34
de gearkomste fan b. en w. tsjin stimme. Dat soe kinne.) Dat leit foar ös wethalders wat oars, dat
is ek sa.
De wethalder gie wat hurd foarby oan dy publikaasjes yn de ferkiezingstiid. Wy hawwe lykwols
grutte beswieren tsjin publikaasjes yn dy tiid. Wy kinne ommers de sitewaasje krije dat in frou op it
stimburo komt en seit dat hja hielendal net sa en sa hyt. Hoe sil dan de foarsitter fan it stimburo - meast-
al in riedslid - dêrop réagearje moatte? Soks kin wolris komplikaasjes jaan. (De Foarsitter: Litte wy dy
swierrichheden hjir no mar net behannelje.) Ik wiis op de gefaren dy't der binne as men soks yn de fer
kiezingstiid yn publikaasjes oan de oarder stelt. Ik bin der op tsjin en dat jildt foar de folsleine fraksje,
dat wol ik wol even fêststelle.
Mevrouw Waalkens: De heer Bijkersma fluistert mij nog een vraag in het oor. Bij welke leeftijd
begint "mejuffrouw" "mevrouw" te worden? (Gelach) Even ter zake. (Gelach)
Wij hebben geen behoefte aan de eerste motie van PAL. De wethouder ontraadt deze motie ove
rigens ook. Ten aanzien van de tweede motie heb ik al genoegzaam bekend gemaakt dat wij daarmee
niet akkoord kunnen gaan.
Mevrouw Van der Werf: Nog een paar opmerkingen. De wethouder heeft over de beschouwing in
de PAL-nota over de oorzaken van de huidige positie van de vrouw gezegd dat het moeilijker is dan
het lijkt om zo'n verhaal op schrift te zetten. Hetzelfde zei hij ook al in de commissievergadering.
Hij komt dan met het verhaal dat de socialisten altijd dachten dat, wanneer de kapitalistische maat
schappij eerst maar omver was geworpen, ook de situatie voor vrouwen geweldig zou zijn geworden.
De feministen zouden erachter zijn gekomen dat dit niet zo is, zegt de wethouder. Dus is het niet zo
simpel als het lijkt, redeneert hij. Als men de PAL-nota goed leest, dan zeggen wij helemaal niet
dat alleen economische verhoudingen bepalend zijn voor de positie van de vrouw, maar juist ook de
ideologische structuren die, zoals de wethouder zegt, zeker een belangrijke invloed hebben op de po
sitie van vrouwen en dat de vrouwenbeweging wat dat betreft een belangrijke aanvulling heeft gege
ven. Wij vinden het erg belangrijk dat zo'n analyse ook in een gemeentelijke nota wordt gegeven. Ik
begrijp wat dat betreft de PvdA niet goed, vooral niet als deze partij zegt een dergelijke beschouwing
wel in het achterhoofd te hebben maar niet zo relevant te vinden dat die in de nota moet worden ge
zet. Het gaat erom wat er uitkomt, zegt men dan. Het gaat er natuurlijk om dat, zoals wij hebben
gezegd, de economische en ideologische structuren oorzaak zijn van de positie van de vrouw en dat
je die structuren moet doorbreken. In dat geval komt men ook tot andere aanbevelingen. De econo
mische structuren aanvaardt men dan ook niet als een gegeven grens voor wat mogelijk is. Ik denk
dat met name bij de andere hoofdstukken heel erg duidelijk zal worden dat er, bijvoorbeeld als wij
hier over het onderwijs gaan praten, tussen de rechter- en linkerkant van deze raad wat dat betreft
nog wel het nodige zal moeten worden uitgevochten. Ik ben benieuwd wat daar uitkomt; misschien
wel niks.
Over het aanstellen van een vaste kracht zegt de wethouder nu dat wij eerst maar eens een half
jaar moeten bekijken hoe een en ander loopt. Toen wij de vorige keer, twee jaar geleden, een zelf
de motie indienden, zei hij precies hetzelfde, namelijk dat wij eerst een half jaar nodig hadden om
te kijken of er wel of niet een vaste kracht moest worden aangesteld. Er zijn nu twee jaar voorbij.
Kennelijk is het nu dus nog niet duidelijk en hebben wij weer een half jaar nodig om erachter te ko
men. Hoe men het ook benadert, het lijkt mij belangrijk dat met name de emancipatiecommissie wordt
ondersteund door een ambtenares. Aan de coördinerende functie zit ook uitvoerend werk vast en daar
voor heeft men iemand nodig. Overigens mag ik deze coördinerende functie eigenlijk niet noemen,
omdat b. en w. altijd de coördinatie doen, maar goed. (De Voorzitter: Daarom mag u het nog wel zeg
gen.) Gelukkig dan. Hoe men het ook wendt of keert, er is iemand nodig. Ik begrijp mevrouw Otsen
niet als zij nu zegt dat wij eerst een half jaar moeten wachten, terwijl zij in eerste instantie zei dat
haar fractie het belangrijk vindt dat er een vaste kracht komt.
Over ons initiatief-voorstel over de naamgeving van vrouwen zijn ook verschillende opmerkingen
gemaakt. Zo is gezegd dat wij vrouwen dwingend een maatregel willen opleggen en dat aangesloten
moet worden bij de bestaande situatie. Ik vraag mij af waar die redenering vandaan komt. Als ik een
juridische handeling moet verrichten, dan word ik ook onder mijn meisjesnaam aangeschreven. Ik zeg
dan toch ook niet dat mij dan iets wordt opgelegd? Je maakt daartegen geen bezwaar, want het is ten
slotte je eigen naam. Als men aan de eigen naam in het dagelijks verkeer een andere naam wil vast
plakken, dan kan men dat doen, maar men kan toch niet zeggen dat er dwingend iets wordt opgelegd
als dit niet gebeurt? Men kan hoogstens zeggen dat men die naam bij de geboorte dwingend heeft op
gelegd gekregen. Dat klopt dan, daar heb ik toen ook geen inspraak over gehad. (Gelach) (De heer
Van den Eist: Maar goed ook.) (Gelach)
Ik vind dat ik nauwelijks antwoord heb gekregen over mijn opmerkingen over de procedure. Ik
krijg weer hetzelfde verhaal te horen als in de nota staat. Ik heb gezegd dat wij indertijd een motie
hebben ingediend om de raad heel nauw bij het onderwerp emancipatie te betrekken. Wat gebeurt er?
Anderhalf jaar geleden kwam er anderhalf kantje tekst in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden
en daarna hoorden wij nooit weer iets. Keer op keer moet men vragen hoe het ermee staat. Men krijgt
wat vage verhalen. Er schijnt ineens voor een heel andere opzet te zijn gekozen. Voordat de nota in
b. en w. werd behandeld, is de commissie niet eens om advies gevraagd. Ook dat is iets dat dwars
tegen alle procedure-afspraken in gaat. Ik krijg geen antwoord op mijn opmerkingen over de proce
dure en daarom verzoek ik de wethouder mij in tweede instantie te vertellen hoe hij dit alles recht
vaardigt. Ik wil dan graag een ander antwoord dan ik nu heb gehoord, want dat kenden wij al.
De VVD is er nu dan ook achtergekomen dat het kapitalisme en het patriarchaat al langer dan vijf
tig jaar bestaan.
Er werd gezegd dat wij veronderstellen dat het emancipatiebeleid op allerlei terreinen veel snel
ler kan worden aangepakt indien de PAL-nota wordt aangenomen. Dat zou niet een reële veronderstel
ling van ons zijn, omdat ook de PAL-nota nog moet worden uitgewerkt, zegt men. Natuurlijk is het
zo dat ook onze nota nog verder moet worden uitgewerkt in concrete beleidsvoorstellen, die dan weer
in de raad behandeld moeten worden, zoals ook bij de gemeentelijke emancipatienota het geval is.
Een en ander zal dan ook vergezeld moeten gaan van een financiële vertaling en een fasering. Dat
weet ik wel, alleen, het gaat er nu om dat bij het aannemen van de PAL-nota een duidelijk kader
door de raad wordt aangegeven ten aanzien van de vraag in welke zin wij alle beleidssectoren wil
len ontwikkelen. Wij geven dan een aantal aanbevelingen. Als er nog andere aanbevelingen via de
emancipatiecommissie bij komen, dan lijkt mij dat helemaal niet verkeerd. Met het aannemen van de
PAL-nota geven wij als raad op dit moment duidelijk aan in welke richting wij willen gaan. Als wij
dat niet doen, dan houdt dat in dat eerst de emancipatiecommissie moet brainstormen, dat in die com
missie moet worden geprobeerd de verschillende opvattingen tussen de linker- en rechterzijde van de
raad te overbruggen, dat vervolgens alles dan weer in het college van b. en w. ter sprake moet ko
men, enzovoorts, enzovoorts. Men kan volgens mij niet staande houden dat dit niet een veel langere
procedure is. (De heer Van den Eist: U denkt dat dit bij nu aannemen van de PAL-nota niet het geval
zal zijn?) Als wij nu als meerderheid van de raad uitspreken dat de in de PAL-nota aangegeven rich
ting de richting is die wij ten aanzien van het beleid willen volgen, dan denk ik dat een kader wordt
geboden en dat er niet veel meer hoeft te worden gediscussieerd over de vraag of de voorgestelde maat
regelen wel of niet uitvoerbaar zijn. Wij vinden dat de voorgestelde maatregelen wel uitvoerbaar zijn.
Men zou daar tegenin kunnen brengen dat ze niet uitvoerbaar zijn, maar dan moet men wel met argu
menten komen. De wijze waarop men de maatregelen wil uitvoeren, is dan een zaak voor de emanci
patiecommissie.
Wij handhaven de moties en zullen tegen de gemeentelijke nota stemmen, omdat wij met name te
gen de opvattingen en de visie die uit deze nota spreken - of eigenlijk niet spreken - grote bezwaren
hebben. Wel onderschrijven wij voor het merendeel de in de nota gedane aanbevelingen. Deze aan
bevelingen worden in onze motie genoemd. De aanbevelingen voor het personeelsbeleid staan ook in
de PAL-nota.
Mevrouw De Jong: Ik vind het erg belangrijk dat er een commissie emancipatiezaken komt, ten
einde het beleid te continueren. In mijn betoog in eerste instantie heb ik al met betrekking tot de om
budsfunctie van deze commissie gezegd dat ik er principieel op tegen ben dat de commissie alleen door
vrouwen is te raadplegen.
Vervolgens een opmerking over de motie van PAL over het in vaste dienst aanstellen van een me
dewerkster. Als motivatie voor het afwijzen van deze motie heeft de wethouder financiële en princi
piële redenen genoemd. Op die gronden wijs ook ik deze motie af. Ook de tweede motie van PAL
wijs ik af.
De heer De Pree (weth.): Ik hoef niet veel meer te zeggen. Mevrouw Van der Werf wilde een ander
antwoord op haar opmerkingen over de gevolgde procedure horen dan het antwoord dat ik in eerste in
stantie heb gegeven. Ik zat al heel diep na te denken over de vraag hoe dit antwoord dan zou moeten
luiden. De inhoudsopgave is indertijd in de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden vrij langdurig be
sproken. Wat er daarna is gebeurd, is niet dat er ineens een totaal andere nota werd gemaakt. Er is
daarentegen een selectie gemaakt, niet op basis van een erg subjectief criterium maar eigenlijk op basis
van een voor de hand liggend criterium, al wisten wij dat toen nog niet. Dit laatste criterium hebben wi
gehanteerd door ons te beperken tot die terreinen waarmee men als gemeente intern en voor een klein de
extern te maken heeft. Deze selectie werd toegepast, ook al omdat de procedure veel en veel langer