20 In het plan. De technische problematiek van deze oplossing kan dan worden bekeken en ook kan wor den bekeken of een en ander in een later stadium invulbaar is. Met de opmerkingen van de wethouder over de kwekerij van de heer Smeding ben ik content. Ik geloof dat de voorstellen die de wethouder doet, namelijk om in het definitieve voorstel aan te geven wat de kosten zijn van beveiliging en inpassing van het fiets/wandelpad en wat de kosten bij verplaat sing van het bedrijf zijn, reëel zijn. Ik kan mij volledig verenigen met de opstelling van de wethouder tegenover dit bedrijf. De heer De Beer: Aan het einde van mijn eerste instantie heb ik gevraagd of er nog andere, zelfs nieuwe, argumenten naar voren zouden komen. Argumenten zijn er niet naar voren gekomen, alleen dreigementen. Daarvan zijn wij niet erg onder de indruk gekomen. In het eerste gedeelte van de motie van de Partij van de Arbeid staat dat de huizen niet moeten worden afgebroken. In eerste instantie had ik een eigen motie daartoe ingediend, omdat in de motie van de PvdA ook een punt b werd genoemd, waar wij tegen zijn. Als de motie van de PvdA gesplitst in stemming wordt gebracht, zullen wij meestemmen met het eerste gedeelte van de motie. Dit impli ceert dat ik dan mijn motie intrek. Wij zullen echter tegen punt b van de motie stemmen, omdat wij een weg achter de huizen langs niet zo ideaal vinden. Verder zijn wij er nu van overtuigd dat de tunnel onder de Pieter Stuyvesantweg door moet wor den meegenomen in dit plan. Mijn tweede motie, die daarop betrekking had, trek ik ook in. Mijn mo tie over de tuinen achter de panden Achter de Hoven 191 en 193 wordt gehandhaafd. De vierde motie over de groenstrook achter de tuinen van kwekerij Smeding kunnen wij gezien de opmerking van de heer Rijpma, waaruit duidelijk is gebleken dat de bedrijfsvoering verzekerd is, ook rustig intrekken. Onze vijfde motie, over het trapveld, willen wij graag in stemming laten brengen, omdat wij tegen een bestemming als trapveld zijn. Met betrekking tot de motie van het CDA kan ik zeggen dat ook wij ervoor zijn om, als het mo gelijk is, een tunnel voor zowel voetgangers als fietsers onder de Pieter Stuyvesantweg door te maken. Wij zullen de motie steunen. Het spijt mij dat de voorzitter niet aan het begin van deze discussie met zijn opmerkingen is ge komen, maar dat hij ons eerst anderhalf uur heeft laten discussiëren. Misschien was het duidelijker ge weest als hij vooraf de opmerkingen had gemaakt die hij aan het eind heeft gemaakt. De heer Van der Wal: Ik ben het met de fractievoorzitter van de PvdA eens, als hij zegt dat de woorden van de burgemeester, in eerste instantie gesproken, in feite een ontoelaatbare druk op deze raad uitoefenen. Een dreigende taal: Gaan jullie met de motie mee, dan geen geld. Uit allerlei ande re informatie blijkt dat er, zelfs al zou de minister het plan afkeurenzoals het na het (hopelijk) aan vaarden van de motie van de PvdA wordt ingediend, alsnog mogelijkheden zijn tot aanpassing. Immers, de plannen voor Achter de Hoven/Vegelinwijk komen, in tegenstelling tot de aanvankelijke bedoeling van de versnelde procedure, niet meer voor de financiën voor 1980 in aanmerking, omdat de pot vrij wel leeg is. Wij zijn ook bepaald niet onder de indruk van de toch wel dreigende taal die de burge meester, namens het college mag ik aannemen, heeft geuit. In eerste instantie heb ik ons standpunt over de moties al duidelijk gemaakt. Ik zal nog even in gaan op het functioneren van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening. In feite geeft de heer Geerts toe dat, terwille van een naar mijn smaak vrij late besluitvorming in grote fracties, waar het allemaal erg moeilijk schijnt te gaan (De heer Ten Brug(weth.): Dat moet nog wennen voor jullie.) Waar om zou dat moeten wennen? Ik kan mij ook voorstellen dat men dit als fractie goed organiseert. Ik kan mij tenminste niet voorstellen dat over agendapunten als Molenpad en Vegelinwijk slechts één week van tevoren in de fractie wordt gesproken. Als dat wel zo is, lijkt mij dat erg betreurenswaar dig. Impliciet erkent de fractievoorzitter van de Partij van de Arbeid dat ten gevolge daarvan de func tie van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening als raadsadviescommissie wordt ondergraven terwil le van de vrij late besluitvorming in de fracties. Met name voor dit soort belangrijke punten vind ik dat een heel kwalijke ontwikkeling. Mevrouw De Jong: De provinciale stadsvernieuwingscommissie van de baan gepubliceerd en dan, wonderlijk snel, duikt de minister op! Ontoelaatbare druk, is gezegd. Ik ben het daarmee eens. Ik vind dat wij als raad op deze manier niet onder druk mogen worden gezet. Ik zal de motie van de PvdA, zoals ik in eerste instantie al heb gezegd, steunen, zowel het eerste deel als het tweede deel. Ik had het meer op prijs gesteld indien de mededelingen van de voorzitter aan het begin van onze discussie waren gedaan. Dan hadden wij in ieder geval geweten waar wij aan toe waren. Met betrekking tot de eerste motie van de VVD kan ik zeggen dat ik deze motie, gezien de motie 21 van de PvdA, overbodig vind. Door die laatste motie komt het model zeer dicht bij het wijkmodel en bovendien vind ik de verkeersoplossing dusdanig dat ik de motie van de VVD overbodig vind. Ik zal tegen de motie over de tuinen van Achter de Hoven 191 en 193 stemmen. Ik zal ook tegen de WD- motie over het trapveld stemmen, mits er dusdanige voorzieningen worden getroffen dat de tuinderij van de heer Smeding veilig is gesteld. Met het oog op deze kwekerij vind ik dat er bij het fiets/wan delpad zodanige voorzieningen moeten worden getroffen dat het bedrijf niet in zijn bedrijfsvoering wordt aangetast. Een eventueel aankopen van dit bedrijf vind ik niet de juiste oplossing. Dan kunnen wij beter het fiets/wandelpad achterwege laten. Bovendien staat het wijkcomité erachter dat dit be drijf kan blijven functioneren. De Voorzitter: Ik zal eerst enkele opmerkingen maken over mijn bijdrage aan de beantwoording in eerste instantie. Ik kan daarover op zich vrij kort zijn. In de eerste plaats heeft de heer Geerts de woorden "bijna ontoelaatbaar" gebruikt. Dat anderen daar gretig "ontoelaatbaar" van hebben gemaakt, kan men hem natuurlijk niet aanrekenen. De heer Geerts is ietwat voorzichtiger in zijn uitdrukkingen, zoals gewoonlijk. Geachte leden van de raad, het was ontoelaatbaar geweest als ik datgene, wat ik weet, nu had verzwegen en als later, nadat het plan en de motie door u waren aangenomen, de minister het plan niet had goedgekeurd, terwijl ik deze wetenschap had. Dat was ontoelaatbaar geweest. Wees ervan verzekerd dat ik het uitermate jammer vind dat ik die verklaring namens het college moest afleggen. Ik heb het ook niet in het kort gedaan, want döt zou ontoelaatbaar zijn geweest. Ik heb de motieven genoemd, ik heb de achtergronden genoemd, ik heb de verhoudingen genoemd. Hoe u dat wilt inschat ten, is uw zaak: de raad beslist. Wij hebben alleen gewaarschuwd, in die zin dat de raad goed moet weten wat de consequentie is van de beslissing. Ik heb ook gezegd dat ik een en ander zou vertellen van de beleidsmarge die de raad heeft. Ik vind het zelf ook uitermate jammer dat in dit stadium onder de huidige regeling van de interim-saldoregeling de beleidsmarge van de raad zo uitermate gering is. Uw beleidsmarge gaat niet verder dan inderdaad het praten over de technische uitvoering. Indien u principes als structuurverbeteringen niet aanvaardt, dan is de consequentie dat wij geen geld krijgen. Ik meende zeer reëel te zijn door dit te zeggen. U moet dan niet gaan praten over dreigementen. Ik vind dat gewoon jammer, maar het is uw goed recht. Ik heb het natuurlijk niet zo bedoeld. Iets, dat men liever niet hoort, kan natuurlijk gemakkelijk als een dreigement overkomen. Dat besef ik terde ge. Waarom zou ik tenslotte een dreigement uiten? Ik vind het wel reëel dat u weet in welke kaders u uw beslissingen kunt nemen en dat u ook weet wat de draagwijdte is van datgene, wat u hier straks bij stemming gaat uitmaken. Dat is uitermate belangrijk. Ik kon in het begin natuurlijk niet een verklaring als deze afleggen: wist ik met welke moties u zou komen? Wist ik hoe de raad zou reageren? Ik kon alleen bepaalde vermoedens hebben en ik kan u de verzekering geven dat ik mij op grond daarvan wel heb geprepareerd op de te geven antwoorden, althans op een deel daarvan. Het was echter volkomen irreëel geweest, indien ik deze verklaring aan het begin van de discussie had gegeven. Immers, dan had u kunnen zeggen dat ik de raad niet eens de gelegenheid gaf voor een eerste instantie. Ddt was een dreigement geweest. Het is nu aan de raad om de beslissing te nemen. U weet nu echter heel goed binnen welke kaders u straks beslissingen neemt. Daarvoor heb ik gewaarschuwd. De heer Rijpma (weth.): De heer Geerts heeft het gehad over visuele relaties. Ik heb het niet ge had over visuele relaties, maar over "relaties". Dat is een breder begrip, in de zin van: waar laat men zijn kinderen spelen, waar laat men zijn auto, enz.? Bij mijn weten heb ik de woorden "visuele rela tie" niet genoemd. Een andere opmerking, die ik voor de goede orde meen te moeten maken, is de volgende. Mocht de raad het eerste deel van de motie van de heer Geerts aannemen - wat ik niet aanraad, dat weet u -, dan is de enige realiteit om de weg achter de huizen aan te leggen en niet door het nauwe straatje met een profiel van nauwelijks vier meter. In antwoord op de vraag van de heer Miedema kan ik zeggen dat in het plan een zekere aanpas sing van de J.H. Knoopstraat is opgenomen, en wel zodanig dat de functie die deze weg moet hebben, ook kan worden uitgeoefend met inbegrip van een zo goed mogelijke bescherming van de kinderen die mogelijkerwijs op de trottoirs bij de scholen aanwezig zijn. De Voorzitter: Ik stel voor nu de discussie af te sluiten. Van de heer Geerts heb ik begrepen dat hij de door hem en mevrouw Brandenburg ingediende motie niet als een geheel maar in twee gedeel ten gesplitst in stemming wil laten brengen. De motie van de Partij van de Arbeid is ook de verst strek kende motie. Ik zal het eerste gedeelte van de motie in stemming brengen. Dit deel luidt als volgt: (besluit) a. de bebouwing langs de oostzijde van de le Vegelindwarsstraat te handhaven."

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 11