1
4
kenen dat wij, als de voorzitter dringende redenen aanwezig acht om dit verzoek vanavond te behande
len, daarvan zo spoedig mogelijk op de hoogte worden gesteld. De brief, waarin het verzoek van de
twee genoemde raadsleden werd toegelicht, lag echter pas vanavond op onze tafels. Ik ben er volledig
van uitgegaan dat de voorzitter een andere weg zou vinden om het probleem te behandelen. In dat ge
val zouden wij ons ook daarop hebben kunnen voorbereiden. Ik stel het op prijs om dergelijke zaken de
gelijk voor te bereiden met mijn fractie. Wij hebben nu helemaal geen fractiestandpunt over dit onder
werp. Ik maak er dus principieel bezwaar tegen dat wij er niet van op de hoogte zijn gesteld dat de in-
terpellatie vanavond zou plaatsvinden.
De hear Miedema: Der binne in oantal leden fan de ried dy't it kolleezje ynterpellearje wolle. Ik
haw der gjin inkel probleem mei, salang't der net in moasje ut fuortkomt. As dat wol sa is, dan sil ek
myn fraksje in stanpunt op tafel lizze moatte. As fraksje hawwe wy hjiroer gjin oerlis plege kinnen. Wat
dat oanbelanget stean ik efter de wurden fan de hear Bijkersma. Ik soe foarof dit sizze wolle. It is
mooglik dat wy aanst mei in moasje konfrontearre wurde; dat is alteast wol oannimlik. Ik stel dan ut dat
wy yn de earste kofjepauze gelegenheid krije om us dêroer te berieden. As de foarsitter dy tasizzing
dwaan kin, dan haw ik gjin problemen mei in behanneling fan dit punt op dit stuit.
De Foarsitter: Dat hoecht net in tasizzing te wêzen. It twadde part fan myn ütstel soe nammentlik
wêze om oan'e ein fan dizze gearkomste oer dit punt te praten. De fraksjes hawwe dan noch gelegen
heid om, as hja soks wolle, dêroer noch even yn de pauze te rieplachtsjen. Ik nim oan dat de ried ek
dêrmei akkoart giet.
De hear Miedema: Der haw ik dochs wat muoite mei. Ik haw leaver dat wy it punt no behannelje.
Wa't der behoefte oan hat, kin dan earst sizze wat hy of sy kwyt wol. Wy hawwe dan ek de argumintaas-
je fan b. en w. heard. It is eins in hiel nij Onderwerp en as wy dogge sa't ik utstel, dan hawwe wy alle
feiten op tafel. Dêrnei kinne wy us dan beriede oer de moasje dy't mooglik yntsjinne wurdt.
De Voorzitter: Wij moeten erg praktisch te werk gaan. Er zijn stukken op tafel gelegd. Ik neem aan
dat het verstandig is dat men, voordat de discussie begint, even de stukken doorleest. Als wij dit pro
bleem dan aan het slot van de vergadering behandelen en als er een motie zou komen, dan lijkt mij dat
er aanleiding kan zijn - u kunt dit echter laten afhangen van de discussie - om een schorsing van de
vergadering te vragen, voordat een eventuele motie in stemming wordt gebracht. Tegen zo'n schorsing
bestaat dan naar mijn mening geen enkel bezwaar. Het lijkt mij dat dit de meest praktische gang van
zaken is. (De hear Miedema: No, it is net de flotste gong fan saken: as men in underbrekking fan de
gearkomste foarkomme kin, dan moat men dat ek dwaan. Op foarhan underbrekkingen ynbouwe, dêr
haw ik altyd wat muoite mei.) Wij bouwen niet op voorhand een schorsing in, wij schorsen alleen wan
neer dit strikt noodzakelijk is. Gaat de raad akkoord met de door mij voorgestelde handelwijze?
De Raad stemt hiermee in.
Punt 2.
Rondgezonden mededelingen.
Sub A t.e.m. F.
De berichten, de brief en de beslissingen worden voor kennisgeving aangenomen.
Sub G en H.
De brief en de verzoeken worden in handen van b. en w. gesteld om preadvies.
Sub J en K.
De Voorzitter: Aan de orde zijn drie brieven die alle een verzoek behelzen om versterking van het
sociaal-cultureel werk en het opbouwwerk ten behoeve van het project Onderwijs en samenleving. Het
betreft brieven van het Centraal Orgaan Leeuwarden en de Stichting Sociaal Kultureel Werk Leeuwar
den, van het wijkcomité Schieringen en van het wijkcomité Achter de Hoven/Vegelin. Het college stelt
voor deze brieven te betrekken bij de behandeling van het beleidsplan 1982-1986.
5
Mevrouw Van der Werf: De leden van de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden en van de Com
missie voor Onderwijs zijn door genoemde buurten en door mensen van het project zelf uitgenodigd voor
een c sprek. Ik heb daarbij de indruk gekregen dat men inderdaad met behoorlijke problemen heeft te
kampen om het project Onderwijs en samenleving op een goede manier te kunnen blijven runnen. Ik
verzoek het college in de eerste plaats om na te gaan hoe reëel de in de brieven gedane aanvraag is. In
de tweede plaats verzoek ik het college om na te gaan of het mogelijk is hiervoor andere financierings
bronnen aan te boren. Het gaat om een driejarig project op scholen. In eerste instantie zou het ook om
een driejarig project vanuit het welzijnswerk en het opbouwwerk gaan. Wij hebben ons afgevraagd of
hiervoor misschien ISP-gelden zijn aan te boren. Ik zou het college willen vragen om de mogelijkheden
die er zijn eens op een rijtje te zetten en na te gaan welke financiële consequenties daaruit voor de ge
meente zouden voortvloeien. Het zal de afweging, die wij straks moeten maken, een stuk gemakkelijker
maken, naar mijn mening.
De Voorzitter: Ik begrijp dat het uw bedoeling is dat wij, als het probleem bij de behandeling van
het beleidsplan wordt aangesneden, voor die tijd al ons licht erover hebben laten schijnen. (Mevrouw
Van der Werf: Het verkrijgen van ISP-geld is natuurlijk wel een zaak waarop wij snel moeten inspelen.)
U vindt nu evenwel dat dit verzoek wel bij het beleidsplan moet worden betrokken maar dat het college,
voordat het beleidsplan wordt behandeld, de mogelijkheden moet nagaan die u hebt genoemd.
Mevrouw Van der Werf: Nee, niet helemaal. Als wij van ISP-geld gebruik zouden kunnen maken,
dan bestaat er een kans dat wij daarop al moeten inspelen voordat het beleidsplan wordt behandeld. In
dat geval zou het ook zaak zijn om eerder met een preadvies in de raad te komen.
De Voorzitter: Voor hen, die enige illusie hebben ten opzichte van het ISP, klopt dit. Wij zullen
nagaan of de door mevrouw Van der Werf genoemde mogelijkheden om geld te krijgen aanwezig zijn.
Als die mogelijkheden er zijn, dan is het ook terecht dat het college een en ander aan de orde stelt.
Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w. met inachtneming van de toezegging van
het college.
Sub L t.e.m. O.
Besloten wordt overeenkomstig de voorstellen van b. en w.
Sub P.
De Voorzitter: Aan de orde is de brief van de belangenvereniging Oranjewijk waarin wordt verzocht-
de raadsstukken eerder aan de abonnementhouders te zenden.
Mevrouw Van der Werf: In de brief wordt mijns inziens een heel wezenlijk probleem aangesneden.
Het eerder toezenden van raadsstukken is een belangrijke voorwaarde voor het op een goede manier in
houd geven aan inspraak. Het punt is ook al eerder aan de orde geweest. Indertijd is vanuit de secreta
rie gezegd dat er een nieuwe machine zou komen, die het mogelijk maakte dat de stukken al de maan
dag voorafgaande aan de raadsvergadering de deur uit konden. Het krediet voor de aanschaf van een
dergelijke machine is allang door de raad beschikbaar gesteld. Ik constateer dat er geen verbetering is
opgetreden wat de verzending van de stukken betreft. Ik wil graag een toelichting vernemen over de
vraag hoe dit kan. Bovendien vraag ik mij af of wij een en ander in de Commissie Een goede raad kun
nen bespreken, omdat het een probleem betreft dat steeds weer opnieuw ter tafel komt, al begrijp ik het
antwoord dat gegeven wordt. Het lijkt mij echter dat wij er iets aan moeten proberen te doen.
De Voorzitter: De nieuwe machine is er en werkt volop. Het probleem zit echter niet in de machine,
maar in de verwerking. Als de stukken zijn afgedrukt, ongeacht op welke moderne of minder moderne
machine, kunnen wij het gewoon niet rond krijgen om nog voor het weekeinde en voordat de betreffen
de ommissie bij elkaar komt - daar gaat het om - de stukken de deur uit te krijgen. Wij hebben het
prob'eem van de verzending van de stukken heel serieus bekeken. Mijn eerste reactie was indertijd pre
cies gelijk aan uw reactie. In het college waren wij het er ook over eens dat iedere belanghebbende de
stukken op tijd moest kunnen krijgen. Welnu, wij krijgen dat niet rond. Het is op het ogenblik tech
nisch onmogelijk. Wat wellicht wel kan, is het volgende. In Aan de Grote Klok zou bekend kunnen
worden gemaakt dat degenen, die voor een bepaald onderwerp een commissievergadering willen bijwo-