s 4 er zijn en waarom kennelijk in het ambtelijk apparaat meer mensen van CDA- en VVD-signatuur wor den aangetroffen dan van een andere signatuur. Nogmaals, indien wij aannemen dat de inhoud van het artikel juist is. Ik ken de waarde van dit interview verder ook niet. Ik wil nog even ingaan op het verwijt dat hier salon-socialisten zitten. Ik ken ook salon-revolutio nairen en daarvan hebben wij ook wel één in de zaal zitten. (De heer Van der Wal: Er is hier niemand in de raad die zich een revolutionair noemt.) De heren Heereen Meijerhof zijn inmiddels ter vergadering gekomen. Mevrouw De Jong: Ik ben van mening dat de privacy van de ambtenaren voorop moet staan. Bij sol licitatie moet in de eerste plaats worden gekeken naar de geschiktheid. Ik meen dat het een te grote inmenging is in de privacy om nadrukkelijk navraag te doen naar de politieke kleur van een ambtenaar. Verder wil ik stellen dat ik geen enkele twijfel koester ten aanzien van de loyaliteit van onze amb tenaren. Ik zie niet helemaal de samenhang tussen de politieke gezindheid van de raad en de politieke gezindheid van het ambtenarenapparaat. De heer Geerts heeft enkele voorwaarden genoemd voor een duidelijk collegebeleid. Ik zou mij daarbij willen aansluiten. De heer Eijgelaar (weth.): Wij zijn in onze beantwoording vrij duidelijk geweest. De heer Van der Wal heeft dat met zoveel woorden ook wel erkend. Hij zegt dat het onzin is dat het college zegt niet te weten wat de politieke gezindheid van de ambtenaren is. Ik verzeker u dat bij ons niet bekend is wat de politieke gezindheid van een ambtenaar is, tenzij deze zichzelf profileert doordat hij een functie bij een politieke partij bekleedt. Naar de politieke gezindheid wordt niet gevraagd en dat zijn wij ook niet van plan te doen. De heer Van der Wal heeft gezegd geen voorbeeld te kunnen noemen, waaruit de politieke invloed van een ambtenaar blijkt. Hij vindt dan wel dat er bij bepaalde rapporten sprake is van persoonlijke opvattingen van een ambtenaar. Hij zegt dan dat dit niet een politieke opvatting is. Wij menen ook dat onze ambtenaren de rapporten schrijven en de voorstellen maken op een wijze als door het college van b. en w. wordt bedoeld. In de rapporten en voorstellen komt duidelijk naar voren wat in eerdere instantie door de commissies en raden aan de orde is gesteld en door het college is overgenomen. Uit onze beantwoording blijkt al dat wij in deze niet twijfelen aan de objectiviteit en de loyaliteit van de ambtenaren. Verder is het benoemingsbeleid col legebeleid. Het is niet zo dat ambtenaren van de afdeling Personeelszaken voorstellen doen. Dit gebeurt door de betreffende afdelingshoofden, dienst hoofden of directeuren. Het college benoemt. De heer Geerts heeft gezegd dat bij de algemene beschouwingen in het algemeen deze aangele genheid nader de aandacht zal krijgen. Hij heeft echter benadrukt dat met name het beleid erop ge richt moet zijn dat naar de ambtenaren toe duidelijk blijkt wat de politieke beleidslijnen zijn. Ik ver zeker u dat wij proberen dit heel duidelijk te doen. Ik wil ook met nadruk verklaren dat wij er tot nu toe beslist niet aan hebben hoeven twijfelen. Ik ben blij dat eigenlijk alle sprekers niet aan de loya liteit van de ambtenaren twijfelen. Wij moeten constateren dat de ambtenaren, die gehouden zijn rap porten te schrijven en voorstellen te maken naar aanleiding van politieke beslissingen, zich ook als zo danig gedragen en opstellen. Zij doen hun werk overeenkomstig besloten is door b. en w., gehoord al le commissies en raden enz. De heer Geerts zegt daar duidelijk mee akkoord te gaan, als daaraan wordt voldaan. Ik vind het vervelend om te herhalen, maar het is gewoon zo dat wij hier de beschikking heb ben over een voortreffelijk ambtenarencorps, dat zich weet te gedragen zoals van ambtenaren mag wor den verwacht. Ik heb kennis genomen van de opmerkingen van mevrouw De Jong in deze. (De Voorzitter: Er werd nog gezegd dat er bepaalde criteria werden aangelegd.) Wij hebben geen criteria en wat de heer Van der Wal in deze heeft opgemerkt, is pure nonsens. (De Voorzitter: Wij weten ook niet wie degene is die het geschreven heeft.) De heer Van der Wal: Ik ben heel blij met de laatste uitspraak van wethouder Eijgelaar. Die kun nen wij nog weieens toetsen. (De Voorzitter: Dat is het goede recht van de raad.) De Voorzitter sluit, om 19.00 uur, het vragenuur. Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van maandag, 29 oktober 1979. i RAADSVERGADERING van maandag, 29 oktober 1979. Aanwezig 34 leden: de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma (tot 20.50 uur), H.J. de Haan-Laagland, J. de Jong, C.J.M. Otsen, G. Visscher-Bouwer, M.A.D. Waalkens, T. Wielinga-Graansma, A. Willemsma de Jong en J.E.M.T. Zondag-Demes en de heren J. de Beer (tot de pauze), T.A. Boelens, J. ten Brug (weth.), G. Buising, J.R. Bijkersma, drs. G.J. van den Eist, G.F. Eijgelaar (weth.), ir. C.G.H. Geerts, D.E. Heere, H. Jansma, J.F. Janssen, C. de Jong, H. Meijerhof, W. Miedema, dr. W.A. de Pree (weth.), A. Pronk, mr. H.S. Pruiksma (tot de pauze), ir. C.L. Rijpma (weth.), J. Schaafsma, J. Schagen, N. Sterk, P.J. Sijbesma, L. Visser, G. de Vries (wethen P. D. van der Wal. Afwezig: mevrouw J. van der Werf en de heren H. ten Hoeve en J. Knol. Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester. Secretaris: de heer mr. W.J.G. Reumer. Voorts zijn aanwezig: de heren H. Flinterman, hoofd van de afdeling Ruimtelijke Ordening en Volks huisvesting (tot de pauze), mr. W.L. van Harinxma thoe Slooten, hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken, mr. L.P.A. van Kats, loco-secretaris, en drs. H. Sikkema, hoofd van de afdeling Economische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie. Te behandelen punten: I 1Vaststellen van de notulen van de vergadering van de raad van 23 april 1979. 2. Mededelingen. 3. Verdagen beslissing op beroep van A.J. van der Wiel te Goutum tegen weigering van een bouw vergunning (bijlage no. 443). 4. Aankopen van en ontbinden van de pachtovereenkomst met betrekking tot een ten zuiden van de weg Achter de Hoven gelegen perceelsgedeelte (bijlage no. 436). 5. Verkoop erfpachtsgrond (bijlage no. 444). 6. Verkoop van in de ontwerp-uitwerkingsplannen Camminghaburen Haven-Noord en Camminghaburen deelgebied II gelegen percelen bouwterrein (bijlage no. 439). 7. Verkoop van in de ontwerp-uitwerkingsplannen Camminghaburen Haven-Noord en Camminghaburen deelgebied II gelegen percelen bouwterrein (bijlage no. 463). 8. Verkoop van een in het bestemmingsplan Het Vliet-Welgelegen I gelegen perceel bouwterrein aan D. Eisma te Leeuwarden (bijlage no. 438). 9. Verkoop van twee aan de Bothastraat/hoek Noordersingel gelegen perceeltjes grond (bijlage no. 434). 10. Het aangaan van een overeenkomst van ruiling met betrekking tot in het gebied De Kamp te Wirdum gelegen perceelsgedeelten en het aangaan van een overeenkomst tot het wijzigen van een erfdienst baarheid aldaar (bijlage no. 460).

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 3