14' /p8
De vragen 268 en 269 betreffen het wijkgezondheidscentrum in Camminghaburen, op welke vragen
u een vrij algemeen antwoord geeft. Kunt u mij zeggen welke disciplines ertoe bereid zijn actief mee
te werken aan de totstandkoming van een gezondheidscentrum in deze wijk? Verder zal ik graag horen
of u, wanneer Camminghaburen vol begint te stromen, tijdig adequate gezondheidszorgvoorzieningen
meent te kunnen bieden.
Hebt u er voorts enig zicht op wanneer de in te stellen werkgroep van start zal kunnen gaan?
Welke stappen denkt u te zullen ondernemen wanneer een discipline niet bereid blijkt te zijn aan
dit gezondheidscentrum mee te werken?
De hear Jansma: Ik woe noch graech even oanheakje op itjinge de hear Pronk niiskrekt sein hat. Ik
leau dat it yndied in hiel goed ding is dat de ried hwat neijere ynformaesje kriget. Wy hienen juster-
joun de gearkomste fan de Kommisje foar de Folkssounens hawwe si Hen, mar yn forban mei de bïtin—
kingsjoun yn de Greate Tsjerke is dat net trochgien. It wurdt stadichoan wol tiid dat de ried mear yn
formaesje hjiroer kriget. De fragen dy't de hear Pronk steld hat, soe ik ek graech in andert op hearre
wolle, mei namme hjirom. Koartlyn hat der in nochal wiidweidich artikel yn de Ljouwerter Krante
stien, hwerby't de hear De Pree in oantal dingen sein hat en hweryn ek de hear Schaafsma oan it wurd
komt. It is bikend dat de VVD-fraksje al sunt it bigjin fan de problematyk tsjin it bikende artikel 8
stimd hat, hwat de forkeapbitingsten foar de groun yn Camminghabuorren oanbilanget. Us fraksje hat
mien ik yn febrewaris of maert sein dat it kolleezje it earste healjier de tiid krijt om hjir fierder oan
to wurkjen. Dat healjier is ynmiddels al in setsje om en yn us fraksje wurdt rieplachte oer de fraech
hoe't it stanpunt fan it CDA fierders wêze sil. Wy kinne it fansels net sa fier komme litte dat der aenst
gjin sounenssintrum is mar ek gjin hüsdokter en forpleechkundigen sitte kinne. Mei it each dêrop dochs
graech hwat neijere ynformaesje hjiroer.
De heer De Pree (weth.): Ik wil eerst ingaan op de vraag van de heer Pronk over de tandartsen.
Voor zover ik weet is de informatie hierover ingewonnen bij de organisatie van tandartsen, die met een
systeem van normen en normpraktijken werkt. Inderdaad was er een aantal jaren geleden een tekort aan
tandartsen in Leeuwarden, maar op het ogenblik is dat volgens de informatie niet meer het geval. Hier
komt bij - dat heeft heel simpel te maken met het toenemend aantal afgestudeerde tandartsen - dat men
landelijk thans werkt aan praktijkverkleining voor tandartsen. De komende jaren zal er niet alleen
geen tekort meer zijn, maar zullen ook de praktijken moeten worden verkleind. Als dat niet vrijwillig
gebeurt, zal ongetwijfeld de rijksoverheid het wel opleggen. Men merkt ook - dat is overigens een in
direct bewijs - dat het aantal kinderen dat in Leeuwarden van de jeugdtandverzorging gebruik maakt
afnemend is. In bepaalde wijken is aantoonbaar dat dit een gevolg is van het feit dat zich daar een
tandarts heeft gevestigd.
Over het wijkgezondheidscentrum in Camminghaburen wil ik eerst een paar algemene opmerkingen
maken. Dit blijkt geen simpele aangelegenheid te zijn, wat wij overigens van te voren ook wel konden
vermoeden, noch op organisatorisch noch op financieel terrein; alles zit geweldig ingewikkeld in el
kaar. Er zijn bijvoorbeeld verschillende subsidiemogelijkheden voor een gezondheidscentrum van de
rijksoverheid die zeer ondoorzichtig zijn. Binnenkort komt daarin verbetering, omdat er dan één sys
teem van subsidiëring zal komen. De staatssecretaris heeft toegezegd dat er over korte tijd een advies
over één stimuleringsregeling voor gezondheidscentra zal worden uitgebracht, waarbij alle mogelijk
heden welke thans zeer divers zijn in één regeling zullen worden ondergebracht.
De situatie is om nog een andere reden ingewikkeld. De gemeente heeft in haar beleidsplan reeds
het vorig jaar en naar ik meen zelfs het jaar daarvoor gesteld dat het in de bedoeling ligt een wijkge
zondheidscentrum in Camminghaburen van de grond te brengen. Wij hebben daarvoor de medewerking
van allerlei disciplines nodig en ook van instellingen waarin die disciplines zich manifesteren. Ik durf
hier niet te zeggen dat het enthousiasme van de diverse disciplines en instellingen geweldig groot is;
ik druk mij dan heel netjes uit. Ik heb integendeel het gevoel dat het voorlopig de gemeente zal zijn
die de kar moet trekken. We zullen al blij moeten zijn als men het trekken van de kar welwillend aan
ziet en geen spaken in het wiel tracht te steken, ledereen is wel op de hoogte van de argumenten die
pleiten voor een wijkgezondheidscentrum. Het moet niet worden gezien als de oplossing voor de ge
zondheidszorg in Leeuwarden en elders in Nederland, maar het is wel een uiterst zinvol alternatief.
Als je een kosten-batenanalyse maakt, wat in een aantal plaatsen natuurlijk al lang is gebeurd - de
Ziekenfondsraad heeft het landelijk gedaan -, ontdek je dat de uitkomst over het algemeen negatief is.
De ziekenfondsen en ook de rijksoverheid zijn ertoe bereid een steentje bij te dragen. Het effect op de
gezondheidszorg is natuurlijk verschrikkelijk moeilijk meetbaar. Zelf meen ik dat er bepaalde argu
menten vóór kunnen worden aangedragen, welke ook de betrokken disciplines bekend zijn. Wij hebben
een stuk opgesteld met alle argumenten, ook inhoudelijke argumenten en argumenten die landelijk wor
den gehanteerd, die toch voor de opzet van een gezondheidscentrum pleiten.
15
De heer Pronk heeft gevraagd welke disciplines ertoe bereid zijn mee te werken. Een discipline
waaromtrent op dat punt nog geen zekerheid bestaat is die van de Leeuwarder huisartsen. De moeilijk
heid is dat de Leeuwarder huisartsen niet vaak in georganiseerd verband bijeen plegen te komen; als zij
dat al doen is de bijeenkomst meer feestelijk dan zakelijk, naar ik heb begrepen. Men zal echter toch
een standpunt moeten innemen naar aanleiding van de vraag die wij al een aantal maanden geleden aan
deze groep hebben voorgelegd. De vorige week heeft men ons opnieuw toegezegd dat" wij een dezer
dagen uitsluitsel zullen krijgen. Ik geloof echter dat wij niet moeten gaan zitten afwachten tot er uit
die hoek een standpunt komt, want misschien komt dat pas over een halfjaar en het is niet de bedoeling
dat wij een halfjaar niets doen. Ik verwacht niet dat de huisartsen een juichend standpunt zullen in
nemen, maar ik hoop wel dat men ertoe bereid zal zijn met betrekking tot een aantal praktische zaken,
bijvoorbeeld in verband met weekenddiensten, vervanging enzovoorts, de huisartsen die in het wijk
gezondheidscentrum werken met de eigen roulatie te laten meedraaien.
Een tweede discipline die in dit verband nog wat moeilijk ligt is - je zou het niet voor mogelijk
houden! - de maatschappelijke dienstverlening. Het is echter mogelijk dat men daar de vraag niet he
lemaal goed heeft begrepen. Er wordt namelijk nog niet gedacht aan formatieruimte in het wijkgezond
heidscentrum, maar aan een bijdrage vanuit de discipline maatschappelijk werk in de werkgroep die in
december bijeen zal komen. Wij zullen graag zien dat ook van die zijde daarin een man of vrouw
wordt geleverd. Wanneer men als instelling zo'n vraag krijgt, beroept men zich doorgaans in de eerste
plaats op het feit dat men het al zo druk heeft. Dat de formatieruimte beperkt is, is ons bekend; een
paar dagen geleden is dat ook al hier in de raad naar voren gebracht. Het gaat ons daar echter hele
maal niet om. Wij hebben gewoon iemand nodig die in zijn vrije tijd bereid is een paar avonden in de
werkgroep mee te draaien. Het structureel onderbrengen van het maatschappelijk werk in het wijkge
zondheidscentrum betreft dan nog een andere kwestie. Thans hebben wij alleen een enthousiaste maat
schappelijk werker of maatschappelijk werkster nodig die zich met de voorbereiding bezighoudt. Ik
denk dat zo iemand in Leeuwarden toch wel te vinden zal zijn. Overigens is er geen sprake van onwil
bij het bestuur van de Stichting Maatschappelijke Dienstverlening. In elk geval zullen wij deze week
een gesprek met dat bestuur voeren en ik hoop dat het dan zal lukken vanuit die groep iemand voor de
werkgroep aan te trekken.
De heer Pronk heeft ook gevraagd of wij tijdig de gezondheidsvoorzieningen zullen kunnen aan
bieden, maar het is natuurlijk nooit mogelijk ervoor te zorgen dat het gezondheidscentrum er is op het
moment waarop de eerste bewoner daar een huis betrekt. Ik realiseer mij echter ook dat wij natuurlijk
niet te laat mogen zijn. De werkgroep gaat zich in de eerste plaats bezighouden met de financiële kant
van de zaak.
In dit verband ga ik meteen op de opmerking van de heer Jansma in. Ik kan mij voorstellen dat het
CDA niet eeuwig zal kunnen meegaan met artikel 8 van de verkoopvoorwaarden. We hopen in het be
gin van het volgende jaar - hopelijk in de maand januari - de financiële kant van de zaak te hebben
bekeken en dan te kunnen beoordelen of er voor wat dit aspect betreft wel of geen mogelijkheden zijn.
Als wij met elkaar constateren dat er wel mogelijkheden zijn, kan ik mij niet voorstellen dat het nog
mis kan gaan, maar ook het omgekeerde kan het geval zijn; indien er bijvoorbeeld tonnen tegenaan
moeten worden gegooid, is het voorstelbaar dat de raad daarmee niet kan instemmen. Wij trachten dus
te komen tot een oplossing met betrekking tot het betreffende artikel in de verkoopvoorwaarden; er zal
zeker tot een oplossing worden gekomen als de beoordeling negatief uitvalt. Zoals ik al zei, zal de
werkgroep zich in de eerste plaats met de financiële kant moeten bezighouden, aangezien die voorlo
pig de voornaamste hobbel vormt. Wanneer namelijk blijkt dat de financiële mogelijkheden ontoerei
kend zijn, kunnen wij ons verder heel wat studie besparen, in de tweede plaats zal de werkgroep zich
over de organisatiestructuur en de statuten van de op te richten stichting buigen, in de derde plaats zal
zij aandacht moeten geven aan het programma van eisen ten aanzien van de bouw en in de vierde
plaats moet zij zich bezighouden met de tussenfase tussen de realisering van de bouw van het gezond
heidscentrum en de start, aangezien deze vermoedelijk niet parallel zullen kunnen lopen. In andere
steden heeft men voor dat laatste op de een of andere manier oplossingen kunnen vinden. In de eerste
helft van het komende jaar zullen deze vier taken van de werkgroep rond moeten komen. Als dat alles
rond is, zal het grootste werk zijn gedaan en kan tot de realisering worden overgegaan.
Ik wil ten aanzien hiervan nog een positieve opmerking maken. Het is hoopgevend dat er met name
onder de artsen geweldig veel interesse bestaat voor de opzet van een gezondheidscentrum met een in
terdisciplinaire manier van samenwerken. Er hebben zich al verschillende mensen gemeld die hier dol
graag zouden willen werken, zodat het toch niet zo vreemd is dat wij in het beleidsplan een gezond
heidscentrum voor Camminghaburen als doelstelling hebben opgenomen.
De Voorzitter schorst, om 21.10 uur, de vergadering voor de pauze.