Verslag van de handelingen van de Gemeenteraad van Leeuwarden van maandag, 17 december 1979. RAADSVERGADERING van maandag, 17 december 1979, aanvang 19.30 uur. (voortzetting van de middagvergadering) Aanwezig 35 leden: de dames E. Brandenburg-Sjoerdsma, H.J. de Haan-Laagland, J. de Jong, C.J.M Otsen, G. Visscher-Bouwer, M.A.D. Waalkens, T. Wielinga-Graansma, A. Willemsma-de Jong en J.E.M.T. Zondag-Demes en de heren J. de Beer, T.A. Boelens, J. ten Brug (weth.), G. Buising, drs. G.J. van den Eist, G.F. Eijgelaar (weth.), ir. C.G.H. Geerts, D.E. Heere, H. ten Hoeve, H. Jan- sma, J.F. Janssen, C. de Jong, J. Knol, H. Meijerhof, W. Miedema, dr. W.A. de Pree (weth.), A. Pronk, mr. H.S. Pruiksma, ir. C.L. Rijpma (weth.), J. Schaafsma, J. Schagen, N. Sterk, P.J. Sij- besma, L. Visser, G. de Vries (weth.) en P.D. van der Wal. Afwezig: mevrouw J. van der Werf en de heer J.R. Bijkersma. Voorzitter: de heer J.S. Brandsma, burgemeester. Secretaris: de heer mr. W.J.G. Reumer. Voorts zijn aanwezig: de heren G.J.P. van den Berg, hoofd van de afdeling Sociale Zaken en Wel- zijnsaangelegenheden, P. de Boer, plv. hoofd van de afdeling Financiën en Belastingen, H. Flinter man, hoofd van de afdeling Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting, mr. W.L. van Harinxma thoe Slooten, hoofd van de afdeling Kabinet en Algemene Zaken, mr. L.P.A. van Kats, loco-secretaris, mr. J. Knottnerus, hoofd van de afdeling Onderwijs, en drs. H. Sikkema, hoofd van de afdeling Eco nomische Zaken, Beleidsplanning en Organisatie. De Voorzitter: Ik stel voor onze vergadering voort te zetten. Ik neem aan dat u op gezellige wijze met elkaar hebt gegeten en dat voor een belangrijk deel de eventuele harde opmerkingen die u elkaar in de algemene beschouwingen hebt doen toekomen weer zijn goedgedronken Dan is nu het college aan de beurt om reacties te geven naar aanleiding van wat in eerste instan tie is gezegd. Ik heb met belangstelling geluisterd naar de algemene beschouwingen. Ik moet wel zeggen dat naar mijn indruk deze beschouwingen voor een aanmerkelijk deel nogal beschouwend van aard waren, zoals het woord beschouwing overigens ook al aangeeft. De beschouwingen waren kennelijk bedoeld om in meer en misschien wel in wat mindere mate aan te geven uit welke gezichtshoek fracties van plan zijn de problematiek, waarmee wij worden geconfronteerd, aan te pakken. Voor een deel zijn de beschouwingen gegeven vanuit een politieke achtergrond, voor een deel zijn ze levensbeschou welijk van aard geweest en voor weer een ander deel hadden ze een wat filosofische of moeilijk defi nieerbare achtergrond. (Gelach) Dit is de conclusie die ik heb getrokken. In ieder geval lijkt het niet nodig dat hierop van de zijde van het college wordt gereageerd. Wellicht ziet een aantal fractievoor zitters in tweede instantie er aanleiding in om een aantal kanttekeningen te plaatsen bij hetgeen col lega's te berde hebben gebracht. Op die wijze kan dan in de raad blijken wat men daaromtrent aan el kaar heeft, voor zover men dat althans nog niet zou weten. Enkele problemen zijn wel aan ons voorgelegd. Wij willen echter niet op dit moment op deze op merkingen reageren. De reden daarvan is dat wij bezig zijn voorstellen voor de raad uit te werken over die onderwerpen. Een discussie daarover lijkt ons zinvoller, wanneer dit kan gebeuren aan de hand van uit te brengen nota's, die dan inderdaad in de daarvoor aangewezen overlegstructuren aan de orde zijn geweest. Met nadruk wil ik zeggen dat dit niet is om ons ervan af te maken, maar uitsluitend omdat het een meer juiste werkwijze lijkt om tot een goede en weloverwogen besluitvorming te komen. Zo willen wij vanavond niet ingaan op de opmerkingen van uw zijde over de locatie nó Cammingha buren. Wij zijn er ons tenminste in dezelfde mate als de raad van bewust dat het een van de dringendste zaken is waarover beslissingen moeten worden genomen. Wij kennen het grote risico met de daaraan ver bonden consequenties van het te laat zijn. Als college hebben wij nog steeds de hoop - wij gaan er ook vanuit - dat wij de nodige aansluitingen zullen halen. Er wordt thans met absolute voorrang aan deze

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1979 | | pagina 15