4 dit laatste punt, de ligging, ook rekening gehouden met het feit dat deze wijk erg decentraal en ver van het trein- en busstation ligt? Ik wil ook graag weten hoeveel punten voor de punten 8, 9 en 10 worden gegeven. Hoe hoog is dan het totaal? Ik wil ook graag van het college vernemen of de verbe teringen, die door de bewoners zelf zijn aangebracht, ook zijn opgenomen. Is het bedrag, dat voor die verbeteringen wordt gegeven, vastgesteld voordat met de renovatie is of wordt begonnen? Geldt de vergoeding voor herinrichtingskosten voor alle bewoners die terug willen naar de Wielenpolle, ook als zij direct na augustus 1978 zijn verhuisd? Wordt overwogen het maximum bedrag van 3.000,nu uit te keren? In het beleidsplan wordt nog uitgegaan van 2.750,—, maar het maximum bedrag is al een aantal jaren op 3.000,— gesteld. Het lijkt mij zinvol als dan ook eens een keer die 3.000,— zal worden uitbetaald. De laatste vraag is deze: acht het college het niet wenselijk de huurverhoging op een lager bedrag dan 120,vast te stellen? De heer Sterk: Ik zou graag iets willen toevoegen aan het antwoord aan de huurdersvereniging en wel dat de wethouder en de directie van het Woningbedrijf nader contact met de huurdersvereniging zullen opnemen om de gang van zaken met betrekking tot de renovatie in de Wielenpolle nog eens door te spreken. In het antwoord op deze mededeling staat dit niet, maar het lijkt mij een goede zaak als deze toevoeging nog wordt gedaan. Uit gesprekken die ik heb gevoerd, heb ik begrepen dat er hier en daar onduidelijkheden bestaan. Mevrouw Wielinga heeft een groot aantal vragen gesteld. Ik had die vragen ook op mijn lijstje staan, maar hoef ze nu niet te herhalen. Zeker voor een zo goed mogelijk functioneren van de huurdersver eniging lijkt het mij zinvol dat het zojuist door mij genoemde overleg er komt. Ik beweer niet dat er nooit van overleg sprake is geweest, maar op dit moment zijn er een aantal problemen waarvan ik vind dat ze de moeite waard zijn om te worden besproken. De brief van de huurdersvereniging van 4 oktober 1979, die overigens niet in het antwoord op deze mededeling is aangehaald, sterkt mij alleen maar in het pleiten voor overleg op korte termijn. Mevrouw Van der Werf: Naar ik heb begrepen, zijn de renovatiewerkzaamheden al begonnen, ter wijl de beschikking van de provinciale directie nog niet is afgekomen. Deze beschikking komt voorlo pig niet, omdat het herziene plan nog niet is ingediend, zoals ik heb begrepen uit een telefoongesprek met iemand van de provinciale directie. Hoe komt dit? Wat is de oorzaak van het grote verschil tussen de begroting van het Woningbedrijf en de aanbie ding van het Bouwbedrijf Friesland? Of het Woningbedrijf kan niet rekenen of het BBF rekent te goed. Waarom is niet overwogen een andere aannemer te zoeken, die wat zijn prijs betreft meer in de buurt van de oorspronkelijke begroting lag? Wordt het niet tijd om naar aanleiding van de problemen die zich hier voordoen in het vervolg bij renovatie de gemeenteraad de maximaal toelaatbare huur te laten vast stellen, alvorens men in zee gaat met aannemers of projectontwikkelaars? Een groot deel van de kosten van renovatie wordt veroorzaakt door achterstallig onderhoud, naar wij hebben vernomen. Dit zou onder andere ook gezegd zijn door de heer Van der Meulen van de pro vinciale directie. Hierdoor worden de totale kosten van de renovatie omhoog gebracht en dus ook de huur. De bewoners moeten straks twee keer zoveel huur betalen als nu, en dat, terwijl bij het aanvan kelijke plan van 42. 000, een huurverhoging van plm95, of 97, met de bewoners was over eengekomen. In dit plan zat bovendien een groter percentage echte verbeteringen. Wij zijn van mening dat bij deze wijk, die een opeenhoping van problemen kent en waar mensen wonen die toch al van de ene wijk naar de andere zijn gestuurd, aanvankelijk gewekte verwachtingen wat de huurprijs betreft moeten worden nagekomen. In dit speciale geval moet naar onze mening door de gemeente een bijdrage in het groot onderhoud worden gegeven. Vandaar de volgende motie: "De gemeenteraad van Leeuwarden, in vergadering bijeen op 8 oktober 1979, overwegende dat achterstallig onderhoud het overgrote deel van de renovatiekosten van de woningen in de Wielenpolle veroorzaakt, besluit de maximaal toelaatbare huurverhoging voor dit com plex woningen vast te stellen op 100,met c.v. en 90,zonder c. v. en hiertoe de nodige middelen beschikbaar te stellen. De motie is mede-ondertekend door Piet van der Wal De heer De Pree (weth.): Ik zal proberen alle aspecten, die genoemd zijn, aan de orde te laten komen. Ik kan er dan niet omheen om de wijze, waarop een en ander in de wijk Wielenpolle is gegaan, nog eens in de herinnering te roepen. Ik denk dat niemand in de Wielenpolle of in de raad van mening zal verschillen over het grote belang van een zo snel mogelijke totstandkoming van de renovatie in deze wijk. Dat wil ik vooropstellen. Er is een lange geschiedenis aan voorafgegaan. Ik zal niet alle details noemen, want dan wordt het toch nog een lange vergadering vanavond. 5 In april j977 was er een globaal plan voor renovatie. In dit plan kwam men uit op een huurverho ging van plm. 60, In maart 1978 was het plan uitgewerkt en bedroeg de huurverhoging globaal gó, In juli 1979 deed zich een probleem voor. Op een gegeven moment kwamen aanneemsommen ter tafel, die ver boven de oorspronkelijk berekende prijs uitgingen. Het probleem is dan dat de aan- neemsom op een bedrag moet komen dat aanvaardbaar is voor het ministerie. Na een aantal bezuini gingen op dat plan, is men uitgekomen op een prijs van ongeveer 60.000,een bedrag dat aan vaardbaar was. Wat ik nu ga zeggen is weliswaar een detail-opmerking, maar biedt niettemin enig soe laas. Het percentage huurverhoging is landelijk vastgesteld op 2?. In de aanneemsom, die ik zojuist heb genoemd, was ook de centrale verwarming begrepen. In het bedrag van de huurverhoging was 2\% opgenomen voor investeringskosten van de aanleg van centrale verwarming. Dit komt neer op ongeveer een tientje per jaar. In deze huurprijsberekening was ook een tientje berekend voor onderhoudskosten van de centrale verwarming. Wij hebben opnieuw contact opgenomen met het ministerie en daaruit is gebleken dat dit tweede tientje uit de huurverhoging kon worden gehaald. Dit bedrag wordt in de to tale exploitatie opgenomen en door het rijk en het Woningbedrijf ieder voor de helft betaald. Dit houdt in dat de huurprijs, zoals die nu bij iedereen bekend is, met een tientje kan worden verlaagd. Ik kan mij de uitwerking van deze voorgeschiedenis in de wijk heel goed voorstellen. Men rekent namelijk ergens op, dat klopt dan weer niet omdat het duurder wordt. Uiteindelijk is het heel duur en daardoor te duur en dan moet er weer op de plannen worden bezuinigd. Dit laatste heeft invloed gehad, met name op de plaats van de douche. Het feit dat de renovatie lang duurt, terwijl er nog de nodige veranderingen worden aangebracht, geeft de nodige wrevel bij betrokkenen. Ik kan mij dat voorstellen. Ik denk overigens wel dat het onvermijdelijk is. Deze lange weg zal men nu eenmaal moeten gaan. Vervolgens het probleem van achterstallig onderhoud aan de ene kant en echte renovatie aan de andere kant. Het is niet zo dat er nu bijna geen verbeteringen plaatsvinden. Zo komen er een nieuwe keuken en een nieuwe berging. Verder wordt de kamer vergroot. Er komt een douche, zij het niet op de plaats die aanvankelijk was afgesproken. Dan wordt de w.c. nog betegeld en vindt een uitbreiding van het electriciteitsnet binnen de woningen plaats, waarbij nieuwe stopcontacten worden aangelegd. Om niet te vervallen in een eindeloze discussie over de vraag wat nu precies tot het achterstallig on derhoud behoort, denk ik dat het puntensysteem de meest juiste manier is om te komen tot een nieuwe huurprijs. Mevrouw Wielinga en mevrouw Van der Werf hebben dit reeds genoemd. De punten, die vol gens dit systeem worden verkregen, zijn uiteindelijk bepalend voor de huurprijs die mag worden gevraagd. Dit staat echter los van de 2?% voor investeringskosten. Dit percentage levert een bepaald bedrag op. Het kan zijn dat men via een puntenwaardering op een lager bedrag uitkomt. De puntenwaardering be treft niet alleen deze woningen na renovatie, maar maakt de relatie van de huurprijs en de kwaliteit van deze woningen in vergelijking met andere woningen in Leeuwarden zichtbaar. Komt men bij een puntenwaardering lager uit dan het bedrag waarin de 2j% voor investeringskosten is opgenomen, dan kan op grond daarvan worden nagegaan of de huur niet te hoog wordt. De puntenwaardering is gematigd van opzet. Men kan hier natuurlijk heel gedetailleerd over praten en daarom zal ik daarvan een voor beeld geven. Voor veroudering van de woning werden zes punten afgetrokken. Nó renovatie zijn die zes punten vervallen verklaard. Ten aanzien van de woonomgeving is een uiterst gering aantal punten gegeven. Het hoogste aantal punten dat behaald kan worden, is 25. Deze wijk heeft, onder meer gezien haar excentrische ligging, hierbij negen punten behaald. Dat zegt nogal wat. Het totaal aantal punten dat aan deze woningen vóór renovatie was toegekend, bedroeg 91 Na renovatie is het puntentotaal 106. Met centrale verwarming stijgt dit totaal naar 129. Men kan wel allerlei getallen noemen, maar ik kan u daarbij de verzekering geven dat men op een uiterst gematigde manier met deze puntenwaardering is omgegaan. Daardoor is de nieuwe huur ook aanvaardbaar. Het enige criterium is een vergelijking met de huren van soortgelijke woningen, waarbij de plussen en de minnen van bij voorbeeld de ligging van de wijk betrokken moeten worden. De huurprijs is dan zeker niet aan de hoge kant. Mevrouw Van der Werf heeft de opmerking gemaakt dat al met de werkzaamheden is begonnen zon der dat een en ander is goedgekeurd. De schriftelijke goedkeuring op de bezuinigingen in het nieuwe renovatieplan is nog niet binnen, maar de directeur van het Woningbedrijf is persoonlijk naar de h.i.d. toegestopt en zowel uit dit mondelinge onderhoud als uit een telefonische mededeling naar aanleiding van dit gesprek is gebleken dat het licht door de h. i.d. op groen is gezet. Daardoor kon met de werk zaamheden worden gestart. Een structureel probleem wordt gevormd door de 3.000,als maximale vergoeding voor verhuis- en inrichtingskosten. Dit bedrag is landelijk vastgesteld en geldt voor heel Nederland, behalve voor de grootste steden. Dit bedrag is al een aantal jaren gefixeerd op 3.000,Ik kan mij voorstellen dat men dit op het eerste gezicht vreemd vindt, omdat alles nu eenmaal duurder wordt. Waarom verhoogt men het bedrag dan niet, zou men zeggen. Zo simpel ligt het echter niet, want het gaat om een maxi mum bedrag. Wij hebben voorbeelden uit andere buurten in Leeuwarden waarbij men niet aan dit maxi-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 3