25 8 ij
>r<?3
Mevrouw Van der Werf: Ik zal punt b van de motie intrekken en het bewaren tot de behandeling
van het volgende beleidsplan. Mocht een bereikbaarheidsregeling dan nog niet gerealiseerd zijn,
dan kom ik op dat moment met een nieuwe motie.
De Voorzitter: Dat is uw goed recht. Kan de redactie van punt a van de motie gehandhaafd blij
ven? Het woord aansporen zal dan opgevat worden in de zin zoals de heer De Pree het uitlegde.
Punt b van de motie zal dus worden geschrapt. (De heer Heere: Met dien verstande dat niet tevens
wordt besloten om in een later stadium hierop terug te komen.) (Mevrouw Van der Werf: Het is toch
onze vrijheid om dat te doen?) (De heer Heere: Maar het is mijn vrijheid om die opmerking te maken1
Ik stel voor nu tot stemming over de motie over te gaan.
De gewijzigde motie van mevrouw Van der Werf en de heer Van der Wal wordt met algemene
stemmen aangenomen met inachtneming van de uitleg die de heer De Pree aan het onder punt a ge
stelde heeft gegeven.
Par. 13. Beleidssector Sport, Recreatie en Toerisme.
De Voorzitter: Mevrouw Visscher-Bouwer zal spreken over de nieuwbouw van de Dienst voor Sport
en Recreatie.
Mevrouw Visscher—Bouwer: In de begroting is een post opgevoerd voor nieuwbouw voor de Dienst
voor Sport en Recreatie voor een bedrag van 1 .000.000, De D.S.R. is op het moment gehuis
vest in een gebouw aan de Westersingel, wat niet een erg florissante huisvesting is. Wij zijn het
ermee eens dat deze dienst beter moet worden gehuisvest. Dat wil ik voorop stellen, de D.S.R. ver
dient een betere huisvesting. Het nieuwe kantoor van de D.S.R. zou gebouwd moeten worden aan het
nieuwe complex sporthal annex zwembad Kal verdijkje. De kostenbegroting van het schetsplan komt
op een totaal bedrag van 950.000,bijna een miljoen dus. Op het kantoor van de dienst wer
ken elf personen, wanneer de recreatieconsulent erbij komt, worden dat er twaalf. Vergelijk even
de bouw van bungalows met vijf slaapkamers die thans worden gebouwd voor drie ton. Vergelijk even
de normstelling in de notitie van de werkgroep huisvesting secretarie. Het komt ons dan voor dat het
gebouw voor een aantal van twaalf personen wel zeer royaal bemeten is. Wij stellen voor dat het
college het schetsplan nog eens kritisch gaat bekijken. Wij hebben het plan nu niet voor ons liggen,
dus de mogelijkheid om het nog eens te bekijken bestaat nog. Een paar dingen die opvallen bij het
schetsplan zijn de bergingen en de zeer grote hal met daarbij ondanks de grote afmetingen nog
aparte garderobes; waarom al die bergingen? Waarom moet het gebouw met de sporthal worden ver
bonden, waarbij dan weer een tussenbouw is gepland voor de fietsenstalling? Waarom kunnen de
fietsen niet inpandig worden gestald? Dit zijn zo maar een paar voorbeelden van zaken die kritisch
kunnen worden bekeken. Ik heb de oppervlakten van de verschillende kamers etc. vergeleken met
de notitie van de werkgroep. Een en ander kwam mij voor als zeer ruim bemeten. Wij hebben hier
over met de heer Smit van de D.S.O. gesproken. Wanneer je van het gebouw, dat uit modulen be
staat van 42.000,-- per moduul, enige modulen zou laten vervallen en de tussenbouw zou weg
laten, dan zou het een heel ander verhaal worden. Wanneer het college met het plan voor de nieuw
bouw komt, dan hoop ik dat het college dit in overweging wil nemen.
Een punt dat hier direct mee te maken heeft, is de vraag hoe het in het algemeen met de huis
vesting van onze diensten is gesteld. De D.S.R. is een van onze diensten. In het beleidsplan wordt
niet alleen nieuwbouw voor de D.S.R. aangekondigd maar ook nieuwbouw voor de D.S.O. Door
het totstandkomen van de D. G. D. en het mogel ijk opgaan van de S. A. D. in het GC.O treden
er veranderingen op in het gebruik van het GG. D. -gebouw. De D. S .O is op het ogenblik op
vier locaties ondergebracht. Later is er een mogelijkheid om te komen tot één locatie. Dan zullen
de huidige locaties van de D.S.O. vrijkomen. Het gaat dan om de gebouwen aan de Wissesdwinger,
de Arendstuin en het Jacobijnerkerkhofwaar vroeger de Sociale Dienst was gehuisvest. Het leek
ons wenselijk om alle zaken met betrekking tot de huisvesting van de secretarie eens op een rij te
hebben, zoals thans gebeurt. Hierbij kan dan ook de problematiek met betrekking tot de diensten
worden aangeknoopt. Wij vinden dat wij op dit moment geen goed beeld van deze problematiek heb
ben en wij kunnen daarom geen juiste beslissing nemen. Wij missen inzicht in het geheel. Misschien
kan bij dit alles ook de nieuwbouw van kantoren aan de St. Jacobsstraat een rol spelen. Ik verzoek
het college dus om ons alle zaken met betrekking tot de huisvesting van de diensten op een rijtje te
geven, zodat wij het beter kunnen bekijken.
De heer De Beer: Ook ik zou hierover een korte opmerking willen maken. Het is namelijk zo
dat wij vinden dat de Dienst voor Sport en Recreatie, nadat deze dienst al zes keer is verhuisd,
maar eens goed gehuisvest moet worden. Daarvoor kunnen wij allerlei normeringen aanleggen. In
de diverse commissies - ook in kleinere commissies - hebben wij gesproken met de ontwerper van
het plan, de heer Smit van de D.S.O. Wij hebben daarbij een aantal normeringen gekregen. Me
vrouw Visscher gebruikt nu toevallig de laagste normeringen. Dat is haar goed recht maar ik zou dat
niet willen doen, omdat wij vergelijkenderwijs ook een aantal notities hebben gekregen over de ge
bruikte normen in andere gemeenten. Wanneer wij die normen hanteren, dan blijkt dat dit plan echt
niet te ruim is opgezet. Ik zeg beslist niet dat het krap is opgezet, maar het is niet te ruim opgezet.
Bovendien heeft deze dienst door zijn stringente taakafbakening een ruimte nodig waardoor de mede
werkers in staat zijn op hun eigen wijze met de diverse mensen in contact te treden. Bij een secre
tarie moet men spreken van een totaal andere werksfeer. Ik zeg niet dat die minder of beter is maar
alleen dat die duidelijk anders is. Daarom zou ik willen zeggen dat er niet te veel op de ruimte die
hier nu is geschetst beknibbeld moet worden. Ik zou ervoor willen pleiten om deze ruimte te hand
haven, ook al omdat in de toekomst waarschijnlijk voor de medewerkers voor de sportieve recreatie
meer ruimte nodig zal zijn.
De hear Jansma: As ik mefrou Visscher goed bigrepen haw, dan moat it noch langer duorje ear'f
de D.S.R. oan in eigen "home" ta is. It is al jierren sa gien dat de tsjinst dan hjir en dan dêr sitte
moast. Ik wol net sizze dat der tasizzingen dien binne mar der binne wol forwachtings oproppen. It
liket ós ta dat der nou trochpakt wurde moat. Yn de Kommisje foar de Tsjinst foar Sport en Rekréaesje
is hjir wiidweidich oer praet wurden, de saek is goed trochpraet wurden en ütstel liket üs dan ek net
goed ta. Fierders wol ik my oanslute by hwat de hear De Beer sein hat.
De heer Schaafsma: Vanuit onze kleine fractie wil ik een iets ander geluid laten horen. Ik heb
hier en daar mijn twijfels. Ik heb deze twijfel in de afdeling van de burgemeester ook onder woor
den gebracht. Als nieuwbouw noodzakelijk is, dan wil ik die noodzaak ook in een breder kader
zien. Er zijn inderdaad nogal wat wijzigingen op komst. Wij praten dan over een huisvesting voor
de Dienst Stadsontwikkeling, een Districtsgezondheidsdienst en over het eit dat het torentje boven
op het gebouw voor de Districtsgezondheidsdienst waarschijnlijk toch te klein zal zijn voor de zich
uitbreidende Schooladviesdienst. Hier en daar komen nogal wat gebouwen vrij. Ik wil best aanne
men dat de huisvesting van de D.S.R. op de Westersingel nu niet bepaald riant is. Ook het argu
ment van de werksfeer is genoemd. Naar mijn mening voltrekt de werksfeer zich voor een deel bui
ten dat kantoor en in dat verband meen ik dat er niet van een dusdanige noodsituatie sprake is dat
uitstel onmogelijk is. Een klein uitstel om ons te beraden over de in de nabije toekomst vrijkomende
gebouwen en over het bedrag dat met de nieuwbouw voor de D.S.R. zal zijn gemoeid, lijkt mij al
leszins gerechtvaardigd.
De heer De Pree (weth.): Het is door niemand ontkend dat de Dienst voor Sport en Recreatie
een andere huisvesting nodig heeft. Deze kwestie speelt al enkele jaren en gezien het feit dat er
een plan is en dat er een bedrag in de begroting is opgenomen lijkt het erop dat een en ander nu
dan wordt gerealiseerd.
Mevrouw Visscher heeft twee punten aangeroerd. Ik begin met het gemakkelijkste punt, name
lijk de financiële kant van de zaak. Zij heeft zich namelijk afgevraagd of het bedrag wel reëel is
te noemen en of het allemaal niet wat eenvoudiger kan. In dat verband vroeg zij of een en ander
niet nader kon worden bekeken. Ik wil graag toezeggen dat het college dit punt nader zal bekijken,
wanneer de tekeningen en dergelijke duidelijk onder ogen kunnen worden gezien. Zeker zal erop
gelet worden dat er niet iets in het gebouw wordt gepland dat niet strikt noodzakelijk is.
Het tweede punt dat mevrouw Visscher heeft aangeroerd, is dat zij min of meer een vraagteken
heeft gezet bij de plaats waar het gebouw zal moeten komen. Wij zijn van mening dat deze plaats
een gunstige plaats is. Het gebouw ligt dicht in de buurt van een belangrijk percentage van de ter
reinen waar de dienst bemoeienis mee heeft. De heer Schaafsma heeft opgemerkt dat er de nodige
wijzigingen komen ten aanzien van de huisvesting van verschillende diensten. Hij heeft zelfs een
paar concrete wijzigingen genoemd. Het zou een tamelijk langdurig uitstel van nieuwbouw voor de
D.S.R. betekenen, wanneer eerst de wijzigingen in de huisvesting van bepaalde diensten nader
moeten worden bekekenDe nieuwe huisvesting voor de D .S .O is bij voorbeeld een zaak die bij
wijze van spreken over drie maanden nog niet rond is, hoe het ook komt. Als dat wel het geval was
geweest, dan zou een uitstel wel het overwegen waard zijn geweest. Het ligt overigens niet zo voor
de hand om te veronderstellen dat een en ander goedkoper wordt wanneer er een ruimte vrij komt.