4
5
Sub K.
Besletten wurdt neffens it ötstel fan b. en w.
Sub L t.e.m. O.
Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 3 (bijlage nr. 71).
De Voorzitter: Aan de orde is het advies inzake de beslissing op het bezwaarschrift van Jarov BV,
ingediend namens de heer SJ. de Jong.
Als niemand van de raad het woord over dit punt verlangt, zouden wij het kunnen afhandelen. Als
wel iemand hierover het woord verlangt, moeten wij dit punt drie weken uitstellen. Als wij het over de-
ze kwestie eens zijn, dan hoeft de heer Keuning hier de volgende keer niet voor twee minuten te ko
men. (De heer Sijbesma: Ik verlang het woord.) Dan moeten wij dit punt drie weken uitstellen.
Punt 4.
De Voorzitter: Door mevrouw Van der Werf en de heer Van der Wal is ons een voorstel gedaan als
bedoeld in artikel 45 van het Reglement van orde over de inhoud van een verordening met betrekking to
de kamerverhuur en over het vaststellen van een verordening op de woning- en kamerverhuurbureaus. II
moet u allereerst vragen of u ermee instemt om deze voorstellen in behandeling te nemen.
De heer Bijkersma: Men moet positief staan tegenover initiatieven die vanuit de raad naar voren ko
men. Niet ieder voorstel is echter een zinnig voorstel. Uit deze woorden kunt u wel begrijpen hoe wij
over dit voorstel denken. In de eerste plaats denken wij dat het tot gevolg zal hebben dat de weinige
kamerverhuurders(sters) die er nog zijn... (De Voorzitter: Op dit moment is alleen aan de orde of dit
voorstel in behandeling wordt genomen of niet. U krijgt daarna eventueel kans erover te praten.) Ik ze;
alleen waarom ik het geen zinnig voorstel vind. (De Voorzitter: Dat is voldoende voor de orde.) Is dat
voldoende voor de orde?! U wilt daar dus helemaal niet over discussiëren? Ik wil dan bij dezen opmer
ken dat wij het geen zinnig voorstel vinden en er geen behoefte aan hebben erover te praten.
De heer Geerts: Zinnig of niet zinnig, als men vanuit de raad vraagt een voorstel in behandeling te
nemen en als het een onderwerp betreft dat inhoudelijk van belang is, dan vinden wij dat daarover ge
sproken moet kunnen worden. Dat wil niet zeggen dat wij onze instemming ermee zullen betuigen. Dat
er echter over moet worden gesproken, lijkt ons een goede zaak.
De heer Sterk: Wij willen dit voorstel nu ook wel behandelen.
Mevrouw De Jong: Ik sluit mij bij de twee laatste sprekers aan.
De Voorzitter: Ik begrijp dat de meerderheid van de raad ermee instemt dit voorstel nu te behande
len. (De heer Geerts: Er moet nog wel een beslissing worden genomen over het tijdstip.) Eerst zullen wij
erover moeten beslissen of het nu in behandeling wordt genomen of niet. U wilt een beetje te vlug,
mijnheer Geerts.
We moeten nu gaan praten over het tijdstip waarop wij het voorstel "behandelen. Daarvoor zijn twei
mogelijkheden, namelijk op dit moment of aan het eind van de vergadering. Ik stel voor het voorstel
aan het einde van de vergadering te behandelen. Wij moeten een keuze maken tussen deze twee tijd
stippen. (De heer Janssen: Er is nog een derde keuze mogelijk: Over 3 weken behandelen.) Er zijn maar
twee mogelijkheden, maar als de raad het er unaniem over eens is dat het voorstel in de volgende raads
vergadering wordt behandeld, dan heb ik daar geen bezwaar tegen. Er moet echter in feite gekozen
worden tussen nu of aan het slot van de vergadering. (De heer Eijgelaar (weth.): Uitstellen!) De heer
Eijgelaar is geweldig met het Reglement van orde op de hoogte. Iemand kan namelijk een voorstel doen
het punt de volgende keer te behandelen. Als dat voorstel wordt ondersteund door een ander lid, dar;
kan het punt inderdaad worden uitgesteld tot de volgende raadsvergadering.
Mevrouw Van der Werf: Ik heb begrepen dat in ieder geval de PvdA-fractie ervan uitgegaan is dat
het voorstel niet nu wordt behandeld. Het komt mijns inziens de behandeling ten goede wanneer het
over drie weken weer aan de orde wordt gesteld. Ik wil dus graag een voorstel indienen - ik weet niet
of het schriftelijk moet; in dat geval schrijf ik gauw even een voorstel - om het punt over drie weken in
behandeling te nemen. (De Voorzitter: Iemand moet dit voorstel ondersteunen. Ik constateer dat er meer
dere leden zijn die het voorstel willen ondersteunen, dus dat is geen bezwaar. Het punt komt dus over
drie weken weer op de agenda. In de tussenliggende tijd kan iedereen er nog eens over denken.)
De heer Sterk: Ik wil toch nog graag iets zeggen, want het gaat nu allemaal wel wat erg vlug. In
eerste instantie heb ik gezegd dat het punt, wat ons betreft, nu behandeld kan worden. Toen werd er
nog niet gesproken over het tijdstip.
De Voorzitter: Wij gaan alles nog eens even op een rij zetten. Mevrouw Van der Werf, daarin ge
steund door voldoende raadsleden, stelt voor het punt over drie weken te behandelen. Dit is nu dus een
voorstel van orde en dit voorstel van orde breng ik in stemming.
Met 30 tegen 4 stemmen wordt besloten de voorstellen als bedoeld in artikel 45 van het Reglement
van orde over drie weken in behandeling te nemen.
Punten 5 en 6 (bijlagen nrs. 73 en 68).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 7 (bijlage nr. 70).
De Voorzitter: Dit punt luidt: Verkoop bouwgrond in de tweede fase van Camminghaburen aan de
Stichting Bijzondere Woningbouw.
De heer Bijkersma: Mijn fractie heeft bij het totstandkomen van de verkoopbedingen al gezegd dat
w artikel 7 een zaak vinden die niet terecht is. Op een gegeven ogenblik, om precies te zijn op 17
december 1979, heeft de heer Miedema als fractievoorzitter van het CDA verklaard dat ook zijn fractie
tegen artikel 7 van de verkoopbedingen was. Wij waren natuurlijk zeer verheugd het CDA als medestan
der in deze zaak achter ons te krijgen. Wij dachten dat de heer Miedema op 17 december 1979 had ge
sproken namens zijn gehele fractie. Ik heb de notulen bij mij, waarin hij duidelijk zegt dat zijn fractie
tegen artikel 7 is; hij maakt dus geen uitzondering. (De Voorzitter: Die indruk wordt wel vaker ten on
rechte gewekt.) Bij mijn weten zitten er achter de collegetafel ook fractiegenoten van de heer Miedema.
Achteraf blijkt nu dat zij het niet eens zijn met het fractiestandpunt. Dat is uiteraard hun goed recht, dat
zal ik niet bestrijden. Ik vind echter wel dat men, als men in het openbaar uitspreekt dat men als frac
tie meegaat met het standpunt van een andere partij maar daarbij niet aanhaalt dat er minderheden zijn
die het hiermee niet eens zijn, dat later toch eens duidelijk moet zeggen. Of de betreffende wethouder
moet zeggen dat hij niet meegaat met datgene wat de heer Miedema namens de fractie heeft gezegd.
Op deze wijze ontstaat er natuurlijk een grote onduidelijkheid. Het CDA kan nu twee kanten uit. Het
CDA kan zeggen: Wij zijn tegen de verkoopbedingen. De wethouders kunnen zeggen: Wij zijn ervoor.
Ik zou hieromtrent van de wethouders graag een duidelijke mening horen. Is het CDA verdeeld of staan
de wethouders achter het standpunt van de heer Miedema? Ik hoop dat een en ander dan eens verandert.
De Voorzitter: Op deze vragen zal de wethouder niet antwoordenHet lijkt mij beter dat de frac
tievoorzitter van het CDA dit doet.
De hear Miedema: De hear Bijkersma hat twa mooglikheden neamd. Der is lykwols noch in tredde
mooglikheid, en wol dat de hear Bijkersma it net goed begrepen hat. (Laitsjen) Forskate kearen is oer
dizze kwestje praat wurden. Ek jun sille wy stimme tsjin artikel 7, lyk as de VVD-fraksje dat docht.
Der is hjir underskate kearen (ütsprutsen dat allinnich de leden fan de fraksje dy't oan dizze kant fan de
tafel sitte harren hjirby oanslute, dus mei ótsundering fan de wethalders. Miskien dat it yn de tekst fan
de notulen fan 17 desimber 1979 net eksakt sa sein wurden is, mar yn lettere gearkomsten wol. (De hear
Bijkersma: Jo hienen it doe ek sizze moatten.) Nochris, miskien is it yn de gearkomste fan 17 desimber
1979 net goed sein. len en oar is lykwols yn lettere gearkomsten forskate kearen rjocht set. De hear Bij
kersma hie witte kinnen, as hy dat woe - hy skynt lykwols net te wollen -, dat dit stanpunt allinnich
foar de leden oan dizze kant fan de tafel jildt en net foar de beide wethalders. De beide wethalders
geane nammentlik mei it kolleezje mei. (De hear Bijkersma: It is my no düdlik, it CDA is ferdield.)
(Laitsjen)