8
Punten 4 t.e.m. 7 (bijlagen nos. 390, 380, 399 en 389).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 8 (bijlage no. 384).
De heer Schaafsma: Mijn fractie wil de aantekening tegen dit voorstel te hebben gestemd.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat mevrouw
M.A.D. Waalkens en de heren J. de Beer, J.R. Bijkersma en J. Schaafsma wensen te worden geacht
tegen te hebben gestemd.
Punt 9 (bijlage no. 404).
Mevrouw Visscher—Bouwer: Wij kunnen het in hoofdzaak eens zijn met dit raadsvoorstel over het in
erfpacht uitgeven van een perceel grond in de Hemrik aan Bootcentrum Geertsma. Wij zijn vooral blij
met het in de overeenkomst genoemde punt 5, waarin staat dat een commissie zal worden ingesteld om
de ligplaatsen toe te wijzen. Een van de criteria zal zijn het geven van voorrang aan inwoners van de
gemeente Leeuwarden. De bedoeling hiervan is de zogenaamde wilde ligplaatsen te saneren.
Een vraag hierbij is: zal de in de te stichten jachthaven gevraagde prijs deze sanering mogelijk ma
ken? Is er enige samenspraak over geweest? Worden er voorwaarden gesteld? Als de prijs voor de lig
plaatsen heel hoog is, dan is het realiseren van de bedoeling nog niet mogelijk.
Verder heb ik dan nog een vraag over het parkeerterrein. Ik heb de tekeningen even bekeken. Ge
zien het aantal ligplaatsen, de grootte van het parkeerterrein en het feit dat er een verkooppunt is, heb
ik mij afgevraagd of het eigen parkeerterrein, waarvan men verplicht is gebruik te maken, groot genoeg
is. Heeft men een onderzoek verricht naar de vraag hoe groot het parkeerterrein zou moeten zijn? Op
welke basis is het zo gedaan?
In de stukken staat dat ten westen van deze jachthaven geen grond kon worden gekocht, omdat daar
een hogedruk-gasleiding ligt. Het terrein daar kan inderdaad niet worden ontgrond, maar als het par
keerterrein te klein mocht blijken, dan kan die grond natuurlijk wel worden gebruikt voor parkeerplaat
sen. Is grondig onderzocht of de parkeerruimte op het eigen terrein groot genoeg is? Is dit niet het ge
val, dan komen namelijk de auto's op grond van de gemeente te staan; dat kun je niet tegenhouden. Mis
schien heeft de grond naast de jachthaven een andere bestemming, maar dat was niet op de schets te
zien
De hear Miedema: Ut namme fan myn fraksje wol ik graech inkele opmerkingen oer dit punt meitsje
It bilied hwat jachthavens oanbilanget is in omstriden saek. Guon lju sizze, hwat mear jachthavens,
hwat mear boaten en Fryslan kin der hast net mear by hawwe. Alle mooglike oerwegingen binne der to
meitsjen en dy binne ek allegearre like réeel. In feit dat him wol foardocht, is dat yn de kanalen en
fearten fan Fryslan nochal hwat boaten gewoan lans de wal lizze, dus net yn de jachthavens. Ut lan-
skiplike oerwegingen is dit net in goed ding to neamen. De provinsje is eigner fan de provinsiale wet-
ters en tinkt der oer om dit soart lizplakken to forbieden. Op provinsiael mêd is men ek dwaende mei
in stüdzje oer de kapasiteit dy't Fryslan hat. Wilens dy stüdzje komt b. en w. mei dit ütstel. As myn
fraksje seit dat dit ütstel in goed ding is, dan binne dêrfoar deselde oerwegingen oan to fieren as dy
fan mefrou Visscher. Ik doel dan binammen op de tawizingskommisje. Hwat is nammentlik de saek? De
provinsje kin slim hanneljend optrede tsjin alle mooglike lizplakken yn fearten en kanalen, as der foar
de eigners fan de boaten net in alternatyf is. Oant nou ta wie it sa dat men, as der in nije jachthaven
komt, faek wol mei syn boat yn de kanalen lizzen bleau. De jachthaven rekke dochs wol wer fol. Mei
dizze tawizingskommisje moat der in mooglikheit wêze om yn gearwurking mei de provinsje in oplossing
to bieden foar dit probleem, dêr't wy yn Fryslan mei tangele sitte. Op groun fan dy oerwegingen en yn
it bisunder üt miljeu-oerwegingen seit myn fraksje dat it in goed ding is dat dit foorstel der leit. Ek de
bitingsten foar it ütjaen fan de groun yn erfpacht binne goed. Fan herte akkoart en wy hoopje dat it
slagget.
De heer Van der Wal: Ik kan mij voor een groot gedeelte aansluiten bij hetgeen de vorige sprekers
over dit onderwerp hebben gezegd. Het is ons ook ter ore gekomen dat elders in de provincie de uitbrei
ding van bestaande jachthavens en aanleg van nieuwe jachthavens op slot wordt gezet. De redenen hier
van heeft de heer Miedema verwoord. De gemeente Leeuwarden staat de aanleg van een nieuwe jacht
haven toe. Wij vragen ons af of dit niet in tegenspraak is met het provinciaal beleid op dit gebied. Lo
9
pen wij straks niet tegen een verbod van ontgronding of iets dergelijks aan? Deze twijfel hebben wij
bij dit voorstel. Overigens is er ook wat voor te zeggen om de boten, die langs de wal liggen, te con
centreren in een jachthaven, als hier is bedoeld. Het is op zich een goede zaak. Wij twijfelen er ech
ter aan of dit niet in tegenspraak is met het provinciaal beleid.
Mevrouw De Jong: De structuurschets voor de Hemrik is nog niet omgezet in een bestemmingsplan.
Het verbaast mij dan ook dat het college voorstelt om ruim drie ha grond in erfpacht af te staan aan de
firma Bootcentrum Geertsma. Ik vind het niet juist om in dit stadium tot ontgronding over te gaan. Het
lijkt mij dat ter realisering van deze aangelegenheid alweer een artikel 19-procedure moet worden toe
gepast. Ik ben niet tegen aanleg van een jachthaven in de Hemrik. In de structuurschets is ook sprake
van de aanleg van een jachthaven. Mijn gedachten gaan echter wel duidelijk uit naar een sanerings
haven. Ik wijs in deze op de Landschapsverordening 1975. Een onderschrijving van die verordening vind
ik beslist niet in de raadsbrief terug. Ik stem dan ook tegen dit voorstel.
De Voorzitter: Ik stel voor dat wethouder De Vries reageert op het jachthavenbeleid. Mevrouw Vis
scher heeft echter ook nog enkele kwesties ten aanzien van de parkeergelegenheid aan de orde gesteld.
Ik dacht dat wethouder Rijpma op die vragen antwoord moest geven.
De heer De Vries (weth.): In Leeuwarden hebben wij te maken met een aanmerkelijk tekort aan
ligplaatsen. Wij hebben enkele jaren geleden in de veronderstelling geleefd dat de Leeuwarder jacht
haven zich zou uitbreiden. U kent de hele voorgeschiedenis. Deze uitbreiding is niet doorgegaan. Door
b. en w. is echter wel geregeld overleg gepleegd met het bestuur van de betreffende stichting om te
komen tot een voldoend aantal ligplaatsen. Er zijn dus niet genoeg ligplaatsen. Er komt een onderne
mer, die zegt hierin brood te zien. Wij hebben graag medewerking verleend om in het plangebied Hem
rik ruimte te scheppen voor een jachthaven of zelfs voor meerdere jachthavens. De mogelijkheden voor
dit laatste moeten wij in de nabije toekomst nog maar eens bekijken. De structuurschets ligt er, maar
moet nog een bestemmingsplan worden. Ten aanzien van deze hele affaire is op vrij intensieve wijze
overleg gepleegd met het provinciaal bestuur. Ook is overleg gepleegd binnen de Stichting de Marre-
krite, die zich met de waterrecreatie bezighoudt. Daarbij is nadrukkelijk gesteld dat men erop reken
de dat de nieuwe accommodatie die in Leeuwarden zou worden gesticht, primair het doel zou hebben
om te komen tot sanering op het hele gebied van de ligplaatsen voor recreatieschepen. Wij verkeren
op het ogenblik in de gunstige positie dat wij door de erfpachtbepalingen in staat zijn regulerend op
te treden. Wij hebben van de raadsleden gehoord dat dit in principe hun toestemming heeft. Wij zul
len met spelregels komen, die wij in overleg met de heer Geertsma en met het bestuur van de Stichting
De Nieuwe Leeuwarder Jachthaven zullen opstellen. Wanneer men iets doet, zal het in een samenspel
moeten plaatsvinden. Voorkomen dient te worden dat de illegale ligplaatsen zich ongestoord kunnen
uitbreiden. Wij moeten juist de andere kant uit: wij zullen primair de gelegenheid aangrijpen om vol
doende pressie uit te oefenen via provinciale verordeningen en wat dies meer zij om te proberen de
doelstelling, zoals die door de heer Miedema is verwoord, te verwezenlijken.
De heer Rijpma (weth.): Wij hebben geen speciale studie van parkeervoorzieningen ten behoeve
van jachthavens gemaakt. Er is echter wel navraag gedaan naar de wijze waarop dit elders is geregeld.
Wij hebben de mogelijkheid - zelfs de plicht - om bij het verlenen van de bouwvergunning de parkeer-
eis te stellen. Landelijk is het niet ongebruikelijk om het aantal parkeerplaatsen te stellen op 1 parkeer
plaats per 2 boten. Ons uitgangspunt is evenzo.
Mevrouw Visscher heeft een vraag gesteld over de grond ten westen van de aan te leggen jachtha
ven. In de structuurschets is de mogelijkheid aangegeven om aan de oostkant tot verdere uitbreiding
van de havenaccommodatie over te gaan. De motivering daarvoor zal bij de uitwerking van het struc
tuurplan tot een bestemmingsplan aan de orde moeten komen. De nodige studies zijn inmiddels verricht,
zodat de raad straks op basis van overleg en studie een beslissing kan nemen over de vraag of hij het
mogelijk wil maken om tot eventueel verdere uitbreiding van havenaccommodatie over te gaan. Aan
de noordkant liggen andersoortige vestigingen. Het overleg over de grond aan de noordkant wordt op
dit moment gevoerd met de Centrale Bibliotheek Dienst Friesland. (Mevrouw Visscher—Bouwer: Ik vroeg
naar de grond ten westen van de jachthaven, in verband met het parkeren. Er ligt daar een gasleiding
en op de schets staat een "P".) Er zijn ook ontsluitingen nodig ten behoeve van de sportvelden. Dit be
tekent dat de gasleiding voor zover ik mij herinner komt te liggen op het terrein van de heer Geertsma.
Dit terrein kan voor parkeren worden gebruikt, maar dit zal bij de indeling van het bouwterrein moe
ten blijken, op basis van de norm die gesteld kan worden. Een aansluitend deel is naar ik meen bestemd
voor een ontsluitingsweg ten behoeve van eveneens de sportvelden. Daar zullen ook voorzieningen worden