbouwd moet worden door het haalbaar heidsonderzoek. Wij handhaven de motie dan ook. Mocht de motie niet worden aangenomen, dan zul len wij in ieder geval de motie van de PvdA steunen. Vervolgens iets over een eventuele kantoorbestemming van de kazerne. Er zijn argumenten voor deze bestemming genoemd, maar wij blijven vinden dat er te wein.g gegevens zijn. Verder wordt ge steld dat de GSD niet gesplitst kan worden. Ik zou dat niet zonder meer willen aannemen. Ik zou eerst weieens willen weten om wat voor functies het dan gaat, zodat wij zelf kunnen beoordelen of er al dan niet een aantal functies uit elkaar kan worden gehaald. Er is ook niet gezegd om welke huisvestings nood van de GSD en om welke oppervlakte het precies gaat. Er wordt gezegd dat de kazerne "waa - schijnlijk" vol zal komen bij een kantoorbestemming. De kazerne heeft een oppervlakte van 11 150 m2 Er moet dus nogal wat in dat gebouw gehuisvest worden, wil het vol raken. Huisvesting van de DSO in de kazerne is duurder dan nieuwbouw. Voor ons is dit een argument te meer voor de bestemming wonen. Er is gezegd dat dit het offer is dat wij voor dit gebouw als monument moeten brengen. Het beste offer dat men kan brengen is volgens mij de woonbestemming, want de ka zerne is altijd bestemd geweest voor een bijzondere woonvorm. Laat het duidelijk zijn dat wij een woonbestemming voor de kazerne niet zien als een offer, maar als een politieke keuze. Mevrouw De Jong: Na de antwoorden van het college heb ik geen reden k innen vinden om op mijn eerder genomen standpunt terug te komen. Ook ik stel een woonbestemming voor de kazerne voorop. Ik zal van harte de motie van PAL ondersteunen. Mocht deze motie het niet halen, dan zal ik voor de motie van de PvdA stemmen. De Voorzitter: Over de aankoop van de kazerne zijn geen vragen meer gesteld. Ik zou van mijn kant alleen nog het volgende willen zeggen. Als aan de kazerne de bestemming kantoren wordt ge geven, dan zijn wij van mening dat in ieder geval de DSO in dit gebouw moet worden gehuisvest. Wij hebben de GSD in dit verband genoemd als een mogelijkheid. Volgens ons voorstel doet de raad echter in geen enkel opzicht een uitspraak over de vraag welke kantoorvestiging er in cle kazerne komt. Dat zou ook niet reëel zijn, daarvoor is het te weinig onderzocht. Het college komt daarover met na dere voorstellen. De raad kan daar dus te zijner tijd over beslissen. Dit wilde ik voor alle duidelijk heid nog even zeggen. De heer Eijgelaar (weth.): Ik heb in eerste instantie duidelijk gezegd wat de overwegingen van het college zijn om niet tot een woonbestemming voor de kazerne over te gaan. Mevrouw Van der Werf heeft daar een andere mening tegenover gezet. Ik meen dat het weinig zinvol is om daar nu nog langer over te discussiëren. De Voorzitter: Ik breng allereerst in stemming de motie van PAL, die neerkomt op het verzoek om de kazerne de bestemming wonen te geven. Daarna breng ik de motie van de PvdA in stemming. De motie van mevrouw Van der Werf en de heer Van der Wal wordt bij handopsteken verworpen met 33 tegen 3 stemmen. De motie van de heren Buising en Meijerhof wordt bij handopsteken verworpen met 22 tegen 14 stemmen De heer Van der Wal: Onze fractie wenst de aantekening tegen dit voorstel te hebben gestemd. Mevrouw De Jong: Ook ik wens te worden geacht tegen dit voorstel te hebben gestemd. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de dames J. de Jong en J. van der Werf en de heer P. D. van der Wal wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd. De hear Miedema: Ik haw in foorstel fan oarder. It is likernoch tsien minuten foar tclven. Punt 18 moat in protte oer praet wurde en ik soe graech wol Ie dat wy it foorstel fan de foarsitter oernimme troch dit agendapunt of to fieren. Ik wol leafst net nei tolven forgaderje. It hat gjin sin om, wylst wy noch mar tsien minuten hawwe foar tolve ure, noch mei de bihanneling fan sa'n wichtich punt to bigjinnen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 16