if 33
nen kan ik dat nog niet zeggen. Er is echter een voortdurende actie gaande om te proberen de in het
vooruitzicht gestelde 500 tot 700 woningen voor een- en tweepersoonshuishoudens op korte termijn
van de grond te krijgen. Teleurstellingen worden ons overigens ook niet bespaard. In de Commissie
voor de Ruimtelijke Ordening komt morgen een deelplan aan de orde, waarbij niet bereikt is wat wij
graag hadden willen bereiken. Deze discussie zal zich echter morgen wel concretiseren.
Vervolgens enkele opmerkingen over het wegenstramien van Leeuwarden. De heer Miedema heeft
hierover opmerkingen gemaakt, evenals de heer Schaófsma. Ik hoop dat wij in januari de zaak van de
zuidtangent en de Van Harinxmabrug met alles wat daaraan vastzit kunnen coördineren, op zodanige
wijze dat in ieder geval in het eerste kwartaal van het volgend jaar de nodige voorstellen aan de raad
kunnen worden gedaan. Ik heb vandaag van de directeur Grondbedrijf de mededeling gekregen dat met
een van de vier belangrijke grondeigenaren in het gebied overeenstemming is bereikt en dat dit mis
schien de doorbraak kan betekenen voor het verwerven van meer percelen die voor de aanleg van de
zuidtangent vanaf Boksum tot aan de Drachtsterweg noodzakelijk zijn.
Ik zal de mensen die in bijzondere zin belanghebbende zijn voor een volgende parkeergarage een
dezer dagen uitnodigen om te proberen met hen te komen tot een vaststelling van een volgende locatie.
Het betreft dan evenwel een aanzet daartoe, want de problemen voor een volgende locatie zijn zeker
niet minder groot dan de problemen die er waren voor de aanwijzing van de eerste locatie.
Dan zijn er opmerkingen gemaakt over de Nieuwestad, die ook de verkeersproblematiek betreffen.
Nieuwestad, Wirdumerdijk, St. Jacobsstraat, kruispunt-De Beurs, Vrouwenpoortsbrug en westtangent
zijn terreinen waarvoor u in de loop van dit jaar voorstellen moeten en voor een groot deel hopelijk
ook zullen bereiken. Ik moet er echter bij zeggen dat de middelen die ons ter beschikking staan niet
toereikend zullen zijn om dit jaar alles wat in dat circuit zou moeten gebeuren ook inderdaad uit te
voeren. Wij zullen in de eerste plaats in de Commissie voor Openbare Werken een discussie moeten
hebben over de vraag welke onderdelen de eerste prioriteit genieten. Voor de civieltechnische inves
teringen hebben wij per jaar de beschikking over een bedrag van een kleine vijf miljoen gulden. De
plannen die ik hier aanduid, gaan een veelvoud hiervan bedragen. Het zal dus wenselijk zijn om van
de rijksoverheid bijdragen in de aanleg hiervan te vragen. Als regel duurt de procedure wat langer dan
één dag of één week of zelfs één maand. In ieder geval wordt aan de voorbereiding met interesse en
voortvarendheid gewerkt.
Het Zuiderplein is evenals het Hoeksterend in een studie betrokken die DHV heeft verricht. Ik
heb de toezegging van het bureau Dwars, Heederik en Verhey gekregen dat in de maand januari een
eindrapport gereed zal zijn. De voorlaatste versie is ambtelijk in mijn aanwezigheid besproken. Er
zijn een aantal opmerkingen gemaakt en aanwijzingen gegeven. Wij hopen dat DHV de toezegging
gestand doet dat in januari beide plannen bij de dienst op tafel worden gelegd; daarna komen de plan
nen in de procedure via b. en w., commissies en raad.
Ik hoop dat de gesprekken over het NS-terrein binnenkort kunnen worden afgerond en dat ook de
heer Schaafsma zal zeggen dat datgene, wat daar tot de mogelijkheden behoort, goede mogelijkheden
zijn voor de stad Leeuwarden.
Er zijn veel meer opmerkingen gemaakt die op het terrein van stadsvernieuwing c.q. stadsherstel
of ruimtelijke ordening betrekking hebben, maar bij een aantal opmerkingen had ik de indruk dat zij
meer waren bedoeld om de leden van deze raad over en weer van informatie te dienen dan dat zij strikt
een beantwoording namens het college behoefden. Daarom heb ik de vrijheid om te gaan zitten.
De Voorzitter: Naar ik meen zijn er niet directe vragen gesteld aan wethouder De Vries. Hij heeft
in zijn afdeling de vragen zo goed beantwoord dat u hem niet meer "lastig bent gevallen". Wij gaan
dan naar links, wethouder Eijgelaar. (Gelach)
De heer Eijgelaar (weth.): De heer Geerts heeft het probleem dat mogelijk ontstaat ten aanzien
van de werkgelegenheid bij de NS, aan de orde gesteld. Het is inderdaad juist dat wij een dezer da
gen een gesprek hebben gehad met vertegenwoordigers van de VervoersbondenHet is mij ook bekend
dat dit punt in de vergadering van de provinciale staten aan de orde is geweest. Het gaat hier om een
verdere beveiliging van het reizigersvervoer per spoor, waardoor een verdere automatisering plaatsvindt.
Waar zal dit zich dan concentreren? In Leeuwarden, Zwolle of Groningen? De verwachting is in ieder
geval dat het buiten Friesland zal zijn. Dit betekent ook een verlies van ongeveer 137 arbeidsplaatsen.
Wij hopen samen met de provincie daarover toch een standpunt te kunnen innemen om op die plaatsen
waar het zinvol kan zijn - bij de rijksoverheid en misschien ook via de politieke kanalen - daaraan de
nodige aandacht te schenken en druk uit te oefenen om te trachten deze arbeidsplaatsen voor Friesland
te behouden.
De heer Miedema heeft gewezen op de toch ongunstige ontwikkeling van de werkgelegenheid in
de landbouw. Hij heeft gevraagd hoe het college daarop inspeelt. In het kader van het ISP is gesteld
dat voor het Noorden 10.000 arbeidsplaatsen moeten worden geschapen om de werkgelegenheid niet
nog ongunstiger te laten worden. In dat kader is ook de vermindering van de werkgelegenheid in de
landbouw meegenomen. Het is dus zaak om ervoor te zorgen de in het ISP-programma ontvouwde plannen
ook ten uitvoer te brengen, zodat ook dit daaronder kan worden begrepen.
De heer Geerts heeft het personeelsbeleid even genoemd en een aantal facetten daarvan belicht.
Hij heeft gezegd te verwachten dat het college daaraan de grootst mogelijke aandacht zal schenken.
Ik kan hem de verzekering geven dat dit inderdaad zal gebeuren. Wij hebben op dat terrein het afge
lopen jaar nogal wat overhoop gehaald. Wij zullen trachten dit tot een snel en goed einde te brengen.
De verhoging van de gasprijs is in de Commissie van advies van Frigas besproken. Het ging daarbij
om de differentiatie van het tarief in relatie tot de afname van het gas. Dit is aan de VEGIN doorge
geven. Het is overigens niet nieuw, want dit punt heeft ook in het verleden bij herhaling gespeeld.
Het is volgens mij wat minder simpel dan het misschien op het eerste gezicht lijkt om een enigszins
rechtvaardiger differentiatie te maken.
De heer Miedema heeft de huisvesting van de zuivelbeurs genoemd. Ik kan hem zeggen dat wij
vrij recentelijk daarover enkele gesprekken hebben gevoerd om te proberen voor de zuivel- en aardap-
pelbeurs een goede en definitieve oplossing te vinden, zodat deze beurs optimaal kan functioneren.
Het is overigens niet eenvoudig om een andere locatie te vinden. Misschien dat dit in de toekomst
wel zal lukken maar op dit ogenblik is daar weinig definitiefs over te zeggen. Wel heeft dit duidelijk
onze aandacht. Wij zien het belang daarvan beslist wel in.
Wanneer zal de parkeergarage gereed zijn, was een volgende vraag. Zoals het nu staat, zal on
geveer begin januari/half januari 95% van de parkeerplaatsen beschikbaar zijn. De oplevering van het
geheel zal ongeveer vier weken daarna plaatsvinden.
De heer Schaafsma heeft nog iets gezegd over de automatisering. Het rapport-Rathenau is inmid
dels dan de regering uitgebracht. Wij zullen daarvan kennis nemen. Er is natuurlijk sprake van een
stormachtige ontwikkeling op dat gebied. Of dit in de toekomst niet tot een vermindering van werk
gelegenheid zal leiden, is een vraag die moeilijk kan worden beantwoord. Het is vanzelfsprekend
niet onze bedoeling, maar bepaalde ontwikkelingen zullen wij misschien niet kunnen keren. De raad
is er echter zelf bij. Als er sprake van vermindering van de werkgelegenheid zal zijn, zal dit vraag
stuk hier zeker aan de orde komen.
Hiermee heb ik de aan mij gestelde vragen beantwoord.
De heer De Pree (weth.): Ik zal proberen enkele van verschillende kanten naar voren gebrachte
onderwerpen in enigszins logische volgorde te bespreken en te beantwoorden.
In de eerste plaats zal ik het hebben over de volksgezondheid, de ziekenhuizen en de samenwer
king van de ziekenhuizen in Leeuwarden en iets ruimer gezien in Friesland. Enkele sprekers hebben
aan deze kwestie enige woorden gewijd. De heer Schaafsma heeft duidelijk gezegd dat de samenwer
king en de komende fusie van de drie Leeuwarder ziekenhuizen een trage aangelegenheid is. Mevrouw
De Jong heeft hier ook enige opmerkingen over gemaakt. Enerzijds moet men beamen dat het lang
zaam gaat, anderzijds moet men het niet dramatiseren. Een van de redenen waarom een en ander moei
zaam is gegaan tot dusver, is naar mijn mening het feit dat wij gedrieën wel werkten aan nieuwe plan
nen en aan een fusie, terwijl wij geen enkel idee hadden of het doel van dit werken wel enige reali
teitswaarde had. Wat dat betreft is er de laatste tijd toch wel iets veranderd. Sinds een aantal jaren
ligt er bij het ministerie een aanvraag van de drie Leeuwarder ziekenhuizen om tot vervangende nieuw
bouw van het Diaconessenhuis te mogen overgaan. Deze aanvraag ligt nog steeds op het ministerie,
maar het is nu toch zover dat de staatssecretaris heeft beloofd dat zij de Leeuwarder aanvraag uit de
noordelijke situatie wil lichten. Indertijd heeft zij min of meer de toezegging gedaan dat nog in dit
kalendèrjaar tot een principe-uitspraak zal worden gekomen, mits alle benodigde adviezen binnen
zijn. Alle adviezen zijn binnen, op één na, namelijk het advies van gedeputeerde staten. In de krant
hebt u kunnen lezen dat er een eerste bespreking in de statencommissie voor de volksgezondheid is ge
weest. Over dit advies zal de statencommissie zich naar ik meen op 20 december opnieuw buigen. Ik
ga ervan uit, gezien de informatie die ik heb, dat dan direct na de twintigste december dit advies van
GS naar de staatssecretaris zal gaan. Of zij de toezegging om in dit kalenderjaar nog een principe
uitspraak te doen gestand doet, weet ik niet, maar deze uitspraak zal in ieder geval heel spoedig na
de jaarwisseling tegemoet kunnen worden gezien. Ik ga er dan ook vanuit dat er duidelijkheid bestaat
omtrent de nieuwbouw van het Diaconessenhuis, zodat de drie Leeuwarder ziekenhuizen wat realisti
scher kunnen werken aan de toekomst dan tot dusver het geval was. Ik wil er overigens bij zeggen dat
er enige opheldering is gekomen. Zoals u weet, was een van de problemen in de discussies de functie
verdeling ten aanzien van de medische centrumfuncties over twee locaties. Ten grondslag aan de sa-