12 13 Mevrouw Van der Werf: In dit preadvies wordt zeer duidelijk uiteengezet hoe knellend de problemen zijn in de kinderbescherming. De Friese gemeenten hebben dit een paar jaar geleden al aan de minister duidelijk gemaakt, de VNG doet dit zelfde ook nog eens een keer en dat is een reden, zegt het colle ge, om niet in te gaan op het verzoek om adhesie van de Stichting Jeugd en Gezin. De teneur van dit preadvies is heel duidelijk: de problemen zijn knellend, bezuinigingen zullen die problemen alleen nog maar verergeren. Als wij dat allemaal met elkaar vinden, dan is mijn fractie van mening dat wij niet anders kunnen doen dan zo veel mogelijk activiteiten ondernemen om aan de minister duidelijk te maken dat er iets moet veranderen. De eerste keer, dat wij dit hebben gedaan, hebben wij hem daarvan niet kunnen overtuigen en dus zullen wij het moeten blijven proberen. Het minste dat wij dan kunnen doen, is steun betuigen aan de Stichting Jeugd en Gezin in haar acties naar de minister om de bezuinigingen verder tegen te gaan. Mijn fractie wenst in ieder geval uit te spreken dat de bezuinigingen op dit ge bied onaanvaardbaar zijn en dat er nodig iets moet veranderen in het subsidiè'ringssysteem bij de Stich ting Jeugd en Gezin. Mevrouw De Jong: Ik ondersteun de woorden van mevrouw Van der Werf. Er zijn schrijnende proble men en ik vind dan ook dat wij op zijn minst adhesie moeten betuigen aan de Stichting Jeugd en Gezin. De heer De Vries (weth.): Een paar jaar geleden hebben de Friese gemeenten met elkander naar aanleiding van deze zelfde affaire een adres gericht tot de desbetreffende ministeries. Mevrouw Van der Werf heeft terecht gezegd dat dit geen succes heeft gehad. De materie, waar het hier om gaat, is lan delijk bekend, ook bij de politieke partijen in de Tweede Kamer. Wij vinden dat er via die weg een oplossing moet worden gezocht. Wij hebben onderhand via het adres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten onze bijdrage geleverd om constructief als gemeenten ons standpunt ten aanzien van deze zaak aan de regering kenbaar te maken. Dat is gebeurd en ik meen niet dat het zin heeft, achter deze pressie van de kant van de VNG aan, nog als afzonderlijke gemeente te adresseren. Mevrouw Van der Werf: Ik wil alleen nog dit zeggen. Dit soort zaken zijn hier wel vaker aan de orde en elke keer weer zeggen wij: probeer nou zo veel mogelijk ondersteuning te geven aan dit soort groeperingen, juist omdat de problematiek overal bekend is maar er nog steeds niets verandert. Ik vind het preadvies veel te voorzichtig gesteld. De gevraagde steun wordt niet gegeven en daarom stem men wij tegen het preadvies. Mevrouw De Jong: Ook ik zal tegen het preadvies stemmen. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. met aantekening dat mevrouw J. de Jong, de heer P.D. van der Wal en mevrouw J. van der Werf wensen te worden geacht tegen te hebben gestemd. Punt 29 (bijlage nr. 228). De Voorzitter: Dit agendapunt luidt: Garantiesubsidie aan de Stichting Fries Straatfestival. Mevrouw Van der Werf: Wij hebben over dit punt overleg gevoerd binnen onze fractie. Wij vinden dat de Stichting Fries Straatfestival eigenlijk wel een beetje wordt afgescheept. De stichting heeft vorig jaar een groots gebeuren georganiseerd. Uit de verhalen die wij horen, lijkt het ook nu weer een groot gebeuren te worden. Er is geen professionele ondersteuning voor deze stichting, het zijn allemaal men sen die het vrijwillig doen. De deelnemers aan het straattheater doen ook allemaal vrijwillig mee. Ik heb gehoord dat er op 13 juni zo'n driehonderd deelnemers zullen zijn en dat betekent dat de bevolking van Leeuwarden kan kennismaken met een zeer veelzijdig theater- en muziekgebeuren. Dit geldt met name voor mensen die anders misschien niet zo in staat zijn of kunnen profiteren van allerlei cultureie uitingen. Wij vinden dat voor een dergelijk gebeuren het gevraagde subsidie beslist niet te veel is en wij willen dan ook voorstellen om deze stichting het door haar gevraagde subsidie van 9.050,te verlenen, opdat de stichting in staat is ondersteunende activiteiten te verrichten, zoals bijvoorbeeld het maken van een programmaboekje met informatie over al de optredende groepen. Zo'n boekje is iets dat ook na de 13e juni blijft, maar het boekje dreigt nu niet te kunnen worden gemaakt. Dat soort dingen moet ook mogelijk zijn en daarom hebben wij een motie gemaakt, die als volgt luidt. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op 1 juni 1981 besluit aan de Stichting Fries Straatfestival een eenmalig garantiesubsidie toe te kennen van maximaal 9.050,ten behoeve van de organisatie van een straat manifestatie in de binnenstad van Leeuwarden op zaterdag, 13 juni 1981." De motie is mede-ondertekend door Piet van der Wal. De heer De Vries (weth.): Wij zijn het met mevrouw Van der Werf eens dat het straatfestival vorig jaar een voortreffelijke happening in onze stad is geweest. Wij hebben uiteraard bijzonder veel waarde ring voor datgene, wat ter zake is gepresteerd door deze vrijwilligers. Het kon vorig jaar voor ƒ4.265,—. Wanneer wij nu voorstellen 6.000,beschikbaar te stellen, dan blijkt dat wij flink boven dat bedrag zijn gaan zitten. Wij vinden dat in het raam van de totale opzet de 6.000,een bijdrage is waarmee men redelijk uit de voeten kan. Wij hebben geen enkele behoefte aan de motie. Wanneer het straatfestival opnieuw een succes zal worden dat om continuering vraagt en men de uitgaven binnen het bedrag van 6.000,kan houden - dit moet naar ons gevoelen kunnen -, dan hebben wij meteen een norm waarop wij ons voor de komende jaren kunnen richten. Ik wijs er in dit verband op dat het voorgestelde subsidie van 6.000,een eenmalig subsidie is. Mevrouw Van der Werf: Ik vind niet dat wij, nu het om zo weinig geld gaat, kunnen beknibbelen op subsidie. Bovendien is duidelijk aangetoond dat de organisatoren meer geld nodig hebben. Men wil nog meer bekendheid aan het festival geven en nog meer mensen bereiken, iets dat iedereen altijd zegt erg belangrijk vinden. De ervaringen van vorig jaar hebben geleerd dat er meer voorzieningen nodig zijn, zoals wagens waarop de mensen moeten staan, enzovoorts. Vergeleken met vorig jaar zijn er honderd deelnemers meer. Ook wat dat betreft is er een duidelijke motivatie voor een verhoogde subsidieaan vraag. Ik handhaaf mijn motie. De motie van mevrouw Van der Werf en de heer Van der Wal wordt verworpen met 31 tegen 3 stem- I men. Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig het voorstel van b. en w. Punten 30 t.e.m. 33 (bijlagen nrs. 233, 213, 212 en 236). Z.h.st. wordt besloten overeenkomstig de voorstellen van b. en w. Punt 34 (bijlage nr. 221). De Voorzitter: Dit agendapunt luidt: Aanvaarding van de schenking door Koopmans Koninklijke Meelfabrieken BV van een bronzen beeld, voorstellende "Het Friesche Paard". De hear Miedema: Wy soene folstean kinne mei dit beslut oan te nimmen, sunder der eat oer te siz- zen, want it kolleezje stelt ut om de skinking under tanksizzing te oanfurdzjen. Ik sprek ut namme fan de hiele ried as ik hjir dochs in pear wurden fan sis. It geskink, dat us oanbean is, is neffens my tige weardefol. Yn oerlis mei de Kulturiele Ried is besletten ta it oanbieden fan in byld dat it Fryske hynder foarstelt. Soks is typysk in Fryske oangelegenheid en ek typysk eat dat benammen de leste jierren yn Nederlan mar ek yn Jeropa Fryslan "ferkeapet", mei ik hast wol sizze. De kwadrille giet sa stadichoan oer hiel West-Jeropa, mei wol sein wurde. It "thus" dêrfan is oant no ta Ljouwert. Men hopet ek dat Ljouwert dat bliuwt. It bliuwt yn elts gefal Fryslan; it is wichtich foar Fryslan. Ik nim oan dat ik ut namme fan de hiele ried sprek as ik de skinker fan dit byld bysunder tank sis. Ik soe it kolleezje dan ek graach fersykje wol Ie om dy tank oer te bringen. Mei jo goedfinen, mynhear de foarsitter, gean ik no oer nei it folgjende agendapunt. (De Foarsitter: It is in bytsje buten de oarder, mar fuort mar.) Tank. By it kommende agendapunt wurdt üs in byld fan in fytsend famke yn de leste oarlochswinter oanbean. Ik hoopje dat sa'n byld de minsken noch oansprekt. Ik haw it idé dat nei inkele desennia nei de oarloch in protte jonge minsken harren net mear foarstelle kinne werom't der in byld komme moat fan in famke op in fyts. Ik tink dat it in goede oanlieding is om it ferhaal fan wat de froulju yn de leste oarlochswinter prestearre hawwe troch te fertellen, nei oanlie ding fan dit byld en by dit byld. Ik fyn dit byld, foar de histoarje fan Fryslan mar ek foar de opfieding fan us jongerein, in bysGnder weardefol Ie oanfollïng fan de bylden yn de Prinsetün. Ek foar dit byld soe ik ut namme fan de ried us hertlike tank oerbringe wolle en it kolleezje freegje wolle om oan de skinker - wy witte net wa't it is mar ik nim oan dat de foarsitter it wol wit - dy tank oer te bringen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Notulen) | 1981 | | pagina 7