AHO
dere commissies moeten worden verricht. De Vereniging van Openbaar Onderwijs houdt zich met deze
nieuwe werkwijze al bezig en ik krijg niet de indruk dat door de wijze waarop nu wordt gewerkt de
verhoudingen tussen de Vereniging van Openbaar Onderwijs en de gemeente worden verstoord. Ik blijf
dan ook staan op het standpunt dat wij indertijd in onze brief hebben neergelegd. Overigens ben ik er
graag toe bereid - ik heb dat ook al meermalen in de richting van het bestuur uitgesproken - om op ge
zette tijden met het d.b. of met een andere delegatie zaken met betrekking tot het algemeen gemeente
lijk onderwijs door te spreken, indien men daaraan behoefte heeft. Dit is namelijk een belangrijke en
ook grote vereniging in Leeuwarden. Men weet dat dit bij mij op geen enkel bezwaar zal stuiten.
Mevrouw De Haan—Laagland: Ten aanzien van het punt van discriminatie bij sollicitaties ben ik
veel pessimistischer dan de wethouder en ik denk ook dat die vorm van discriminatie veel voorkomt. Ik
wil daarom de suggestie die ik heb gedaan om hieraan eventueel iets te kunnen doen claimen. (De heer
Ten Brug (weth.): Denkt u dat die discriminatie bij het onderwijs meer voorkomt?) Ja. Overigens heb
ik er helemaal geen bezwaar tegen om deze kwestie in een wat breder verband te zien, maar mijns in
ziens biedt de gang van zaken bij het onderwijs al voldoende aanleiding om hierop nader in te gaan.
(De heer Ten Brug (weth.): Ik ben dat niet met u eens en ik heb ook geen enkele aanwijzing in die
richting gekregen. Gelet op de verhouding tussen het aantal mannen en het aantal vrouwen bij het on
derwijs bestaan er volgens mij op dat punt bij het onderwijs geen problemen, al sinds jaren niet.)
Mevrouw Otsen: Ik wil daar ook graag nog een opmerking over maken. De wethouder meent dus dat
die vorm van discriminatie minder bij het onderwijs voorkomt dan op andere terreinen. Wellicht kan
daarom de nieuwe medewerkster voor emancipatiezaken de klachten in een groter verband opvangen.
Het zal alleen maar plezierig zijn als zij op dat punt niets te doen krijgt, maar als er wel iets aan de
hand blijkt te zijn, zullen op die wijze de klachten in elk geval worden gesignaleerd. Ik weet dat haar
taakomschrijving nog in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden in bespreking wordt gebracht en
misschien kunnen wij deze nog met een taak op dit gebied aanvullen.
De heer Ten Brug (weth.): Ik heb daar geen bezwaar tegen, al meen ik niet te kunnen stellen dat
vanuit de onderwijssituatie daaraan behoefte bestaat. Wanneer er echter een mogelijkheid wordt ge
schapen om vanuit andere terreinen met betrekking hiertoe klachten in te dienen, kunnen in dat kader
natuurlijk ook klachten vanuit het onderwijs worden ingediend; dat is duidelijk.
Mevrouw De Haan—Laagland: Ik wil dit punt toch graag onder voorbehoud claimen. Dat geldt dus
voor mijn suggestie om een klachtenbureau in te stellen waar vrouwen, die menen dat zij op grond van
hun situatie worden gediscrimineerd, hun klacht kwijt kunnen. (De Voorzitter: Moet dat klachtenbureau
speciaal gericht zijn op het onderwijs?) Het mag voor wat mij betreft voor het gehele gemeentelijk
personeel gelden.
De heer Ten Brug (weth.): Mevrouw Otsen heeft in dit verband gesproken over de taakomschrijving
voor de emancipatiefunctionaris. Is het niet veel zinvoller dit punt bij de invulling van die taakom
schrijving te betrekken?
De Voorzitter: Het claimen van een punt moet natuurlijk wel zinvol zijn. Wij hebben onlangs een
ambtenaar voor emancipatiezaken aangesteld en aan de taak van deze ambtenaar zal gestalte moeten
worden gegeven. Is het niet veel zinvoller het punt waarom het nu gaat in dat verband aan de orde te
stellen? Ik meen toch te kunnen begrijpen dat u inhoud wilt geven aan het emancipatiebeleid en het
lijkt me daarom zinniger deze kwestie in dat forum ter sprake te brengen dan haar zonder meer in de
raad te plonzen, als ik het zo mag stellen. (Mevrouw De Haan—Laagland: Ik vind niet dat er sprake is
van zonder meer in de raad plonzen, want wij houden ons hiermee al een hele tijd bezig, maar er komt
maar weinig schot in de zaak.) Wij moeten dit punt dan maar claimen, al zetten wij hiermee wel de
wereld op zijn kop. Er heeft ons namelijk nooit vanuit een commissie een klacht op dit punt bereikt. U
kunt er wél over klagen dat het lang heeft geduurd voordat wij een ambtenaar of een ambtenares voor
dit werk aantrokken, maar daarover is al het een en ander uit de doeken gedaan door wethouder De
Pree. Degene die nu is aangetrokken is nog maar zeer kort in functie, waarbij zij ambtelijk en via de
betrokken commissie wordt begeleid. Mijns inziens is die commissie het aangewezen orgaan om aan een
taak op dat punt inhoud te geven. Wanneer u dit punt in de raad opnieuw ter sprake brengt zult u het
zelfde antwoord krijgen, namelijk de mededeling dat wij ons best doen met het advies deze kwestie in
de betreffende commissie te bespreken. (Mevrouw De Haan—Laagland: Het klachtenbureau waarop ik
doel zou sterk ondersteunend kunnen werken. De functionaris voor emancipatiezaken is bezig met het
verzamelen van gegevens.U praat nu natuurlijk wel op een heel ander vlak, want dat moet worden
bezien in het kader van de totale problematiek en in het kader van de vraag wat wij in Leeuwarden wil
len. Daarbij moeten wij de vraag aan de orde stellen of klachten moeten worden gedeponeerd bij het
orgaan dat daarvoor is aangewezen of dat er een ombudsman moet worden aangesteld c.q. een klachten
bureau moet worden ingesteld. Dat is wel een heel andere problematiek die in de Commissie Een goe
de raad aan de orde zou kunnen worden gesteld; dat is namelijk een onderdeel waarop de gemeentelijke
machine draait. U kunt dit punt echter claimen als u dat wilt, zodat u nog eens zult kunnen horen hoe
wij hierover denken.
Overigens wil ik toch nog even iets over dat claimen zeggen, met name ten behoeve van de nieu
we raadsleden. Claimen heeft niet tot bedoeling dat een bepaalde discussie in de raad wordt herhaald.
In deze bijeenkomsten vindt afdelingsgewijs een gedachtenwisseling plaats tussen de raad en het col
lege. In gevallen waarin sprake is van verschil van mening tussen de raad en het college kan men het
betreffende punt claimen. In de raad zal dan direct een uitspraak van de raad kunnen worden gevraagd,
bij voorbeeld om geld voor een bepaald doel beschikbaar te stellen of om tot een ander beleid over te
gaan. Mevrouw De Haan wenst dat aan de kwestie waarover het nu gaat meer inhoud wordt gegeven,
maar daar hebben we de commissies voor. Ik vind het daarom wat vreemd dat zij dit punt wil claimen.
(Mevrouw De Haan—Laagland: Ik verschil duidelijk van opvatting met de wethouder.) Akkoord, dan kunt
u het claimen
B. Basisonderwijs.
De heer Visser: Aan het slot van het antwoord op vraag 165 lees ik dat de gemeente inmiddels van
de minister toestemming heeft gekregen voor het instellen van een vervangingspool, waardoor vijf
werkloze leerkrachten voor een jaar een betrekking hebben gevonden. Moet ik daaruit afleiden dat die
leerkrachten inmiddels voor de klas staan of dat zij binnenkort worden aangesteld? Bij het gebruik ma
ken van zo'n pool is het namelijk de bedoeling dat, populair gezegd, eerst de wachtgelders worden on
dergebracht.
Ik wil vervolgens iets opmerken naar aanleiding van vraag 166. Misschien is het wat aanvechtbaar
als ik bij het onderwerp waar het daar om gaat het Fries betrek, maar met uw verlof wil ik daarover
toch een vraag stellen. Zoals bekend zal het Fries per -1 augustus van het volgend jaar verplicht op de
scholen worden ingevoerd. Een van de gevolgen hiervan voor de gemeente zal zijn dat zij wellicht een
niet onaanzienlijk bedrag zal moeten voteren voor de invoering van het Fries. Vanuit het veld is al een
aantal suggesties aangedragen. Wanneer het Fries volledig wordt ingevoerd - dat is natuurlijk ook nog
een punt van bespreking - zal dat volgens de suggesties per school van zes klassen circa 8.000,per
jaar moeten kosten; dit bedrag zou dan met de leermiddelen en de gebruiksmaterialen zijn gemoeid. De
klemmende vraag in dezen is of de gemeente ook aanspraak kan maken op een uitkering uit het Ge
meentefonds voor dit doel. Wanneer het rijk de gemeenten in Friesland de verplichting oplegt op de
scholen het Fries in te voeren, is het mijns inziens redelijk dat het rijk ook met een bepaald bedrag
daarvoor over de brug komt. Dit punt is onlangs ook naar voren gekomen in een voorlichtingsbijeen
komst waarbij ik met een andere pet op aanwezig was. Wellicht is het wenselijk dat de afdeling Fries
land van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten hierbij wordt betrokken. Dit is een Friese aange
legenheid en ik meen dat hier een duidelijke taak voor de VNG ligt.
Mevrouw De Haan—Laagland: Ook ik wil een opmerking maken met betrekking tot vraag 166 en dan
met name over het onderwijs aan kinderen van buitenlandse werknemers, in dit geval voornamelijk van
urken en Marokkanen. Ik weet dat er nogal wat verschil van mening bestaat over de wijze waarop je
dat soort onderwijs zou moeten geven, niet alleen binnen de politieke partijen maar vooral ook onder
de groep buitenlanders in deze stad. Ik vind dit zo'n belangrijk onderwerp dat ik graag zal zien dat het
eens op de agenda van de Commissie Onderwijs wordt geplaatst, opdat wij kunnen discussiëren over de
wijze waarop dit nu gebeurt, over hoe het anders zou kunnen gebeuren en over de manier waarop de
buitenlanders zelf hierbij kunnen worden betrokken. (De Voorzitter: Dat is al een beter voorstel dan
claimen!) Misschien komen er toch nog wel meer claimpunten!
Op vraag 167, die de ouderparticipatie betreft, is geantwoord dat er een raamnota zal worden uit
gebracht. Ik wijs erop dat onze fractie al jaren vraagt naar een beleidsplan voor het onderwijs. In de
laatste vergadering van de Commissie Onderwijs heb ik nog gevraagd of het mogelijk is op dat punt tot
een fasering te komen. In januari wordt één deel uitgebracht en de tweede raamnota zal de ouderparti
cipatie betreffen. Wij weten echter niet wanneer die zal komen, terwijl het ons ook niet bekend is wat
u verder nog zult uitbrengen. Mijns inziens is dit echter zo'n belangrijke kwestie dat die naar mijn me
ning een heel hoge prioriteit zal moeten krijgen. Er zal heel snel een fasering op papier moeten worden