10 In rekenmodel 3 is daarop een variant gemaakt, waarbij de doordringingen met agrarische gronden een groter gebied omvatten. Deze eerste drie modellen houden het sterkst het element van stedebouw- kundige en landschappelijke structurering in. In rekenmodel 4 is het verkeersaspect het sterkst vertegenwoordigd. Het noordoostelijk gebied wordt heel duidelijk bij de Drachtsterweg getrokken en het zuidwestelijk gebied wordt bij de rijksweg N32 getrokken. Tussen Goutum en de nieuwe wijk is een agrarisch bedrijf geprojecteerd. Deze vier modellen zijn berekend, omdat onze ideeën - vervat in het Rapport Doelstellingen en Programma - een dure indruk maakten. De vier structureringen zijn doorgerekend op alle er bijhorende elementen. Daarvoor moesten wij al zover gaan dat wij de modellen uittekenden. Verschillende details van deze modellen moeten uiteraard nog verder worden uitgezocht, maar het geheel was te berekenen en is zo goed mogelijk in elkaar gezet. Bij de berekeningen bleek dat de verschillen tussen de vier mo dellen in feite nihil waren. De verschillen vielen alle in ver gaande mate binnen de onnauwkeurigheids marge die aan de berekeningen eigen is. Ik kan u wel zeggen dat tot mijn vreugde het "bijeengeveeg de" model (rekenmodel 1) het duurst was, maar het verschil was zo klein dat het alleen een schijnover winning was. Wel moet duidelijk zijn dat de klassieke opvatting, die zegt dat het geheel ofwel bijeen ofwel uiteen moet worden gerealiseerd, qua kosten neutraal is. Dat hadden wij gehoopt en het bleek waar te zijn. Ik heb hiermee een korte toelichting gegeven op de inhoud van het plan. Ik vind zelf dat ik enigs zins lichtzinnig en snel te werk heb moeten gaan. Ik hoop dat de raad ons op grond van de verkregen stukken steun kan geven om dit plan zo goed mogelijk en passend in de eigenheid van het gebied te kunnen maken. Ook moet rekening worden gehouden met de wensen en verlangens van de toekomstige bewoners van het gebied. De heer Knol is inmiddels ter vergadering gekomen. De Voorzitter: Ik stel voor nog voor de pauze over te gaan tot de eerste instantie voor de raadsle den. Ik verleen mevrouw Brandenburg het woord. Mevrouw Brandenburg— Sjoerdsma: Ik zal beginnen met enkele opmerkingen te maken over de vraag hoe wij onze inbreng in de discussie van vanavond zien. Er is vanavond sprake van een informatieve vergadering en wij verzoeken u om datgene, wat wij voorstellen en aan ideeën naar voren brengen, en de vragen die wij stellen niet zo te interpreteren dat wij al bepaalde standpunten innemen die in een bepaalde richting tenderen. Wij willen dat alles vanavond open blijft, zoals iedereen, naar ik aan neem. In de procedure die op deze informatieve vergadering volgt, moet de raad voldoende tijd wor den gelaten om de standpunten te bepalen. De eerste paal in het plangebied Wiardaburen moet in 1988 de grond in en dat duurt nog wel even, ervan uitgaande dat de woningproductie in Camminghaburen de komende jaren zo zal verlopen als wij ons voorstellen. Van die taakstelling willen wij op dit mo ment uitgaan. Wij willen dus niet dat het als een "must" wordt gezien dat binnen enkele weken aller lei keuzen moeten worden gedaan. Wij willen voor onszelf een wat grotere speelruimte vragen. Onze fractie stuitte deze week al op een eerste onmogelijkheid, namelijk om aan de hand van nieuwe stukken over Wiardaburen te praten. Deze stukken vielen pas vrijdagavond bij ons in de bus, terwijl een extra fractievergadering over Wiardaburen op woensdagavond is gehouden. Wij hebben het Rapport Facetten dan ook niet met elkaar kunnen bespreken. Alle leden van de raad hebben van ons een boekje gekregen, waarvan de titel luidt: "Wiardabu ren wat anders?" In dit boekje worden enkele opmerkingen gemaakt en suggesties gedaan, die niet als onze eind-mening moeten worden beschouwd. Deze opmerkingen en suggesties moet u beschouwen als aspecten waarvan wij het zinvol vinden dat anderen er kennis van nemen en eventueel bij de be sluitvorming betrekken. Het boekje is gemaakt door de fractiesteungroep ruimtelijke ordening en volks huisvesting van de Partij van de Arbeid Leeuwarden. Het boekje is dus niet zozeer een fractiestuk, maar een stuk dat ook in de fractie nog ter discussie staat. Wat waren nu de vragen en suggesties die tijdens de discussie in de fractie, los van het Rapport Facetten, naar voren kwamen? Wij hebben verder gefilosofeerd over een meer stedelijk plan. De heer Geerts heeft in de vergadering van 24 november 1980 al opgemerkt dat ook een dergelijk model zou moeten worden ontwikkeld als alternatief voor het model dat ons door het Adviesbureau Stad en Land schap is aangeboden en dat bestaat uit een aantal buurten, verspreid over het plangebied. De sugges tie die in het door onze fractiesteungroep uitgegeven boekje wordt gedaan, is een bebouwing met een meer stedelijk karakter en hogere dichtheden in het gebied ten oosten van de Wergeasterdyk. Daarbij wordt ook de gedachte geuit dat in de verre toekomst, als het noodzakelijk zal blijken te zijn, de mo gelijkheid moet bestaan om over de Wergeasterdyk heen te "wippen". Waarom op die plaats? De Wer- 11 geasterdyk loopt ongeveer op de scheidslijn tussen twee landschappen. Het westelijk deel met zijn slenken, terpen en terpenresten lijkt ons het meest waardevol om behouden te blijven. Het handha ven van boerenbedrijven binnen het wegenvierkant zou bij die oplossing naar onze verwachting beter tot zijn recht kunnen komen, omdat er grotere aaneengesloten gebieden overblijven. Het westelijk deel kan dan wellicht onderdeel blijven uitmaken van de ruilverkaveling De Oude Jokse. De vraag die dan rijst, is of zo'n meer stedelijke uitbreiding door open ruimten - hoe groot? - van Goutum gescheiden moet blijven. Of is het mogelijk in aansluiting op de bebouwing van Goutum in lage dichtheden te bouwen, die steeds hoger worden naarmate het centrum wordt genaderd en die ver volgens weer lager worden bij de randen? Het groen komt dan in hoofdzaak rondom de bebouwing. Wij denken wat het bouwen in hogere dichtheden betreft aan 40-50 woningen per hectare, maar ik heb be grepen dat deze dichtheid ook in het rapport van het Adviesbureau Stad en Landschap wordt gehanteerd. Als men vindt dat het dorp Goutum, in combinatie met een meer stedelijke uitbreiding in de na bijheid, visueel een op zichzelf staand dorp moet blijven - in sommige stukken wordt dit namelijk als een gegeven aangenomen -, dan stellen wij de vraag welke filosofie daar achter zit. Wij denken dat de "kijk" op Goutum sowieso erg zal veranderen door de aanwezigheid van een grote nieuwbouwwijk op enkele honderden meters afstand van of in aansluiting op Goutum. In het Rapport Facetten wordt 200 meter de minimum-afstand genoemd die er tussen Goutum en de nieuwbouw moet zijn. In de huidige situatie is er vanuit het zuiden geen zicht meer op het oude dorp Goutum met de terp. Vrij zicht op het dorp is er alleen vanuit het noorden. Wij hebben ook onderkend dat deze sug gestie consequenties heeft voor de ontsluiting van het gebied. Wellicht zou toch een verbinding moe ten worden gemaakt met de N32, maar dat moet dan nog worden bekeken. Of zou de zuidtangent moe ten worden gebruikt als een soort "verkeersverdeler"? Wat is nu onze mening over het meerdere-buurtenplan? Wij zien de volgende problemen. Het ge bied binnen het wegenstramien is eigenlijk te groot. Wij vrezen dat in de praktijk het handhaven van boerenbedrijven binnen het wegenvierkant niet voldoende zal slagen, waardoor een groot deel van de r.iet benodigde grond toch door de gemeente in de een of andere vorm zal moeten worden onderhouden. Het handhaven van nu bestaande bedrijven lijkt ons nog een extra moeilijkheid. De ruimte tussen de bebouwde gebieden wordt zo gering - variërend van 200 meter tot 300 meter - dat het geheel op ons overkomt als toch één grote bebouwde vlek. Uit het Rapport Facetten kan ik niet goed opmaken of bij het bureau een voorkeur bestaat voor een harde of voor een meer vloeiende overgang van het buitengebied naar de stad. Ons inziens valt niet te ontkomen aan een harde overgang, het wegenvierkant bewerkstelligt dit. Aan de zuidkant zorgt de Waldwei voor een harde overgang, waardoor men een zelfde effect verkrijgt als het Van Harinxma- kanaal voor het bestaande stadsgebied van Leeuwarden heeft. Voor welke oplossing er ten slotte ook zal worden gekozen, er zullen enkele zaken zijn waaraan zeker moet worden gedacht. In de vergadering van 24 november zijn enkele punten reeds aangesneden door ons of door anderen. Ik zal de punten noemen: - een aantal van 4.000 woningen moet niet als een te hard gegeven worden beschouwd; - de percentages grote en kleine woningen moeten worden ingevuld naar de gegevens uit het RIGO-on- derzoek; daarbij moet van de opvatting worden uitgegaan dat een nieuwe wijk aantrekkelijk moet zijn voor meer categorieën bewoners; - de financieringsvorm huur-koop is over zo'n periode moeilijk in te schatten en daarom willen wij ons daarop liever niet al te sterk vastleggen; het plan moet in verschillende fasen kunnen worden gebouwd en afgebouwd, als onverhoopt mocht blijken dat wij geen 4.000 woningen binnen een afzienbare termijn nodig hebben; - bekeken moet worden of stadsverwarming mogelijk of gewenst is. Ik heb lang niet alles tot in finesses genoemd. Ik heb het onder andere niet gehad over het onder wijs, de detailhandel, de werkgelegenheid, de sociaal-culturele voorzieningen, het fietsverkeer en het andere verkeer en het gebied ten noorden van Goutum. Met uitzondering van dit laatstgenoem de gebied merk ik over het zojuist door mij opgesomde rijtje van punten op dat naar mijn mening hier bij niet grote verschillen van mening zullen optreden. Uit de discussie tijdens de vergadering van 24 november 1980 is namelijk wel gebleken dat iedereen het belang van zulke zaken inziet. Ik denk dat de discussie voornamelijk zal gaan over de mate waarin. Wij staan op het standpunt dat het gebied ten noorden van Goutum niet moet worden bebouwd, ge zien ook het feit dat daar een nieuwe weg moet worden aangelegd en hoogspanningsleidingen lopen. Wij hebben gedacht aan de mogelijkheid om in dat gebied sportvelden of enige recreatievoorzieningen te situeren. De heer Miedema: Ik vind het een verstandig besluit van het adviesbureau dat men het gebied bui-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 6