21 20 Op dat niveau speelt dit probleem. Wij hebben daarop geen invloed. Punt is wel dat de VEGIN eenvr machtig apparaat is. Wij moeten wel zo reëel zijn om te onderkennen dat de VEGIN invloed heeft. Hi is niet niets als de VEGIN met een duidelijk standpunt komt, waar men in voldoende mate achter staat U moet echter van mij aannemen dat de VEGIN nooit zal komen met een standpunt om de tarieven te bevriezen. Om de redenen die ik zonet noemde, is deze veronderstelling irreëel. Maar goed, ik zeg nogmaals dat het aan de raad is om, bijvoorbeeld om psychologische redenen, zo'n motie aan te nemerl De heer Van den Eist: Ik hoef naar mijn mening niet te herhalen wat ik in eerste instantie heb ge zegd. Ik kan mij aansluiten bij de woorden van de voorzitter, als hij zegt dat de motie zo moet worder gelezen dat, naast de aandeelhouders, ook de commissarissen van de Frigas worden bedoeld. Deze uit leg lijkt mij aanvaardbaar. Ik heb heel goed naar de woorden van de voorzitter en van enkele leden van de raad geluisterd ef daarbij is mij opgevallen dat eigenlijk geen enkel argument op tafel is gekomen dat een verhoging vani de aardgasprijs rechtvaardigt. Het enige dat kan worden gezegd, is dat het voor anderen onaanvaard- baar moet worden geacht om als vertrekpunt te nemen dat de prijs niet moet worden verhoogd. De minis] ter van Economische Zaken heeft de middelen om de prijs eenzijdig vast te stellen. Ik stel vast dat, om; nog één punt naar voren te halen, de prijscompensatie, die in de lonen wordt doorberekend, ten delec is opgeschoond voor energieprijzen. Men kan zich dan afvragen wat wij daarmee hebben te maken, om dat een en ander op rijksniveau wordt beslist. Het betekent echter gewoon dat het spreken over woon lastensubsidie op nationaal niveau zou moeten gebeuren. Ik zie dat direct niet gebeuren, welk kabinet er ook komt, omdat het gat in de schatkist veel te groot is en de minister van Economische Zaken met in de rug de vlijmscherpe hand van de minister van Financiën, dit financieringsgat ten bedrage van 25 miljard gulden nu eenmaal moet dichtstoppen. Er zijn dus op rijksniveau argumenten te over - wat wij ook zeggen - om de aardgasprijs behoorlijk te verhogen. Dit neemt niet weg dat ik vind dat men, als men mensen een boodschap meegeeft, de meest ver gaande boodschap moet meegeven en daarbij tevens moet uitspreken wat men als een nog acceptabele terugkeer van de onderhandelingen beschouwt, ik meen dat ik dit in eerste instantie duidelijk heb verwoord en ik zie geen reden om de motie in te trek- I ken. Mevrouw Van der Werf: Ik heb weinig toe te voegen aan de woorden van de heer Van den Eist. Ik heb in eerste instantie reeds gezegd dat naar mijn mening de onderhandelaars een zo sterk mogelijk uit gangspunt mee moet worden gegeven. Dat uitgangspunt mag niet zijn dat wij bij voorbaat al een stijging accepteren die gelijk is aan de normale stijging van de kosten van levensonderhoud. Wij handhavende motie en wij moeten mijns inziens zo krachtig mogelijk stelling nemen. De heer Visser: Ik had in eerste instantie een aantal vragen gesteld die door de voorzitter naar mijn mening voldoende zijn beantwoord, in die zin dat onze twijfel ten opzichte van de uitvoering van de motie nu wel is weggenomen. Met andere woorden, wij zullen deze motie niet steunen. Dit laat onver let onze zorg over datgene, wat aan de orde is, namelijk de sterke verhoging van de gasprijzen. Ik zou j de voorzitter het verzoek willen doen om de tekst van deze discussie de Raad van Commissarissen van Frigas te doen toekomen. Wij dienen dus geen motie in. Als de tekst van de discussie aan de commissa rissen wordt toegezonden, weet men in ieder geval wat in deze raadsvergadering gaande is geweest. De heer Bijkersma: Aan het slot van het betoog van de voorzitter sprak hij enige woorden tot de heer Van den Eist die overeenkwamen met datgene, wat ik daarvoor ook al had gezegd. Ik vind de motie van de heer Van den Eist en mevrouw Van der Werf een onverstandige motie. Het is niet dat ik het doei van deze motie niet onderschrijf, maar als men een doel wil bereiken, moet men dat natuurlijk wel op sen I juiste wijze doen. De heer Van den Eist kan wel een andere inhoud aan de motie geven, maar dan moet hij daaraan toevoegen dat de basis van de motie moet worden gevonden in de discussie die vanavond in I deze raad plaatsvindt. De heer Visser zegt dit ook en dat lijkt mij veel duidelijker. Op basis van deze discussie geeft men zodoende aan de vertegenwoordigers - wie dat ook zijn - een duidelijke opdracht om onze zorgen naar voren te brengen en te bepleiten dat iets aan de prijsontwikkeling van aardgas wordt gedaan. Op deze wijze kan een en ander op zinvolle wijze bij de VEGIN en in de onderhande lingen met de Gasunie op tafel komen. Als deze motie echter zonder meer in de huidige vorm wordi ge handhaafd en als de motie dan zou worden afgewezen, dan ben je nergens meer. In theorie kan men dan niet doorgaan met de discussie. Ik ben het met de heer Visser eens dat men het verslag van de discussie aan onze vertegenwoordigers moet meegeven, met daarbij de opmerking dat wij verwachten dat zij dienovereenkomstig handelen. De motie op zich is niet een juiste motie. De Voorzitter: Als ik de motie lees, dan spreekt daar mijns inziens een duidelijke verontrusting uit. De commissarissen kunnen over deze motie discussiëren, zij kennen dan de verontrusting die in deze Xjd leeft. Ik neem aan dat zij tot een bepaald standpunt komen, ook na het overleg dat er in de afde ling Noord-Oost van de VEGIN is geweest. Zij kunnen het standpunt van de raad van de gemeente Leeuwarden daarbij incalculeren. Zonder een advies te willen geven, meen ik toch te kunnen opmerken dat ik er geen bezwaar in zie dat deze motie in omloop komt. (De heer Bijkersma: Moeten de commissa rissen dan niet de tekst van deze discussie daarbij in overweging nemen? In de motie staat immers dat de «sprijzen bevroren dienen te worden.) In antwoord op die vraag zeg ik dan dat u moet lezen wat er in de motie staat. Ik moet zeggen dat men, als deze motie wordt aangenomen, mag aannemen dat de com missarissen, zeker degenen die ons in de Raad van Commissarissen vertegenwoordigen, deze motie ern- iig ter harte zullen nemen. Voor het overige laat de motie de commissarissen van Frigas voldoende ruimte, ook na het onderling beraad en na het overleg van de afdeling Noord-Oost van de VEGIN, om adequaat te handelen. Dat is de conclusie die ik trek. Ik stel voor de motie in stemming te brengen. De hear Miedema: De wurdfierder fan us fraksje hat frege oft it kolleezje ree is om de tekst fan diz- ze diskusje oan de Ried fan Kommissarissen te stjoeren. Wy wolle dat nammentlik tige graach. Noch of- sjoen fan de fraach oft dizze moasje oannommen wurdt as net, liket my it ferstjoeren fan de tekst fan de diskusje goed ta, om't de kommissarissen dan in totaal-byld hawwe fan wat hjir spile hat. De argumin- taasje, dy't de ferskillende fraksjes nei foaren brocht hawwe, komt dan ek nochris dudlik nei foaren. De Voorzitter: Als de tekst op tijd gereed kan worden gemaakt, dan is mijn antwoord positief. Het is tenslotte een openbare vergadering van de raad en derhalve zou het onjuist zijn om te zeggen dat be zwaar bestaat tegen het toesturen van de tekst. Als wij het technisch rond kunnen krijgen op deze korte termijn, dan zullen wij althans een voorlopig verslag van de discussie van vanavond bij de motie voe gen. Ik stel voor thans tot stemming over de motie over te gaan. De motie van de heer Van den Eist en mevrouw Van der Werf wordt aangenomen met 19 tegen 15 itemmen. De Voorzitter: Aan het einde van de vergadering wil ik nog een opmerking maken. Wethouder De Pree zit vanavond voor het laatst achter de collegetafel, in de functie van wethouder. Ik zal vanavond riet lang bij dit feit stil blijven staan, want de heer De Pree zal de volgende raadsvergadering eveneens in ons midden zijn; hij is dan namelijk nog wel raadslid. Ik neem aan dat wij in die vergadering wel meer aandacht aan zijn afscheid als wethouder van de gemeente Leeuwarden kunnen schenken. Ik zou nu wiilen volstaan met hem te feliciteren met zijn benoeming tot lid van de Tweede Kamer. Het spijt mij dat hij ons moet verlaten. Ik neem aan dat ik hiermee althans wat deze vergadering betreft kan vol staan. De Voorzitter sluit, om 22.05 uur, de vergadering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 11