I Punten 5 t.e.m. 11 (bijlagen nos. 503, 498 501, 499 497 496 en 500).
V)
l£/(7#
kunnen, inderdaad voor nieuwe gebieden Het erfpachtstelsel in te voeren. Dat heb ik in mijn verhaal
in eerste instantie ook gezegd.
Mevrouw Van Dijk—van Terwisga: Ik zal eveneens reageren op de moties. Wij zijn tegen gronduit-
gifte in erfpacht in nieuwe gebieden als Wiardaburen, omdat wij voor verkoop van grond, ook in nieu
we gebieden, zijn. Wij zullen dus tegen de betreffende motie stemmen.
Een andere motie wil de mogelijkheid om af te wijken van de hoofdregel gronduitgifte in erfpacht
uit het voorstel weglaten. Ik heb in eerste instantie gezegd dat wij grote waarde hechten aan deze af
wijkingsmogelijkheid. Wij zijn dus ook tegen die motie.
Wij kunnen ook niet akkoord gaan met de volgende moties over punten als uitbreiding van de gren
zen van de binnenstad, hertaxatie na vijf jaar en uitbreiding van conclusie 10 van de nota.
De heer Pruiksma: Een paar korte opmerkingen. Als ik de heer Van der Wal hoor praten over het
verkiezingsprogramma van de Partij van de Arbeid, dan heb ik het gevoel dat hij denkt een horzelfunc
tie te vervullen. Hij moet wel bedenken dat aan het eind van de vlucht iedere horzel de vliegenmep
per wacht. (Gelach)
Over de moties zal ik in het kort enkele opmerkingen maken. Ik zal de moties behandelen in de
volgorde waarin ze zijn ingediend.
Aan de eerste motie hebben wij geen behoefte. De motivering die het college in de nota heeft
gegeven, is naar onze mening bevredigend. Wij verwerpen de motie dus.
De tweede motie zal naar ons gevoel bij uitvoering een verstarring betekenen, waarmee wij ons
niet kunnen verenigen.
Van de derde motie kunnen wij zeggen dat het ISR-gebied naar onze mening een duidelijke en lo
gische afgrenzing is, zoals wij in eerste instantie ook al hebben gezegd. De motie vraagt in feite om
veranderingen in een zin die naar ons gevoel ingaat tegen de bedoeling en de strekking van de nota.
De vierde motie heeft betrekking op de termijn van hertaxatie. De lengte van de termijn is uit
voerig in de Commissie voor het Grondbedrijf aan de orde geweest. Ik heb zelf voorgesteld om van die
vijf jaar tien jaar te maken. Het zal u duidelijk zijn dat wij nu de motie niet zullen steunen.
Voor de vijfde motie geldt dat die in strijd is met het karakter van erfpacht als beperkt zakelijk
recht. Uitvoering van de motie zou strijdig zijn met het karakter van het erfpachtrecht op zich en zou
bovendien, als men daartoe wel zou overgaan, uitnodigen tot ad hoc-beleid.
Als met de zesde motie op speculatiepanden wordt gedoeld, dan heb ik het gevoel dat met een wa
terkanon op een lucifer wordt geschoten. Voor het overige hebben wij toch de indruk dat ook deze mo
tie bij uitvoering verstarrend zal werken.
Wij zullen tegen alle zes moties stemmen.
Mevrouw De Jong: Ik heb al eerder aangevoerd dat de mogelijkheid voor afwijking van de hoofd
regel gronduitgifte in erfpacht moet worden opengehouden, dit in tegenstelling tot het gestelde in de
eerste motie van PAL.
De wethouder heeft zonet gezegd dat een hertaxatie na vijf jaar, zoals een tweede motie van de
heer Van der Wal wil, in de praktijk op grote problemen stuit. Bovendien ben ik erg gevoelig voor de
uitspraak dat de erfpachters zo veel mogelijk rechtszekerheid moet worden gegeven. Het lijkt mij dus
dat een termijn van tien jaar een heel redelijke termijn is. Ik ben tegen de motie die deze termijn op
vijf jaar wil brengen.
Het gestelde in de derde motie van de heer Van der Wal lijkt mij niet passen in een erfpachtstel
sel. Ik ben tegen deze motie evenals tegen de vierde motie.
De vijfde motie van PAL heeft betrekking op de begrenzing van het gebied waarop het erfpacht
stelsel van toepassing is. Deze begrenzing lijkt mij erg logisch. De uitbreiding van dit gebied, zoals
die in de motie wordt voorgesteld, lijkt mij niet juist.
De laatste motie betreft het niet doen van een uitspraak over de vraag of de grond in nieuwe ge
bieden in erfpacht dan wel in verkoop moet worden uitgegeven. Ik heb in eerste instantie al gezegd
dat wij tegen gronduitgifte in erfpacht zijn, behalve dan voor het binnenstadsgebied. Het zal u dui
delijk zijn dat wij ook tegen deze motie zullen stemmen.
De heer Van der Wal: Mijn gevoel voor humor harmonieert bepaald niet met dat van de heer Pruik
sma, zoals ik al eerder heb ontdekt, en ik kan niet zeggen dat dit mij nu zoveel spijt.
Ik zal de heer Knol houden aan zijn reactie op onze laatste motie over de nieuwe gebieden, als
ik dan nog eens in de gelegenheid ben.
De overige moties zijn bedoeld om waardestijgingen, die veroorzaakt of bewerkstelligd worden
door de gemeenschap, ook ten goede te doen komen aan de gemeenschap. Dat is kennelijk een zo pro
gressieve gedachte dat zelfs zich progressief noemende fracties zich daarin niet kunnen vinden. Op zich
vind ik het jammer, maar het is niet anders. Wat mij betreft mag de voorzitter alle zes moties in één
keer in stemming brengen, omdat er voor zover ik begrijp geen verdere steun voor de moties zal zijn.
De Voorzitter: Dat helpt in ieder geval om snel te werken. Ik breng de moties tegelijk in stemming.
De (zes) moties van de heer Van der Wal en mevrouw Van der Werf worden verworpen met 31 tegen 2
I stemmen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat de heer
P.D. van der Wal en mevrouw J. van der Werf wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 12 (bijlage no. 504).
De Voorzitter: Bij dit agendapunt gaat het om een aanpassing van diverse verordeningen in verband
I met naamswijziging van het Markt-, Haven- en Slachthuisbedrijf
Mevrouw De Jong: Ik wil vragen waar in de nieuwe naam, Marktwezen en Frieslandhal, ons Haven
bedrijf blijft. (De Voorzitter: Onder Marktwezen, dat is een heel ruim begrip.) (De heer Ten Brug (weth.):
Meer wezen dan markt!) (Gelach)
Het komt herhaaldelijk voor dat schippers, die de binnenhaven van Leeuwarden in varen, het tele
foonnummer van het Havenbedrijf nodig hebben. Het lijkt mij een vrij logische zaak dat zij dit nummer
in het telefoonboek onder de "H" van Havenbedrijf zoeken. Door de voorgestelde naamgeving, name
lijk Marktwezen en Frieslandhal, kan dit nu niet. Heeft deze aanpassing ook verdere consequenties
voor het havenbeleid?
De Voorzitter: Het heeft geen enkele consequentie en wij zullen zorgen dat in het telefoonboek
onder "H" wordt verwezen naar "Marktwezen en Frieslandhal", waar ook de "havenmeester" wordt
vermeld.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toezeg
ging van de voorzitter.
Punten 13 t.e.m. 16 (bijlagen nos. 509, 510, 505 en 506).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 17a (bijlage no. 502).
Benoemen van een lid van de Raad voor Bejaardenaangelegenheden.
Voordracht van de gezamenlijke besturen van de pensiontehuizen en de serviceflats:
de heer P.G. Mulder.
Benoemd wordt de voorgedragene met 31 stemmen.
Punt 17b (bijlage no. 507).
Benoemen van een lid van de Raad voor Bejaardenaangelegenheden.
Voordracht van de Protestants-christelijke Ouderenbond, afdeling Leeuwarden:
de heer A. de Boer.
Benoemd wordt de voorgedragene met 31 stemmen.