a Ql
8/
schikken iets schort, waardoor zij eigenlijk niet als bejaardenwoning kunnen worden aangemerkt. Ik
moet bekennen dat naar de kwaliteit van de afzonderlijke bejaardenwoningen nooit een onderzoek is
ingesteld. Het is mijns inziens wel nodig dat dit gebeurt, opdat wij de planning ook op reële gronden
kunnen uitbouwen. Onder meer zullen wij met elkaar moeten bekijken hoe de 1 .300 bejaardenwonin
gen, die nu zijn geregistreerd in klassen, in functies kunnen worden ingedeeld, waarbij er tevens voor
moet worden gezorgd dat de woningen ook terecht komen bij de bejaarden of de bejaarde echtparen
die er het meest behoefte aan hebben.
Voor wat betreft de verdere gang van zaken kan ik nog meedelen dat er op het ogenblik een proef
in Aldlan wordt genomen om te komen tot centrale alarmering, dit via de lijnen van het centrale an
tennesysteem. Dit opent perspectieven en mogelijkheden, die wij met elkaar nog eens nauwkeurig moe
ten nagaan. Het aanbrengen van een alarmsysteem is pas de eerste stap, want er zal ook voor moeten
worden gezorgd dat er achter het signaal hulpverlening zit. Dat is een probleem dat in een stad met
de omvang van Leeuwarden waarschijnlijk niet zo gemakkelijk met een centrale regeling valt te be
happen. Op dat punt zullen wij ons ook laten informeren door de organen die wij regelmatig raad
plegen over het bejaardenbeleid.
C. Dienst Sociale Werkvoorziening.
De hear Jansma: Ik woe ynheakje op fraech en antwurd 289. It giet der oer it "Orgaan van Over
leg", het OVO. It is my bikend dat der yn us provinsje op syn minst ien WSW-kommisje is, dêr't ek
leden fan it personiel fan it Orgaen fan Oerliz yn sitting hawwe. Nou wurdt hjir andere dat dit eins
net sa heart to wezen, om't it om skieden forantwurdlikheden giet. It is my bikend dat dizze matearje
op it stuit nochal yn diskusje is, hwant ek de wurknimmers fan de sosiale wurkfoarsjenning wolle foar
in part meiprate yn sa'n WSW-kommisje. Ik soe eins wolris it stanpunt fan it kolleezje witte wolle.
It moat fansels net oer saken gean dêr't kollega's hwat oanstellingen en arbeidsbitingsten en sa oan-
bilanget by bitrutsen binne, mar mear oer it algemiene bilied. Ik kin my foarstelle dat der foarearst
in konstruksje foun wurde kin dat in offurdiging fan it Orgaen fan Oerliz as waernimmer by in tal
gearkomsten fan de WSW-kommisje oanwêzich is. Der soe mei bigoun wurde kinne, mar op'en dur
liket it my ek net unmooglik dat men gewoan as WSW-kommisjelid meigiet, mar dan wol mei ütsun-
dering fan gefallen dêr't it om kollega's giet.
De heer De Vries (weth.): Voor de duidelijkheid wil ik eerst even opmerken dat het Orgaan van
Overleg het vorig jaar is ingesteld. Eigenlijk is het de medezeggenschapscommissie-nieuwe stijl bin
nen de sociale werkvoorziening, die voor wat de reglementering betreft nogal wat verder gaat dan
de commissies in het kader van de Wet op de medezeggenschapscommissies.
De heer Jansma heeft een probleem aangeroerd dat binnen de commissie in Leeuwarden ook uit
voerig aan de orde is geweest, want in de ontwikkeling van het hele functioneren van de sociale werk
voorziening vangen wij signalen op die erop duiden dat er van de kant van de werknemers behoefte is
aan meer informatie en aan een duidelijker beeld van het beleid. De commissie ia Leeuwarden heeft
gezegd dat zij er geen enkele moeite mee heeft het Orgaan van Overleg over algemene beleidsvraag
stukken en het vertalen van een stuk rijksbeleid zo duidelijk mogelijk te informeren. Dat kan echter
niet gebeuren in de normale vergaderingen van de commissie, omdat daarin ook zaken worden bespro
ken die betrekking hebben op bevordering, ontslag, vaststelling van de salarishoogte, loonregelingen
en dergelijke, die dikwijls individuele werknemers betreffen. Wij zijn er wel toe bereid een twee
keer per jaar, nadat wij schriftelijk informatie hebben uitgewisseld, met het Orgaan van Overleg
rond de tafel te gaan zitten en op alle vragen die bij dit orgaan leven te antwoorden en nadere in
formaties te verstrekken. Wij hebben een eerste ontmoeting achter de rug, niet met één vertegenwoor
diger van het Orgaan van Overleg, maar met het volledige college en ik kan zeggen dat er over en
weer een goed stuk informatie is verschaft, hetgeen ook een bepaalde openheid heeft doen ontstaan.
Wij zijn van plan op de ingeslagen weg door te gaan. Wij weten overigens best dat dit spel, deze
wijze van overleg, nog moet groeien. Als je zo'n eerste keer met elkaar in aanraking komt, heb je
het gevoel dat je in afzonderlijke situaties, in afzonderlijke werelden, hebt gewerkt, maar aan het
eind van de middag constateerden wij dat er van een buitengewoon goede uitwisseling van informatie
sprake was geweest, niet alleen van de kant van de commissie naar het Orgaan van Overleg, maar
ook van de kant van het overlegorgaan naar de WSW-commissie. Ik meen dat de constructie zoals wij
die hier in Leeuwarden hebben gevonden binnen onze werkmogelijkheden de beste is waarvoor wij zou
den kunnen kiezen.
D. Gemeentelijke Sociale Dienst.
Mevrouw Zondag—Demes: Naar aanleiding van vraag 290 wil ik graag van u weten of het in de
bedoeling ligt de Commissie voor de Gemeentelijke Sociale Dienst hierbij te betrekken.
De heer De Vries (weth.): Wij hebben er geen moeite mee mevrouw Zondag de toezegging te doen
dat genoemde commissie bij deze hele ontwikkeling nauw zal worden betrokken, want wij geloven dat
dit nodig is. Wij zijn nu met elkaar onderweg om het pad waarbinnen de commissie kan functioneren
zo'n beetje te markeren en wij zijn van mening dat met name ten aanzien van vraagstukken als de
welzijnsplanning en de plaats daarin van de GSD de commissie voor deze dienst een belangrijke ad
viserende rol kan spelen.
Beeldende Kunstenaarsregeling.
De heer Ten Hoeve: Wat ik wil zeggen, heeft betrekking op punt f van deze vraag. In het ant
woord lees ik de volgende mooie zin: "Bovendien is het in bepaalde gevallen mogelijk kunstenaars
bepaalde opdrachten te geven in het kader van stadsverfraaiing enzovoorts Die mogelijkheid
bestaat natuurlijk al lang en ik zal daarom graag horen op welke plaatsen kunstenaars zijn ingescha
keld voor stadsverfraaiing en of er ook kunstenaars zijn ingeschakeld bij het verder uitbouwen van on
ze topografische atlas en meer van dat soort activiteiten. Wat is daaraan de afgelopen jaren gedaan?
Mevrouw Otsen: Kan bij die bepaalde gevallen, waarover in het antwoord wordt gesproken, ook
worden gedacht aan opdrachten met betrekking tot bij voorbeeld vernieuwing of aanpassing van ge
bouwen in de binnenstad? Als willekeurig voorbeeld wil ik in dit verband de openbare bibliotheek
noemen.
De heer J. de Boer: Ik zal proberen zo goed mogelijk op de gestelde vragen te antwoorden.
Verfraaiingsopdrachten kunnen niet altijd in het kader van de BKR worden verstrekt, want er zijn
nog verschillende andere regelingen die de voorkeur verdienen. Het is een goede zaak dat elke
gemeente een bepaald bedrag op haar begroting heeft staan ten behoeve van stadsverfraaiing in het al
gemeen. Voorts is er de zogenaamde 1%-regeling, die van toepassing is bij de bouw van overheidsge
bouwen. Alleen wanneer niet op een andere wijze middelen beschikbaar kunnen worden gesteld kan
voor verfraaiing een beroep worden gedaan op de BKR. Dit lijkt mij juist, want anders zou de vrije
kunstenaar ernstig worden gedupeerd; er zouden dan steeds meer kunstenaars onder de BKR gaan val
len.
Op de vraag wat er de laatste jaren allemaal is gebeurd kan ik eerlijk gezegd geen exact ant
woord geven. Ik zit hier zelf nog maar twee jaar en ik functioneer nog niet zo vreselijk lang als plaats
vervangend voorzitter van de BKR-commissie. Ik kan wel zeggen dat er met betrekking tot de topogra
fische atlas regelmatig werk wordt verricht in het kader van de BKR, onder andere door de heer Van
Batenburg. Vervolgens heeft ook het Princessehof dienstverlening via de BKR gekregen, terwijl ook
via die regeling aan in elk geval een tweetal scholen diensten worden verleend bij projecten ten be
hoeve van de kinderen. Misschien kan de dienstverlening in het kader van de BKR in de toekomst nog
worden uitgebreid. De adviescommissie van de gemeente Leeuwarden houdt zich bezig met een studie
daaromtrent en ik vermoed dat binnen afzienbare tijd, omstreeks maart of april van het volgend jaar,
daarover een notitie aan b. en w. kan worden uitgebracht.
Als u mij dat toestaat wil ik ook nog graag iets zeggen over punt d, hoewel daarover geen vragen
zijn gesteld. Daar zit namelijk een fout in.
De Voorzitter: Op punten waarover niets is gevraagd, behoeft u niet in te gaan, maar wellicht
kunt u nog wel proberen op de vraag van mevrouw Otsen te antwoorden. Zij wil graag weten of ver
fraaiingen aan bij voorbeeld het gebouw van de bibliotheek onder de BKR kunnen vallen.
De heer J. de Boer: Dat hangt van een aantal dingen af. Ik kan nu niet overzien of op de begro
ting van de gemeente middelen staan die daarvoor zouden kunnen worden bestemd. De 1%-regeling
kan op dat project kennelijk niet van toepassing worden verklaard. Als ook de eerste mogelijkheid niet
aanwezig is, zal er misschien een verzoek aan b. en w. worden gericht - ik moet hierbij wat slagen
om de arm houden - die dat verzoek dan ongetwijfeld zullen doorspelen naar de plaatselijke advies
commissie.