22 meer op de rondweg zal gaan richten. Mocht dit niet zo zijn, dan zullen wij met twee 6 drie maan den de zaak opnieuw hebben bekeken. Op dat moment zullen wij over afsluiting moeten praten, maar nu voelen wij daar niet veel voor. De heer De Jong: Wij zijn blij met de toezegging die de wethouder ten aanzien vqn de genoem de punten heeft gedaan. Wij zijn ook blij dat daarin het asfalteren van Achter de Hoven is begrepen. Ik heb weieens de indruk dat de heer Piet van der Wal alleen datgene eruit licht, wat hij voor zich zelf belangrijk vindt. In punt c van de brief, bij het eerste aandachtstreepje, staat heel duidelijk: "het slechte wegdek (niet geasfalteerd)". Ik weet ook dat de bewoners van Achter de Hoven heel graag dat stukje straat willen hebben geasfalteerd. Daarom ben ik zo blij met de toezegging van de wethouder dat hij dit wil bekijken. U hebt al begrepen dat wij geen voorstanders zijn van de motie die is ingediend door de fractie van PAL. De heer De Beer: Ik heb inderdaad gevraagd naar de criteria enz. Ik heb echter ook gevraagd naar een termijn. Nu heb ik inmiddels begrepen dat de Verkeerscommissie over één week bijeenkomt. De eerstvolgende vergadering van de Verkeerstechnische Commissie is over vier weken. Kunt u ook vertellen op welke termijn er inderdaad maatregelen kunnen worden genomen om het verkeer te tellen? Anders is het zo langzamerhand een eindeloos verhaal. Ik heb alleen gevraagd naar datgene wat ik graag zou willen weten, maar dat impliceert dat wij het eens zijn met de rest van het voorstel De heer Van der Wal: Het kan zijn dat wij over verschillende brieven praten, maar ik lees: "Ach ter de Hoven is in de huidige staat niet berekend op vrachtverkeer vanwege het slechte wegdek (niet geasfalteerd). Daarmee wordt dan aangegeven dat het vrachtverkeer uit die straat moet worden ge weerd. Ik lees dan niet dat die straat wel geasfalteerd moet worden. (De heer De Jong: Als er wordt geasfalteerd, dan is het bezwaar misschien weggenomen.) (Gelach) (De Voorzitter: Praat u hier na de vergadering maar verder over.) Dat lijkt mij ook beter, ja. Nog iets over de motie. Het standpunt van de PvdA-woordvoerder verbaast mij enigszins. Op 27 augustus jl. is door de PvdA een soortgelijke motie ingediend. Ik citeer de notulen van die vergadering: "(besluit) dat het inrijden van de Emmakade-zuidzijde en Willem Lodewijkstraat vanaf de rondweg wordt verboden voor vrachtverkeer met uitzondering van bestemmingsverkeer." Het afsluiten van de Emmakade-zuidzi jde is nu niet meer nodig. Er is toen gezegd dat dit terugverwezen moest worden naar de commissies. Daarna komt de raadsbrief, waarover wij nu praten, en wat blijkt nu? Het afslui ten van de Willem Lodewi jkstraat moet weer in de commissie worden behandeld om daarvoor criteria te bedenken. Nou, dat lijkt mij onnodig. De PvdA dacht in augustus van vorig jaar al te kunnen be sluiten tot afsluiting van de Willem Lodewi jkstraat. Ik begrijp dan ook niet waarom een en ander dan weer naar de commissie moet. Ja, voor criteria, maar dat is ook al zoiets vaags. Wij handhaven onze motie. De heer Ten Hoeve: Nu wordt de zaak natuurlijk even opgeblazen en uit zijn verband gerukt. Er is in augustus 1979 een motie ingediend, er is een gesprek gevoerd. Wij hebben toen besloten om die motie, gezien het antwoord van de wethouder, in te trekken. In tegenstelling tot andere mensen in deze raad hechten wij wel aan het functioneren van commissies. Daarna is bekend geworden hoe de situatie op het Zuiderplein zal worden. Ik dacht dat de heer Janssen heel duidelijk heeft gezegd dat, wanneer op het gedeelte van Achter de Hoven een niet aanvaardbare situatie ontstaat, erop wordt te ruggekomen zoals het college heeft toegezegd. Dan komen wij ook met ons standpunt en de heer Van der Wal hoeft er dan niet bang voor te zijn dat dit verkeerd zal uitvallen. De Voorzitter: Ik neem aan dat de discussie afgelopen is. Er ligt nog één vraag van de heer De Beer over de termijn waarop een en ander gebeurt. De heer Rijpma (weth.): Ik heb min of meer een termijn genoemd door te wijzen op het tijdstip waarop een van de eerstvolgende vergaderingen van de verkeerscommissies plaatsvindt. De eerste ver gadering is over een week en de volgende over vier weken. In die termijn hoop ik dat wij er uitko men, alleen, ik heb altijd wat aarzeling om als bestuurder al te sterk in het uitvoerende vlak bezig te zijn en dienaangaande toezeggingen te doen. De goede intentie is aanwezig. De Voorzitter: Daar was de heer De Beer al van overtuigd. (De heer Van der Wal: Volgens de no tulen is de motie van de heer Ten Hoeve van augustus 1979 niet ingetrokken maar gewoon aangehouden. 23 ledereen heeft de betreffende notulen op tafel liggen.) De discussie was al afgesloten. Handhaven de heer Van der Wal en mevrouw Van der Werf hun motie? (De heer Van der Wal: Inderdaad.) De motie van de heer Van der Wal en mevrouw Van der Werf wordt bij handopsteken verworpen met 32 tegen 3 stemmen. De Voorzitter: Dan kan ik nu het voorstel van b. en w. in stemming brengen, waarin wij voorstel len adressanten overeenkomstig het gestelde in de raadsbrief te berichten. Er zijn een aantal afspra ken gemaakt die daarbij op duidelijke wijze onder woorden zullen worden gebracht. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toe zeggingen van de wethouder. De heer Schaafsma verlaat hierna de vergadering. I'unt 15(bijlage no. 35). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punt 16 (bijlage no. 51). De heer Boelens: In zijn vergadering van 2 april 1979 besloot de gemeenteraad een krediet be schikbaar te stellen voor de aankoop van het pand Zuidergrachtswal 1 ten behoeve van de Stichting Het Vliet. De bestaande huisvesting voor het jeugd- en jongerenwerk van deze stichting in het pand Voorstreek 106 biedt onvoldoende ruimte. Onze fractie gaat akkoord met het voorstel van het colle ge om de betaling van rente ën aflossing, voortvloeiende uit een door het bestuur van de Stichting Het Vliet aan te gane geldlening van 565.000,te garanderen. Het betreffende pand kan dan geschikt worden gemaakt voor gebruik als jeugd- en jongerencentrum. Deel b van de bijlage betreffende dit raadsvoorstel gaat over de aankoop van het pand Voorstreek 106 ten behoeve van de Stichting Krats. Reeds in zijn vergadering van 21 februari 1977 besloot de gemeenteraad een subsidie beschikbaar te stellen voor het exploiteren van een jeugd- en jongerencen trum voor werkende en werkloze jongeren. Daar huisvesting in het voormalige pand van de Stichting Ruiterskwartier onmogelijk bleek en CRM te kennen gaf geen middelen meer beschikbaar te stellen wanneer niet spoedig voor de huisvesting van de Stichting Krats werd gezorgd, acht ook onze fractie het gewenst over te gaan tot aankoop van het pand Voorstreek 106, hetgeen thans eigendom is van de Stichting Het Vliet. Deel c van het raadsvoorstel gaat over subsidiëring van de Stichtingen Krats en Het Vliet. Immers, nadat beide stichtingen hun nieuwe huisvesting betrekken, ontstaat er met betrekking tot de subsi diëring een nieuwe situatie. Onze fractie gaat akkoord met de door het college in het besluit no. 844c genoemde bedragen. De Commissie voor Welzijnsaangelegenheden is akkoord gegaan met het voorstel. De commissie sprak de wens uit dat in goed overleg tussen Krats en omwonenden overlast zo veel mo gelijk zou worden beperkt. Onze fractie vraagt het college of het ook bereid is mede aan deze wens gestalte te geven. Wij zijn blij dat uiteindelijk toch in de huisvesting van deze jongerencentra is voorzien, zodat de omstandigheden aanwezig zijn om aan het moeilijke en noodzakelijke jeugd- en jongerenwerk bin nen onze gemeente gestalte te geven. De heer De Pree (weth.): Ik kan kort zijn. Ik ben blij dat de heer Boelens en zijn fractie akkoord gaan met dit voorstel. Hij heeft één vraag gesteld aan het college voor wat betreft het overleg van Krats met omwonenden. Hij vroeg of het college daar ook bemoeienis mee zal hebben. Dit is al ge beurd, het is aan de Stichting Krats bekend dat het college het op prijs stelt wanneer men dit over leg zal voeren. Ik zeg u graag toe dat wij u binnenkort zullen informeren of dit overleg heeft plaats gevonden en wat het heeft opgeleverd. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toe zegging van de wethouder. Punten 17, 18 en 19 (bijlagen nos. 34, 54 en 52). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 12