34
de gemeenten? Nimmen hoecht bang to wezen dat troch dlzze maetregel de tariven heger wurde sil-
le, hwant dy wurde sintrael fêststeld. De winst fan Frigas giet nei de gemeenten en dy krije dan hwat
minder fan dy winst. Ik leau net dat wy dêrom de pre-pensionearring ofwize meije. Dat argumint
wurdt fan it kolleezje trouwens ek net neamd. In oar argumint is de wurkgelegenheit. As it nou yn-
giet, komme der direkt al sawn arbeidsplakken frij. Dêrmei wurde sawn minsken, mooglik mei harren
hüshaldingen, bliid makke en it kin sa'n oardeheal ton oan ütkearingen yn it jier bisparje. Yn Jero-
peeske bigrippen is dat fansels mar in bytsje, mar alle bytsjes helpe.
Gearfetsjend, in great part fan myn fraksje hat gjin muoite mei in romme ynterpretaesje fan it bi-
langjende artikel. Ik hear der seis ek by. Ik haw in foorstel dat troch de hear Visser en my tekene is.
Wy wolle graech dat de ried him hjiroer utsprekt. De ynhald fan it foorstel is:
"De ried fan de gemeente Ljouwert, yn gearkomste byien op 5 juny 1979, op birie de bylage nu.
249 fan 23 maeije 1979, fan bitinken dat artikel 31lid 2, fan it karbrief fan de NV Frigas gjin bi-
lemmering hoecht to wezen om ta in eardere pensionearring fan personiel oer to gean, bislüt mei it
ütstel fan de Ried fan Kommissarissen fan de NV Frigas mei to stimmen en in eardere pensionearring
mooglik to meitsjen, lyk as yn it brief fan Frigas NV fan 7 maeije 1979 ütsteld wurdt.
Ik hie yn earsten yn de tekst fan de moasje set dat eardere pensionearring mei yngong fan 1 july
1979 yngean moatte soe. Ik haw letter bigrepen dat dit miskien juridyske swierrichheden moetsje kin.
De bidoeling fan de moasje is wol dat dizze maetregel sa mooglik op 1 july yngean moat, mar binne
der bipaelde biswieren tsjin, dan mei it ek in oare datum wêze. Leafst wol op hiel koarte termyn. Wy
hoopje dat in rejale mearheit fan de ried him hjirmei forienigje kin en dat it stanpunt fan de ried yn
dit gefal omkeard evenredich is oan it stanpunt fan it kolleezje. (De Foarsitter: Dan soe mar ien rieds-
lid tsjin jou foorstel wêze moatte.)
De heer Bijkersma: Vervroegde pensionering is een zaak die vandaag de dag velen bezighoudt. Zo
wel in het bedrijfsleven als in het ambtelijk apparaat is het een gebeuren geworden, waarover velen
hun mening hebben. Hoewel de benadering vanuit verschillende invalshoeken geschiedt, is het een
zaak die door de meesten ais positief wordt ervaren. Naar mijn mening is men het er wel gezamenlijk
over eens dat vervroegde pensionering over niet al te lange tijd voor velen gerealiseerd zal zijn, ai
zal de invoering van deze maatregel niet overal op hetzelfde moment kunnen gebeuren. De aarzelin
gen die nog bestaan, liggen veelal op het terrein van de financiën. Daar, waar de consequenties goed
zijn te overzien, is een vervroegde pensionering vaak een feit geworden. Los van deze laatste consta
tering, mag men ook opmerken dat bedrijven en instellingen, die een vervroegde pensionering hebben
doorgevoerd, een voortrekkersfunctie vervullen in dit gebeuren. Dit als een enkele algemene opmer
king.
Ik ga nu over op de behandeling van de raadsbrief over vervroegde pensionering bij de NV Frigas.
Ik moet u zeggen dat wij om verschillende redenen toch enige moeite met deze raadsbrief hebben. Een
eerste bezwaar is van gevoelsmatige aard. Men vraagt zich intuïtief af wat men eigenlijk wil. In de
raadsbrief worden een aantal meningen genoemd, die naar mijn gevoel tot een negatief oordeel moeten
leiden. De eindconclusie van het college, neergelegd in de laatste zin van de raadsbrief, luidt echter
ineens heel anders. In deze conclusie gaat het college mee met de opvattingen van wethouder Eijge-
laar. Ik zie dat u schrikt, maar letterlijk staat het er zo. Of moet ik dit soms zien als een zogenaamde
Freudiaanse vergissing? In uw hart bent u voor vervroegde pensionering bij de NV Frigas, maar het
lukt u niet om over bepaalde grenzen heen te stappen.
Daarnaast heb ik de indruk gekregen dat de afweging van de positie van het Frigas-personeel tegen de
positie van het gemeentepersoneel steeds een centrale plaats heeft gehad. Deze gewichtsverdeling was
naar onze mening niet juist. Weliswaar dient u de belangen van het gemeentepersoneel te bewaken,
maar zo centraal als u het nu stelt lijkt mij overdreven. In de eerste plaats gaat het hier om het besturen
van een NV. Indertijd is wel degelijk bewust gekozen voor de NV-vorm. De discussies in de toenmalige
iraaa bevestigen dit. Men had een slagvaardig beleid voor ogen bij de NV Frigas, wat die slagvaardig
heid ook moge inhouden. Als u dan elders stelt dat dit zomaar "toevallig" is geweest, dan vind ik dit
zeer gebrekkig geformuleerd. Men is toen heus niet over één nacht ijs gegaan.
Ergo, vervroegde pensionering past om meer dan één reden uitstekend in de gedachte van een slag
vaardig beleid. In mijn inleiding heb ik aangetoond hoe men in Nederland over vervroegde pensione
ring denkt. Het past daarom in het beleid van een gezonde NV om nu reeds in te spelen op dit tijds
gebeuren. Bovendien is aangetoond dat de financiële consequenties te overzien zijn. Ook aan die
voorwaarde is dus voldaan, waarbij ik de consequenties op het gebied van de werkverruiming buiten
beschouwing wil laten. Van een echte inkomensaantasting voor de aandeelhouders is geen sprake.
Meer dan uitvoerig gaat het college in op de afweging gemeentepersoneel/Frigas-personeelHet
college doet het voorkomen alsof de koppeling een bovengrens en een benedengrens heeft. Naar onze
35
mening is dat niet zo. De binding aan de gemeente Leeuwarden had tot doel het trekken van een wil
lekeurige benedengrens te voorkomen. Steeds werd in de discussies gesproken over het voorkomen van
een positieverslechtering. Het was duidelijk bedoeld als bescherming van het personeel dat uit het amb
telijk apparaat kwam en het was tevens een waarborg voor de verkregen pensioenrechten. Het was een
bodem in hun rechten en geensdeels een plafond. U vindt dit laatste ook nergens in de discussies terug.
Dat u het er nu in betrekt, vind ik dan ook onjuist. Wij vragen ons dan ook af of het college niet te
extreem heeft vastgehouden aan de bewaking der belangen van het personeel van het ambtelijk appa--
raat. Zeker, ik heb het reeds eerder gezegd, ook dit is een taak van het college. Het college behoort
dit echter niet te veel centraal te stellen. In deze hebt u volgens onze opvattingen te weinig gekeken
over de grenzen van het ambtelijk apparaat heen. U had de tijdgeest hierin meer moeten betrekken.
U mag daarin ook gerust betrekken dat het idee van pre-pensionering afkomstig is van het Frigas-per
soneel zelf.
Ik wil bovendien opmerken dat het hier helemaal niet gaat om aantasting van enig recht van amb
tenaren, laat staan dat hen tekort wordt gedaan. Nee, wellicht kunnen zij voordeel hebben bij een
algemeen aanvaarde regeling hieromtrent in het bedrijfsleven, waartoe ook Frigas behoort. Frigas kan
daarbij wellicht een voortrekkersfunctie vervullen. Uiteraard zijn wij van mening dat de detaillering
van de regeling zorgvuldig dient te geschieden en dat daaromtrent nog veel overleg en beraad dient
plaats te vinden.
Concluderend willen wij dan ook stellen dat vervroegde pensionering bij Frigas in de eerste plaats
past in het slagvaardig beleid van een moderne NV, ten tweede financieel overzichtelijk en aanvaard
baar is, ten derde in het geheel niet de positie van het gemeentepersoneel aantast, ten vierde past in
het huidige tijdsgebeuren omtrent vervroegde pensionering en ten vijfde wellicht een voortrekkersfunc
tie kan vervullen voor de realisering elders. Wij delen dan ook de mening van wethouder Eijgelaar,
zoals in de raadsbrief uiteengezet. Wij kunnen ons ook conformeren aan de motie van de heer Jansma.
Wij hadden zelf ook een motie gemaakt, maar inhoud en strekking daarvan waren gelijk aan de motie
van de heer Jansma. Wij zullen deze motie dus niet indienen maar de motie van de heer Jansma steu
nen.
Mevrouw Van der Werf: Met toenemende verbazing heb ik deze raadsbrief gelezen. In plaats van
blij te zijn over de mogelijkheden voor de oudere werknemers van de NV Frigas om bij het bereiken
van de 62-jarige leeftijd met ontslag te gaan, wringt de meerderheid van het college zich in allerlei
bochten om argumenten daartegen aan te dragen. Het enige argument dat enigszins hout snijdt, is dat
de werknemers van 62 jaar en ouder die ontslag nemen of krijgen, op basis van de wachtgeldregeling
worden doorbetaald en niet op basis van de pensioenregeling. Het kost dus tamelijk veel geld, maar
ook dit is voor onze fractie geen reden om tegen de voorgestelde regeling te zijn. Het is alleen maar
goed dat een dergelijke regeling tot stand kan worden gebracht. Het gewring begint al bij de inter
pretatie van artikel 31 lid 2, van de statuten van de NV Frigas. Wanneer in dat artikel gesteld wordt
dat de rechtspositieregelingen van het personeel van de gemeente Leeuwarden voor zover mogelijk van
overeenkomstige toepassing zijn, dan gaat het niet op om als achtergrond van die bepaling naar vo
ren te halen dat het ambtenaarschap in de zin van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds naast de
werknemers van de overheid alleen behoort toe te komen aan hen die daarmee feitelijk gelijk te stel
len zijn. De achtergrond is heel duidelijk dat mensen, bij overgang van de ene werkgever naar de
andere, er niet in rechtspositie op achteruit mochten gaan. Wanneer de NV Frigas het als werkgever
mogelijk acht de rechtspositie van haar werknemers te verbeteren, dan kan dit niet worden tegenge
gaan door te stellen dat dit nooit de bedoeling geweest kan zijn van een artikel in de statuten. Hoog
uit kan de meerderheid van het college stellen dat het haar bedoeling niet is, omdat het misschien
een precedentwerking zou kunnen hebben ten opzichte van de werknemers in andere nutsbedrijven,
met alle financiële gevolgen van dien voor de gemeente Leeuwarden.
De redenering dat alleen publiekrechtelijke lichamen aandeelhouder kunnen zijn en dat daarom
verschil in rechtspositie tussen werknemers van de NV Frigas en die publiekrechtelijke lichamen on
juist is, is een wat vreemde redenering. Voor het personeel van de NV Frigas kan een heel ander
rechtspositiereglement worden gehanteerd. Dat dit niet is gebeurd, heeft te maken met het feit dat
de werknemers van de NV Frigas voor de oprichting van dit bedrijf ambtenaar waren in dienst van
de diverse gemeenten. Met deze redenering van de meerderheid van het college wordt de zaak omge
draaid.
Ook het volgende argument is typisch. "Het komt ons eveneens onjuist voor dat voor het perso
neel van de NV Frigas enerzijds een binding is gelegd met gemeentelijke regelingen, terwijl ander
zijds een eigen gedragslijn zal worden gevolgd." De eigen gedragslijn van de NV Frigas betekent on
der andere het volgen van de gemeentelijke regelingen. De meerderheid van het college gaat hier een
onderscheid aanbrengen dat niet aangebracht kan worden.