14
oplossingen. Er wordt op dat moment heel erg met de deskundigheids-status van de diverse ambtenaren
gezwaaid, met als gevolg dat het oorspronkelijke plan er wordt doorgedrukt, ik kan het niet anders zeg
gen. Gelukkig is het plan daarna in de raad gestrand en moest het nog een keer terug naar de commis
sie. Het plan wordt dan begeleid door een notitie waarin een aantal bezwaren worden opgenoemd te
gen de voorstellen, die ik in eerdere instantie al had gedaan en die op zijn minst neutraal uitkomen ten
opzichte van de oplossingen die door b. en w. in dit voorstel worden gegeven. In ieder geval had mijn
voorstel het voordeel dat het verkeer vanaf de Tesselschadestraat, zonder over het Stationsplein en het
Zuiderpiein te gaan, via de Willemskade-noordzijde en de Zuiderstraat de parkeergarage kon bereiken.
Als het verkeerscirculatieplan ooit wordt uitgevoerd, zal al het verkeer vanuit de richting Harlingen op
de Tesselschadestraat terechtkomen. Bovendien zijn het Zuiderplein en het Stationsplein op het ogen
blik al knelpunten voor het verkeer, terwijl het Stationsplein in de toekomst zelfs verkeersluw moet wor
den. Al dergelijke voorstellen, waarvan ik aanneem dat ze constructief zijn, zijn dan niet meer moge
lijk.
Wij krijgen vervolgens nog een genante vertoning op de koop toe. Als gevraagd wordt hoe men van
uit de stedebouwkundige discipline gekomen is tot de inrichting van dit belangrijkste centrale plein,
dan blijkt uit de woorden van de betreffende ambtenaar dat de stedebouwkundige afdeling - om het maar
even neutraal te houden - geen poot aan de grond heeft gekregen. De stedebouwkundigen hebben "de
strijd verloren"; ik citeer dit maar even, het betrof tenslotte een openbare vergadering van de commis
sie. Dat hoort men dan helemaal op het eind van de rit. Er wordt nog gevraagd hoe het zit met de "boe
renkoolstronken" die er worden geplaatst. Men verwacht dan een reactie van de andere commissieleden,
omdat het op die manier de spuigaten uit loopt. Toch komt er helemaal geen weerwoord op dit toch heel
belangrijke punt. Niet alleen de top van een stedebouwkundige afdeling maar de hele afdeling wordt
immers gefrustreerd door een dergelijke gang van zaken. In de commissievergadering wordt ook nog ver
teld dat een aannemer uiteindelijk de belangrijkste maatvoerings-knooppunten doorhakt, omdat daarover
geen overeenstemming kan worden verkregen. Dergelijke punten zijn nooit aan de orde geweest in wat
voor gemeentelijke commissie ook. Wij komen die toevalligerwijs te weten tijdens een extra commissie
vergadering.
Ik ga er misschien wat diep op in, maar ik vind het toch een tekenende gang van zaken. Ik zit al
een hele tijd in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en ik vind dat het zeker in dit geval zo
niet moet. Een raad kan naar mijn mening zo'n gang van zaken ook niet tolereren, want men wordt niet
juist voorgelicht. Ging het maar over een ondergeschikt punt, maar dit is het centrale plein van Leeu
warden, waar miljoenen op risico van de gemeente in worden geïnvesteerd. Men mag dan toch verwach
ten dat in een zo breed mogelijke discussie naar het beste plan wordt gezocht? Ook door de deskundi
gen wordt toegegeven dat dit plan Waarschijnlijk niet het beste plan is. Waar beginnen wij dan aan?
Ik vind de hele gang van zaken zeer onzorgvuldig.
Uit de raad hoort men al geluiden dat er rekening moet worden gehouden met een verandering van
het plan. Zitten wij hier soms om geld over de balk te gooien? Ik begrijp helemaal niets van deze gang
van zaken en ik vind die niet te tolereren. De overige raadsleden zwijgen hier echter over en mevrouw
Brandenburg vindt het tweede gesprek verhelderend. In zekere zin was het gesprek inderdaad verhelde
rend, maar ten aanzien van de inhoudelijke conclusies was het allesbehalve verhelderend. Er waren zeer
waarschijnlijk betere oplossingen te bedenken geweest. Het zal u dan ook niet verbazen dan mijn frac
tie volledig tegen dit voorstel en met name tegen de gang van zaken zal stemmen. In een openbare zit
ting van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening is een situatie bij de DSO boven tafel gekomen,
die zodanig is dat b. en w. niet te lang met regelend optreden moeten wachten, wil men niet bereiken
dat onze beste mensen van de stedebouwkundige afdeling weglopen.
De heer Sijbesma: In de raadsvergadering van drie weken geleden heeft onze fractievoorzitter al ge
zegd dat wij ons kunnen vinden in dit plan. Het plan is op een redelijke manier bespreekbaar geweest
in de diverse commissies, zij het dat de hele behandeling niet de schoonheidsprijs weg kan dragen. De
ruimte op dit plein, waarbinnen gewerkt moet worden, is uiterst beperkt. Wij hebben de indruk dat het
uiterste eruit is gehaald. Tijdens de laatste behandeling van het plan in de Commissie voor de Ruimte
lijke Ordening is in elk geval flink wat informatie naar voren gekomen. Het ware wenselijker geweest
wanneer wij die informatie eerder hadden gehad, maar dat is praten achteraf.
De voorzitter heeft in de vorige raadszitting de tijd geschetst die ons nog rest tot het moment waar
op een en ander klaar moet zijn. Wij zouden graag willen dat alle aandacht daarop blijft gericht en dat
al het mogelijke wordt gedaan om ervoor te zorgen dat de parkeerkelder, op het moment dat die gereed
is, ook gebruikt kan worden.
De heer De Beer: Ik heb geen prijzen weg te geven, maar ik zou er toch iets van willen zeggen. Na
de tweede behandeling van het plan in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en na de aanvullende
15
notitie zijn bij ons vele vaagheden verdwenen. Ik zou het wel op prijs stellen als in voorkomende ge
vallen dergelijke notities in een eerder stadium op tafel komen. Dit voorkomt namelijk veel tijdverlies
en irritatie.
Uit het ongetwijfeld grote aantal mogelijkheden om het plein te bestraten, heeft het college geko
zen voor deze oplossing. Wij zijn van mening dat een goede keus is gemaakt. De bevestigingspunten
worden goed aangegeven en visueel is het een goede oplossing. Jammer vind ik het dat de dubbele rij
bomen, die langs de zuidkant van het plein komt, niet om het hele plein kan worden gerealiseerd. Wel
zou ik graag willen dat de lelijke obstakels als luchtkokers en ingangen voldoende door groen worden
weggewerkt, om het geheel een wat vriendelijker aanzien te geven.
Bij het oplossen van de verkeersafwikkeling is, zoals uit de notitie ook duidelijk blijkt, een keuze
gemaakt. Wij kunnen ons verenigen met deze keuze. De heer Van der Wal heeft voorgesteld om een
verbindingsmogelijkheid Sophialaan-Willemskade-noordzijde-Zuiderstraat-parkeerkelder te onderzoe
ken. Deze suggestie vinden wij zo waardevol dat wij die willen ondersteunen. Dit houdt dus in dat
wij de voetgangersroute Baljeestraat-Zuiderstraat graag aan de oostkant gesitueerd zouden willen zien.
Mevrouw De Jong: De notitie heeft ook naar mijn gevoel veel zaken verduidelijkt. Helder is be
argumenteerd waarom voor bepaalde verkeersoplossingen is gekozen. Door de notitie en de uiteenzet
ting die wij in de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening hebben gehad, krijgt de raadsbrief voor mij
een logischer inhoud. Wel wil ik opmerken dat ook ik er weinig vertrouwen in heb dat ondanks de voor
gestelde maatregelen sluipverkeer langs het Zaailand te weren is. De suggestie van de heer Van der Wal
om via de Zuiderstraat het verkeer naar de parkeergarage te leiden, wil ik dan ook van harte ondersteu
nen.
Vervolgens iets over de stedebouwkundige vormgeving van het plein. Deze vormgeving vind ik in-
en indroevig. Een gemiste kans, dat hier niet tijdig die mensen zijn ingeschakeld die hun bijdrage had
den kunnen leveren aan de verlevendiging van dit plein. Nu wordt het bestraat voor een vrijdags-func
tie. In het andere geval had het door de leefbaarheid zeven dagen in de week functioneel kunnen zijn.
Jammer, dat dit aspect zo de mist in is gegaan.
De heer Knol: Ik heb drie weken geleden enkele vragen gesteld over de financiële kant van de zaak.
Ik heb geen notitie gekregen. Ik neem aan dat de vragen inmiddels zijn vergeten, want er is ook geen
nieuwe raadsbrief. Ik zal deze vragen dus nogmaals stellen.
Bij deze reconstructie wordt er voor 2,8 miljoen verklost. Er wordt in de raadsbrief geen relatie ge
legd tussen die werkzaamheden, die wij normaal zouden hebben uitgevoerd, en die werkzaamheden, die
wij nu als gevolg van het stichten van de parkeergarage doen. Ik vind het wel noodzakelijk dat die re
latie er komt, op grond van twee overwegingen. In de eerste plaats op grond van de exploitatie-opzet
voor de stichting, mede in verband met de garantiebepalingen die een rol spelen. In de tweede plaats
is er de fiscaal-technische kant van de zaak. Er zijn dan belangrijke voordelen te behalen. Er wordt
verder niet over gesproken en daarom zou ik alsnog graag willen horen welke kosten rechtstreeks voort
vloeien uit het ontstaan van de parkeergarage en welke investeringen wij normaal ook zouden hebben
gedaan
De Voorzitter: Ik stel voor over te gaan tot de koffiepauze. Ik verzoek het Seniorenconvent naar de
Nieuwe Zaal te gaan en het college naar de Vertrekkamer. Ik ga mee naar de Nieuwe Zaal.
De Voorzitter schorst, om 2110 uur, de vergadering voor de pauze.
De Voorzitter heropent, om 21 .45 uur, de vergadering.
De heer Rijpma (weth.): De voorzieningen, die nodig zijn om de parkeergarage bereikbaar te ma
ken en het plein aan zijn functie te doen beantwoorden, zijn onder hoogspanning door de dienst uitge
werkt. Wat de bouw en de technische voorzieningen van de parkeerkelder betreft, hebben wij in hoge
tijdnood gezeten. Het project is niet jarenlang vooroereid, er is ingespeeld op een mogelijkheid die
zich op zeker moment voordeed. Daardoor kon aan de wens van de raad om op dit plein een ondergrond
se parkeervoorziening te verwezenlijken tegemoet worden gekomen. In maart is in deze raad een beslis
sing gevallen over de kant waar de toegang tot de parkeerkelder zou worden gesitueerd. Daarbij is sum
mier aangegeven hoe de verkeersbewegingen zouden zijn. Met name in de Commissie Openbare Werken
maar ook in diverse andere commissies is al in een heel vroeg stadium aangegeven hoe groot de tijdnood
was. Gevraagd is derhalve of men met de hoofdopzet van de situatie akkoord kon gaan. Dit is tijdens
een rondvraag gebeurd. Daags na de rondvraag zijn tekeningen en toelichtingen in extenso in de Leeu-