- 25 -
- 22 -
commissies blijven functioneren volgens de wijze waarop zij zijn inge
steld. Dat is het criterium: het moet zinvol zijn om door te gaan met
de taken die de raden en commissies hebben gekregen en de wijze waarop
zij zijn ingesteld. Ik geloof niet dat wij daarvoor exacte criteria kun
nen opstellen.
Niet alleen mevrouw De Haan maar ook verschillende andere sprekers
hebben gesproken over de kwestie van de politieke bruikbaarheid van het
beleidsplan. Met name werd gevraagd of op korte termijn een rapportage
kon worden verwacht. De Commissie meerjarenramingen is onder leiding
van wethouder Ten Brug met deze kwestie bezig. Wij hebben de hoop dat
wij in ieder geval nog dit kalenderjaar met een rapportage van deze com
missie naar de Commissie voor de financiën kunnen gaan. Wij hebben af
gesproken dat een en ander eerst in die commissie aan de orde zou worden
gesteld. Ik heb de hoop dat dit nog dit kalenderjaar kan worden gedaan.
Ik stel voorop dat het niet een gemakkelijk probleem is waar wij voor
staan. Het moet dan mogelijk zijn om begin volgend jaar dit probleem
ook aan de orde te stellen in de Commissie Een goede raad. Als wij daar
bij niet op te veel problemen stuiten, zou het mogelijk moeten zijn om
deze toch vrij principiële aanpassing, als ik het zo mag noemen, te -doen
ingaan bij.het beleidsplan 1982-1986. Ik meen echter dat wij moeten uit
spreken dat de wijziging vermoedelijk niet eerder zal kunnen ingaan dan
met ingang van het optreden van de nieuwe raad. Ik hoop dan overigens
wel dat het geheel is afgerond en inhoud, betekenis, heeft. Deze raad
neemt dus de beslissing nog en maakt het geheel klaar, waarna de wijzi
ging met ingang van het optreden van de nieuwe raad kan worden ingevoerd.
Deze taxatie hebben wij op dit moment gemaakt. Ik acht het niet reëel
om andersluidende voorspellingen te doen, bij voorbeeld door te zeggen
dat een en ander dit kalenderjaar nog gereedkomt, want daar heeft u
niets aan. Ik zeg u concreet wat de grootste waarschijnlijkheid is.
Door meerdere sprekers is gesproken over de verslagen van de verga
deringen van b. en w. Er zijn geen andere verslagen dan die, welke ter
inzage liggen. Er wordt niets achtergehouden. De conclusies, die in de
vergaderingen van b. en w. worden getrokken, worden ter inzage gelegd.
Andere stukken, waarin iets is vastgelegd, zijn er niet, behalve dan de
uitgaande brieven en raadsvoorstellen en dergelijke. Zoals u weet re
sulteren een heleboel conclusies in raadsvoorstellen, die u dan ongeveer
twee weken later krijgt. In deze raadsvoorstellen is een en ander dan
uitvoeriger omschreven. De vraag of die verslagen kunnen worden toege
stuurd, vormt natuurlijk geen principieel probleem. Het is aan de raad
om, als hij dit op prijs stelt, dit mogelijk te maken. Indertijd
hebben wij met elkaar besloten om de verslagen van de b. en w.-vergade
ringen ter inzage te leggen. Als wij nu besluiten om deze verslagen toe
te sturen, dan kost dat alleen wat extra werk en de nodige porti iedere
week. Verder kan hierover nauwelijks een principieel meningsverschil
zijn. Het is aan de raad zelf om te beslissen of de verslagen ter inzage
moeten blijven liggen of dat ze moeten worden toegestuurd. Ik kan mij
indenken dat het gemakkelijk is om ze thuis te krijgen. Deze verslagen
zijn echter voor een deel alleen maar leesbaar als men ook bepaalde
portefeuilles, die ook in de Leeskamer ter inzage liggen, daarbij raad
pleegt. Soms staan er conclusies in de verslagen die maar drie woorden
omvatten. Dit gebeurt uit een oogpunt van praktisch werken. U moet de
besluitenlijsten dus bekijken in samenhang met de documenten die ter
inzage liggen.
In dit verband is door u ook geïnformeerd naar de ambtelijke nota's.
Indertijd hebben wij wijzigingen aangebracht in het ter inzage leggen van
allerlei zaken. Op het ogenblik is het zo dat de nota's die ten grondslag
liggen - de ambtelijke nota's ter voorbereiding van de raadsvoorstellen -
aan de raadsvoorstellen ter inzage voor de raad liggen. De raadsleden,
die al wat langer in deze raad zitten, herinneren zich waarschijnlijk nog
wel dat de wethouders stapels mappen voor zich hadden. Ik geloof dat
vroeger iedereen met groot ontzag daarnaar keek, want daar zaten de grote
geheimen in die alleen de wethouders kenden. De mappen zijn er nog steeds,
maar de inhoud ervan ligt ter inzage van de raadsleden. (De heer Ten
HoeveVat was u daar indertijd anders tegen!) Ik niet. De heer Ten Hoeve
vertelt sprookjes. (Gelach)
Het volgende onderwerp is de spreektijdrantsoenering. De een wil het
nader bekijken en de ander voelt er niets voor. Dit onderwerp is in de
Commissie Een goede raad aan de orde geweest. Het is ook enkele keren in
het Seniorenconvent aan de orde geweest. Elke keer weer is de algemene
indruk dat men niet op de spreektijd moet bekorten. Het is aan de raad
zelf om hierover te beslissen. Er wordt elke keer gezegd dat men niet
langer moet praten dan strikt noodzakelijk is. Men houdt zich daar echter
heel vaak niet aan. In het Reglement van orde wordt hierover wel iets ge
zegd. Ik kan, als voorzitter van de raad, het voorstel doen om voor een
onderwerp de spreektijd geheel of gedeeltelijk te bekorten. Ik moet u
heel openhartig zeggen dat ik zulks nooit meer doe; dat weet u ook wel.
Als ik toch een voorstel deed om wat korter over een bepaald onderwerp
te praten, omdat er bij voorbeeld al zo lang over was gesproken, dan
rezen onmiddellijk enkele raadsleden op en moest ik het verwijt horen:
"Die burgemeester wil voor de zoveelste keer de raadsleden de mond snoe
ren." Ik meen dat ik al acht of negen jaren lang niet meer een dergelijk