W dl nota het geheel zou moeten omvatten, maar toen wij op weg waren bleek dat het verstandiger was daar niet van uit te gaan. Wij moesten er een keer uit komen en wij hebben op een gegeven moment besloten de sport er buiten te laten en die afzonderlijk aan de orde te stellen. Ik meen dat de Sport raad zich momenteel ook over deze problematiek buigt. De hear Jansma: It is dan allinnich hwat spitich dat dit op in letter momint kommen is, hwant de Sportried hat hieltiten tocht dat alles by elkoar nommen waerd. Nou moat it dan werris apart en jowt dat wer fortraging. (De Foarsitter: Ja, dat is sa.) E. Diversen. De heer Ten Hoeve: Zoals u weet ben ik soms net een lekkende kraan, maar Multatuli heeft al ge zegd dat de druppel de hardste steen uitholt en daarom ga ik maar door. Ik heb verschillende keren bij de behandeling van het beleidsplan gevraagd of het mogelijk was in Leeuwarden een beeldenroute te creëren. Steeds werd op mijn vraag geantwoord: Deze suggestie zal worden voorgelegd aan de Com missie monumentale kunst. Vier jaar lang heb ik van die commissie niets gehoord. Ik weet niet of er van de bijeenkomsten van deze commissie verslagen bestaan en het is mij ook niet bekend welke cri teria zij aanlegt. Ik vind dat onbevredigend, want mijns inziens zal er ook aan dat deel van de aan kleding van de stad iets moeten worden gedaan. Kort geleden hebben wij in de Leeuwarder Courant nog een lijst van Trijfel kunnen aantreffen, waarin was opgesomd in welke plaatsen beelden voor be kende Nederlandse schrijvers enzovoorts zijn opgericht. Onlangs is een beeld voor Theo Thijssen in Amsterdam onthuld en Harlingen heeft een beeld van Anton Wachter. Ik vind dat wij in Leeuwarden op dat punt ook een aanzet moeten maken. Ditmaal heb ik in mijn vraag Piet Paaltjens genoemd, maar in het verleden heb ik nog andere namen aangedragen, onder andere Slauerhoff, en wij hebben ook wel eens gepraat over een kaak op de BrolDe stad moet ook een anecdotisch element bevatten en daarom vind ik het nodig dat ook aan dat soort dingen aandacht wordt besteed. Als u meent dat dat per se niet moet, wil ik graag weten op grond van welke criteria dit soort zaken worden afgehouden. Het wordt daardoor namelijk voor mij wel erg moeilijk voor een kunstwerk van 60.000,op De Harmonie te stemmen. De Voorzitter: Ik weet dat naar aanleiding van vragen die u hebt gesteld in de Commissie monu mentale kunst over deze kwestie is gesproken. Ik zeg u toe dat wij alsnog de verslagen van de verga deringen van die commissie ter inzage zullen leggen; die club vergadert niet zo vaak, zodat het ook niet zo moeilijk zal zijn die te achterhalen. U kunt dan zelf lezen wat hierover is gezegd. De heer Meijerhof: Ik wil iets zeggen over vraag 316. Het college vermeldt in zijn antwoord niet welke de oorzaak is van de vertraging. Ligt die bij de stichting die de subsidie heeft aangevraagd of ligt hij op een ander terrein? Uit contacten met deze stichting kreeg ik de indruk dat zij eigenlijk he lemaal niet meer op subsidie rekent. Men heeft niets meer gehoord en men gaat ervan uit dat die niet zal worden toegekend. Misschien is men niet voldoende bekend met de werkwijze bij de gemeente. De hear Jansma: Nei oanlieding fan fraech 315 woe ik dit sizze. Yn de paragroef oer de kultuer wurdt de Fryske kultuer hielendal net neamd. De Kulturele Ried hat in "Nota Kunstbeleid". Op side 36 fan dy nota wurdt wiisd op de dubel-kultuer dy't wy hjir yn üs provinsje hawwe. Der wurdt ek sein dat men it needsaeklik fynt dat Ljouwert, as haedstêd fan de provinsje, it Frysk literair wurk stipet en sanedich op bipaelde punten oanfoljend wurksum is. Yn in skriuwen fan 27 septimber fan de Kul turele Ried oan de Kommisje fan Rapporteurs wurdt der under oare de forwundering oer utsprutsen dat de oanfraech fan Operaesje Fers om in subsydzje fan 2.500,it jier ofwezen wurdt. Dit subsydzje hat de haedstêd fan Fryslan in jier as hwat forlyn wol jown, mar yn it ramt fan de artikel 12-sitewaes- je is dit doe offierd wurden, it koe net mear. My tinkt dat it wol winsklik is om dit subsydzje nou dochs noch ta to kennen mei yngong fan 1980. Der wurdt troch Ljouwert wol in tal dingen dien, mar as ik nei it andert op fraech 315 sjoch: "aktiviteiten om de Fryske kultuer to bifoarderjen wurde troch üs wer mooglik en foar safier't se op it mêd fan de gemeente lizze stipe", dan siz ik, stypje dit dan ek. Yn dit forban wol ik dan ek noch wize op hwat 6s as gemeente to wachtsjen stiet hwannear't it Frysk op skoalle ynfierd wurdt. De wethalder fan underwiis is hjir net oanwêzich, mar hy harket wol. Mis kien dat wy hjir nije wike ek noch hwat oer diskussiearje sille, hwant op dat mêd sij der hjir yn Ljou wert wol hwat barre moatte. As fraech hie ik delskreaun: Hoe aktyf is de Kulturele Ried op dit stik fan saken? Ik krij de yndruk dat de Kulturele Ried wol aerdich aktyf is, mar sjoen de korrespondinsje dy't der nou west hat freegje ik: kolleezje, honorearje dit dan ek. 15 SS De heer Schagen: In uw beleidsplan hebt u gesteld dat de Nota Kunstbeleid van 1974 nodig moet worden geactualiseerd. Ik heb wat informaties ingewonnen en daaruit blijkt dat die actualisering nog vrij lange tijd op zich zal laten wachten, mede doordat de ambtenaren die zich hiermee moeten bezig houden nogal druk bezet zijn. Ik kan mij voorstellen dat de Culturele Raad hiertoe een opdracht kan krijgen, die hij zal kunnen uitvoeren zonder te veel op de ambtenaren en op het secretariaat van de Culturele Raad te leunen. Bent u met mij van mening dat dit voor de Culturele Raad een goede aan leiding kan zijn om zijn activiteiten nog wat verder te ontplooien? De heer De Vries (weth.): Naar aanleiding van de opmerkingen van de heer Ten Hoeve kan ik meedelen dat er een publicatie in voorbereiding is die een route langs de monumenten in de binnen stad aangeeft en die in het kader van het hele spel van het aanbieden van herkenningstekens aan de bezoekers aan Leeuwarden via de VVV enzovoorts zal worden verspreid. Dit is natuurlijk iets anders dan datgene waarop de heer Ten Hoeve doelde. Wij zullen bekijken in hoeverre wij in het overleg in de Commissie voor de monumentale kunst zijn gedachten nog eens kunnen ventileren. Wij zullen nagaan hoe deze commissie denkt over het geven van opdrachten voor het maken van beeldhouwwer ken van bekende Leeuwarders. De heer Meijerhof heeft om informaties over de Stichting Hothouse Redbad gevraagd. Ik kan hem zeggen dat de oorzaak van de vertraging bij de gemeente ligt; ik wil daar niet omheen draaien. In de meerjarenraming is hiervoor een bedrag opgenomen, maar toen wij het een en ander op een rij zetten, ook met betrekking tot enkele andere sectoren op muziekgebied, bleek het niet zo eenvoudig te zijn tot een uniformering van de subsidieregelingen te komen. De afdeling SZW is er inmiddels in geslaagd een redelijke subsidienorm te vinden voor alle drie de sectoren die we op het oog hebben. Binnenkort zal die in b. en w. worden behandeld en zo gauw dat is gebeurd komen wij met een voorstel naar de raad. Het verdriet de heer Jansma dat wij voor wat de Friese cultuur betreft Operaesje Fers buiten de boot hebben laten vallen. Zoals de heer Jansma zelf al even memoreerde is dat een jaar of wat ge leden al gebeurd, in het kader van het snoeien dat toen nodig was om uit de rode cijfers te komen. Wij hebben nadien geen aanleiding gezien om hiervoor opnieuw een bedrag op de begroting op te ne men en daartoe een voorstel aan de raad te doen, dit ook tegen de achtergrond van de filosofie dat de bevordering van de Friese taal primair een zaak is die de provinciale overheid regardeert, meer dan de gemeente Leeuwarden. Het zal u wellicht bekend zijn dat de provincie een subsidietitel heeft bij het rijk op basis waarvan zij enige tonnen per jaar ontvangt. Wij menen dat ook Operaesje Fers primair in die richting subsidiekanalen zal moeten zoeken. De heer Schagen heeft gesproken over de Nota Kunstbeleid. Hij weet dat de afdeling niet alleen onderbemand is, maar ook tot de nek in het werk zit, waardoor het al moeilijk is het lopende werk bij te houden. Met het oog daarop heeft hij de suggestie gedaan dat wij enkele mensen van de Cul turele Raad uitnodigen om zelf de pen te gaan voeren en zelf het secretariaat op zich te nemen om de Nota Kunstbeleid te concipiëren. Wanneer er in de Culturele Raad inventieve mensen zitting hebben, staat niets hun in de weg om dat te doen, maar ik weet niet of dat zo eenvoudig is en ik weet ook niet of wij dit van leden van onze functionele raden mogen vragen. De suggestie is de moeite van het be kijken waard, maar ik wil op dit punt niet graag een toezegging doen. In elk geval zijn wij wel be reid de suggestie van de heer Schagen eens voorzichtig te ventileren binnen het presidium. De Voorzitter: Hebt u de heer Van Slooten wel eens gehoord? Ik kan u verzekeren dat zijn reac tie boeiend is om te horen. De heer Ten Hoeve: Ik wil graag even een misverstand uit de wereld helpen. Misschien heb ik de indruk gewekt dat ik pleitte voor een route langs beelden van bekende Leeuwarders, maar waarvoor ik met name pleit is een route met anecdotische elementen erin. Ik overweeg dit punt te claimen, maar u kunt dat ondervangen door de mededeling dat u wel of niet met een voorstel op dit punt bij de raad zult komen. Tenslotte zijn de vragen hierover aan het college gericht en niet aan de Commis sie voor de monumentale kunst. De heer De Vries (weth.): Wij zullen de commissie hierover om advies vragen en daarna komen wij bij de raad terug. (De heer Ten Hoeve: Akkoord.) De hear Jansma: Ik woe de kwestje fan it subsydzje oan Operaesje Fers mar oanhalde. De Foarsitter: Dat soe ik ek altiten dwaen. (Laitsjen) (De hear Jansma: Dat jowt moed!) Jo leinen de klam op de artikel 12-sitewaesje, dêr't wy doedestiids mei to meitsjen hienen, mar der is noch in

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 45