22 stroom niet op tijd op gang is gekomen. De wethouder heeft er eveneens zijn twijfels over uitgespro ken of een dergelijke wijze van plannen maken door kan gaan. Ik hoop van harte dat de suggestie die de heer Miedema heeft aangedragen binnenkort in deze raad ter discussie zal worden gesteld. Ik meende ook een contradictie te hebben gehoord in de algemene beschouwing van de Partij van de Arbeid, namelijk enerzijds vasthouden aan aantallen woningwetwoningen, premiewoningen en koopwoningen in Camminghaburen en anderzijds voorstellen een woningmarktonderzoek te hou den. Wij moeten eerst maar eens gaan bouwen. Wij weten immers dat wij wat dat betreft behoorlijk achterlopen. Als wij deze achterstand eenmaal hebben ingelopen, kunnen wij wel weer praten over de detaillering aan de hand van de dan bestaande vraag. Eerst bouwen en dan de volgende fase. Wij weten wel dat wij op alle fronten te kort komen Ook wij hebben ons voor een experiment met een gezondheidscentrum verklaard. Wij vinden namelijk dat je nieuwe zaken aan moet zwengelen, als je het dynamisch wilt houden. Dat op voor hand dingen op slot worden gezet, vinden wij te negatief. Bovendien hebben wij duidelijk aange geven wat onze intentie is. Wij vinden dat in een overgangssituatie een huisarts of een tandarts wel alvast een praktijk mag beginnen in bestaande huizen. Door middel van een intentieverklaring van deze artsen kunnen zij, als het gezondheidscentrum gereed is, opgenomen worden in dat centrum. Daarmee wordt voorkomen dat men, zoals op het ogenblik het geval is, het risico loopt dat de wijk Camminghaburen verstoken blijft van vestiging van artsen en dat de bewoners van de wijk aangewe zen zullen zijn op medische hulp van buiten Camminghaburen. Dat vinden wij geen wervend karakter. In de financiële beschouwingen is een heleboel gezegd, maar, zoals tegenwoordig goed gebruik is, werd daarbij eerst veel geschreeuwd om pas later vast te stellen of er ook geslagen is. In ieder geval heb je zo op voorhand de aandacht op jezelf gevestigd. Voor onze gemeente is het zinvol om aan het eind van het jaar te kijken hoe erg de klap is aangekomen. Voor Leeuwarden zijn er immers ook aardig wat meevallers, zoals het van toepassing verklaren van de interim-saldoregeling en het monumentensubsidie. In zijn algemene beschouwing heeft de heer Buising de Willemskade betiteld als "het betonnen tranendal langs de Wi I lemskade"De nieuwbouw van deF.B.T.O. en deO.T.O.S. voldoet daar aan wat mij betreft echter niet. In de eerste plaats is bij die gebouwen het beton zeer kunstig ge camoufleerd. In de tweede plaats vind ik het persoonlijk een verbetering dat deze kantoren er staan in plaats van de bouwvallige pakhuisjes die er oorspronkelijk stonden. Een zo'n pakhuis was vroeger een opslag, waar de rommel door de ramen kwam. Misschien is dat wel romantisch en wekt dat be paalde emoties op, ik heb die echter niet. Nu verschaffen twee verzekeringsmaatschappijen, die hier nog geen vijftien jaar geleden van start zijn gegaan, aan veel mensen werkgelegenheid in ge bouwen waarvan ik vind dat ze de toets der kritiek kunnen doorstaan. Het Wagenplein vind ik op dit ogenblik het aanzien veel meer waard dan het jarenlang is geweest. Ik heb al iets gezegd over de manier van het houden van een algemene beschouwing. De heer Buising heeft naar mijn idee maar één norm, namelijk die van hem zelf. Elk vogeltje zingt zoals het gebekt is en er zijn vogels bij waarvan ik heb gezegd dat ik ze nu niet zo leuk vind zingen. Dat is echter weer een andere zaak. Ik heb één ding niet gesuggereerd, ik heb namelijk niet gesug gereerd dat er ook maar iemand van het college zat te duimen draaien. Uit het antwoord van de burgemeester kreeg ik enigszins de indruk dat mijn woorden in die zin waren opgevat. Ik hoop dat ik dit verkeerd begrepen heb. Ik spreek uit eigen ervaring als ik zeg dat er tussen de wethouders hoogstens het graduele verschil bestaat tussen te druk en veel te druk. Wie vindt dat hij niet langer dan 40 uur per week moet werken, moet aan deze klus niet beginnen. Ik heb alleen gezegd dat men bij het zoeken naar een nieuw evenwicht het evenwicht volgens mij wat heeft verloren. Men heeft uit het oog verloren dat men ten aanzien van het CEVAN een zeer belangrijke post tussen de wal en het schip heeft laten vallen. Als dan de voorzitter zegt dat een andere gemeente nu die zetel in het dagelijks bestuur van het CEVAN krijgt, dan zeg ik dat dat nu juist het punt is. De gemeente Leeuwarden is de tweede gemeente in grootte. En dat niet alleen, wij hebben een ex cellente afdeling E.B.O., die met een behoorlijke deskundigheid een directe inbreng in het dage lijks bestuur van het CEVAN had kunnen hebben. Bij het CEVAN zijn nogal wat mutaties in het be stuur opgetreden. De continuïteit van onze gemeente als lid van het dagelijks bestuur was naar mijn mening derhalve een zaak geweest die meer overweging had moeten verdienen. Bovendien is de ge meente Leeuwarden met het CEVAN nogal ver gegaan wat het gebruik van de centrale computer be treft. Wij zijn nogal een grote afnemer van het CEVAN, in tegenstelling tot veel andere gemeen ten. Door die belangen met elkaar te combineren had men, naar mijn mening, de zetel in het da gelijks bestuur niet zo vlot moeten afstaan. Wat wethouder Ten Brug ons voorgerekend heeft over de overhead-kosten van de D.S.O., is mij niet helemaal duidelijk. Hij zegt dat enerzijds de problemen van de overhead bestaan en ander 23 Si/ zijds dat een deel zelfs nog uit de algemene middelen wordt aangevuld. Dit betekent alleen maar dat de vraag van de heer Knol recht overeind blijft staan. Ik ben dan ook blij dat de wethouder heeft toegezegd dat het college deze affaire nauwkeurig zal gaan bekijken. Ik hoop dan wel dat dit bekijken nu ook eens leidt tot een herziening van deze zaak. Zoals de wethouder van Ruimtelijke Ordening heeft gevraagd, gaan wij akkoord met de proce dure ten aanzien van de interim-saldoregeling. De wethouder zegt dan wel dat hij de raad daarmee voor het blok zet, maar mijns inziens is het omgekeerde evenzeer het geval. Als de raad nu niet ja zegt en er ellenlange discussies over wil houden, dan zetten wij ons met elkaar weer voor het blok. Wij hebben dan wel een interim-saldoregeling maar er komt in dat geval niets uit. Wij zullen wel moeten. De heer De Pree zegt dat welzijn zich met alles bemoeit. Daar heb ik bezwaar tegen. Ik vind dat welzijn zich niet met alles heeft te bemoeien. Ik vind overigens dat een overheid zich helemaal niet met alles heeft te bemoeien. De overheid moet het kader scheppen waarin iets kan gebeuren. Voor het overige moet de overheid mij zo vrij mogelijk laten. Dat betekent niet dat ik daarmee een ander tot last hoef te zijn, maar die vrijheid wens ik wel. Die bemoeienissen met alles heb ik geen belang bij. Men gaat met een OIdehove-nota de boer op. Met deze nota wil men alle groeperingen in de samenleving bereiken. Ik neem dan een hoofstuk dat alle groeperingen in de samenleving moe ten kunnen lezen en citeer daaruit. Het kan best zijn dat de heer De Pree vindt dat wat ik voorge lezen heb een logisch verhaal vormde, nou, ik heb dezelfde volgorde aangehouden als de sociale planning en ik zou zeggen dat hij nog maar eens de vraagstellingen die ik heb genoemd moet bekijken. Het gaat dan over andere visies en andere analyses die helemaal niet worden genoemd. Ik heb de zaak niet verdraaid, ik heb dezelfde volgorde aangehouden. Ik zeg dan dat er een heleboel opge klopte Haagse bluf staat: als je het in je mond neemt, heb je er een mooie mond vol aan, maar als je eventjes doorkauwt, blijkt het niets te zijn. Ten aanzien van de financiën bij Hippo kan men spreken van een behoorlijk beheer. Aan de tekorten, ontstaan door het zeefdruk-project bij Hippo, is op het ogenblik aardig een eind geko men. Ik vind het nogmaals een vreemde zaak dat zo uitbundig op lantaarnpalen en dergelijke moet worden geplakt om te laten zien dat er zo'n project is. Dan moeten wij maar weer enkele plakpalen in de binnenstad neerzetten, want nog steeds zie je de rotzooi aan lantaarnpalen vastgeplakt zitten Wij zijn daar niet voor. Wat mijn opmerking over de house-dealer betreft, ik heb de wethouder geen uitspraak gevraagd over de aanpak van het drugprobleem. Zolang het gebruik van drugs nog in de illegaliteit verkeert, moet men zorgen dat men op dit probleem inspeelt, nu men ermee wordt geconfronteerd. Als u zegt dat een maatschappelijk werker een en ander zal gaan begeleiden, dan ga ik daarmee akkoord. Ik ben namelijk niet van plan om met oogkleppen te lopen, het probleem is er. Ik ben toevallig ook schoolmeester en kom dus ook met deze problematiek in aanraking. Dat men er met elkaar wat aan moet doen in deze sfeer, is ook akkoord. Ik verpof het echter ten enenmale dat een en ander buiten de greep van de gemeentelijke overheid terechtkomt en dat het in de sfeer van Hippo wordt getrok ken. Op een gegeven moment is er dan misschien geen greep meer op. Ik wens dat u als overheid, zij het oogluikend - ik heb dit woord gebruikt -, zorgt dat u wel vat op die zaak houdt. U hebt zelf al gezegd, het gebruik van drugs verkeert nog in de illegale sfeer, soft drugs en hard drugs liggen dicht bij elkaar. Er is handel in soft drugs, die handel is illegaal, er zitten altijd criminele elementen tussen. Als u toestaat dat het buiten uw gezichtsveld valt, bent u desondanks wel verant woordelijk. Hippo is een jongerencentrum dat door de gemeente wordt gesubsidieerd en dat betekent dat de gemeente daarvoor verantwoordelijkheid moet hebben. Ik kan mij best voorstellen dat de grote openheid niet gevraagd kan worden, omdat het dan erg moeilijk wordt, maar ik vraag u wel om een en ander met zorg in het oog te houden. De heer Buising heeft volkomen gelijk als hij het heeft over het fundamenteel democratisch recht van iedereen om te stemmen zoals hij wil. In mijn betoog heb ik echter duidelijk gezegd dat het merkwaardig is dat je dan altijd de drie-drie-scheiding krijgt. Ik kan mij voorstellen dat iemand wordt overtuigd door argumenten die in een discussie naar voren komen, maar dat het dan altijd tot deze drie-drie-scheiding moet komen, begrijp ik niet. Tot nu toe is dat drie keer voorgekomen, ook ten aanzien van detailpunten. Als voorbeeld noem ik dan de parkeergelegenheden in het Nijlan. De wethouder van Ruimtelijke Ordening houdt een duidelijk betoog over de gezinsverdunning in die wijk. Vanuit het college is geen minderheidsstandpunt bekend. Toch blijken dan opeens de betref fende drie wethouders overtuigd te zijn van het tegendeel. Ik heb niet gezegd dat dit niet moge lijk is, ik heb alleen gevraagd of het dan niet overweging verdient om weer meerderheids- en min derheidsstandpunten in te voeren. De discussie wordt dan ook duidelijker, wij weten dan waar wij het over hebben. Ik geef de heer Miedema volkomen gelijk als hij zegt dat het om kwesties gaat

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 28