14
heeft men de berichten vernomen over de nieuwe wind die uit Den Hoog wooit. De trend "breng het
werk naar de mensen" is omgebogen tot de trend "breng de mensen naar het werk". Dit geldt dan met
name voor gebieden als het Noorden des Lands. Als dit beleid inderdaad regeringsbeleid wordt, dan
kan dit een zeer grote invloed - in "grafiektaai" een neerbuigende invloed - hebben op de bevolkings
toename en dus ook op de vraag wanneer wij met de bouw in Wiardaburen moeten starten en wanneer
Wiardaburen voltooid kan worden. In prognose D van de grafiek op bladzijde 4 van het rapport begin
nen wij zo'n beetje in het jaar 2000 en eindigen wij in het jaar 2016. Terecht wordt in het rapport op
gemerkt dat men, als men met zo n lange periode heeft te maken, erg veel ruimte moet overlaten voor
komende bestuursfederaties. Een concrete vraag naar aanleiding van de prognoses is deze: Hoe hoog
schat u het effect op de prognoses van de trend "breng de mensen naar het werk"? Als wij deze trend
voor Leeuwarden vertalen, dan gaat het erom dat meer mensen uit de regio Leeuwarden naar het wes
ten zullen trekken.
Het aanvankelijke programma voor de woningbouw in Wiardaburen ging uit van 65% koopwonin
gen en 35% huurwoningen. Ik heb meteen al gezegd dat wat mij betreft deze percentages wel konden
worden omgedraaid tot 65% huurwoningen en 35% koopwoningen. Dergelijke percentages zijn net zo'n
slag in de lucht. In het Rapport Facetten is hierin een verbetering opgetreden, doordat nu wordt voor
gesteld over te gaan tot kaveldifferentiatie en een verdeling te hanteren van 60% goedkope kavels,
20% duurdere kavels en 20% dure kavels. Ik geef op dit moment nog niet een oordeel over dit voor
stel, omdat ik dit nog niet met onze achterban heb besproken. Wel kan ik zeggen dat de nu gehanteer
de differentiatie duidelijk flexibeler te hanteren is, waarmee wij in de rekenmodellen naar blijkt vlot
uit de voeten kunnen. Bovendien is het altijd gemakkelijker om van goedkope bouw naar duurdere bouw
over te schakelen dan omgekeerd. In dit geval zou men geld overhouden, dat evenwel weer zal worden
besteed voor tegenvallers elders in de wijk. In ieder geval maakt de voorgestelde differentiatie het plan
gemakkelijker te hanteren en daardoor flexibeler. Wat nu ter tafel ligt, lijkt functioneel gezien veel
veiliger. Naar aanleiding van de discussie in de raad is meer bovenwijkse werkgelegenheid aan de in
gangswegen gepland. Wij vinden dit een goede zaak; op 24 november hebben wij hiervoor gepleit.
Wat de stedebouwkundige opzet betreft wordt nu gesproken over grotere dichtheden, hoewel exac
te getallen niet worden genoemd. Door grotere dichtheden te hanteren is het hele plan meer verstede
lijkt. Toch is vastgehouden aan een buurtgewijze opzet, waarin in een later stadium ook de milieudif
ferentiatie een grote kans kan krijgen. Ik zal het bureau aan deze uitspraak houden. Ik blijf erbij dat
wij, als wij over dit soort uitgangspunten praten, over kansen van realisering spreken. Gedurende de
tijd dat ik zitting heb in de gemeenteraad is mij meer dan eens gebleken dat plannen, die men al te
zeer heeft vastgelegd, na verloop van vijf jaar al weer achterhaald zijn of op zijn minst moeten wor
den aangepast. Wij praten nu dus over kansen om een zo goed mogelijke wijk te creëren.
Wij vinden het een goede en ook realistische opvatting om Goutum stedebouwkundig gezien bij
de invulling te betrekken. Wel moet het dorp in zijn eigen waarde worden gelaten, hoewel deze ei
gen waarde vrij nieuw is: het dorp bestaat immers voor het grootste deel uit nieuwbouw. Goutum moet
naar onze mening wat allerlei voorzieningen betreft duidelijk bij de nieuwe wijk worden betrokken.
Vervolgens zal ik ingaan op de exploitatie. Ik zie nu voor het eerst vier exploitatiemodellen. Ik
zal mij in het openbaar niet laten verleiden tot het uitspreken van een voorkeur. Ik ben erg benieuwd
met welke cijfers men heeft gerekend, met name wat de 10 hectare bedrijventerrein betreft. Ik ben ook
benieuwd naar de rekenmethodiek die is gevolgd, maar ik neem aan dat wij dit alles in de Commissie
voor het Grondbedrijf, vooruitlopend op de definitieve vaststelling, aan de orde zullen kunnen stel
len. (De heer Rijpma (weth.): Dat is al gebeurd, maar u heeft deze explicatie gemist.) Dat is mogelijk.
Ik neem aan dat er stukken in die vergadering zijn rondgedeeld die ik nog wel zal krijgen.
Een ander facet is het verkeer. In afwijking van het eerste ontsluitingsschema is nu dus gewerkt
- noodgedwongen, heb ik begrepen - met één aansluiting op rijksweg N32. Wij vinden dit op het eer
ste gezicht eerder een verbetering dan een verslechtering. Deze ene aansluiting zal ongetwijfeld inhou
den dat de nadruk meer zal komen te liggen op de aansluitingen op de Drachtsterweg, zoals ook in het
rapport staat. Op die plaatsen zijn er naar mijn mening betere mogelijkheden om het verkeer te verde
len dat zich naar of om de stad heen beweegt. Ik acht de kans erg klein dat de Oostergoweg zal wor
den aangelegd als parallelweg van de Schrans. Ik ben niet de enige die deze verwachting heeft, heb
ik ondertussen begrepen.
Ik zou in de uitwerking graag meer aandacht willen vragen voor de energievoorziening en de milieu
problematiek. Mevrouw Brandenburg heeft even op de mogelijkheid van stadsverwarming gewezen. In
de nota van de werkgroep van PAL wordt een beschouwing gegeven over de vraag hoe men bij nieuwe
stadsuitleg met energie-,en milieuproblematieken uit de voeten kan en daarmee vanaf het begin reke
ning kan houden.
In het rapport wordt ons een keuze voorgelegd tussen kleine recreatievaart en grote recreatievaart.
15
Ik ben niet zo goed thuis in die wereld dat ik meteen kan zeggen wat onder groot en wat onder klein
wordt verstaan. Ik neem in ieder geval wel aan dat de duiker onder de Wergeasterdyk op zijn minst
op een behoorlijke hoogte wordt gebracht, zoals elders in de stad gebruikelijk is voor wat ik noem de
kleinere recreatievaart. Echt grote jachten moeten naar mijn mening niet worden toegelaten, nog af
gezien van het gevaar van aansluiting van de Wirdumervaart op het Van Harinxmakanaal.
De vragen op de blazijden 11 en 12 van het Rapport Facetten zullen wij bekijken. Ik kan moeilijk
nu al een antwoord of een voorschot op een mogelijk antwoord geven. Wij verwachten wat dit betreft
een advies van de Raad voor de Volkshuisvesting. Het lijkt mij dat deze raad, wjllen de raden nog eni
ge functie hebben, bij zo'n plan toch zeker met een advies zal moeten komen, voordat de gemeente
raad er definitief over heeft beslist.
Mevrouw De Jong: Ik wil het bureau complimenteren met de wijze waarop men op de opmerkingen
vanuit de raad heeft ingespeeld. Ik vind dat wij nu meer over een uitbreiding van Leeuwarden praten,
omdat de opzet in het Rapport Facetten meer verstedelijkt is. Een aantal van 45 woningen per hectare
heeft mijn instemming, zeker gezien het feit dat er zoveel groen in de omgeving van de nieuwe wijk
is. Als het financieel haalbaar is om binnen het wegenvierkant enkele agrarische bedrijven op te ne
men, dan lijkt mij een zo dichte bebouwing per hectare geen bezwaar.
De heer Van der Wal en mevrouw Brandenburg hebben nu reeds aandacht gevraagd voor de milieu
problematiek en de energievoorziening. Ik ondersteun hun opmerkingen, te meer daar er wat dit gebied
betreft sprake is van een unieke kans. Vooral in deze sector is zoveel in beweging dat naar mijn me
ning wat deze nieuwe wijk betreft soepel op de ontwikkelingen kan worden ingespeeld.
In het rapport wordt gesproken over kaveldifferentiatie. De opzet in flexibeler en wij kunnen ge
makkelijker inspelen op de ontwikkelingen, wat mij een erg goede zaak lijkt.
Erg positief vind ik het feit dat het adviesbureau zoveel moeite doet om de nieuwbouw in het land
schap in te passen.
Het creëren van één centrum voor het dorp Goutum en de nieuwe wijk heeft ook mijn instemming.
Goutum kan het eigen karakter bewaren, terwijl het dorp toch bij deze nieuwbouw wordt betrokken.
De gemeenteraad en ook de provincie hebben doel- en taakstellingen uitgesproken ten aanzien
van de bevolkingsontwikkeling. Dit plan heeft op deze doel- en taakstellingen ingespeeld. Ik vraag
mij af hoe een en ander moet worden gezien in het kader van de nieuwe kreten vanuit Den Haag met
betrekking tot het regionaal beleid.
De heer Heere: Ik wil nog enige vragen stellen over de welzijnsvoorzieningen zoals die globaal in
het Rapport Facetten worden genoemd. Mijn eerste vraag stel ik naar aanleiding van vraag F.a op blad
zijde 11 van het rapport. Daar wordt gevraagd: "Kunt u ermee instemmen dat er één centrum voor de
wijk en Goutum komt?" Als ik denk aan de centrumvoorzieningen en ook aan een in verregaande staat
van voorbereiding zijnde voorziening voor het huidige dorp Goutum - de gymnastiekzaal, gecombi
neerd met het buurthuis -, dan vraag ik mij af of die voorziening nu moet wachten tot het centrum in
Wiardaburen er is of dat wij er toch alvast maar mee moeten beginnen. Als het antwoord op deze vraag
positief is, dan heeft het bureau daarmee zijn eigen vraag op bladzijde 11 althans voor wat het door
mij genoemde gedeelte betreft beantwoord.
Met betrekking tot Wiardaburen wordt opgemerkt dat er één centrum zal komen. Ik vraag mij ech
ter af of sommige van die voorzieningen - ik noem het kinderdagverblijf, het gezondheidscentrum en
misschien ook het sociaal-culturele wijkcentrum - niet van een dermate omvang zijn, niet alleen wat
de bevolkingsomvang betreft maar ook wat de financiële aspecten daarvan betreft, dat in verband met
de plaatsvindende gefaseerde bouw de vraag rijst welke filosofie hierbij is gehanteerd en op welke ge
tallen die filosofie is gebaseerd. Ik plaats daar bij wijze van aantekening de accommodatienota van
Leeuwarden bij. Ik vraag mij af of deze nota in dezelfde mate als in de stad is gebeurd ook op Wiar
daburen van toepassing kan worden verklaard en tot welke conclusies men dan komt. Voorts vraag ik mij
af of men, indien na verloop van een aantal jaren een stukje van zo'n uitbreidingsgebied volgebouwd
is, ook een stukje van zo'n voorziening kan creëren. Moet men deze voorziening dan helemaal maken
of komt zo'n voorziening er misschien niet, omdat het anders te lang duurt om erop te wachten?
De Voorzitter schorst, om 21.05 uur, de vergadering voor de pauze.
De Voorzitter heropent, om 21,40 uur, de vergadering.
De heer Knol heeft inmiddels de vergadering verlaten.