14 wing èn een prioriteitenonderbouwing wil hebben. Bovendien duurt het minstens een jaar voordat deze rijksdienst tot enigerlei toezegging kan komen. Vandaar dat het plan in twee helften is gesplitst: een eer ste deel dat aan de commissies en de raad zal worden voorgelegd en een tweede deel dat enige tijd daar na zal komen en dat zich in het bijzonder bezighoudt met de tangentiële verdeling, de verdeling van wijk naar wijk. Deze raadsbrief geeft duidelijk aan dat wij de knelpunten in met name het radiale wegensysteem ad hoe te lijf willen gaan. Daarbij vragen wij ons wel af of het erin past. Als een bepaalde situatie een te moeilijke zaak is om op korte termijn op te lossen, dan zullen naar onze opvatting ook de knel punten, die dan misschien later geen knelpunten meer zouden zijn, tijdelijk - misschien provisorisch - moeten worden verbeterd. Wij zijn al met enkele van deze knelpunten bezig. Bij de Beurs zijn wij met een plan bezig en hetzelfde geldt voor het Zuiderplein en het Hoeksterend. Het gaat hier om de oude poorten van de stad, waar uiteraard het meeste verkeer langs komt. Wij zullen proberen om daar ad hoe een aantal maatregelen te nemen, die de veiligheid en de ruimte voor de fietser zo groot maken als on der de huidige omstandigheden maar mogelijk is. Vervolgens een paar praktische zaken. De Peperstraat kan niet met trottoirbanden worden afgeslo ten, want deze straat moet bereikbaar blijven voor bedienend verkeer, voor brandweer, voor vuilnis auto's en noem maar op. Een afsluiting in absolute zin kan dus niet. In de voorgenomen maatregelen wordt de Peperstraat afgesloten met borden. Dit betekent dat enig toezicht noodzakelijk zal zijn, an ders zijn er wel mensen die het met de borden niet al te nauw nemen. In de Korfmakersstraat is inderdaad eenrichtingsverkeer voor fietsers ingesteld. Dit is gebeurd, om dat in het plannetje voor de Eewal, dat in de raad is geweest, een autoroute is gelegd vanaf de Eewal naar de Tweebaksmarkt toe. In de toekomst is voorzien in een afsluiting van de Korfmakersstraat bij de Voorstreek voor het autoverkeer. Een en ander is echter toegelicht in het stuk over de lus Eewal en de daaraan verbonden veranderingen. De raad is daar toen mee akkoord gegaan als een voorlopige maatre gel die te zijner tijd omgezet zal worden in de definitieve maatregel, die overeenkomstig het Verkeers- structuurplan is. Het stukje van de Kleine Hoogstraat, waar niet gefietst mag worden, is al eens in de Verkeerscom- missie aan de orde geweest. Wij menen dat hier eenrichtingsverkeer ingesteld moet worden om geen ge vaarlijke situaties te creëren. De heer Van der Wal: Om met het laatste punt te beginnen, ik vind ook dat de Kleine Hoogstraat voor een gedeelte in één richting opengesteld moet worden. In het lijstje staat echter dat deze straat helemaal voor alle verkeer wordt afgesloten. Dit kan wel omdat de Beijerstraat parallel met deze straat loopt. Ik vraag dan ook alleen maar om het stukje van de Kleine Hoogstraat vanaf de Speelmansstraat naar de Eewal open te stellen voor fietsverkeer. Er wordt daar gewoon gefietst, of er nu borden staan of niet. In de Speelmansstraat mag men wel fietsen, maar nou net niet in dat hele kleine stukje van de Kleine Hoogstraat. Ik heb hierover en over het volgende punt een motie gemaakt. De Korfmakersstraat is op het ogenblik voor alle verkeer in beide richtingen opengesteld. Er is ook nog een bushalte, maar ik kan mij niet herinneren dat zich daar grote opstoppingen voordoen. Met de invoering van de lus Eewal wordt de Korfmakersstraat in één richting voor het gemotoriseerd verkeer opengesteld. De intensiteit van het autoverkeer wordt dus minder. Waarom moet dan ook voor het fiets verkeer eenrichtingsverkeer in die straat worden ingesteld? De motie luidt: "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 8 oktober 1979, besluit dat de Korfmakersstraat voor (brom)fietsers in twee richtingen berijdbaar blijft, evenals de Kleine Hoogstraat tussen Speelmansstraat en Eewal." De motie is mede-ondertekend door mevrouw Van der Werf. De heer Rijpma (weth.): ik weet niet tot in hoeverre het indienen van moties op dit moment inhe rent is aan het procedurevoorstel dat hier ter tafel ligt. Ik neig ertoe om te zeggen dat wij de opmer kingen van de heer Van der Wal maar aan de Verkeerscommissie moeten toespelen. Wij kunnen in die commissie dan bekijken welke de motieven zijn geweest om de huidige oplossing te verkiezen en of de motieven daarvoor zo hard zijn als misschien verondersteld is. (De heer Van der Wal: Ik hoor er dan nog wel wat van, neem ik aan.) Natuurlijk. De Voorzitter: Neemt de heer Van der Wal zijn motie terug? (De heer Van der Wal: Inderdaad.) Zijn opmerkingen zullen aan de orde worden gesteld in de Verkeerscommissie. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toe zegging van wethouder Rijpma. 15 Punt 14 (bijlage no. 426). De Voorzitter: In het besluit behorende bij dit voorstel over het inrichten van een aantal speel pleintjes en het aanbrengen van straatmeubilair in de wijk Aldlan-Oost, moet helaas een correctie worden aangebracht. U ziet daarin een aantal nummers van tekeningen. De nummers 05 en 07 moeten worden geschrapt. Deze nummers hebben namelijk betrekking op de straataanleg in dit gedeelte van Aldlan-Oost en daartoe heeft de raad reeds in 1975 besloten. Het was dus gewoon overbodig. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het mondeling door de voorzitter gecorrigeerde voorstel van b. en w. Punten 15 en 16 (bijlagen nos. 427 en 432). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. De Voorzitter schorst, om 20.55 uur, de vergadering voor de pauze. De Voorzitter heropent, om 21 .20 uur, de vergadering. Punt 17 (bijlage no. 429). Mevrouw Visscher— Bouwer: Met de inhoud van deze raadsbrief over het gemeentelijk commentaar op de discussienota inzake de planning van bejaardenoorden in Friesland zijn wij het eens. Wij kunnen ons ook vinden in het commentaar van de Commissie Sociale Zaken van de regio. Ik wil echter toch nog ingaan op twee punten van deze problematiek, namelijk de specifieke situatie van de gemeente Leeuwarden en het aantal te bouwen bejaardenwoningen. Ik zal niet op al de cijfers, die in de diver se stukken worden genoemd, ingaan, ledereen heeft een en ander duidelijk kunnen zien en ik neem aan dat wij het met zijn allen wel eens zijn met de commentaren. Ik vind wel dat Leeuwarden een ei gen geluid moet laten horen. In het verleden zijn enkele bejaarden, die in de gemeente Leeuwarden woonden, noodgedwongen buiten de gemeente gehuisvest. Dit brengt veel leed met zich mee. Deze mensen kunnen namelijk niet weer terugkeren naar onze gemeente, omdat er geen plaats is. In de No ta bejaardenoorden van het rijk wordt duidelijk gesteld dat een bejaarde zoveel mogelijk in zijn eigen vertrouwde omgeving moet worden gehuisvest. Wat de voorzieningen betreft wijzen wij daarom iedere regionalisatie af. Wij zouden graag zien dat het college er nadrukkelijk bij het college van Gedepu teerde Staten op wijst dat op dit punt de gemeente Leeuwarden als een aparte regio zou moeten worden beschouwd, zoals de Commissie Sociale Zaken van de regio eigenlijk ook per gemeente een reactie geeft. Voor Leeuwarden is het probleem haast nog duidelijker: stad-platteland. Het valt te verwachten dat het percentage bejaarden en vooral het percentage hoogbejaarden in Leeuwarden sneller zal stijgen dan elders. Wij zullen ervoor moeten zorgen dat wij voor deze bejaarden zelf plaatsen beschikbaar hebben. Hiervoor zullen wij tijdig de nodige stappen moeten ondernemen. Wij zullen er bij de provincie en bij het rijk voor moeten vechten dat het ons wordt toegestaan. Dat is namelijk het punt waar het om gaat. Ik kom dan meteen bij mijn tweede punt, het aantal te bouwen bejaardenwoningen. Dit punt is on losmakelijk verbonden met het voorgaande punt. Een doelstelling van het rijk voor het aantal te bouwen bejaardenwoningen is dat ongeveer 25% van de bejaarde bevolking moet wonen in een aangepaste wo ning. Dit wordt in het rijksbeleid gekoppeld aan de 7%-norm voor het aantal bedden in verzorgingshui zen voor bejaarden. Dat is ook logisch: hoe minder bejaardenbedden, hoe meer behoefte aan aangepas te bejaardenwoningenUit een notitie van de Commissie intramurale zorg Leeuwarden lees ik dat de gemeente Leeuwarden op het ogenblik beschikt over 766 als zodanig aan te merken wooneenheden. Op basis van een bezetting van lj per eenheid zouden 1 .800 eenheden aanwezig moeten zijn. Er is dus een reëel tekort van ruim 1 .000 eenheden. Het college spreekt in zijn beleidsnota zijn twijfels uit over de verwezenlijking van het vereiste aantal bejaardenwoningen. Bij renovatie en ook bij nieuwbouw vomt het voor dat wij een plan aannemen zonder dat wij eigenlijk weten wat voor soort woningen er worden gebouwd. Ik wijs dan op een plan als aan het Vliet. Het is moeilijk om erachter te komen om welk soort woningen het zal gaan, vooral als er geen corporaties bij zijn betrokken. Aan het hele wo ningbouwbeleid in deze stad merken wij dat het tekort aan bejaardenwoningen eigenlijk nog niet mee speelt. Men beseft het nog niet goed. Wij zullen dus vooral bij nieuwbouw en vernieuwbouw in de bin nenstad en in de Schil hieraan aandacht moeten schenken. Evenals het bouwen voor een- en tweeper soonshuishoudens is ook dit een urgente zaak. Ook als men met woningcorporaties hierover praat, merkt men dat dit niet overal even goed wordt beseft. In Camminghaburen is hieraan wel aandacht geschon ken, mede door toedoen van de coördinatiecommissie, waarin ook de functionele raden zitting hadden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 8