22
de rioolretributie zijn wij van mening dat die beslist niet mag worden gekoppeld aan de waarde van een
onroerend goed. Hoe denkt het college over het instellen van deze retributie?
Als allerlaatste mag pas worden gedacht aan een verhoging van de onroerend-goedbelasting, ook al
wordt het eigenaarsdeel iets lager in verband met een lagere uitkering uit het gemeentefonds. In princi
pe dienen wij niet meer dan trendmatig de gemeentelijke belastingen te verhogen. Bereiken wij te snel
het in de wet vastgestelde plafond op alle fronten, dan is een goede afweging tussen belastingdruk en
voorzieningenniveau niet meer mogelijk.
Over de herwaarderingstaken wil ik het volgende kwijt.
Punt d. Verhoging van 250.000,voor tarieven voor het gebruik van gemeentelijke sportaccommoda
ties zou een verdubbeling van deze tarieven inhouden. Dit komt ons rijkelijk hoog voor. Kan het colle
ge hierover enige nadere uitleg geven?
Punt g. Wij zijn tegen een verlaging van het onderhoudsniveau bij de Dienst voor Reiniging en Brand
weer. Gezien de capaciteit bij de uitvoering van de reiniging, dient in het belang van de volksgezond
heid niet te worden getornd aan dit onderhoudsniveau.
Punt iWat heeft het voor consequenties ten aanzien van de werkgelegenheid indien subsidies aan het
Frysk Orkest, de Stichting Cambuur en het Operagezelschap Forum worden afgeschaft? Overigens kunnen
wij ons wel vinden in de door de PvdA gedane voorstellen om de subsidietitel over te hevelen naar pro
vincie en rijk en de zorg voor de accommodaties bij de gemeente te laten.
Verder willen wij in overweging geven dat ook de navolgende voorstellen nader worden bekeken.
1. De aanleg van tunnels onder de wegen, gezien de hoge aanlegkosten en het vaak niet zo grote ge
bruik, zo min mogelijk toepassen. Dit scheelt één miljoen per tunnel. Hierdoor is het misschien mo
gelijk om de dreigende belastingverhoging niet door te laten gaan.
2. De vergoeding voor het raadslidmaatschap te bevriezen.
3. Het oprichten van een wijkgezondheidscentrum achterwege laten.
Wat de moties van PvdA betreft willen wij het antwoord van het college afwachten. Ten aanzien
van motie 6, die betrekking heeft op het filmhuis, hebben wij reeds gezegd dat wij daar niet in mee
kunnen gaan. In motie 3.3, punt 9, wordt de toekomstige positie van het Gemeentelijk Energiebedrijf
een nader aan te wijzen herwaarderingsproject genoemd. Wij vinden niet dat er op dit moment over een
zo belangrijk onderwerp als de positie van het GEB in discussie kan worden getreden. Wij laten ook dit
liever buiten beschouwing. Wat de andere nader aan te wijzen herwaarderingsprojecten betreft kunnen
wij wel akkoord gaan met het terugdringen c.q. doen vervallen van de subsidies, als vermeld onder punt
7 van motie 3.3, aan: het Self-supporting Sportmedisch Centrum en de exploitatie botenverhuur en mid-
getgolfbaan. De subsidies aan de andere in dat punt genoemde instellingen achten wij zodanige promo
tiekansen aan Leeuwarden te geven dat wij er niet mee kunnen instemmen dat deze kleine posten werden
geschrapt. Leeuwarden kan geen baat vinden bij het schrappen van deze posten, naar onze mening.
Mevrouw Van der Werf: Vandaag staan wij voor een van de meest ingrijpende beslissingen van de
afgelopen jaren, namelijk de vraag op welke wijze wij het hoofd gaan bieden aan het in de begroting
1981 en het beleidsplan 1982-1986 ontstane tekort van 15,3 miljoen.
De allereerste belangrijke politieke vraag die wij vanmiddag moeten beantwoorden, is de vraag of
wij de bezuinigingspolitiek van de regering moeten accepteren en zo nee, wat dan wel te doen, en zo
ja, hoe dan. De volgende vragen komen daarbij aan de orde. Moeten wij alle bestaande taken handha
ven? Welke taken komen voor herwaardering in aanmerking? Gaan wij wel of niet de gemeentelijke
belastingen verhogen? Welke consequenties heeft dit alles voor de Leeuwarder bevolking?
Wat is de oorzaak van al dit bezuinigen, broekriem aanhalen, temporiseren, opgeraakte koek en
wat voor fraaie kreten er maar meer bedacht mogen worden? De verzorgingsstaat is niet meer te beta
len, beweert men, waar wat is er werkelijk aan de hand. De grote economische groei is voorbij en
daardoor verkeert ons maatschappelijk systeem op sociaal-economisch gebied in een ernstige crisis, tan
niet aflatende stroom van bedrijfssluitingen en reorganisaties zorgt voor een hoge werkloosheid. Dez
crisis wordt beantwoord met een rechtse crisis-politiek. Het rijk heeft minder inkomsten dan uitgaver en
daarom moet er worden bezuinigd. Er wordt gesnoeid in gemeenschappelijke voorzieningen, zoals so ia-
Ie woningbouw, gezins- en bejaardenhulp, sociale uitkeringen en, voor ons vanmiddag zeer belangrijk,
in niet geringe mate op de uitkeringen aan de gemeenten. De gemeenten worden daardoor gemaakt tot
een willoos verlengstuk of uitvoeringsinstrument van Van Agt en Wiegel.
Dit bezuinigen op de rijksuitgaven wordt voorgesteld als onontkoombaar en een kwestie van "alle
maal samen de schouders onder "onze" economie". Protesteren helpt niets, zeker niet voor de gemeen
ten, want het kan nou eenmaal niet anders. Maar natuurlijk kan het wel anders. Het bezuinigen gebeurt
immers op een zeer selectieve manier en is de consequentie van een bewuste politieke keuze: op een
groot aantal uitgaven wordt niet bezuinigd. Zo blijven de bewapeningsuitgaven onaangetast; worden
23
ollectieve uitgaven in de vorm van overheidssteun, gericht op de verhoging van de winsten van be-
rijfsleven, verhoogd; blijven multinationale bedrijven grote winsten maken; hevelen internationaal
pererende bedrijven ongehinderd op grote schaal hun activiteiten naar het buitenland over. De voor
naamste oorzaak van de economische crisis, namelijk het kapitalistische productiesysteem, wordt niet
aangetast. Integendeel, het regeringsbeleid wordt afgestemd op de belangen van het bedrijfsleven.
Als wij vandaag, zonder meer, de bezuinigingen daadwerkelijk doorvoeren om een financieel slui
tende begroting te krijgen, dan laten wij ons daarmee niet alleen een afwentelingspolitiek van het ka
binet Van Agt-Wiegel welgevallen - zoals het federatiebestuur van de PvdA het uitdrukte -, maar steu
nen wij ook een uitermate rechtse regeringspolitiek die de tegenstellingen in ons land steeds groter
maakt.
Bovendien wordt de autonomie van de gemeenten steeds verder aangetast. Er blijft niets anders over
dan het verdelen van de tekorten. De hoogte van de uitkering van het rijk aan de gemeenten is volstrekt
ontoereikend om de kosten van collectieve taken, die ten goede komen aan grote groepen van de bevol
king, te dekken. Voor linkse partijen belangrijke nieuwe taken, die ten doel hebben maatschappelijke
en economische ongelijkheid op te heffen, zijn onmogelijk.
Wij vinden dat wij dit niet zonder slag of stoot kunnen laten passeren. Allereerst vinden wij een fel
protest op zijn plaats. Daartoe heb ik de volgende motie gemaakt.
Motie 1. "De raad van de gemeente Leeuwarden, in vergadering bijeen op maandag 6
juli 1981 behandelende het ontwerp-dekkingsplan 1982-1986 (bijlage nr.
272),
overwegende dat het bezuinigingsbeleid van het rijk tot gevolg heeft dat de
grote gemeenten noch hun eigen noch de door het rijk gedelegeerde taken
naar behoren kunnen uitvoeren zonder de bevolking een onevenredige las
tenverzwaring op te leggen,
besluit het beleid van de rijksoverheid ten aanzien van de gemeenten af te
keuren en hiervan blijk te geven bij het parlement en de regering."
De motie is mede-ondertekend door mijn fractiegenoot, de heer Van der Wal.
Een dergelijk protest is natuurlijk niet voldoende. Het zal gevolgen moeten hebben voor de politie
ke stel lingname. Mijn fractie vindt dat wij moeten weigeren nog langer te functioneren als een louter
bestuurlijk instrument van Den Haag. Het betekent voor ons dat wij wel willen streven naar een sluiten
de begroting, mits de rijksoverheid haar verplichtingen nakomt. In fase 0 hebben wij dit dan ook als een
veronderstelling ingebouwd. Het is toch te gek dat men, om de wettelijke verplichting op onderwijsge
bied na te komen, de algemene middelen moet aanspreken omdat de doeluitkering ontoereikend is?
Wij willen het niet bij een veronderstelling laten. De gemeenteraad van Leeuwarden moet het ini
tiatief nemen om samen met andere gemeenten druk uit te oefenen op het rijk, met de bedoeling dat de
ze haar beleid wijzigt, in die zin dat de uitkeringen aan de gemeenten worden verhoogd en er een an
dere rentepolitiek wordt gevoerd. Een belangrijk machtsinstrument daarbij is het massaal weigeren de
bezuinigingen door te voeren en het massaal accepteren van een tekort op de begroting. Voor ons is de
grens van het toelaatbare bereikt! Trouwens, als ik de discussie van zoè'ven tussen de woordvoerder van
het CDA en de woordvoerder van het college goed heb beluisterd, dan is mijns inziens de grens van het
college ook al aardig bereikt. Ik meende namelijk dat heel duidelijk werd gesteld dat er niet verder kon
worden bezuinigd. Dus, als de GSD-kosten niet worden gecompenseerd, dan kunnen wij kennelijk niet
anders dan "de min ingaan", met de juli-circulaire erbij. "Herwaarderingsprojecten", zegt de burge
meester dan. Hij had vlak daarvoor gezegd dat het college zich wat de herwaarderingsprojecten betrof
ook afvroeg of een en ander haalbaar was. Overigens verbaas ik mij ook over de opmerkingen van de
andere fracties over fase 0. ledereen spreekt zijn ongerustheid uit over de haalbaarheid van deze fase,
maar niemand verbindt daar conclusies aan!
Het is voor ons niet gemakkelijk geweest om met een eigen alternatief te komen. Natuurlijk komt
dit enerzijds door de zeer ingewikkelde problematiek die begroten de laatste tijd is geworden. Aan de
andere kant heeft het zeker ook te maken met de wijze waarop het b. en w.-voorstel aan de raad is ge
presenteerd. Al veel vaker hebben wij gezegd dat wij als raad meer inzicht moeten hebben in eventuele
alternatieven die bij het wegingsproces door b. en w. en op de secretarie zijn afgevallen. Ook nu had
dat gemoeten. Dat had de taak van de gemeenteraad beter tot zijn recht doen komen. De raad was dan
degene geweest die aan had kunnen geven, op grond van politieke uitgangspunten, wat wel prioriteit
heeft en wat niet en wat wel als flexibel mag worden beschouwd en wat niet. Nu hebben b. en w. dit
gedaan en dan ook nog zonder duidelijk aan te geven welke politieke afweging heeft plaatsgevonden.
Wij vinden dit een zeer ernstige tekortkoming. Het komt de democratische besluitvorming niet ten goe-