é>22 2-2 6/ Ik heb eveneens vragen ten aanzien van de proef met de wijk-containers. Ook mij lijkt het beter toe om eerst het experiment met de mini-container te doen en af te wachten hoe de resultaten daarvan zijri. Ook gezien de ervaringen met het deponeren van huisvuil lijkt het mij minder juist om meteen al met een proef met wijk-containers te starten. Ik ondersteun de motie van mevrouw De Haan dan ook- van harte. De heer Eijgelaar (weth.): Ik wil graag beginnen met te zeggen dat de Commissie voor Reiniging en Brandweer, waarin deze problematiek uitvoerig aan de orde is geweest, niet slechts is "gehoord". Er staat duidelijk in de raadsbrief dat de commissiè met het voorstel akkoord is gegaan; er is dus wel degelijk meer gebeurd. De opmerkingen die gemaakt zijn, verbazen mij enigszins, omdat de commis sie unaniem akkoord was, ofschoon de heer De Jong enkele bedenkingen had. (De heer De Jong: Ik sprak niet namens mij zelf, maar namens mijn fractie.) Ik kan mij heel goed voorstellen dat men na een bespreking in de fractie tot een ander standpunt komt. Dat is ook gebeurd met andere leden van de Commissie voor Reiniging en Brandweer. Het is volstrekt legitiem. (De Voorzitter: Dat gebeurt in wel meer fracties.) (Gelach) Ik heb er ook geen problemen mee, maar ik verbaas mij er wel enigszins over. Ik heb begrepen dat bij het merendeel van althans de sprekers - hoe het bij de overige raadsle den zit, weet ik niet - de mening heerst (De Voorzitter: De raadsleden hebben het besproken.) (Gelach) Nee, mijnheer de voorzitter, een aantal raadsleden heeft gesproken, maar ik weet niet of de meerderheid er net zo over denkt. Ten slotte heeft mevrouw De Haan gezegd dat zij namens een deel van haar fractie sprak. Ik weet bovendien uit ervaring dat de heer De Jong ook niet namens zijn hele fractie heeft gesproken. (Gelach) Slechts de heer De Beer en mevrouw De Jong spraken namens hun hele fractie. Ik heb begrepen dat het experiment met de mini-containers geen probleem voor de raad vormt. Met wijk-containers heeft men wel problemen. Ik kan mij dat ook wel voorstellen. Wat is de drijfveer geweest om met twee experimenten te starten? Als, om welke reden dan ook, het experiment met de mini-container niet zou slagen, dan zou men achteraf een proef met iets anders moeten doen. Boven dien weteri wij niet hoe een experiment met wijk-containers bij de bevolking overkomt. Het zou best kunnen zijn dat het een beetje meevalt. Ik verzeker u dat wijk-containers financieel aanmerkelijk voordeliger zijn dan mini-containers. Bovendien moeten wij er van doordrongen zijn dat de mini-con tainer lang niet overal geplaatst kan worden. In de flatgebouwen wordt gebruik gemaakt van één con tainer per flat, maar bij de laagbouw en de lagere flats kennen wij dat systeem niet. Momenteel wordt het huisvuil daar per zak aangeboden. In grote delen van de stad kan gewoonweg niet een mini-con tainer worden geplaatst en zullen wij de keuze moeten maken tussen wijk-containers en de huidige ma nier van huisvuilinzameling. Om die keus gaat het. Het gaat niet om de keus mini-container of wijk- container, het gaat om de keus wijk-container of de huidige inzameling met plastic zakken. Daarom is in de commissie uitvoerig deze vraag aan de orde geweest. Het kan best zijn dat dit experiment op niets uitdraait en dan schakelen wij weer over op het oude systeem. Als het tussentijds een nog grotere puinhoop wordt dan het nu volgens de heer De Beer al is, dan wordt het experiment beëindigd. Wij heb ben op dit moment de kans om beide experimenten te starten en te begeleiden. Zoals ook in de raads brief staat, er is een studieproject van de afdeling bedrijfskunde van de HTS. Enkele mensen zijn be reid deze zaak na te gaan. Wij kunnen dan zowel de proef met de mini-container als de proef met de wi jk-container in het onderzoek, dat door de Bedrijfsgeneeskundige Dienst wordt ingesteld, meenemen. Anders krijgt dit ook weer een vervolg, met alle gevolgen van dien. Ik vind dat het gewoon uit prak tische overwegingen verstandig is om beide experimenten wel te laten doorgaan. Dit in antwoord op hetgeen mevrouw De Haan heeft opgemerkt. De heer De Jong heeft een hele reeks vragen gesteld. Hoe lang duurt de proef? Een half jaar, is het uitgangspunt. Is de tijd van voorbereiding niet te kort en zijn de wijkcomité's wel geïnformeerd? Ja, er is overleg geweest met de wijkcomité's. Men zal nader worden geïnformeerd, maar de commis sie vond het van het allergrootste belang dat het experiment eerst hier in de raad aan de orde kwam, voordat het werd uitgevoerd. Wat de tijd van voorbereiding betreft hebben wij nog een paar maanden voor de boeg. In die tijd kan er heel wat gebeuren, maar wij moeten er wel van doordrongen zijn dat een besluit tot het doen van het experiment een verplichtend karakter heeft voor de mensen in de wijk. Hoe zijn de ervaringen elders in den lande? Wat de mini-containers betreft zijn die ervaringen zeer positief. Met betrekking tot de wijk-containers heb ik naar aanleiding van de vragen van de heer De Jong voldoende informatie verstrekt. Als wordt gevraagd om niet met honderd maar met vijftig van die dingen te starten, dan kan dat natuurlijk wel. Men kan wel met vijf of zelfs met één starten, maar men verkrijgt dan geen duidelijk beeld van het uiteindelijke resultaat. Eerst ging de directie uit van een proef met 200 containers in een hele wijk. Men vond dit noodzakelijk om de proef goed te kunnen be oordelen. De commissie heeft daaraan gezegd dat dit niet kon, omdat het niet paste in het budget. Met een proef met 100 containers kon men financieel wel rond komen binnen de begroting van de dienst. Men kan er dan wel vijftig of meer containers afdoen, maar dan kan men het experiment ook wel hele maal over laten gaan. Honderd is toch wel het minimum. Over de puinhoop van de heer De Beer heb ik al iets gezegd. (Gelach) Ik bedoel dat niet persoon lijk. Mevrouw De Jong heeft enkele vragen gesteld over vooral de mini-container. Deze containers zijn goed te hanteren, ook voor sommige bejaarden. Voor anderen weer niet, het zijn ten slotte be hoorlijke dingen. Er zitten wel wieletjes onder. Niet iedere bejaarde zal ermee om kunnen gaan, dat is duidelijk. Verder vroeg mevrouw De Jong of in de mini-container het glas gescheiden kon worden gehouden van het huisvuil. Dat is niet mogelijk en ik zie ook niet in waarom dat zou moeten. Er is nu weer zo'n rage om het glas apart in te zamelen. Straks blijkt weer dat dit niets helpt. Balk is daarvan een spre kend voorbeeld: die mensen waren verschrikkelijk blij dat ze er af waren. Ik bedoel niet dat het apart ophalen in zijn algemeenheid niet van belang zou kunnen zijn, maar dan zeker niet met glas en an dere rommel. (Gelach) Mevrouw De Haan—Laagland: Een paar korte opmerkingen. In de eerste plaats heb ik niet willen zeggen dat eerst maar geëxperimenteerd moet worden met mini-containers om dan, als dat mislukt, te gaan experimenteren met wijk-containers. De meerderheid van mijn fractie vindt dat er zoveel proble men aan het gebruik van wijk-containers zitten dat men helemaal geen proef wil. Ook al mislukt de proef met de mini-containers, dan willen wij niet nog eens een proef doen met de wijk-containers. De wethouder zei dat de mini-containers niet overal kunnen staan. In de commissie is gezegd dat onderzocht zal worden waar die containers wel en waar ze niet kunnen staan. Daarvoor zullen criteria worden opgesteld. Ik ga ervan uit dat die er ook komen. Dat mini-containers bij voorbeeld niet in bo venhuizen in de binnenstad kunnen worden geplaatst, is nog geen reden om daar dan maar wijk-contai ners neer te zetten Verder zegt de wethouder dat het experiment met wijk-containers altijd nog halverwege kan wor den teruggedraaid, als blijkt dat het een puinhoop wordt. Wij voorzien die puinhoop van tevoren en hebben dan liever geen experiment; dan valt er ook niets terug te draaien. De heer De Jong: Naar mijn mening is er bij de wethouder sprake van een misverstand, want ik ben begonnen met te zeggen dat ik aannam dat het verslag van de commissie van advies en bijstand bij de stukken heeft gelegen. Daardoor krijgt men een beter inzicht in wat in de commissie aan de or de is geweest. Het is namelijk meer geweest dan alleen "de commissie is gehoord". Al zal ik een persoonlijke reactie hebben gegeven, ik heb aan het eind van mijn verhaal gezegd dat mijn fractie eerst antwoord wil hebben op de door mij gestelde vragen, alvorens men zich nader wil uitspreken. Ik dacht dat ik dan duidelijk namens de fractie sprak. Alvorens tot stemming over te kunnen gaan, heeft mijn fractie behoefte aan schorsing van deze vergadering. De heer De Beer: Ik zal niet meer zoveel woorden vuil maken aan het huisvuil. In antwoord op de opmerkingen van de wethouder wil ik zeggen dat ik helaas de laatste vergadering van de Commissie voor Reiniging en Brandweer niet heb bijgewoond maar uiteraard de notulen wel goed heb gelezen. Ik was dus wel op de hoogte. Mevrouw De Jong: De onderlinge samenhang van deze proef en de begeleiding die er op dit mo ment kan worden geboden, waren mij in eerste instantie ontgaan. Na de opmerking van de wethouder dat, indien het experiment met de wi jk-container uit de hand loopt, zo weer kan worden overgescha keld op de vertrouwde vuilniszak, heb ik besloten, gezien de begeleiding en het feit dat deze proef in één keer.kan worden gedaan, op mijn eerder ingenomen standpunt terug te komen. De Voorzitter: Ik stel voor de stemming even uit te stellen. Er is straks nog wel een moment, waar op de heer De Jong met zijn fractie kan overleggen. Punt 28 (bijlage no. 497). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 32