46
47
Wanneer dan de tweede fase wordt uitgevoerd, kiest mijn fractie voor het kruispunt volgens de
oplossing in figuur 3, omdat deze oplossing de meeste waarborgen lijkt te bieden tegen sluipverkeer
door Goutum. Zolang die tweede fase niet is uitgevoerd, blijven wij wel zitten met het risico van
sluipverkeer door Goutum. Wij willen er graag de bijzondere aandacht voor vragen dat geprobeerd
wordt dit zo veel mogelijk te voorkomen. Misschien kan dit door een bepaalde instelling van de ver
keerslichteninstallatie, maar de bewoners van Goutum moeten ook in en uit hun dorp kunnen komen en
daarom is dit misschien niet de meest gunstige oplossing. Een suggestie van mijn fractie is deze. Men
zou moeten nagaan bij het verder maken van de plannen of een fietspad langs de Tearnserdyk
Goutum naar de Drachtsterweg kan worden gemaakt.
van
De heer Van der Wal: Ik zal de technische di
Naar aanleiding van dit agendapunt is
Ijl._ -•
scussies niet herhalen, maar wï
s nog op het volgende,
r»..i
..vi.uiui, niuui w115 nog
Naar aanleiding van dit agendapunt is naar voren gekomen dat op het ogenblik bij Rijkswaterstaat toch
weer wordt gepraat over een verbinding Boksum-Werpsterhoek. Daarmee wordt naar ons idee de hele
noodzaak van de zuidtangent ter discussie gesteld. Ik roep wat dat betreft de discussie in het kader
het verkeersstructuurplan in herinnering. Gezien mnoil::!-»
-7r\r* I c aöm J-*-_1
__r uc uux-ubbie in ner Kader van
U„vv..uui^iuii ui Herinnering, bezien de moeilijke financiële toekomst die wij hebben,
Is een korting op de stelpost civieltechnische werken, denken wij dat die zuidtangent er helemaal
maar niet moet komen, zeker niet in deze vorm. De voorgestelde vorm, die vanavond vrij zeker wordt
aangenomen, houdt automatisch in dat de tweede fase er helemaal niet komt. Die fase kunnen wij wel
helemaal vergeten.
Mijn fractie wil de aantekening tegen dit voorstel te hebben gestemd.
Mevrouw De Jong: Ik kan mij volledig aansluiten bij de stemverklaring die de heer Van der Wal
heeft afgelegd. Ik wens ook geacht te worden tegen te hebben gestemd, op grond van dezelfde ar
gumenten
De heer Rijpma (weth.): De opmerking van de heer Sijbesma kan in een ander kader worden mee
genomen
Van de verklaringen van de heer Van der Wal heb ik kennisgenomen. Ik onderschrijf de dingen
die hij zegt in genen dele.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat mevrouw
J. de Jong, de heer P.D. van der Wal en mevrouw J. van der Werf wensen te worden geacht tegen
te hebben gestemd.
Punten 19 en 20 (bijlagen nrs. 148 en 130).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
(Punt 21, bijlage nr. 138, is behandeld op 30 maart 1981).
Punten 22 t.e.m. 29 (bijlagen nrs. 141, 133, 143, 150, 151, 135, 134 en 132).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Punt 30 (bijlage nr. 152).
De Voorzitter: Ik stel aan de orde de brief van de Federatie Bouw- en Houtbonden.
De heer Janssen: Als onderdeel van een landelijke actie heeft de Federatie Bouw- en Houtbonden
een brief aan het gemeentebestuur doen toekomen. Zoals uit de nu te behandelen brief blijkt, heerst er
onder mijn collega-bouwvakkers 11
het
w iv, uuiiuiiucicii urier c
er mijn collega-bouwvakkers in Leeuwarden een ongewoon grote werkloosheid. In de raadsbrief schrijft
het college dat er op gemeentelijk niveau niet veel aan terugdringen van die werkloosheid is te doen en I
dat een oplossing bij de rijksoverheid moet worden gezocht. Het voert mij op dit moment te ver om aan te
geven waar de vermoedelijke oorzaken liggen, maar gemeentelijk kan er wellicht toch
gedaan. De Federatie Bouw- en Houtbonden heeft deze actie npctnrt nm
iii-jui yemeenreii|K Kan er wellicht toch wel iets worden
De Federatie Bouw- en Houtbonden heeft deze actie gestart om te trachten versneld een aantal
bouwwerken van de grond te krijgen. Om dit te bewerkstelligen heeft de Federatie een aantal wensen in
haar brief vastgelegd. Een daarvan is de oprichting van een knelpuntencommissie. Of deze comm
alleen in gemeentelijk verband werkzaam zou moeten zijn, komt niet duidelijk uit de verf. Het
gens mij een goede zaak zijn als er vanuit de Regionale Raad voor de Arbeidsmarkt een commissie werd
opgericht die dan als coördinatiepunt voor geheel Friesland zou kunnen fungeren. De gemeenten zouden
issie
zou vol
don aan deze commissie regelmatig kunnen opgeven waar vertragingen in de bouwprocedures ontstaan en
welke oorzaken daarvoor zijn aan te wijzen. Het Fries Verbond van Ondernemers heeft inmiddels ook
een brief over de werkloosheid in de bouw naar een groot aantal gemeenten doen uitgaan. Er zitten ook
enkele ondernemers in de Regionale Raad voor de Arbeidsmarkt; in de door mij voorgestelde commissie
zouden werkgevers en werknemers gezamenlijk deze problemen kunnen aanpakken.
Een van de knelpunten die door de werkloosheid van bouwvakkers ontstaat, is de opleiding van
leerlingen. Ik zou u, mijnheer de voorzitter, dan ook willen vragen erop toe te zien dat bij een zich
daartoe lenend gemeentelijk object het werk in het kader van een leerling-bouwplaats wordt uitge
voerd. De rijksconsulent voor het leerlingstelsel heeft nog een flinke subsidie-pot voor dat doel liggen
en wij hebben als gemeente goede ervaringen met het werk op de Nieuwestad gehad.
Daarnaast zullen de beroepsprocedures zo vlug mogelijk moeten worden afgedaan. Ik weet wel
dat van gemeentewege zo veel mogelijk spoed wordt betracht, maar landelijk - bijvoorbeeld bij de
Arob - treedt nogal eens wat vertraging op. Ik zou dan ook graag zien dat u aan de briefschrijvers
laat weten welke bouwobjecten op dit moment in Leeuwarden worden vertraagd door een Arob-proce-
dure. De mensen van de Bouwbond geven dit dan door aan het landelijk actiepunt, dat op zijn beurt de
zaken in Den Haag onder druk zal zetten. Mogelijk rolt daar dan een versnelde procedure uit.
Wat politieke druk op de rijksoverheid betreft om te komen tot een gezond bouwbeleid zou ik mij
'kunnen voorstellen dat de Federatie Bouw- en Houtbonden door een goede voorlichting aan haar leden
op 26 mei aanstaande voldoende politieke druk kan uitoefenen. (De Voorzitter: Wat voor dag is 26 mei?)
(De hear Miedema: Twa dagen foar Himelfeartsdei(Gelach)
De heer Eijgelaar (weth.): Bij het overhandigen van de brief waarover de heer Janssen sprak, heb
ik gezegd dat ik de ongerustheid deel die er heerst met betrekking tot de steeds verdergaande werkloos
heid. Het is bepaald niet een kleinigheid wat er in de bouwsector aan de hand is. Wij hebben de toe
zegging gedaan dat wij alles in het werk zullen stellen, voor zover in ons vermogen liggend, om het
leed dat door deze werkloosheid ontstaat in ieder geval te beperken. Een van de vragen die toen ook
aan de orde kwam, was wat men in het kader van de Regionale Raad voor de Arbeidsmarkt eraan kan
(doen. Deze raad is een platform waar werkgevers en werknemers elkaar ontmoeten. Ik heb toen toege
zegd dat ik zal nagaan hoe deze regionale raad, waarin ook het Districtsbureau voor de Arbeidsvoor
ziening is vertegenwoordigd evenals de Kamer van Koophandel, het ETI en werknemers- en werkgevers
organisaties, mogelijkerwijs kan worden ingeschakeld om te proberen oplossingen te vinden voor de knel
punten die er provinciaal zijn. Ik kan u verzekeren dat ik uitvoering aan deze toezegging zal geven.
Over de opleiding van leerlingen in deze sector het volgende. In het verleden hebben wij als ge
meente daarop duidelijk ingespeeld. Ik weet niet of er op dit moment projecten zijn, maar met name
bij de bouw van het Gemeentelijk Woningbedrijf zal daaraan aandacht worden geschonken. Een en
ander hangt natuurlijk ook af van de aannemer, zoals u weet. Hij moet natuurlijk ook de bereidheid
hebben om leerlingen op te leiden. De subsidiemogelijkheden zijn bij ons bekend en wij zullen pro
beren daaraan aandacht te schenken.
De heer Janssen vroeg ook naar een lijst van bouwprojecten die vertraagd worden door een Arob-
procedure. Ik denk dat er geen bezwaar zal zijn om, voor zover het een gemeentelijke aangelegen
heid betreft, deze projecten bekend te maken.
De Voorzitter: Gaat u akkoord met dit antwoord, mijnheer Janssen? (De heer Janssen: Inderdaad.)
De heer Eijgelaar (weth.): Iemand zegt mij nu dat ik wel een stemadvies had kunnen geven, ge
zien de datum van 26 mei, maar zo'n advies wil ik hier nu niet geven. (De Voorzitter: Dat vroeg de heer
Janssen ook niet.) Maar ik had wel een goed advies. (De Voorzitter: De heer Janssen aarzelt helemaal
niet en het advies van u zou weieens erg discutabel kunnen zijn geweest. Wij sluiten de discussie hier
over.) Dat is nu altijd het vervelende, dat u als voorzitter dat doet. Ik zou er best nog even op willen
doorgaan. (De Voorzitter: Dat zou buiten de orde zijn.) U begon er zelf een beetje over. Ik stel voor
dat wij een en ander tegen 26 mei nog een keer herhalen.
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met inachtneming van de toe
zegging van wethouder Eijgelaar.
Punten 31, 32 en 34 (bijlagen nrs. 125, 128 en 145).
Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
(Punt 33, bijlage nr. 139, is behandeld op 30 maart 1981).