37 36 nadenken en enkele andere punten wil behandelen of dat men hierop meteen wil reageren. Ik laat het helemaal aan de raad over. U weet nu de waarheid in dezen voor de volle honderd procent. U weet pre cies wat er is gebeurd en ook welke kennis b. en w. in dezen hebben. De plussen en de minnen zijn u nu ook bekend. Ik moet eerlijk zeggen dat ik pas op dit moment het voorstel van de heer Miedema be grijp, want het sluit natuurlijk wel aan bij bepaalde ontwikkelingen. De straatwand van de Willems kade blijft volledig intact, dat is geen enkel punt. Als er problemen komen met betrekking tot de be bouwing van de hoek, waar men dus op de benedenverdieping kantoren en op de bovenverdieping drie woonflats wil realiseren, dan moet worden opgemerkt dat dit alles één geheel vormt, dat men op kor te termijn van start wil laten gaan. Ik begrijp pas nu waarom de heer Miedema zijn voorstel deed. Hij wist op dat moment kennelijk meer dan b. en w. Op dit moment weet ik ook veel meer, maar ik heb deze kennis op dit moment aan u overgebracht. Als er problemen rijzen in het onderhavige gebied ten aanzien van de bebouwing, dan kan het plan van de Friese Maatschappij van Landbouw klem komen te zitten. Zodra iemand een procedure aanspant, kan de ontwikkeling een twee jaar vast komen te zit ten. Hier hebt u het hele verhaal. Misschien is het verstandig om even te schorsen, opdat u er even over praat ener geen "wilde" opmerkingen worden gemaakt waarvan men later spijt kan krijgen. De hear Miedema: Ik soe it wol op priis stelle as de wethalder fan Romtlike Oardering de gelegen- heit krijt om in pear wurden to sizzen oer de proseduere. Is myn foorstel hwat de proseduere oanbilan- get wol in oanfurdber foorstel? De heer Rijpma (weth.): Ik heb al in een eerdere instantie gezegd dat het nemen van een voorbe- reidingsbesluit op dit moment in afwijking is van een procedure die wij als raad hebben afgesproken. Wanneer wij de normale procedure zouden willen volgen, dan liggen de gegevens ongeveer in maart of april volledig op tafel, na ijking van de onderdelen via voorstellen aan de raad. Dat zou de nor male procedure geweest zijn. Wat wij nu doen, is een incidenteel besluit nemen. Wij kunnen daarvoor redenen hebben, maar het is afwijkend van de procedure zoals wij die hebben gesteld. Ik denk dat het pakken van de gevelwand op dit moment in zijn totaliteit niet verschilt van het pakken van de gevel- wand met uitzondering van één pand. Daarvoor is een duidelijke verklaring. Het is ook duidelijk dat het zeker was dat het pand Willemskade 11 niet zou worden aangetast. Dat wist de voorzitter en dat wist ik sinds enkele dagen ook. Verder is het duidelijk dat de hoek Baljéestraat-Wiliemskade in de structuur, zoals die op dit moment is en zoals die in zijn structuur ook bij het beschermd stadsgezicht zou worden opgenomen, bijft bestaan. Dat was sinds een aantal dagen bekend. Ik denk dat wij, als wij het voorstel amenderen zoals is voorgesteld, een beter besluit nemen ten opzichte van onze burgers dan wanneer wij het besluit nemen zoals mevrouw Brandenburg het heeft voorgesteld. Ik zou zeggen: Volgt u het voorstel zoals mevrouw Brandenburg dat heeft gedaan, maar met inbegrip van het amende ment van de heer Miedema, om zodoende alle ellende te voorkomen die anders het gevolg is van een besluit dat niet helemaal evenwichtig is. De Voorzitter: Ik stel voor dat de vergadering wordt geschorst voor beraad. Ik wil nog het volgen de opmerken. Bij beide voorstellen is sprake van een stukje gelegenheidswetgeving, dat normaliter niet helemaal in de procedure past. Beide voorstellen zijn juridisch mogelijk, maar met de handicap van dien. Het argument voor het nu nemen van een voorbereidingsbesluit, hoewel de procedure nog niet voldoende is afgerond, is dat wij willen voorkomen dat er de komende jaren iets met de gevelwand aan de Willemskade gebeurt dat wij niet willen. Het is, nogmaals, een stukje gelegenheidswetgeving,en ik heb de indruk dat dit niet zal sneuvelen. Het is juridisch mogelijk. Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Het woord "gelegenheidswetgeving" is hier menigmaal over de tafel gegaan. Ik ben het er niet mee eens dat dit woord wordt gebruikt, want het is wettelijk mogelijk. Wij passen een dergelijke handelwijze hier ook heel vaak toe, alleen doen wij het dan omgekeerd: wij hanteren dan een artikel 19-procedure, als iets niet in strijd is met wat wij willen; als anderen het minder mooi vinden of als de zekerheden van anderen in het gedrang komen, dan tillen wij daar niet zo zwaar aan. Wij voeren in dat geval zo'n procedure, waarna een bouwvergunning wordt verstrekt. Waarom zouden wij de ruimte die de wet in dezen laat niet eens naar ons zelf toehalen, als wij als ge meente bepaalde uitgangspunten hebben uitgesproken en als wij werkelijk menen dat het zo moet? Ik vind wel dat de raad bijzonder ongeloofwaardig wordt, als men een gevelwand wil beschermen maar daarvan een pand gaat uitzonderen omdat men weet dat daarvoor een bouwplan aanwezig is. Ik weet best dat het verschrikkelijk moeilijk is. Wij hebben ook al eens een bestemmingsplan vastgesteld op ba sis van een bouwplan. Daar zijn wij ook het schip mee ingegaan; toen was ook niet sprake van een blan co situatie van waaruit men opereerde. Ik meende aanvankelijk dat wij ten aanzien van de gevelwand aan de Willemskade konden han delen vanuit een blanco situatie: er was niets aan de hand met de gevelwand. Mij was namelijk alleen hef feit bekend dat er in het verleden plannen waren gemaakt, die men echter weer had laten varen. Ik meende dus dat er sprake was van een blanco situatie, maar nu blijkt dat dit niet het geval is. Ik vind dat wij als raad bijzonder ongeloofwaardig worden als wij zeggen: "Goed, wij nemen het post zegelplannetje en halen het hoekje eraf." Dat kan volgens mij helemaal niet. Wat heb ik in eerste instantie gezegd? Ik heb gezegd dat het helemaal niet onze bedoeling is om plannen, die niet strijdig zijn met onze opvattingen voor dat gebied en die getoetst kunnen worden aan het structuurplan voor de binnenstad en aan de uitgangspunten van het beschermd stadsgezicht, te gen te werken. Wanneer dergelijke plannen aan de zojuist door mij genoemde uitgangspunten voldoen, dan zijn zij voor ons aanvaardbaar. Het kan dan gebeuren dat gedeputeerde staten daaraan niet wil len meewerken. Ik weet echter dat door gedeputeerde staten meegewerkt wordt in situaties waarbij veel minder toetsingsmateriaal voor handen is dan wij nu aandragen. Ik ben dus helemaal niet zo pessi mistisch dat ik verwacht dat er van alles scheef kan gaan. Natuurlijk kan een burger een bezwaar in dienen. Dat bezwaar wordt dan ook getoetst. Wij handhaven in ieder geval onze motie. De hear Miedema: Ik haw der goede nota fan nommen dat mefrou Brandenburg forklearre hat dat hja, op it momint dat hja de moasje yntsjinne, Gtgie fan in blanko sitewaesje. As hja dat seit, dan nim ik dat oan. Dat lit unforlet dat op dit stuit dat wy de bislissing nimme moatte, bikend is hoe't de werk- like sitewaesje is. Mefrou Brandenburg komt dan mei in oplossing en seit dat it net har bidoeling is om de boel op slot to setten. Hja seit lykwols ek dat it kolleezje, ek al soe dit Gtstel oannommen wur- de, by steat is en forlien in bouforgunning op plannen dy't net stridich binne mei Gs Gtgongspunten. Ik soe graech fan it kolleezje bifêstige hawwe wolle oft dy mooglikheit oanwêzich is. Persoonlik haw ik der myn twifels oer. Fierders haw ik dochs muoite mei it stikje gelegenheitswetjowing, alhoewol't der fan underskate kanten sein is dat men dit al sa faek heard hat. Sjoen de ynformaesje dy't troch de boargemaster jown is en dy't de wethalder bifêstige hat en sjoen de sitewaesje dat al dizze saken op it momint fan bislis- sen oan Gs bikend binne, kin ik der net foar wei dat wy dochs dwaende binne mei gelegenheitswetjo wing. (De heer Geerts: Wie?) De minsken dy't foar dit Gtstel stimme. (De heer Geerts: Zijn degenen die speciaal voor een praktische situatie een amendement maken geen gelegenheidswetgevers?) Dat sit sa. Ik sil bisykje it Gt to lizzen. Op it momint dat jimme fanGt in blanko sitewaesje ta biskerming fan de grêftwand dit Gtstel yntsjinnen, wie tafallich by my bikend hwat der spile, yn hokker stadium men wie. Ik sei doe: "Dit meije wy net dwaen. Dit is net forantwurdeAs wy as ried op dit stuit in tariedings- bislót yntsjinje, dan is dat al in foarm fan gelegenheitswetjowing. Ik siz dan dat wy dat punt ofswakje kinne troch dy organisaesje of persoan, fan hwa't bikend is dat men earnstich dupearre wurdt troch dit bis I Gt, fan it tariedingsbislGt Gt to sunderjen. Men krijt dan in ofswakking en dan is it by my gjin gelegenheitswetjowing mear, alteast, folle minder. (Mevrouw Brandenburg—Sjoerdsma: En de buren van het pand dan? Zij kunnen op dat moment helemaal geen bezwaar maken en er wordt hier altijd zo zwaar getild aan de rechten van de burger!) Der kinne biswierskriften tsjin ynlevere wurde, fansels. (Me vrouw Brandenburg—Sjoerdsma: Op grond van de Bouwverordening kan een burger geen bezwaar indienen. U wilt alleen de Bouwverordening laten gelden en dat geeft de bouwer veel meer vrijheid. Als het gaat zoals de burgemeester het schetst, dan hebben wij - waarschijnlijk, zeg ik nu - helemaal geen bezwaar maar kan de bouwer, in dit geval de Friese Maatschappij van Landbouw, iedere dag nog van idee veranderen.) In elts yn dizze ried is mansk genoch om syn eigen forantwurdlikheit to dragen; dat is ek mar goed. Wy hawwe alles ris op in rige setten: in stik gelegenheitswetjowing, it dupearjen yn in hiel let stadium fan ien fan de wichtichste organisaesjes fan Gs Fryske lan, de wize dêr't soks op bart, dat alles bringt Gs der suver ta om to sizzen: "Dit meije wy as forantwurdlik gemeente- bistjur, net allinne foar de boargers mar foar de hiele maetskippij fan Fryslan, net dwaen!" Ik doch nochris in great birop op de hiele ried om dit Gtstel fan de PvdA net yn unforoare foarm oan to nimmen, hwant it kin net! De heer De Beer: Hoe men het ook bekijkt, het is duidelijk dat zowel het ongewijzigde voorstel als het geamendeerde voorstel een stukje gelegenheidswetgeving, om het woord ook maar eens in de mond te nemen, betreft. In dit geval gaat het ons daar niet om. Wij hebben meteen al gezegd dat die gevelwand voor ons een gegeven is en dat wij deze wand willen handhaven. Daarnaast speelt een rol het plan van de Friese Maatschappij. Gezien de geboden werkgelegenheid en alles wat daar bij komt en gezien de dreiging dat de Friese Maatschappij de neiging heeft om niet in Leeuwarden maar elders te bouwen, willen wij een uitzondering maken en meegaan met de amendering van de heer Miedema.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1980 | | pagina 50