6
7
de wethouder behandeld. De wethouder zegt in deze vergadering dat er weliswaar wat tegengas van
de commissie kwam, maar dat men over het algemeen vond dat het door moest gaan. De wethouder
maakt daarbij niet op behoorlijke wijze melding van de argumenten die in de Commissie voor het Grond
bedrijf zijn genoemd. (De Voorzitter: Hoe weet u dit allemaal?) Ik vermoed het. Ik ben zopas begon
nen met te zeggen "ik stel mij zo voor (De Voorzitter: Oh, juist.)
Zo wordt iets een raadsvoorstel. Wat is de voorgeschiedenis? Hoe moeten wij dit voorstel beoorde
len? Er ligt een tuinderij van pl.m. 2\ ha. Deze tuinderij is slechts gedeeltelijk in gebruik. Het bod
van de gemeente is 1.250.000, Ik vermoed dat dit bedrag, wanneer er een reële taxatie zou wor
den gemaakt, tot de helft zou zijn gereduceerd tot 600.000, Misschien zelfs nog lager, die mo
gelijkheid sluit ik helemaal niet uit. Ik heb het dan over een reële taxatie. U kunt dan vragen hoe ik
aan die 600.000, kom. Nu, dat is dan mijn taxatie en die is uitgebracht met de zogenaamde natte-
vinger-methodeIk wil echter wel opmerken dat de taxatie, door de directeur van het Grondbedrijf
gedaan, niet een betere is.
Wij betalen dus 6 ton te veel. Is dit te motiveren? De wijk heeft deze grond hard nodig en u hebt
de argumenten daarvoor al gehoord, toen ik zonet de gedachtengang van de wethouder schetste. Ik wil
u ook in herinnering roepen de discussie in Oldegalileën bij Blok Zwart. Er moest een aantal huizen
worden aangekocht voor verbetering van de woonomgeving. Het betrof kleine eigenaren met een eigen
woning. Na een lange discussie, waarin ook sociale aspecten aan de orde zijn geweest, werd besloten
dat een ieder zou krijgen waar hij recht op heeft, namelijk op de reële waarde van het eigendom. Een
rol speelde ook de overweging dat een rechtvaardig handelende overheid niet als Sinterklaas mag gaan
opereren. Het betreft dan gemeenschapsgeld en dat moet eerlijk worden beheerd.
Er is nog een ander, eveneens belangrijk, punt. Als de gemeente ertoe overgaat om te veel te bie
den, dan komt de gemeente bij een volgende onderhandeling in een onmogelijke positie te verkeren we
gens de voorbeeldwerking die deze aankoop zou hebben. Men kan dit vatten onder het woord "markt-
bederf Daarom kan ik u zeggen dat ik het voorstel van het college - het is een zwaar woord, maar ik
gebruik het toch - moreel verwerpelijk vind en wegens zijn voorbeeldwerking ontoelaatbaar.
De vraag is dan of ik niets voor de wijk wil doen. Ik wil wel iets voor de wijk doen. Ik vind dat
wij systematisch, op basis van het in ontwerp zijnde/te ontwerpen bestemmingsplan, een aankoopbeleid
moeten voeren. Hierbij hoort ook dat getracht dient te worden om deze percelen op basis van een goe
de taxatie aan te kopen. Aankoop van tuingronden meer naar het westen lijkt mij nog wel zo noodzake
lijk. Als wij nu, zoals kennelijk het geval is, ƒ600.000,overhebben, dan kan dit op basis van prio
riteitenstelling in de wijk worden verwerkt. Dan wel liefst boven de grond en niet in de grond. Wij zul
len echter ook een afweging van de behoefte ten opzichte van de andere wijken moeten maken. Wij
kunnen niet, zoals nu, op ad hoc-basis, zonder goede taxatie, zomaar wat aan gaan kopen.
Ik heb zonet gezegd dat ik het voorstel moreel verwerpelijk vind. Wij mogen niet willekeurige bur
gers zomaar een stoot gemeenschapsgeld in handen geven. Dat hoort niet bij een zorgvuldig beleid dat
een overheid moet voeren. Daarom vind ik dat het college deze raadsbrief niet had mogen schrijven.
Ik wil daarom het college voorstellen de eer aan zichzelf te houden door dit voorstel terug te nemen en
op de juiste tijd met een reëel voorstel op basis van een goede taxatie bij de raad terug te komen.
De heer Pruiksma: Mijn fractie heeft het voorstel, zoals het er ligt, zeer kritisch bekeken. Op zich
springt de prijs het eerst in het oog. Om een eufemisme te gebruiken, de prijs is aan de stevige kant.
Wij kunnen in dit stadium eigenlijk niet goed overzien of alle alternatieven, die er wellicht zijn maai
niet in het raadsvoorstel worden genoemd, in de beschouwingen werden betrokken. Het college schrijft
in het raadsvoorstel: "Wij achten de aan de transacties te verbinden prijzen en voorwaarden aanvaard
baar voor de gemeente. Althans in de stukken die wij hier hebben wordt dit niet cijfermatig onder
bouwd. Wel stond er iets meer in de stukken die in de Leeskamer ter inzage lagen.
Mijn fractie heeft wel enige moeite met de prijs. Een definitief oordeel is in deze instantie nog
niet gevormd. Wij zouden wel graag worden ingelicht over de navolgende vragen. Zijn de nog te ont
werpen plannen in deze buurt alleen te realiseren door het aangaan van deze transactie, tegen deze
prijs? Ik roep daarbij het feit in de herinnering dat in Huizum-Dorp grond is aangekocht voor 15,
per vierkante meter. Wij kunnen niet goed overzien of in dit stadium alle alternatieven wel voldoen
de zijn overwogen. Is werkelijk alles gedaan om op dit punt maatregelen te treffen, die zouden kun
nen plaatsvinden op basis van zakelijk verantwoorde prijzen? Voor het definitieve oordeel wacht ik
graag het antwoord van de wethouder af.
De heer Bijkersma: De heer Geerts is zijn beschouwing begonnen in een sfeer, die wel wat geladen
is. Ik kan zijn zorgen echter wel delen, hoewel ik niet helemaal achter ^jfn bewoordingen kan staan.
Op het ogenblik dat het Bouwbedrijf Knoop en Giezen en de huidigè eigenaar van de grond een
transactie aangingen, was er een geldig bestemmingsplan in deze wijk. Beide participanten konden
weten welke risico's er waren. Niettemin besloten beiden tot het tekenen van een voorlopige koop-
acte. Er werd een hoge grondprijs vastgesteld, die bij verwezenlijking van de plannen zijn revenuen
af zou werpen. Een normale zaak: risico's mogen .betaald worden. Het omgekeerde is echter ook waar.
Een beoogde winst kan weieens veranderen in een veriiessituatie, althans niet doorgaan. Dit moet dan
ook door de betrokkenen worden geaccepteerd. Ook dat is een normale zaak.
Het voor ons liggende raadsvoorstel doet mij de gedachte koesteren dat een niet behaalde winst
alsnog moet worden verkregen middels de gemeente Leeuwarden. Ik geloof niet dat hiermee het belang
van onze gemeente is gediend. Veel belangrijker is nog, dat het gemeentebestuur zich hierdoor voor de
toekomst met handen en voeten gaat binden aan deze buitengewoon hoge grondprijs, laat staan de vraag op
welk standpunt men zich moet stellen bij een onteigeningsprocedure. Als wij dan ook begrijpen dat het
hier om grond gaat die onder meer voor een trapveld en een kaatsveld bestemd zal worden, dan komt
het mij voor dat bij een prijs van 48,92 per vierkante meter haast wel bedongen mag worden dat men
er met een gouden bal op moet spelen. Overigens wil ik hiermee niets van het sportgebeuren op zich
zeggen
Verder wil ik er nog op wijzen dat de pogingen tot grondaankoop in het verlengde van de huidige
Oostergoweg nog niet zijn afgesloten. Als u de transactie, genoemd in dit raadsvoorstel, aangaat, dan
kunt u ervan verzekerd zijn dat de nu geboden prijs voor de grond in het verlengde van de huidige Oos
tergoweg nimmer zal worden geaccepteerd. U zult dan op een heel andere wijze die grond moeten ver
werven. Dit kan een gevolg zijn van het onderhavige raadsvoorstel.
Het is geen goed raadsvoorstel, het is niet in het belang van de gemeente Leeuwarden. Het is een
haast-procedure geweest. Het lijkt mij beter indien wij na 30 oktober maar weer eens in de markt ko
men. Misschien kunnen wij het dan voor een redelijke prijs, die in overeenstemming is met de gelden
de feiten, eens worden met de huidige eigenaar.
De heer Van der Wal: Ik kan het eens zijn met de wijze waarop de heer Geerts de mogelijke gebeur
tenissen heeft geschetst tot het moment waarop hij de Commissie voor het Grondbedrijf noemde. De heer
Geerts zegt dat de gehele commissie, behalve hij zelf, ja heeft gezegd. Ik kan mij dat niet herinneren.
Geen enkel lid van de commissie reageerde enthousiast op dit voorstel. De heer Geerts was de enige
die vanaf het begin tegen was. Alle commissieleden hebben volgens mij gezegd dat ze het voorstel in
de fractie wilden bespreken. Ik heb het ook mee naar mijn fractie genomen en na ampele overwegingen,
zoals het cliché luidt, zijn wij tot dezelfde conclusie als de heer Geerts gekomen. Wij vinden niet dat
wij op deze transactie in moeten gaan. Daarbij hebben wij de negatieve precedentwerking, de hoge
prijs en andere zaken, die ook de heer Geerts heeft genoemd, tegen elkaar afgewogen. Aan de andere
kant beseffen wij heel goed dat dit - heel misschien - een kans was geweest om in de Vegelinbuurt een
versnelde aanzet tot stadsvernieuwing re krijgen. De voorwaarden daartoe, bij voorbeeld nieuwbouw
van de Van Sytzamaschool, zijn dermate onzeker dat daarmee de snelheid, waarmee deze transactie
zou plaatsvinden, niet wordt beloond.
Dit alles tegen elkaar afwegend, is mijn fractie toch tot de conclusie gekomen dat dit een te hoge
prijs is voor het als onzeker te betitelen doel. Ik wil er wel bij zeggen dat wij de kwalificatie "moreel
verwerpelijk", die de heer Geerts aan de raadsbrief geeft, niet onderschrijven. Op zich vind ik het
een goede zaak dat het college deze kwestie op een zo open wijze aan de raad voorlegt. Er was immers
tijdnood. De raad kan er zijn oordeel over geven. Ik begrijp het moreel verwerpelijke hiervan niet. Als
zulke kwalificaties toch genoemd worden, weet ik wel andere voorbeelden. Ik vind het ook een beetje
vreemd als ik in de krant lees dat de PvdA-fractie b. en w. gebrek aan slagvaardig beleid verwijt - een
verwijt dat ik overigens voor een groot gedeelte op de fractie zelf vind terugslaan - en dat deze zelfde
fractie het voorstel om in te gaan op deze buitenkans, wat het toch is, moreel verwerpelijk acht. (De
heer Geerts: Een buitenkans van zes ton te veel? Noemt u nu niet een dwarsstraat?) Het ging mij om de
kwalificatie moreel verwerpelijk, die ik niet begrijp.
Mevrouw De Jong: Ook ik ben van mening dat het college dit voorstel moet terugnemen. Er is geen
goede taxatie aan het vaststellen van deze hoge prijs voorafgegaan. Ik vind het geen goed beleid als
wij ons, door te veel te betalen, voor de toekomst binden aan extreem hoge grondprijzen.
De Voorzitter: Ik stel voor dat het college zich, na deze eerste reactie van de raad, in de pauze
even beraadt. Onmiddellijk na de pauze zal antwoord worden gegeven.