V27<o manier reeds uitgebannen. Natuurlijk zal de reeds geplande en dus voorziene nieuwbouw van de reini gingsdienst in 1982 een stijging van de totale kosten veroorzaken. Indien in 1982 zou zijn uitgegaan van een dekking van de kosten van 65%, dan heeft dit inderdaad tot gevolg dat de tarieven mee om hoog gaan. Het is echter de vraag of dit een aanvaardbare of een te forse stijging zou worden. Hier na volgt een vergelijking van de tarieven, waarbij wordt aangenomen dat het index-cijfer ook voor de volgende jaren gehandhaafd wordt op 4,1% en dat de raad ook de volgende jaren hiermee instemt. Ik kom dan tot de volgende cijfers. In 1980 wordt het tarief, als het college-voorstel wordt gevolgd, 62,40, een verhoging van 4,1%. Volgen wij de 61 %-regeling, dan bedraagt het tarief eveneens 62,40, ook een verhoging van 4,1%. In 1981 zou het col lege-voorstel inhouden een tarief van 64,95, maar als wij de 63%-regeling volgen, bedraagt het tarief slechts 64,20. Het bedrag van 64,95 komt weer neer op een verhoging van 4,1%, maar het bedrag van 64,20 slechts op een ver hoging van 2,9%. In 1982 zou het college-voorstel inhouden een tarief van 67,60 - weer een ver hoging van 4,1% - en de 65%-regeling 73,—, wat inhoudt een verhoging van 7,3%. Resumerend, in 1980 is er geen verschil, in 1981 zelfs iets duurder - 0,70 per jaar - en in 1982 5,40 per jaar goedkoper, als wij met het college-voorste! meegaan. Voor deze 5,40 per jaar geven wij de zekerheid op die bestaat ten aanzien van het dekkingspercentage en dus onze inkomsten. Want wat denkt het college te doen, als het index-cijfer van 4,1% de volgende jaren niet wordt gehaald? De raad dient nu nog jaarlijks in te stemmen met een verhoging van de tarieven met het index-cijfer. Zal dit steeds gebeuren? Indien de tarieven bevroren blijven op 62,40 per jaar, zal het dekkings percentage in 1982 zijn gedaald naar 55,5. Dekkingspercentages heeft men in de hand, index-cijfers niet. Mogelijk blijft ook om bij voorbeeld in 1982 het dekkingspercentage op 63 te laten. Het tarief wordt dan 70,74. Dit tarief zou overigens ook zijn bereikt, als wij in 1979 niet de tarieven gelijk hadden gelaten, maar met 4,1% hadden verhoogd. De bedoeling is niet om het onderste uit de kan te halen, maar wel is het de bedoeling om nogmaals te benadrukken dat dekkingspercentages de mogelijk heid geven om de financiën in de hand te houden. Mijn vraag is dan ook deze. Waarom neemt het col lege het risico van achteruit-boeren tot 55,5%? Hoe denkt het college de eventueel hogere kosten te financieren? De heer Van der Wal: Ik word een beetje wee als ik aan de hand van tariefsverhogingen voor rei nigingsrechten de vorige spreekster en spreker nu plotseling hun zorg voor het milieu hoor uiten. Ik her inner mij dan dat indertijd door hun fracties unaniem is gekozen voor het verbranden van vuil in plaats van een recycling van het vuil. Dan werd daarbij ook nog de vrijkomende warmte onbenut de atmosfeer ingestuwd. (De heer Schaafsma: Onze fractie was tegen een dergelijk besluit.) Dat klopt, ik corrigeer dit bij deze. Met name het CDA heeft er echter nooit een woord aan vuil gemaakt. Een voorstel om bij voorbeeld glascontainers, die men al in zeer veel gemeenten ziet, in de stad neer te zetten, heeft de Commissie voor de Dienst Reiniging en Brandweer nog nooit bereikt. Maar dit terzijde. Ik wil mij aansluiten bij de waarderende woorden voor de vuilnismannen. Wel is het zo dat men er bepaald niet voor naar een film hoeft te kijken om te zien hoe de vuilnismannen hun werk doen. Iedere Leeuwarder die regelmatig in de stad verkeert, kan hetzelfde ontdekken. Ik wil het niet hebben over de tarieven, maar over de laadkistendienst. Mij is ter ore gekomen dat over niet al te lange tijd verschuivingen zijn te verwachten met betrekking tot de laadkistendienst die nu min of meer een monopolie van de gemeente is. Binnen afzienbare tijd zal dit monopolie echter door gerechtelijke uitspraken worden doorbroken. (De hear Miedema: Dat stie yn de stikken, dat hawwe jo net heard.) Dan is het toch juist als ik zeg dat het mij ter ore is gekomen? Nu is de laadkistendienst nog kostendekkend, maar zal deze dienst dit gezien de ontwikkelingen ook blijven? Wat voor conse quenties kan een en ander voor de dienst en met name voor de tarieven hebben? De heer Van den Eist: De reacties op het onderhavige voorstel verwonderen mij enigszins, zeker gelet op de niet afwijzende reacties erop in de Commissie voor de Financiën. De VVD heeft zich in deze vergadering niet uitgelaten over haar mening ten opzichte van het voorstel en dus ook niet in ne gatieve zin. Ik wil allereerst een reactie geven op hetgeen de woordvoerder van het CDA heeft gezegd. Hij had het over de vervuiler die moest betalen. Hij had ook een film gezien. Men hoeft niet in de bioscoop te gaan zitten om te weten te komen wat er in Leeuwarden regelmatig vervuilt. Wat hier aan de orde is, is de vraag wat wij financieel-technisch gezien willen. Willen wij per definitie de aanbeveling van de staatssecretaris met betrekking tot de normen voor het dekkingspercentage volgen of willen wij een ei gen koers varen? Mijn fractie is van mening dat men dit moet bekijken in het totaal van het dekkings plan voor de uitgaven van de gemeente Leeuwarden. Deze systeemwijziging, zoals men het zou kun nen noemen, is naar het gevoelen van mijn fractie mede veroorzaakt door het feit dat er nogal wat in vesteringen in het recente verleden hebben plaatsgevonden. Een coute que coute vasthouden aan dat- J6/7 gene, wat in het vorige beleidsplan stond, zou betekenen dat de tarieven wel zeer fors moeten stijgen. Het dekkingsplan, zoals dat bij het beleidsplan is uitgewerkt, geeft geen aanleiding om de lijn van het vorige beleidsplan door te trekken. Mijn fractie kan instemmen met deze systeemwijziging, die neer komt op een koppeling van de tarieven aan een indexeringspercentage. Mevrouw Waalkens heeft een en ander keurig uitgerekend en aangetoond dat wij rond een dekkingspercentage van 60 blijven zitten. Resumerend, geen problemen met dit voorstel. Ik heb uit het korte fractieberaad over dit punt niet begrepen dat de heer De Jong namens de hele commissie het woord zou voeren. De heer Eijgelaar (weth.): De heer De Jong heeft er zich enigszins over verwonderd dat in de raads- brief stond dat de Commissie voor de Dienst Reiniging en Brandweer was gehoord. Toch is dit echt het geval, de commissie is gehoord. Als de heer De Jong daaraan een andere uitleg wil geven of liever had willen horen dat de commissie, zoals die toen was samengesteld, een ander standpunt innam dan hetgeen nu in het voorstel staat, dan betekent dit nog niet dat onjuist is wat in de raadsbrief is vermeld. Niemand twijfelt eraan dat deze commissie dergelijke zaken serieus behandelt. Dit geldt overigens voor al onze commissies. Nochtans houdt dit niet in dat het advies dat door deze commissie wordt uitgebracht aitijd moet worden gevolgd. Het college heeft in deze een eigen verantwoordelijkheid. Gelet op op merkingen en voorstellen die in het verleden zijn gemaakt en gedaan, wordt een afweging gemaakt, het geen tenslotte resulteert in een politieke uitspraak, die ook als zodanig dient te worden verwoord in een voorstel, waarin het college en als ik het goed heb begrepen ook de raad zich kunnen vinden. De heer De Jong heeft vrij uitvoerig verslag gedaan over de film over de vuinisophaaldienst. Ik heb de film ook gezien en ik kan u zeggen dat, niet alleen naar aanleiding van deze film maar ook naar aan leiding van in het verleden gedane waarnemingen met betrekking tot de gevolgen voor het personeel, door de commissie het advies is uitgebracht om de wijze van inzamelen van huisvuil te veranderen. Wel licht zullen binnenkort voorstellen worden gedaan om op verschillende plaatsen in de stad over te gaan tot proeven met verschillende wijzen van inzameling van huisvuil. De heer Van der Wal heeft gevraagd naar de risico's die wij kunnen lopen, nu ons monopolie van de laadkisten, zoals hij het noemde, wordt doorbroken. Hij vroeg met name naar de financiële gevol gen daarvan. Het is inderdaad zo dat enkele particuliere bedrijven zich meer dan voorheen bezig gaan houden met. het ophalen van met name bedri jfsvuiIHet ophalen van particulier huisvuil is duidelijk een taak voor de overheid. Welke consequenties een en ander ook wat het kostendekkende aspect van deze tak van dienst betreft kan hebben, is op dit moment niet te overzien. Wij moeten proberen daar een ant woord od te vinden, als er inderdaad sprake zal zijn van financiële consequenties. Wij hebben deze kwestie aangekaart bij de VNG en wij verwachten dat binnen afzienbare tijd wel nadere richtlijnen en uitspraken over de taak van de overheid in deze en de rol die het particuliere bedrijf kan spe len zullen komen. Wij zijn hierop zeer attent, dat kan ik u verzekeren. De heer Van den Eist heeft de keuze gesteld tussen het volgen van het dekkingspercentage, zoals dat voor een artikel 12-gemeente geldt, en het volgen van een eigen koers. Het is duidelijk dat wij menen een eigen koers te moeten gaan. Daarom zijn wij ook met deze voorstellen gekomen. Wat de verdere financiële gevolgen voor de dekking hiervan zijn, zal de heer Ten Brug uiteenzetten. Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma heeft inmiddels de vergadering verlaten. De heer Ten Brug (weth.): De hoogte van de reinigingsrechten is niet alleen in deze raad maar in vele gemeenteraden elk jaar een punt van discussie. Dit is met name het geval, wanneer het gaat om het dekkingspercentage. Op zichzelf is dit een vreemd iets, want het interesseert de burger natuurlijk niet of het gaat om een dekkingspercentage van 55, 85 of zelfs 102, mijnheer De Jong, maar wel hoe hoog het bedrag is dat hij moet betalen. Welk bedrag is redelijk? Het percentage op zich vormt ook al een probleem. Als men met een dekkingspercentage wil werken, dan moet men zich ook afvragen wat, afgezien van het bedrag dat er uitrolt, op zichzelf een redetijk dekkingspercentage is. Wij hebben ge zegd dat wij ons maar aansluiten bij de richtlijnen die de minister van Binnenlandse Zaken aan artikel 12-gemeenten geeft met betrekking tot de tarieven voor de reinigingsrechten; dat is de enige objectieve verdediging die men voor dit standpunt kan hanteren. De gemeente Leeuwarden is weliswaar niet meer een artikel 12-gemeente, maar men kan de redenering volgen "is het verkeerd, dan heeft een ander het verkeerd gedaan" en zo komt men er objectief uit. In artikel 1 2-gemeenten bedroeg het dekkingspercentage jaren achtereen om en nabij de 60. Vorig jaar zou dit dekkingspercentage 65 moeten bedragen, volgens de aanwijzingen. In het beleidsplan van vorig jaar hebben wij dat ook gezegd. In de brief van de staatssecretaris van juli van dit jaar wordt een percentage van 70 genoemd. Als men bij voorbeeld zou zeggen dat het dekkingspercentage 100 moet zijn, dan is er natuurlijk niets om over te dubben. Een dergelijke uitspraak heeft de raad echter nooit gedaan en men zal het mij ook nooit horen voorstellen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 9