6 een bestaande situatie. Andere routes voor het langzaam verkeer vormen verbindingen tussen de gebie den onderling en met name verbindingen naar het centrum. Er zullen voor de routes naar het centrum duidelijk aangegeven en goede wegen moeten zijn voor de voetganger en de fietser: laat men liever de fiets nemen dan de auto. Het facetmodel van het verkeer brengt in feite mee dat in het middengebied ten zuiden van Gou- tum niet moet worden gebouwd, om zo sluipbewegingen van het verkeer en onduidelijke situaties voor het naar een van beide kanten afvloeien van het verkeer in de wijk te voorkomen. Inpassing in het geheel van landschap en vestigingspatroon. Vestigingspatroon. Het probleem bij de vormgeving is als volgt. Men moet zich de vraag stellen hoe een wijk kan wor den gemaakt in het vestigingspatroon dat in dit deel van Friesland bestaat. In de eerste plaats komen wij dan terecht bij het grote gebied van de stad Leeuwarden. In het Rapport Facetten wordt er al op ge wezen dat Leeuwarden in die zin een bijzondere stad is dat er nog duidelijke randen aanwezig zijn. Leeuwarden is een van de heel weinige steden in het land die dit kenmerk heeft. Wij hebben de op dracht gekregen om ten zuiden van het dorp Goutum een woonwijk te maken. De beslissing daartoe is in feite gevallen toen de raad de nota "Wat na Camminghaburen?vaststelde. Gezien het patroon ach ten wij het van grote waarde de rand van de stad langs het Van Harinxmakanaal zuiver te houden en niet te verdoezelen door bijvoorbeeld met een stenen bebouwing een verband te maken dat op zich zelf nooit als zodanig zal worden beleefd. Ons standpunt is dat de dingen moeten worden gelaten zo als ze zijn, zoals het karakteristieke dorp Goutum. Gezien dit standpunt is het juister om delen te ma ken die in het geheel passen en die eerder een zekere verwantschap hebben met het landschap dan een soort "mini-stadje" of doorlopend stenen gebied vormen. Wat in het plangebied moet worden gemaakt, is meer een dichterlijke zaak dan een waarneembare zaak. Bovendien laten wij anders een kans liggen om van de bestaande specifieke situatie gebruik te maken: de te bouwen wijk moet "eigen" zijn op die plek en moet met de stad te maken hebben. Daarvoor hoeven wij dus niet een deel van de stad in het tussengebied neer te leggen, want dat deel zou een heel aparte satelliet worden. Verder is het verband met Goutum van belang. In de wijk moeten elementen worden opgenomen die verband houden met de dorpsschaal van Goutum. Als dat niet gebeurt, ontstaat er in feite een gro te "vlieger", waaraan een stedelijk gebied hangt dat noch bij het een noch bij het ander hoort. Landschap. Wat het landschap betreft moeten wij in grote lijnen met het volgende rekening houden. Door het gebied Wiardaburen loopt een kwelderoeverwal, met daarbij het open gebied van de vroegere Middel zee. In het oostelijk deel van het gebied bevindt zich het open veenweidegebied. Wij hebben steeds het gevoel gehad dat wij, als wij gaan bouwen, de kwelderrug moeten opzoeken. Dat blijkt ook uit het vestigingspatroon, zoals dat te zien is op de kaart van de vestigingsstructuur op bladzijde 8a van het Rapport Facetten. Ook vroeger is langs de rand van de Middelzee gebouwd. Van deze eigenheden moet in oostelijke richting gebruik worden gemaakt. Het oostelijk gelegen landschap is anders en moet ook een andere behandeling krijgen. Structurering van de stedelijke gebieden, (kaart blz. 23 Rapport Facetten) Wij hebben geprobeerd een duidelijke stelling in te nemen ten aanzien van de structurering. Onze stelling is dan dat de structurering voor de mensen, die in Wiardaburen komen wonen, bevattelijk en aanvoelbaar moet zijn. De stedelijke gebieden behoren subjectieve begrippen te zijn. Voorop moet staan dat het de mensen duidelijk is wat wat is en waar het bij hoort. Vanwege de exploitatieberekening hebben wij rekening te houden met het gegeven van een vrij hoge gemiddelde bebouwingsdichtheid. De vier berekeningsmodellen die wij hebben opgesteld, zitten wat de goedkopere categorieën betreft zo hoog dat de grens wordt genaderd, waarbij de bouwkosten sterk zullen stijgen als de dichtheid nog verder wordt verhoogd. De winst die wij hebben geboekt, is dan weer verloren gegaan. Bouwen in hoge dichtheden is voor stedebouwers en architecten zeer interes sant, maar wel stijgen de bouwkosten ineens zeer sterk. Wij moeten er dus rekening mee houden dat in het gebied Wiardaburen met naar Friese begrippen hoge dichtheden wordt gebouwd. In de berekeningen wordt bijna uitgegaan van een dichtheid die in het westen van het land wordt gehanteerd. Dit houdt in dat men bij het bouwen in hoge dichtheden een duidelijk verband met het open landschap zal moeten maken, ten einde een hoge dichtheid mogelijk te maken. Er zal immers niet ruimte nabij het huis zijn, maar er zullen in de buurt grotere groenelementen - agrarische gebieden ofwel parkgebieden - aanwe zig zijn, als gevolg waarvan men het zich kan permitteren om de dichtheid te verhogen. 7 Binnen de stedelijke eenheden ofwel groepen van bebouwing willen wij een dichtheidsvariatie, een verschil in grootte en een verschil in functies toepassen. Verder willen wij de topografische lig ging van deze eenheden benutten. Daarnaast treden diverse grenssituaties op, bijvoorbeeld met agra rische gebieden, met het open groengebied, met het recreatiegebied en met het wijkpark. Van de grens situaties wordt gebruik gemaakt, doordat wij de delen van het geheel heel duidelijke randen hebben gegeven. Wij hebben dus niet gewerkt volgens de oude methode, waarbij werd gestrooid met vrije-sec- torkaveltjes en de bebouwing "rafelig" eindigde. Functionele integratie. In het Rapport Doelstellingen en Programma zijn wij "broodnuchter" te werk gegaan, wellicht veel te nuchter. Wij hebben hierop veel reacties gekregen. Deze reacties zijn voor ons aanleiding geweest om te zeggen dat het de moeite waard is om de richting van functionele verweving in te slaan, nu ook de gemeenteraad dit wil nastreven. De middelen daartoe hebben evenwel soms een teleurstellende wer king tot gevolg ten aanzien van de vraag wat er in woonwijken mogelijk is. De tijd zal het niet alleen leren, maar zal dat ook mogelijk maken: levendigheid in een gebied komt er pas wanneer het vijftig tot honderd jaar bestaat, omdat dan de diverse functieverwevingen, die wij zo graag willen, ontstaan. Punt is alleen dat wij de ruimte en de mogelijkheden daarvoor van tevoren moeten inbouwen. Werkgelegenheid. De bovenwijkse werkgelegenheid zal nabij de randen van het plangebied worden gesitueerd. De bedrijfsbebouwing zal ook worden gebruikt om het geluid Van de wegen ten opzichte van het woonge bied te weren. De rand met bedrijfsbebouwing zal dus kunnen worden gebruikt om het wonen in het achterliggende gebied te beïnvloeden. Verder is er de werkgelegenheid in het centrumgebied. Daarnaast zijn er in de onderdelen van het gebied bepaalde concentraties van werkgelegenheid die zich verdragen met de woonomgeving in de buurt. Tot slot noem ik nog de werkgelegenheid aan huis. Dit laatste kan bestaan uit een kantoor of be drijf, dat eerst in een eigen ruimte wordt ondergebracht. Het is ook mogelijk dat er royalere gebieden worden gemaakt met kavels, waarop op kleine schaal bedrijfjes of kantoren kunnen worden gebouwd. In deze specifieke situatie, waarin wij nog niet de helft van de beschikbare 360.45 hectare nodig heb ben, blijven de agrarische bedrijven over. In dit geval beschouwen wij dit als een zeer positieve aan gelegenheid om daarmee de inpassing van de wijk in het landschap te kunnen realiseren. Positief is ook dat het wonen met het agrarische bedrijf wordt geconfronteerd: iets, dat alle suburbanisanten in de dor pen zo graag willen. Vervolgens de werkgelegenheid in het centrumgebied. In dit gebied vinden de detailhandel, de sociaal-culturele en medische voorzieningen, de onderwijsvoorzieningen, de sportgebouwen en de woonfunctie een plaats. Bij deze opbouw van het centrumgebied is het heel goed mogelijk om in noor delijke richting een geleidelijke overgang te maken van gebouwde voorzieningen naar ongebouwde voorzieningen. In het gebied tussen Goutum en het centrumgebied van de nieuwe wijk zouden bijvoor beeld de sportterreinen kunnen worden aangelegd, terwijl meer naar het centrum toe grotere voorzie ningen als zwembad en sporthal kunnen worden gebouwd, om op die manier een reeks van functies richting Goutum te gaan maken. Woonfunctie. Als laatste maar niet onbelangrijkste punt de woonfunctie. Wat deze functie betreft zullen wij in de huidige situatie van kostenstijgingen erop moeten letten dat alle verwevingen, in de innige vorm die wij hadden gepland, door de kostenstijgingen geweldige knauwen ondervinden. Voorzieningen. Als de voorzieningen bovenwijks zijn, dan zijn ze gesitueerd bij de hoofdwegen en in het centrum gebied. Als een voorziening een eenmalige wijkfunctie vervult, dan behoort deze voorziening in eer ste instantie in het centrumgebied te komen. Voorzieningen met meermalige functies kunnen worden ge spreid. Groen, recreatie en landschap, (kaart blz. 20 Rapport Facetten) Vanaf de brug in de rijksweg N32 moet in onze opvatting het gezicht op het karakteristieke terp dorp Goutum worden gehandhaafd. Het gebied tussen het Van Harinxmakanaal en het dorp Goutum zou

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 4